11.4.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 101/1


BESLUIT (EU) 2019/584 VAN DE EUROPESE RAAD

vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk

van 11 april 2019

tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn

DE EUROPESE RAAD,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 50, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 maart 2017 heeft het Verenigd Koninkrijk de Europese Raad kennis gegeven van zijn voornemen zich terug te trekken uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("Euratom"), overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dat krachtens artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie op Euratom van toepassing is.

(2)

Overeenkomstig artikel 50 VEU heeft de Europese Unie onderhandeld met het Verenigd Koninkrijk over een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking, rekening houdend met het kader van de toekomstige betrekkingen van die staat met de Unie.

(3)

Op 25 november 2018 heeft de Europese Raad het ontwerp van akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ("het terugtrekkingsakkoord") bekrachtigd en de politieke verklaring waarin het kader wordt geschetst voor de toekomstige betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, goedgekeurd. Op 11 januari 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/274 (1) betreffende de ondertekening van het terugtrekkingsakkoord (2) vastgesteld.

(4)

Krachtens artikel 50, lid 3, VEU zijn de Verdragen niet meer van toepassing op de zich terugtrekkende staat met ingang van de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na de kennisgeving, tenzij de Europese Raad met instemming van de betrokken lidstaat met eenparigheid van stemmen tot verlenging van deze termijn besluit.

(5)

Bij brief van 20 maart 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk een verzoek ingediend tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn tot en met 30 juni 2019, teneinde de ratificatie van het terugtrekkingsakkoord te voltooien.

(6)

De Europese Raad had in samenspraak met het Verenigd Koninkrijk bij Besluit (EU) 2019/476 (3) besloten de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn te verlengen tot en met 22 mei 2019 indien het terugtrekkingsakkoord uiterlijk op 29 maart 2019 was goedgekeurd door het Lagerhuis. Indien dat niet was gebeurd, had de Europese Raad besloten tot een verlenging tot en met 12 april 2019 en had hij gespecificeerd dat hij van het Verenigd Koninkrijk verwachtte dat het hem vóór 12 april 2019 een te volgen koers ter overweging zou voorleggen.

(7)

Het Lagerhuis heeft het terugtrekkingsakkoord niet uiterlijk op 29 maart 2019 goedgekeurd.

(8)

Bij brief van 5 april 2019 heeft het Verenigd Koninkrijk een verzoek ingediend tot een verdere verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn, als verlengd door de Europese Raad, tot en met 30 juni 2019, opdat de ratificatie van het terugtrekkingsakkoord kan worden voltooid.

(9)

Op 10 april 2019 heeft de Europese Raad ingestemd met een verdere verlenging, opdat beide partijen het terugtrekkingsakkoord kunnen ratificeren. Die verlenging moet zo lang duren als nodig is en in ieder geval uiterlijk aflopen op 31 oktober 2019. De Europese Raad heeft er ook op gewezen dat het terugtrekkingsakkoord op grond van artikel 50, lid 3, VEU op een eerdere datum in werking kan treden indien de partijen hun respectieve ratificatieprocedures vóór 31 oktober 2019 voltooien. Derhalve moet de terugtrekking plaatsvinden op de eerste dag van de maand na die van de voltooiing van de ratificatieprocedures, dan wel op 1 november 2019, indien die datum eerder valt.

(10)

Deze verdere verlenging mag het normale functioneren van de Unie en haar instellingen niet ondermijnen. Daarnaast zal die verlenging betekenen dat het Verenigd Koninkrijk tot de nieuwe terugtrekkingsdatum een lidstaat zal blijven met volledige rechten en verplichtingen conform artikel 50 VEU, en dat het Verenigd Koninkrijk het recht heeft zijn kennisgeving te allen tijde in te trekken. Indien het Verenigd Koninkrijk in de periode van 23 tot en met 26 mei 2019 nog een lidstaat is en het terugtrekkingsakkoord niet uiterlijk op 22 mei 2019 heeft geratificeerd, zal het overeenkomstig het Unierecht verplicht zijn verkiezingen voor het Europees Parlement te houden. Indien die verkiezingen niet plaatsvinden in het Verenigd Koninkrijk, moet de termijn verstrijken op 31 mei 2019. De Europese Raad neemt nota van de toezegging van het Verenigd Koninkrijk om gedurende de hele verlenging een constructieve en betrouwbare rol te vervullen, in overeenstemming met de plicht van loyale samenwerking, en verwacht van het Verenigd Koninkrijk dat het deze toezegging en Verdragsverplichting nakomt op een wijze die zijn situatie als een zich terugtrekkende lidstaat weerspiegelt. Daartoe moet het Verenigd Koninkrijk de vervulling van de taken van de Unie vergemakkelijken en zich onthouden van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen, met name wanneer het deelneemt aan de besluitvormingsprocedures van de Unie.

(11)

De lopende ambtstermijnen van in verband met het Unielidmaatschap van het Verenigd Koninkrijk voorgedragen, benoemde of gekozen leden van instellingen, organen en instanties van de Unie zullen verstrijken zodra de Verdragen niet meer van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk, met andere woorden op de terugtrekkingsdatum.

(12)

Bij deze verlenging kan niet opnieuw over het terugtrekkingsakkoord worden onderhandeld. Elke eenzijdige toezegging, verklaring of andere handeling door het Verenigd Koninkrijk moet verenigbaar zijn met de letter en de geest van het terugtrekkingsakkoord, en mag de uitvoering ervan niet belemmeren. Deze verlenging kan niet dienen als uitgangspunt voor het openen van de onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen.

(13)

De Europese Raad zal op zijn bijeenkomst in juni 2019 de vooruitgang evalueren.

(14)

Overeenkomstig artikel 50, lid 4, VEU, heeft het Verenigd Koninkrijk niet deelgenomen aan de beraadslagingen van de Europese Raad over dit besluit, noch aan de goedkeuring ervan. Zoals uiteengezet in de brief van de permanente vertegenwoordiger van het Verenigd Koninkrijk bij de Europese Unie, Sir Tim Barrow, van 11 april 2019, heeft het Verenigd Koninkrijk evenwel overeenkomstig artikel 50, lid 3, VEU ingestemd met de verlenging van de in dat artikel bedoelde termijn en met dit besluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn, als verlengd bij Besluit (EU) 2019/476 van de Europese Raad, wordt verder verlengd tot en met 31 oktober 2019.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Dit besluit is niet langer van toepassing op 31 mei 2019 indien het Verenigd Koninkrijk geen verkiezingen voor het Europees Parlement heeft gehouden overeenkomstig het toepasselijke Unierecht en het terugtrekkingsakkoord niet uiterlijk op 22 mei 2019 heeft geratificeerd.

Gedaan te Brussel, 11 april 2019.

Voor de Europese Raad

De voorzitter

D. TUSK


(1)  Besluit (EU) 2019/274 van de Raad van 11 januari 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 47 I van 19.2.2019, blz. 1).

(2)  De aan Besluit (EU) 2019/274 gehechte tekst van het terugtrekkingsakkoord is bekendgemaakt in PB C 66 I van 19.2.2019, blz. 1

(3)  Besluit (EU) 2019/476 van de Europese Raad vastgesteld in overeenstemming met het Verenigd Koninkrijk, van 22 maart 2019 tot verlenging van de in artikel 50, lid 3, VEU bedoelde termijn (PB L 80 I van 22.3.2019, blz. 1).