26.11.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 304/16 |
BESLUIT (EU) 2019/1949 VAN DE RAAD, GENOMEN IN ONDERLINGE OVEREENSTEMMING MET DE VERKOZEN VOORZITTER VAN DE COMMISSIE,
van 25 november 2019
tot vaststelling van de lijst van de overige personen die de Raad voorstelt tot lid van de Commissie te benoemen, en tot intrekking en vervanging van Besluit (EU) 2019/1393
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 17, leden 3 en 5, en lid 7, tweede alinea,
Gezien Besluit 2013/272/EU van de Europese Raad van 22 mei 2013 betreffende het aantal leden van de Europese Commissie (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het mandaat van de Commissie, die benoemd is bij Besluit 2014/749/EU van de Europese Raad (2), is op 31 oktober 2019 geëindigd. |
(2) |
Er moet een nieuwe Commissie worden benoemd voor de periode tot en met 31 oktober 2024, bestaande uit één onderdaan van iedere lidstaat, met inbegrip van de voorzitter en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. |
(3) |
De Europese Raad heeft mevrouw Ursula VON DER LEYEN bij het Europees Parlement voorgedragen voor het ambt van voorzitter van de Commissie, en het Europees Parlement heeft haar in de plenaire vergadering van 16 juli 2019 gekozen tot voorzitter van de Commissie. |
(4) |
De Europese Raad, met instemming van de verkozen voorzitter van de Commissie, heeft op 5 augustus 2019 de heer Josep BORRELL FONTELLES overeenkomstig artikel 18, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) benoemd tot hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. |
(5) |
Bij Besluit (EU) 2019/1393 (3) heeft de Raad in onderlinge overeenstemming met de verkozen voorzitter van de Commissie de lijst vastgesteld van de overige personen die hij voorstelt tot lid van de Commissie te benoemen voor de periode tot en met 31 oktober 2024. |
(6) |
Het Verenigd Koninkrijk heeft op 19 oktober 2019 een verzoek ingediend tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn tot en met 31 januari 2020. Bij brief van 28 oktober 2019 is de ontwerptekst van het besluit van de Europese Raad tot verlenging van de termijn tot de gevraagde datum ter goedkeuring naar het Verenigd Koninkrijk verzonden. Bij brief van 28 oktober 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 50, lid 3, VEU ingestemd met zowel de verlenging als met de tekst van het ontwerpbesluit van de Europese Raad. De Europese Raad heeft op 29 oktober 2019 dat besluit (4) vastgesteld. |
(7) |
Door in te stemmen met Besluit (EU) 2019/1810 heeft het Verenigd Koninkrijk toegezegd om zich gedurende de hele verlenging constructief en betrouwbaar op te stellen, in overeenstemming met de plicht van loyale samenwerking. Het stemde er tevens mee in dat de verlenging het normale functioneren van de Unie en haar instellingen niet mag ondermijnen. Aangezien het Verenigd Koninkrijk, ten gevolge van de verlenging, tot de terugtrekkingsdatum een lidstaat zal blijven met volledige rechten en verplichtingen overeenkomstig artikel 50 VEU, heeft het Verenigd Koninkrijk er tot slot mee ingestemd dat daaronder ook de verplichting valt een kandidaat voor benoeming tot lid van de Commissie voor te dragen. Het Verenigd Koninkrijk heeft echter geen kandidaat-Commissaris voorgedragen. |
(8) |
De verkozen voorzitter van de Commissie heeft op 6 november 2019 het Verenigd Koninkrijk verzocht een of meerdere personen voor te dragen die op grond van hun algemene bekwaamheid, onafhankelijkheid en Europese inzet geschikt zouden zijn om lid van de volgende Commissie te worden. Het Verenigd Koninkrijk heeft niet op die brief geantwoord. Op 12 november 2019 heeft de verkozen voorzitter van de Commissie een tweede brief met hetzelfde verzoek verstuurd, waarin het Verenigd Koninkrijk werd gewezen op zijn verplichtingen uit hoofde van het VEU en op Besluit (EU) 2019/1810. Op 13 november 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk op beide brieven geantwoord en meegedeeld dat het gezien de komende parlementsverkiezingen geen kandidaat-Commissaris kan voordragen. Op 14 november 2019 heeft de Commissie tegen het Verenigd Koninkrijk een inbreukprocedure wegens het niet voordragen van een kandidaat-Commissaris ingesteld door het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) een officiële aanmaning te sturen. In die brief heeft de Commissie erop gewezen dat, overeenkomstig de gevestigde jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, een lidstaat zich niet mag beroepen op bepalingen van zijn interne rechtsorde om de niet-nakoming van uit het Unierecht voortvloeiende verplichtingen te rechtvaardigen. De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk konden tot en met 22 november 2019 hun opmerkingen op die officiële aanmaning indienen. |
(9) |
De Raad merkt op dat het Verenigd Koninkrijk geen kandidaat-lid van de Commissie heeft voorgedragen, niettegenstaande de uit het Unierecht voortvloeiende verplichtingen waarop in Besluit (EU) 2019/1810 werd gewezen en waarmee het Verenigd Koninkrijk specifiek had ingestemd. Dit mag het normale functioneren van de Unie en haar instellingen niet ondermijnen en mag dus geen belemmering vormen voor de benoeming van de volgende Commissie, opdat zij zo spoedig mogelijk de volle bevoegdheid kan gaan uitoefenen die zij aan de Verdragen ontleent. De Raad merkt op dat, hoewel slechts 27 personen als leden van de Commissie zijn voorgedragen, de Commissie overeenkomstig Besluit 2013/272/EU evenveel leden telt als er lidstaten zijn. Ook merkt hij op dat artikel 246, tweede alinea, VWEU van toepassing wordt zodra de Commissie benoemd is. |
(10) |
In onderlinge overeenstemming met de verkozen voorzitter van de Commissie moet Besluit (EU) 2019/1393 worden ingetrokken voordat de daarin opgenomen lijst ter goedkeuring aan de stemming van het Europees Parlement wordt onderworpen, en moet het worden vervangen door dit besluit. |
(11) |
Overeenkomstig artikel 17, lid 7, derde alinea, VEU worden de voorzitter, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de overige leden van de Commissie als college ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In onderlinge overeenstemming met mevrouw Ursula VON DER LEYEN, verkozen voorzitter van de Commissie, stelt de Raad voor de volgende personen te benoemen tot lid van de Commissie voor de periode tot en met 31 oktober 2024:
|
De heer Thierry BRETON |
|
Mevrouw Helena DALLI |
|
De heer Valdis DOMBROVSKIS |
|
Mevrouw Elisa FERREIRA |
|
Mevrouw Mariya GABRIEL |
|
De heer Paolo GENTILONI |
|
De heer Johannes HAHN |
|
De heer Phil HOGAN |
|
Mevrouw Ylva JOHANSSON |
|
Mevrouw Věra JOUROVÁ |
|
Mevrouw Stella KYRIAKIDES |
|
De heer Janez LENARČIČ |
|
De heer Didier REYNDERS |
|
De heer Margaritis SCHINAS |
|
De heer Nicolas SCHMIT |
|
De heer Maroš ŠEFČOVIČ |
|
Mevrouw Kadri SIMSON |
|
De heer Virginijus SINKEVIČIUS |
|
Mevrouw Dubravka ŠUICA |
|
De heer Frans TIMMERMANS |
|
Mevrouw Jutta URPILAINEN |
|
Mevrouw Adina VĂLEAN |
|
De heer Olivér VÁRHELYI |
|
Mevrouw Margrethe VESTAGER |
|
De heer Janusz WOJCIECHOWSKI, |
alsmede:
|
de heer Josep BORRELL FONTELLES, benoemd tot hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. |
Artikel 2
Besluit (EU) 2019/1393 wordt bij dit besluit ingetrokken en vervangen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Artikel 4
Dit besluit wordt toegezonden aan het Europees Parlement.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 25 november 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI
(1) PB L 165 van 18.6.2013, blz. 98.
(2) Besluit 2014/749/EU van de Europese Raad van 23 oktober 2014 houdende benoeming van de Europese Commissie (PB L 311 van 31.10.2014, blz. 36).
(3) Besluit van de Raad (EU) 2019/1393, genomen in onderlinge overeenstemming met de verkozen voorzitter van de Europese Commissie, van 10 september 2019 tot vaststelling van de lijst van de overige personen die de Raad voorstelt te benoemen tot lid van de Commissie (PB L 233 I van 10.9.2019, blz. 1).
(4) Besluit (EU) 2019/1810 van de Europese Raad, vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 29 oktober 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 278 I van 30.10.2019, blz. 1).