7.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/1


VERORDENING (EU) 2018/1909 VAN DE RAAD

van 4 december 2018

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 wat betreft de uitwisseling van informatie met het oog op toezicht op de juiste toepassing van de regelingen inzake voorraad op afroep

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 113,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om ervoor te zorgen dat terdege toezicht kan worden gehouden op de in Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (3) ingevoerde vereenvoudiging met betrekking tot regelingen inzake voorraad op afroep, moeten de betrokken bevoegde autoriteiten van de lidstaten geautomatiseerde toegang hebben tot de bij de belastingplichtige verzamelde gegevens met betrekking tot dergelijke handelingen.

(2)

Aangezien de in deze verordening vervatte bepalingen het gevolg zijn van de wijzigingen die zijn ingevoerd bij Richtlijn (EU) 2018/1910 van de Raad (4), moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van de datum van toepassing van deze wijzigingen.

(3)

Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad (5) moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 21, lid 2, van Verordening (EU) nr. 904/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt c) wordt vervangen door:

„c)

de btw-identificatienummers van de personen die de onder b) bedoelde goederenlevering of dienstverrichting hebben verricht en de btw-identificatienummers van de personen die overeenkomstig artikel 262, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG informatie hebben verstrekt over de personen aan wie een btw-identificatienummer als bedoeld onder a) is toegekend;”.

2)

Het inleidende zinsgedeelte van punt e) wordt vervangen door:

„e)

de totale waarde van de onder b) bedoelde goederenleveringen en dienstverrichtingen die door elk van de onder c) bedoelde personen zijn verricht ten behoeve van elke persoon aan wie een btw-identificatienummer door een andere lidstaat is toegekend, en voor elke persoon die overeenkomstig artikel 262, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG informatie heeft verstrekt, zijn btw-identificatienummer en de informatie die hij heeft verstrekt over elke persoon aan wie een btw-identificatienummer door een andere lidstaat is toegekend, onder de volgende voorwaarden:”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LÖGER


(1)  Advies van 3 juli 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  PB C 283 van 10.8.2018, blz. 35.

(3)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).

(4)  Richtlijn (EU) 2018/1910 van de Raad van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het btw-stelsel en tot invoering van het definitieve stelsel voor de belastingheffing in het handelsverkeer tussen de lidstaten (zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad).

(5)  Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 268 van 12.10.2010, blz. 1).