5.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 301/80


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 9 juli 2019

over het nationale hervormingsprogramma 2019 van Cyprus en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2019 van Cyprus

(2019/C 301/13)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (2), en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 21 november 2018 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2019 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarin is ten volle rekening gehouden met de Europese pijler van sociale rechten, die op 17 november 2017 is geproclameerd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 21 maart 2019 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 21 november 2018 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Cyprus heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. Tevens heeft de Commissie op die datum een aanbeveling voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone aangenomen, die op 21 maart 2019 door de Europese Raad is bekrachtigd. Op 9 april 2019 heeft de Raad de aanbeveling over het economisch beleid van de eurozone (3) (“aanbeveling voor 2019 voor de eurozone”) aangenomen, die vijf aanbevelingen voor de eurozone (“de aanbevelingen voor de eurozone”) bevat.

(2)

Als lidstaat die de euro als munt heeft en in het licht van de grote onderlinge verwevenheid tussen de economieën van de economische en monetaire unie zou Cyprus ervoor moeten zorgen dat volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling voor 2019 voor de eurozone, die wordt weergegeven in de aanbevelingen 1 tot en met 5 hieronder. Met name zullen maatregelen ter vermindering van de administratieve druk helpen gevolg te geven aan de eerste aanbeveling voor de eurozone inzake bedrijfsklimaat en productiviteitsverbeteringen met het oog op evenwichtsherstel in de eurozone; maatregelen die gericht zijn op economisch beleid met betrekking tot investeringen in de genoemde gebieden zullen helpen gevolg te geven aan de tweede aanbeveling voor de eurozone betreffende de ondersteuning van investeringen; belastingmaatregelen en maatregelen ter verbetering van vaardigheden zullen helpen gevolg te geven aan de derde aanbeveling voor de eurozone met betrekking tot de bestrijding van agressieve fiscale planning en de werking van de arbeidsmarkt, en maatregelen ter verbetering van de werking van de vermogensbeheerder zullen helpen gevolg te geven aan de vierde aanbeveling voor de eurozone inzake het terugdringen van niet-renderende leningen.

(3)

Op 27 februari 2019 is het landverslag 2019 voor Cyprus gepubliceerd. Daarin werd de vooruitgang beoordeeld die Cyprus bij het opvolgen van de op 13 juli 2018 door de Raad aangenomen landspecifieke aanbevelingen (4) heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat is gegeven aan de landspecifieke aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die Cyprus in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt. Het landverslag bevatte ook een op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 uitgevoerde diepgaande evaluatie, waarvan de uitkomsten ook op 27 februari 2019 zijn bekendgemaakt. Op basis van haar analyse concludeerde de Commissie dat Cyprus wordt geconfronteerd met buitensporige macro-economische onevenwichtigheden. Met name is het van essentieel belang dat de lidstaat de hoge particuliere, publieke en externe schuldenlast, en het grote volume niet-renderende leningen aanpakt.

(4)

Cyprus heeft zijn nationaal hervormingsprogramma 2019 ingediend op 15 april 2019 en zijn stabiliteitsprogramma 2019 op 30 april 2019. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma’s rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

(5)

De betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de desbetreffende programma’s opnieuw te bezien en wijzigingen daarop voorstellen indien dit nodig is om de uitvoering van de betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft in richtsnoeren met betrekking tot de toepassing van de maatregelen die de effectiviteit van de ESI-fondsen koppelen aan gezonde economische governance, nader aangegeven hoe zij van die bepaling gebruik zal maken.

(6)

Cyprus valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact. In het stabiliteitsprogramma 2019 wordt ervan uitgegaan dat het overheidssaldo, dat in 2018 is omgeslagen in een tekort van 4,8 % van het bruto binnenlands product (bbp) en daarmee de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp heeft overschreden, in 2019 een nominaal begrotingsoverschot van 3,0 % van het bbp zal vertonen, en in de programmaperiode meer dan 2,0 % van het bbp. Op basis van het herberekend structureel saldo (6) wordt de middellangetermijndoelstelling voor de begroting, die is vastgesteld op een structureel begrotingsevenwicht, volgens de plannen in de periode 2019-2022 bereikt. Na een stijging tot ongeveer 102,5 % van het bbp in 2018 zal de overheidsschuldquote volgens de prognoses van het stabiliteitsprogramma 2019 in 2019 tot 95,7 % dalen om daarna geleidelijk verder te dalen tot 77,5 % in 2022. Het macro-economische scenario dat aan die begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is plausibel. Aan de macro-economische en budgettaire aannamen van het stabiliteitsprogramma zijn neerwaartse risico’s verbonden. Deze hangen vooral samen met externe ontwikkelingen, alsook met de mogelijke gevolgen voor de begroting van beslissingen van het Hof over fiscale hervormingen in het verleden en de financieringsbehoeften van openbare ziekenhuizen in de eerste jaren van het nationale gezondheidszorgstelsel. Volgens de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie zal het overheidssaldo een overschot vertonen van 3,0 % van het bbp in 2019 en van 2,8 % van het bbp in 2020. Volgens de voorjaarsprognoses 2019 van de Commissie zal het structurele saldo 1,1 % van het bbp bedragen in 2019 en 0,7 % van het bbp in 2020, en zodoende boven de begrotingsdoelstelling op middellange termijn blijven. De verwachting is dat Cyprus in 2019 en 2020 de schuldregel in acht zal nemen. In het algemeen is de Raad van oordeel dat Cyprus in 2019 en 2020 naar verwachting aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact zal voldoen.

(7)

Op 5 juni 2019 heeft de Commissie een verslag uitgebracht op grond van artikel 126, lid 3, van het Verdrag omdat op basis van meegedeelde gegevens het nominale tekort in 2018 de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp had overschreden. In het verslag werd geconcludeerd dat geen verdere stappen voor een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort dienden te worden genomen. Ondoeltreffendheid bij de overheidsdiensten en lokale besturen blijft een probleem vormen ondanks enige vooruitgang met elektronische overheidsdiensten. Dit heeft gevolgen voor het ondernemingsklimaat. Belangrijke wetgevingsvoorstellen om dit te verhelpen, zijn nog steeds in behandeling. Het gaat onder meer om wetsontwerpen inzake de hervorming van de overheidsdiensten en de lokale overheden. Tekortkomingen in het governancekader voor staatsbedrijven kunnen leiden tot een accumulatie van voorwaardelijke verplichtingen voor de overheid en kunnen een belemmering vormen voor de capaciteit om te investeren in de belangrijkste basisvoorzieningen, zoals telecommunicatie en energie. De beheersing van de loonkosten in de overheidssector, die een belangrijke factor is geweest in de begrotingsconsolidatie in Cyprus, verdient voortzetting.

(8)

De bestrijding van agressieve fiscale planning is van essentieel belang bij het efficiënter en eerlijker maken van de belastingstelsels, zoals wordt erkend in de aanbeveling voor 2019 voor de eurozone. De overloopeffecten van agressieve fiscale planningsstrategieën van belastingplichtigen tussen de lidstaten vereisen een gecoördineerd optreden van het nationale beleid ter aanvulling van de Uniewetgeving. Cyprus heeft maatregelen getroffen tegen agressieve fiscale planning, maar de (in verhouding tot het bbp) hoge dividend- en rentebetalingen wijzen erop dat bedrijven de Cypriotische belastingregels mogelijk gebruiken voor een agressieve fiscale planning. De inhoudingsvrijstelling op uitgaande (d.w.z. door ingezetenen van de Unie aan ingezetenen van derde landen overgemaakte) betalingen van dividenden, rente en, in veel gevallen, royalty’s door in Cyprus gevestigde ondernemingen aan ingezetenen van derde landen, kan ertoe leiden dat over die betalingen in het geheel geen belasting wordt geheven indien daarover in de ontvangende jurisdictie evenmin belasting verschuldigd is. Samen met de regels inzake de fiscale woonplaats van vennootschappen, kan die inhoudingsvrijstelling agressieve fiscale planning in de hand werken. Op de regeling voor notionele intrestaftrek dient nauwlettend te worden toegezien om misbruik in het kader van agressieve fiscale planning te voorkomen. Ten slotte geven de uitzonderingsregeling voor de naturalisatie van investeerders in Cyprus en de regeling inzake verblijfsvergunningen voor investeerders toegang tot een laag belastingtarief op inkomsten uit buitenlandse financiële activa en vereisen deze niet dat een persoon een aanzienlijke hoeveelheid tijd doorbrengt in het rechtsgebied dat de regelingen aanbiedt. Deze regelingen zijn door de OESO aangemerkt als regelingen met een potentieel hoog risico om te worden misbruikt om de automatische uitwisseling van financiële rekeningen te omzeilen.

(9)

In het kader van een alomvattende strategie voor niet-renderende leningen werden belangrijke maatregelen ten uitvoer gelegd. Dit heeft geleid tot een uitgesproken vermindering van het aantal niet-renderende leningen in de banksector, voornamelijk als gevolg van de verkoop en afwikkeling van de Cyprus Cooperative Bank en de overdracht van haar portefeuille niet-renderende leningen aan een vermogensbeheerder in staatsbezit. Voorts werden verbeteringen aangebracht in de wet inzake de verkoop van leningen en werd een wet aangenomen op het gebied van securitisatie van leningen. Om de opbrengsten uit de verkoop van activa te maximaliseren en uiteindelijk de particuliere schuld te helpen verminderen, is het van essentieel belang dat de vermogensbeheerder in staatsbezit beschikt over een doeltreffende governancestructuur, een zeer gespecialiseerd management, operationele onafhankelijkheid van de Cypriotische staat en welomschreven doelstellingen die in overeenstemming zijn met de toezeggingen die de regering heeft gedaan in het kader van het staatssteunbesluit over de verkoop van de Cyprus Cooperative Bank, dat door de Europese Commissie werd goedgekeurd. Bovendien is het belangrijk een passend toezichtkader in te stellen voor de kredietverwervende ondernemingen, aangezien hun aantal, waaronder de vermogensbeheerder in staatsbezit, is toegenomen en in de toekomst meer verkopen van portefeuilles met niet-renderende leningen zijn gepland. De governance- en administratieve capaciteit van toezichthouders van verzekeringsondernemingen en pensioenfondsen blijft zwak. De integratie van deze toezichthouders zou snel moeten worden afgerond. Meer in het algemeen moet het toezichtkader voor de kapitaalmarkten worden versterkt, gezien de relatief omvangrijke grensoverschrijdende activiteiten van de niet-bancaire financiële dienstverleners en de exponentiële groei van vergunninghoudende ondernemingen in de afgelopen jaren.

(10)

De werkgelegenheid neemt toe, de werkloosheid daalt en de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening om op korte termijn de werkgelegenheid actief te ondersteunen, is verbeterd. De houdbaarheid van de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening op lange termijn is echter nog steeds een probleem aangezien het extra personeel voor slechts twee jaar in dienst is genomen. In 2018 behoorde het percentage jongeren dat geen werk heeft en geen onderwijs of opleiding volgt, tot de hoogste in de Unie. De geringe efficiëntie van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, de beperkte uitrol daarvan en hun beperkte deelname aan stimuleringsmaatregelen om mensen te helpen werk vinden, blijven een probleem. Daarom is er wat betreft de toegang tot werk ruimte voor versterking van de ondersteuning voor het bereiken en activeren van met name jongeren en langdurig werklozen. Dit houdt onder meer de bevordering in van zelfstandige arbeid en van de sociale economie, alsook het moderniseren van arbeidsmarktinstellingen en -diensten om mensen te helpen vaardigheden te verwerven die beter aansluiten bij de behoeften van de arbeidsmarkt.

(11)

Tekorten aan en mismatches in vaardigheden behoren tot de belangrijkste belemmeringen voor bedrijfsinvesteringen, waaruit duidelijk blijkt dat meer moet worden geïnvesteerd in de opleiding van ongebruikt en onderbenut arbeidspotentieel, de onderwijsprogramma’s beter moeten worden afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt en er ook moet worden geïnvesteerd in de afstemming van de infrastructuur voor beroepsonderwijs. De vooruitgang op het gebied van cruciale hervormingen inzake onderwijs en opleiding, zoals de verbetering van de aanstelling en evaluatie van leerkrachten, loopt uiteen. De resultaten op het gebied van onderwijs blijven pover, evenals de deelname aan voor- en vroegschoolse educatie en opvang, die voor huishoudens minder betaalbaar is geworden omdat hun inkomen tijdens de crisis sneller is gedaald dan de kosten voor kinderopvang. De voortdurende inspanningen om het onderwijs- en opleidingsstelsel op alle niveaus te moderniseren, zullen helpen om de onderwijsresultaten te verbeteren en het potentieel voor duurzame groei op Cyprus te vergroten. De herziening van de programma’s voor beroepsonderwijs en de opleidingsprogramma’s is een veelbelovende stap om de discrepanties op de arbeidsmarkt tussen aangeboden en gevraagde vaardigheden terug te dringen. Uit de bestaande mismatch in vaardigheden wat betreft universitair afgestudeerden en de lage deelname aan volwasseneneducatie, met name van laaggeschoolden, blijkt echter dat er behoefte is aan betere maatregelen op het gebied van bijscholing en omscholing.

(12)

Cyprus heeft wetgeving aangenomen tot invoering van een nieuw nationaal zorgstelsel en zo vooruitgang geboekt op het gebied van gezondheidszorg. Het nieuwe stelsel is erop gericht gezondheidszorg toegankelijker en universeel beschikbaar te maken, de hoge eigen bijdragen te verlagen en te zorgen voor een efficiëntere zorgverstrekking in de publieke sector. Voordat het systeem in 2020 volledig operationeel zal zijn, zullen zich grote uitdagingen voordoen op het gebied van de tenuitvoerlegging en zullen grote investeringen nodig zijn. Het blijft van cruciaal belang te zorgen voor de duurzaamheid van het systeem op lange termijn, onder meer door het waarborgen van de financiële en operationele autonomie van openbare ziekenhuizen, zoals gepland. Maatregelen die gericht zijn op de modernisering en verbetering van de efficiëntie bij zorgverleners, onder meer in de primaire gezondheidszorg, de invoering van e-gezondheidszorg en de oprichting van een nationale geneesmiddelenorganisatie, zouden de gezondheidszorg verder versterken. Het niveau van de langdurige zorg is laag en blijft een uitdaging vormen, gelet op de vergrijzing van de bevolking.

(13)

De zwakke milieuprestaties van Cyprus zijn een belangrijk punt van zorg en het land blijft kwetsbaar voor klimaatverandering. Cyprus moet zijn systeem voor afvalbeheer en de circulaire economie aanzienlijk verbeteren. De afvalproductie ligt nog steeds aanzienlijk hoger dan het Uniegemiddelde en is sinds 2014 gestegen. De huidige faciliteiten voor afvalverwerking leiden niet tot hoge recyclingpercentages, en het gebrek aan economische instrumenten, zoals stortingsheffingen, maakt recycling economisch onaantrekkelijk. Het waterbeheer, met name in stedelijke gebieden, wordt gekenmerkt door inefficiëntie. Waterschaarste, in combinatie met overmatige onttrekking van grondwater, is de grootste uitdaging voor Cyprus. Wat stedelijk afvalwater betreft, is er een aanzienlijke hoeveelheid afvalwater dat nog zonder verzameling of behandeling wordt geloosd. Slechts ongeveer de helft van de totale hoeveelheid afvalwater ondergaat een secundaire behandeling. Droogten en waterschaarste baren grote zorgen en een ontoereikende beleidsreactie kan gevolgen hebben voor de plattelandseconomie en het toerisme in Cyprus. Daarom zijn duurzaam beheer en een efficiënt gebruik van de natuurlijke hulpbronnen, samen met een striktere handhaving van milieu- en klimaatwetgeving, van essentieel belang voor Cyprus om nadelige gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan, zijn natuurlijke milieu in stand te houden en te herstellen, en duurzame economische groei op lange termijn te waarborgen.

(14)

Cyprus kan veel beter gebruikmaken van zijn hernieuwbare energiebronnen — met name zonne-energie — en het huidige inefficiënte energiegebruik beter aanpakken. Het aandeel hernieuwbare energie in Cyprus bedroeg 9,72 % in 2017, met een streefcijfer van 13 % tegen 2020. De bouw van woningen en bedrijfsgebouwen zonder of met een laag niveau van thermische bescherming, met name in een stedelijke omgeving, vormt een belangrijke bron van inefficiënt energiegebruik. De randvoorwaarden voor investeringen in de sector van de hernieuwbare energie zijn verbeterd en er zijn diverse maatregelen genomen, onder meer wat betreft installaties voor fotovoltaïsche systemen en steunregelingen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en huishoudens. Cyprus heeft echter zijn aanzienlijke potentieel op het gebied van de opwekking van hernieuwbare energie, met name zonne-energie, nog niet ten volle benut. De afhankelijkheid van wegen voor het vervoer over land creëert een aantal beleidsuitdagingen, met name de bestrijding van de luchtverontreiniging en de uitstoot van broeikasgassen, en zorgt ook voor ernstige congestie in stedelijke gebieden tijdens spitsuren en op wegen van en naar havens. Met een aandeel van 2,7 % in 2016 loopt Cyprus ook achter wat betreft het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in het vervoer en zou het moeite kunnen hebben om het bindende streefcijfer van 10 % tegen 2020 te halen.

(15)

Investeringen in de digitale economie en de verbetering van de digitale vaardigheden van werknemers zijn essentieel voor het stimuleren van de productiviteit. Cyprus scoort laag op de index van de digitale economie en samenleving van de Europese Commissie (DESI) 2019. Slechts 50 % van de Cyprioten tussen 16 en 74 jaar heeft digitale basisvaardigheden en het aandeel ICT-specialisten binnen de beroepsbevolking is nog steeds kleiner dan het aandeel in de Unie als geheel (2,3 % tegenover 3,7 %), wat het potentieel van de digitale economie belemmert. Er is sprake van een laag niveau van online-interactie tussen overheidsinstanties en burgers: slechts 50 % van de Cyprioten heeft online contact met de overheid. Op het gebied van elektronische handel is er vooruitgang, maar het gebruik ervan ligt nog steeds onder het Uniegemiddelde.

(16)

Cyprus blijft een gematigde innovator: de innovatieprestaties zijn sinds 2010 afgenomen. De publieke en private uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling behoren tot de laagste in de Unie, waardoor de capaciteit van de onderzoekscentra en het bedrijfsleven om te innoveren, wordt belemmerd. Ook de interactie tussen de academische wereld en het bedrijfsleven is zeer beperkt. Om het concurrentievermogen van Cyprus en dat van zijn kmo’s in het bijzonder te verbeteren, is het van cruciaal belang te zorgen voor meer capaciteit van het bedrijfsleven om te innoveren en voor een betere toegang tot financiering en investeringen die gericht zijn op welomschreven gebieden van slimme specialisatie.

(17)

De administratieve lasten zijn hoog, met name als het gaat om het initiëren van strategische investeringen. Er is ruimte voor een aanzienlijke vereenvoudiging van de procedures voor het verkrijgen van vergunningen voor strategische investeringen, en de desbetreffende wetgeving is nog in behandeling.

(18)

Dankzij de uitvoering van het actieplan voor groei is enige vooruitgang geboekt op het gebied van ondernemerschap en toegang tot financiering voor kmo’s. De financiële steunmaatregelen voor kmo’s zijn echter nog steeds voornamelijk gebaseerd op subsidies en financiering door banken, ondersteund door uniale en/of nationale financiering. Alternatieve financieringsbronnen, zoals durfkapitaal, aandelenfinanciering en crowdfunding, zijn voor Cypriotische bedrijven nog steeds zeer beperkt beschikbaar. Indien de bedrijfsondersteuning beter zou worden gecoördineerd, zou hiervan misschien eerder gebruik worden gemaakt. Privatiseringsinspanningen om productiviteitsbevorderende buitenlandse investeringen aan te trekken, zijn vaak on hold gezet en slechts bij enkele privatiseringsprojecten wordt geleidelijk vooruitgang geboekt.

(19)

De aanhoudende inefficiëntie van het gerechtelijk apparaat blijft nadelig voor het doen naleven van overeenkomsten en staat in de weg aan een snelle beslechting van burgerrechtelijke en handelsrechtelijke zaken en het onderzoek van ernstige criminaliteit. Door omslachtige en achterhaalde bepalingen van burgerlijke rechtsvordering en een gebrekkige tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen worden banken er niet toe gestimuleerd de insolventie- en beslagleggingskaders te gebruiken om hun volume niet-renderende leningen terug te dringen. Er is begonnen met een reeks hervormingen om de meest kritieke problemen in het rechtsstelsel aan te pakken, met name de achterhaalde bepalingen van burgerlijke rechtsvordering, de lage specialisatie- en digitaliseringsgraad van rechtbanken, de grote achterstand bij de behandeling van zaken en het ontbreken van permanente opleiding voor rechters, maar de vooruitgang verloopt traag. De hervormingen zouden in overeenstemming moeten zijn met de toezeggingen die de regering heeft gedaan in het kader van het staatssteunbesluit over de verkoop van de Cyprus Cooperative Bank, dat door de Europese Commissie is goedgekeurd. In 2018 zijn verbeterde insolventie- en beslagleggingskaders goedgekeurd. Een doortastende toepassing van de nieuwe wetgeving, in combinatie met het waarborgen van een efficiënt rechtsstelsel en een striktere tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, zou moeten bijdragen tot meer discipline inzake het terugbetalen van schulden. Sinds december 2017 is er een nationale strategie voor corruptiebestrijding en deze werd versterkt door de goedkeuring van een nationaal horizontaal actieplan tegen corruptie door de Raad van ministers in mei 2019. Ontwerpwetgeving betreffende de oprichting van een nieuw onafhankelijk agentschap voor corruptiebestrijding en de bescherming van klokkenluiders is bij het parlement ingediend, maar moet nog worden goedgekeurd. Deze wetgeving zou het nationale kader voor corruptiebestrijding helpen versterken. De hervormingen op het gebied van corruptiebestrijding zouden moeten worden versneld door een snelle tenuitvoerlegging van het actieplan tegen corruptie. De onafhankelijkheid van de vervolgende instanties moet worden gewaarborgd en de capaciteit op het gebied van rechtshandhaving zou moeten worden versterkt.

(20)

Ondanks een aantal inspanningen om de achterstand bij de afgifte van eigendomsbewijzen terug te dringen, blijft de achterstand groot. Er is nog steeds geen structurele oplossing voor de tekortkomingen in het systeem voor eigendomstransacties (d.w.z. de afgifte en de overdracht van eigendomsbewijzen). Dit is van essentieel belang om de beslagleggingsprocedures te vergemakkelijken en de liquidatie van zekerheden mogelijk te maken.

(21)

De programmering van de Uniemiddelen voor de periode 2021-2027 zou kunnen bijdragen tot het verhelpen van een aantal van de in de aanbevelingen geconstateerde leemten, met name op de gebieden die worden behandeld in bijlage D bij het landverslag 2019. Dit zou Cyprus in staat stellen om deze middelen optimaal in te zetten in de daar genoemde sectoren, rekening houdend met territoriale verschillen. Een versterking van de administratieve capaciteit van het land om deze middelen te beheren, is een belangrijke factor voor het welslagen van deze investering.

(22)

In de context van het Europees Semester 2019 heeft de Commissie een brede analyse van het economisch beleid van Cyprus verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2019. Voorts heeft de Commissie zowel het stabiliteitsprogramma 2019 als het nationale hervormingsprogramma 2019 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Cyprus zijn gericht. Daarbij heeft de Commissie niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaal-economisch beleid in Cyprus, maar is zij ook nagegaan of de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(23)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma 2019 onderzocht en is hij van oordeel (7) dat Cyprus naar verwachting aan het stabiliteits- en groeipact zal voldoen.

(24)

In het licht van de diepgaande evaluatie door de Commissie en van deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma 2019 en het stabiliteitsprogramma 2019 onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 5 weergegeven. Die aanbevelingen dragen ook bij tot de uitvoering van de aanbeveling voor 2019 voor de eurozone, met name de eerste, de derde en de vierde aanbeveling voor de eurozone,

BEVEELT AAN dat Cyprus in 2019 en 2020 de volgende acties onderneemt:

1.   

Cruciale hervormingswetgeving aannemen om de doelmatigheid in de overheidssector te verbeteren, met name wat betreft het functioneren van de overheidsdiensten en de governance van staatsbedrijven en lokale overheden. Aanpakken van aspecten van het belastingstelsel die agressieve fiscale planning door particulieren en multinationals, met name via uitgaande betalingen door multinationals, kunnen vergemakkelijken.

2.   

De terugdringing van niet-renderende leningen vergemakkelijken, onder meer door de vermogensbeheerder in staatsbezit te voorzien van een doeltreffende governancestructuur, maatregelen te nemen om de betalingsdiscipline te verbeteren en het toezicht op de kredietverwervende ondernemingen te versterken. De toezichtscapaciteiten in de niet-bancaire financiële sector versterken, onder meer door de toezichthouders van verzekeringsondernemingen en pensioenfondsen volledig te integreren.

3.   

De hervormingen voltooien die de doeltreffendheid van openbare diensten voor arbeidsvoorziening moeten vergroten, en ervoor zorgen dat er meer steun wordt verleend voor het bereiken en activeren van jongeren. De hervorming van het onderwijs- en opleidingsstelsel uitvoeren, met inbegrip van de evaluatie van leerkrachten, ervoor zorgen dat werkgevers meer inzetten op en lerenden meer deelnemen aan beroepsonderwijs en -opleiding, en zorgen voor meer betaalbare kinderopvang en -educatie. Maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het nationale gezondheidszorgstelsel in 2020, zoals gepland, operationeel wordt, en tegelijkertijd de duurzaamheid ervan op de lange termijn handhaven.

4.   

Het investeringsgerelateerde economische beleid richten op duurzaam vervoer, milieu, met name afval- en waterbeheer, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie, digitalisering, met inbegrip van digitale vaardigheden, en onderzoek en innovatie, rekening houdend met territoriale verschillen binnen Cyprus. Wetgeving vaststellen om de procedures te vereenvoudigen waarmee strategische investeerders de nodige vergunningen kunnen verkrijgen. De toegang tot financiering voor kmo’s verbeteren en de uitvoering van privatiseringsprojecten hervatten.

5.   

Meer inspanningen leveren om de efficiëntie van het rechtsstelsel te bevorderen, door onder meer de werking van de bestuursrechtspraak te verbeteren, de burgerlijke procedures te herzien, de specialisatie van rechters te vergroten en een volledig operationeel e-justitiesysteem op te zetten. Maatregelen nemen om de juridische afdwingbaarheid van vorderingen te versterken en te zorgen voor betrouwbare en snelle systemen voor de afgifte en de overdracht van eigendomsbewijzen en eigendomsrechten van onroerende zaken. De hervormingen op het gebied van corruptiebestrijding versnellen, de onafhankelijkheid van de vervolgende instanties waarborgen en de capaciteit op het gebied van rechtshandhaving versterken.

Gedaan te Brussel, 9 juli 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

M. LINTILÄ


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

(3)  PB C 136 van 12.4.2019, blz. 1.

(4)  PB C 320 van 10.9.2018, blz. 55.

(5)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(6)  Conjunctuurgezuiverd begrotingssaldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen, herberekend door de Commissie volgens de gezamenlijk overeengekomen methode.

(7)  Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.