5.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 274/43


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1646 VAN DE COMMISSIE

van 13 juli 2018

tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen voor de informatie die moet worden verstrekt in een vergunningsaanvraag en een registratieaanvraag

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (1), en met name artikel 34, lid 8,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deze verordening stelt vast welke informatie de bevoegde autoriteit moet ontvangen bij een vergunnings- of registratieaanvraag van een beheerder van benchmarks, afhankelijk van de kenmerken van de aanvrager of van de benchmarks die worden aangeboden en bestemd zijn om in de Unie te worden gebruikt. Deze specificatie van de informatie die in de vergunnings- en de registratieaanvraag moet worden verstrekt, is bevorderlijk voor een gemeenschappelijk en consistent proces in de gehele Unie.

(2)

Het is belangrijk dat de bevoegde autoriteit de in deze verordening vastgestelde informatie ontvangt om te kunnen beoordelen of de door de aanvrager van de vergunning of registratie getroffen regelingen voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2016/1011.

(3)

Om de bevoegde autoriteit in staat te stellen te beoordelen of enige belangenconflicten die voortvloeien uit de benchmarkactiviteit en zakelijke belangen van de eigenaars van de aanvrager de onafhankelijkheid van die aanvrager bij de benchmarkberekening kunnen beïnvloeden en zo de nauwkeurigheid en integriteit van de benchmark kunnen verminderen, moet van de aanvrager worden vereist dat hij informatie verstrekt over de activiteiten van zijn eigenaars en de eigendom van zijn moederondernemingen.

(4)

De aanvrager moet informatie verstrekken over de samenstelling, werking en onafhankelijkheid van zijn bestuursorganen bij de benchmarkberekening, zodat de bevoegde autoriteit kan beoordelen of de corporategovernancestructuur de onafhankelijkheid van de aanvrager bij de benchmarkberekening en de vermijding en het beheer van belangenconflicten waarborgt.

(5)

De aanvrager moet informatie verstrekken over zijn beleid en procedures met betrekking tot de identificatie, het beheer, de beperking en de openbaarmaking van belangenconflicten in verband met zijn activiteiten op het gebied van het aanbieden van benchmarks of groepen benchmarks. Voor cruciale benchmarks moet een aanvrager, gezien het grotere systeembelang ervan, de bevoegde autoriteit een actuele inventaris van bestaande belangenconflicten verstrekken, samen met een toelichting over de wijze waarop deze worden beheerd.

(6)

Om de bevoegde autoriteit in staat te stellen de pertinentie en robuustheid van de internecontrolestructuur en het toezichts- en verantwoordingskader te beoordelen, moet de aanvrager informatie verstrekken over het beleid en de procedures voor het monitoren van de activiteiten voor het aanbieden van een benchmark of een groep benchmarks. Die informatie is nodig om de bevoegde autoriteit in staat te stellen te beoordelen of dat beleid en die procedures voldoen aan de vereisten van Verordening (EU) 2016/1011.

(7)

In de aanvraag moet ook informatie worden opgenomen om tegenover de bevoegde autoriteit aan te tonen dat de controles van de inputgegevens die worden gebruikt om de door de aanvrager aangeboden benchmarks te bepalen, toereikend zijn om de representativiteit, nauwkeurigheid en integriteit van dergelijke gegevens te garanderen, en dat de voor de berekening van de benchmarks toegepaste methodologie alle kenmerken heeft die bij Verordening (EU) 2016/1011 zijn voorgeschreven.

(8)

Om de bevoegde autoriteit in staat te stellen de representativiteit van de benchmark voor de economische realiteit die deze beoogt te meten, te beoordelen, moet de aanvrager de bevoegde autoriteit een beschrijving verstrekken van de benchmark of de groep benchmarks die is of zal worden aangeboden en het type benchmark waartoe zij behoren, in lijn met de bepalingen van Verordening (EU) 2016/1011. Het type waartoe de benchmark behoort, moet naar beste weten van de aanvrager worden beoordeeld en moet worden verstrekt samen met een indicatie van de gebruikte gegevensbronnen, zodat de bevoegde autoriteit inzicht kan verwerven in de betrouwbaarheid en volledigheid van de onderliggende informatie.

(9)

De inhoud van een vergunnings- of registratieaanvraag indien de aanvrager een natuurlijke persoon is, moet specifiek worden aangegeven, aangezien de organisatiestructuur van de beheerder sterk zal verschillen van die van rechtspersonen.

(10)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan de Commissie heeft voorgelegd.

(11)

De Europese Autoriteit voor effecten en markten heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de potentiële hieraan gerelateerde kosten en baten geanalyseerd en het advies van de Stakeholdergroep effecten en markten ingewonnen, die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) is opgericht.

(12)

Beheerders moeten voldoende tijd krijgen om aanvragen voor te bereiden en de naleving van de vereisten van deze verordening en de in de bijlage bedoelde technische reguleringsnormen te waarborgen. Deze verordening dient derhalve twee maanden na de inwerkingtreding ervan van toepassing te worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Algemene vereisten

1.   Een aanvraag ingevolge artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1011 bevat, voor zover van toepassing, informatie die het volgende omvat:

a)

in bijlage I bedoelde gegevens, wanneer de aanvrager een rechtspersoon is die vergunning aanvraagt;

b)

in bijlage II bedoelde gegevens, wanneer de aanvrager een rechtspersoon is die registratie aanvraagt;

c)

in bijlage I bedoelde gegevens, wanneer de aanvrager een natuurlijke persoon is die vergunning aanvraagt, met uitzondering van de in bijlage I, punt 1, onder c), f), h) en i), bedoelde informatie;

d)

in bijlage II bedoelde gegevens, wanneer de aanvrager een natuurlijke persoon is die registratie aanvraagt, met uitzondering van de in bijlage II, punt 1, onder c), f), h) en i), bedoelde informatie;

2.   De aanvraag mag alleen informatie op het niveau van een groep benchmarks bevatten indien geen van de benchmarks binnen de groep is opgenomen in de overeenkomstig artikel 20, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1011 vastgestelde lijst van cruciale benchmarks.

3.   Indien de aanvrager heeft nagelaten enige vereiste informatie te verstrekken, wordt in de aanvraag toegelicht waarom die informatie niet is verstrekt.

4.   De aanvrager is niet verplicht de informatie te verstrekken die onder f) tot en met j) van punt 1 van bijlage I of bijlage II, naargelang van het geval, is bedoeld, voor zover op de aanvrager in de lidstaat door dezelfde bevoegde autoriteit reeds toezicht wordt uitgeoefend voor andere activiteiten dan het aanbieden van benchmarks.

Artikel 2

Voor typen benchmarks te verstrekken informatie

1.   Een aanvrager kan voor elke niet-significante benchmark die hij aanbiedt de bij punt 6 van bijlage I of, indien van toepassing, punt 6 van bijlage II vereiste informatie verstrekken in de vorm van een samenvatting.

2.   Niet onder toezicht staande entiteiten die cruciale en significante benchmarks aanbieden, verstrekken de in bijlage I bedoelde informatie.

3.   Onder toezicht staande entiteiten die uitsluitend niet-cruciale benchmarks aanbieden, verstrekken de in de eerste kolom van bijlage II bedoelde informatie.

4.   Een aanvrager die alleen niet-significante benchmarks aanbiedt, dient de in de tweede kolom van bijlage II bedoelde informatie in.

5.   Onverminderd de leden 1 tot en met 4 verstrekt een aanvrager die uitsluitend benchmarks op basis van gereguleerde gegevens verstrekt, niet de informatie die wordt bedoeld in punt 5, onder c), punt 6, onder a), iii), en punt 6, onder a), iv), van bijlage I en bijlage II.

6.   Een aanvrager die uitsluitend rentevoetbenchmarks aanbiedt, dient de in de bijlagen bij deze verordening bedoelde informatie in en specificeert de wijze waarop de specifieke vereisten van bijlage I bij Verordening (EU) 2016/1011 worden uitgevoerd indien de bepalingen in bijlage I bij Verordening (EU) 2016/1011 ingevolge artikel 18 van die verordening van toepassing zijn naast of ter vervanging van de vereisten van titel II van Verordening (EU) 2016/1011.

7.   Een aanvrager die uitsluitend grondstoffenbenchmarks aanbiedt, verstrekt de in bijlage I bij deze verordening bedoelde informatie als hij een niet onder toezicht staande entiteit is of als hij een cruciale benchmark aanbiedt. Als hij onder toezicht staat en geen van de door hem aangeboden benchmarks een cruciale benchmark is, verstrekt hij de in de eerste kolom van bijlage II bedoelde informatie. De aanvrager specificeert de wijze waarop de vereisten van bijlage II bij Verordening (EU) 2016/1011 worden uitgevoerd voor elke overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1011 onder bijlage II in plaats van titel II van Verordening (EU) 2016/1011 vallende grondstoffenbenchmark.

Artikel 3

Specifieke informatie over het beleid en de procedures

1.   In een aanvraag meegedeelde beleidslijnen en procedures bevatten of gaan vergezeld van het volgende:

a)

een vermelding van de identiteit van de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de goedkeuring en instandhouding van het beleid en de procedures;

b)

een beschrijving van de wijze waarop de naleving van het beleid en de procedures wordt gemonitord en de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor deze monitoring;

c)

een beschrijving van de te nemen maatregelen in geval van een inbreuk op het beleid en de procedures.

2.   Een aanvrager die deel uitmaakt van een groep, kan aan lid 1 voldoen door gegevens over het beleid en de procedures van zijn groep in te dienen voor zover deze betrekking hebben op het aanbieden van benchmarks.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 25 januari 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).


BIJLAGE I

Informatie die moet worden verstrekt bij een vergunningsaanvraag op grond van artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1011

1.   ALGEMENE INFORMATIE

a)

Volledige naam van de aanvrager en zijn identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI).

b)

Adres van het kantoor binnen de Europese Unie.

c)

Rechtsstatus.

d)

Eventuele website.

e)

Met betrekking tot de contactpersoon ten behoeve van de aanvraag:

i)

naam;

ii)

titel;

iii)

adres;

iv)

e-mailadres;

v)

telefoonnummer.

f)

Indien de aanvrager een onder toezicht staande entiteit is, informatie over zijn huidige vergunningsstatus, met inbegrip van de activiteiten waarvoor hij vergunning heeft verkregen en zijn relevante bevoegde autoriteit in zijn lidstaat van herkomst.

g)

Een beschrijving van de activiteiten van de aanvrager in de Europese Unie, al dan niet onderworpen aan financiële regelgeving, die relevant zijn voor de activiteit van het aanbieden van benchmarks, alsmede een beschrijving waar deze activiteiten worden uitgevoerd.

h)

Alle oprichtingsakten, statuten of andere oprichtingsdocumenten.

i)

Indien de aanvrager deel uitmaakt van een groep, zijn groepsstructuur en het eigendomsschema, waaruit de banden tussen moederonderneming en dochterondernemingen blijken. De in het schema voorkomende ondernemingen en dochterondernemingen worden geïdentificeerd aan de hand van hun volledige naam, hun rechtsvorm en het adres van de statutaire zetel en het hoofdkantoor.

j)

Een eigen verklaring van betrouwbaarheid, met inbegrip van, indien van toepassing, gegevens over:

i)

enige tuchtprocedure tegen hem (tenzij deze afgewezen is);

ii)

weigering van vergunning of registratie door een financiële autoriteit;

iii)

intrekking van vergunning of registratie door een financiële autoriteit.

k)

Aantal aangeboden benchmarks.

2.   ORGANISATIESTRUCTUUR EN GOVERNANCE

a)

Interne organisatiestructuur met betrekking tot de raad van bestuur, directiecomités, toezichtfunctie en elk ander intern orgaan dat significante managementfuncties uitoefent en dat betrokken is bij het aanbieden van een benchmark, met inbegrip van:

i)

hun taakomschrijving of een samenvatting daarvan, en

ii)

of zij zich houden aan bestuurscodes of soortgelijke bepalingen.

b)

Procedures die garanderen dat de werknemers van de beheerder en alle andere natuurlijke personen van wie de diensten tot zijn beschikking of onder zijn zeggenschap worden gesteld en die rechtstreeks betrokken zijn bij het aanbieden van een benchmark, over de nodige vaardigheden, kennis en ervaring beschikken voor de hun opgedragen taken en handelen in overeenstemming met de bepalingen van artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) 2016/1011.

c)

Het aantal werknemers (tijdelijk en vast) dat betrokken is bij het aanbieden van een benchmark.

3.   BELANGENCONFLICTEN

a)

Het beleid en de procedures die betrekking hebben op:

i)

de wijze waarop feitelijke en potentiële belangenconflicten zijn of zullen worden geïdentificeerd, geregistreerd, beheerd, beperkt, voorkomen of verholpen;

ii)

bijzondere omstandigheden die van toepassing zijn op de aanvrager of op een bepaalde benchmark die door de aanvrager wordt aangeboden en ten aanzien waarvan de kans op belangenconflicten het grootst is, inclusief indien bij de vaststelling van de benchmark deskundigenbeoordeling of keuzevrijheid wordt gehanteerd, indien de aanvrager tot dezelfde groep behoort als een gebruiker van een benchmark en indien de aanvrager een deelnemer is aan de markt- of economische realiteit die de benchmark beoogt te meten.

b)

Voor een benchmark of een groep benchmarks, een lijst van geïdentificeerde materiële belangenconflicten, alsmede de respectieve risicobeperkende maatregelen. Voor elke cruciale benchmark een actuele inventaris van de feitelijke en potentiële belangenconflicten, alsmede de respectieve risicobeperkende maatregelen.

c)

De structuur van het beloningsbeleid, met specificering van de criteria die worden gebruikt om de beloning te bepalen van de personen die direct of indirect betrokken zijn bij de activiteit van het aanbieden van benchmarks.

4.   INTERNE CONTROLESTRUCTUUR, TOEZICHT- EN VERANTWOORDINGSKADER

a)

Beleid en procedures voor het monitoren van de activiteiten in verband met het aanbieden van een benchmark of een groep benchmarks, met inbegrip van die welke betrekking hebben op:

i)

informatietechnologiesystemen;

ii)

risicobeheer, alsmede kartering van de risico's die kunnen ontstaan en die van invloed kunnen zijn op de nauwkeurigheid, integriteit en representativiteit van de aangeboden benchmark of de continuïteit van de aanbieding, alsmede de respectieve risicobeperkende maatregelen;

iii)

opzet, rol en werking van de toezichtfunctie, zoals beschreven in artikel 5 van Verordening (EU) 2016/1011 en nader gespecificeerd in de op grond van artikel 5, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1011 (1) vastgestelde technische reguleringsnormen, met inbegrip van procedures voor de benoeming, vervanging of verwijdering van personen binnen de toezichtfunctie;

iv)

opzet, rol en werking van het controlekader, zoals beschreven in artikel 6 van Verordening (EU) 2016/1011, met inbegrip van procedures voor de benoeming, vervanging of verwijdering van voor dit kader verantwoordelijke personen;

v)

het verantwoordingskader, zoals beschreven in artikel 7 van Verordening (EU) 2016/1011, met inbegrip van procedures voor de benoeming, vervanging of verwijdering van voor dit kader verantwoordelijke personen.

b)

Rampenplannen voor het tijdelijk vaststellen en publiceren van een benchmark, met inbegrip van bedrijfscontinuïteits- en noodherstelplannen.

c)

Procedures voor de interne melding van inbreuken op Verordening (EU) 2016/1011 door managers, werknemers en andere natuurlijke personen van wie de diensten ter beschikking of onder zeggenschap van de aanvrager worden gesteld.

5.   BESCHRIJVING VAN DE BENCHMARKS OF GROEPEN BENCHMARKS DIE WORDEN AANGEBODEN

a)

Een beschrijving van een benchmark of een groep benchmarks die worden aangeboden of die de aanvrager voornemens is aan te bieden en het type waartoe de benchmark behoort, voor zover hem bekend en rekening houdend met de bepalingen van Verordening (EU) 2016/1011, alsmede een opgave van de bronnen die worden gebruikt om het type benchmark vast te stellen.

b)

Een beschrijving van de onderliggende markt- of economische realiteit die de benchmark of benchmarkgroep beoogt te meten, alsmede een opgave van de bronnen die zijn gebruikt om deze beschrijving te geven.

c)

Een beschrijving van de contribuanten aan een benchmark of groep benchmarks, alsmede de gedragscode zoals beschreven in artikel 15 van Verordening (EU) 2016/1011 en, voor cruciale benchmarks, de naam en vestigingsplaats van de contribuanten.

d)

Informatie over maatregelen met betrekking tot correcties in verband met de vaststelling of publicatie van een benchmark of groep benchmarks.

e)

Informatie over de procedure die de beheerder moet volgen bij wijzigingen in of de beëindiging van een benchmark of een groep benchmarks overeenkomstig artikel 28, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1011.

6.   INPUTGEGEVENS EN METHODE

a)

Voor elke benchmark of groep benchmarks, het beleid en de procedures met betrekking tot de inputgegevens, met inbegrip van die welke betrekking hebben op:

i)

het type gebruikte inputgegevens, de prioriteit van gebruik ervan en elke uitoefening van keuzevrijheid of deskundigenbeoordeling;

ii)

alle processen die moeten waarborgen dat de inputgegevens toereikend, passend en verifieerbaar zijn;

iii)

de criteria waarmee wordt bepaald wie inputgegevens mag aanleveren bij de beheerder en het proces voor het selecteren van contribuanten;

iv)

de evaluatie van de inputgegevens van de contribuant en het proces van validering van de inputgegevens.

b)

Voor elke benchmark of groep van benchmarks, met betrekking tot de methode:

i)

een beschrijving van de methode en de belangrijkste elementen van de methode overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2016/1011 en nader gespecificeerd in de op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1011 (2) vastgestelde technische reguleringsnormen;

ii)

het beleid en de procedures, met inbegrip van die welke betrekking hebben op:

1.

de maatregelen die zijn genomen om de methode te valideren en te evalueren, met inbegrip van alle proeven en tests die achteraf zijn uitgevoerd;

2.

het raadplegingsproces voor elke voorgestelde materiële wijziging in de methode.

7.   UITBESTEDING

Indien een activiteit die deel uitmaakt van het proces, voor het aanbieden van een benchmark of groep benchmarks wordt uitbesteed:

a)

de relevante uitbestedingsregelingen, met inbegrip van overeenkomsten inzake dienstverleningsniveau, die aantonen dat artikel 10 van Verordening (EU) 2016/1011 wordt nageleefd;

b)

gegevens over de uitbestede functies, tenzij deze informatie reeds in de relevante contracten is opgenomen;

c)

het beleid en de procedures met betrekking tot het toezicht op de uitbestede activiteiten.

8.   ANDERE INFORMATIE

a)

De aanvrager kan alle voor zijn aanvraag relevante bijkomende informatie verstrekken die hij aangewezen acht.

b)

De aanvrager verstrekt de vereiste informatie op de wijze en in de vorm zoals vastgesteld door de bevoegde autoriteit.


(1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1637 van de Commissie van 13 juli 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de procedures en kenmerken van de toezichtfunctie (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1641 van de Commissie van 13 juli 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de informatie die door beheerders van cruciale of significante benchmarks moet worden verstrekt over de methodologie die wordt gebruikt om de benchmark vast te stellen, de interne evaluatie en goedkeuring van de methodologie en over de procedures voor het materieel wijzigen van de methodologie (zie bladzijde 21 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE II

Informatie die moet worden verstrekt bij een registratieaanvraag op grond van artikel 34 van Verordening (EU) 2016/1011

 

„v.t.” betekent „van toepassing”

 

„n.v.t.” betekent „niet van toepassing”

Gegeven in bijlage I

Onder toezicht staande entiteiten die uitsluitend niet-cruciale benchmarks aanbieden

Entiteiten die uitsluitend niet-significante benchmarks aanbieden

1)   Algemene informatie

1(a)

Volledige naam

v.t.

v.t.

1(b)

Adres

v.t.

v.t.

1(c)

Rechtsstatus

v.t.

v.t.

1(d)

Website

v.t.

v.t.

1(e)

Contactpersoon

v.t.

v.t.

1(f)

Huidige vergunningsstatus

v.t. (1)

v.t. (1) op onder toezicht staande entiteiten

n.v.t. op niet onder toezicht staande entiteiten

1(g)

Uitgevoerde activiteiten

v.t. (1)

v.t. (1)

1(h)

Oprichtingsdocumenten

v.t. (1)

v.t. (1)

1(i)

Groepsstructuur

v.t. (1)

v.t. (1)

1(j)

Eigen verklaring van betrouwbaarheid

v.t. (1)

v.t. (1)

1(k)

Aantal benchmarks

v.t.

v.t.

2)   Organisatiestructuur en governance

2(a)

Interne organisatiestructuur

v.t.

v.t.

2(b)

Werknemers

v.t.

v.t.

2(c)

Personele middelen

v.t.

n.v.t.

3)   Belangenconflicten

3(a)

Beleid en procedures

v.t. (2)

v.t. (2) in de vorm van een samenvatting

3(b)

Materiële belangenconflicten

v.t.

n.v.t.

3(c)

Beloningsstructuur

v.t.

v.t.

4)   Interne controlestructuur, toezicht- en verantwoordingskader

4(a)

Beleid en procedures voor het monitoren van activiteiten in verband met het aanbieden van een benchmark

v.t.

v.t. (3) in de vorm van een samenvatting

4(b)

Interne regelingen voor de vaststelling en de bekendmaking van een benchmark

v.t.

v.t. in de vorm van een samenvatting

4(c)

Interne melding van inbreuken

v.t.

v.t. in de vorm van een samenvatting

5)   Beschrijving van de aangeboden benchmarks

5(a)

Beschrijving

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

5(b)

Onderliggende markt

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

5(c)

Contribuanten

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

5(d)

Correcties

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

5(e)

Wijzigingen en stopzetting

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

6)   Inputgegevens en methode

6(a)(i)

Beschrijving van de gebruikte inputgegevens

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

6(a)(ii)

Inputgegevens — toereikend, passend en verifieerbaar

v.t. (4)

v.t. (5) in de vorm van een samenvatting

6(a)(iii)

Contribuanten

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

6(a)(iv)

Evaluatie van inputgegevens van de contribuant en validering van inputgegevens

v.t. (6)

n.v.t.

6(b)(i)

Beschrijving van de methode

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

6(b)(ii)(1)

Validatie/Evaluatie

v.t. (4)

v.t. in de vorm van een samenvatting

6(b)(ii)(2)

Materiële wijziging

v.t. (6)

n.v.t.

7)   Uitbesteding

7(a)

Contracten

v.t. (6)

n.v.t.

7(b)

Uitbestede functies

v.t. (6)

v.t. in de vorm van een samenvatting

7(c)

Controle

v.t. (6)

v.t. in de vorm van een samenvatting

8)   Overige

8(a)

Extra informatie

v.t.

v.t.

8(b)

Vorm

v.t.

v.t.


(1)  Tenzij dezelfde bevoegde autoriteit reeds toezicht uitoefent op andere activiteiten dan het aanbieden van benchmarks.

(2)  Een aanvrager kan ervoor kiezen geen informatie te verstrekken met betrekking tot bijlage I, punt 3, onder a), iii), met betrekking tot een significante of niet-significante benchmark die hij aanbiedt.

(3)  Een aanvrager mag nalaten informatie te verstrekken met betrekking tot punt 4, onder a), iii), van bijlage I — met uitzondering van informatie over de instelling en het instandhouden van een permanente toezichtfunctie — punt 4, onder a), iv), en punt 4, onder a), v), van bijlage I — voor bepaalde informatie die moet worden verstrekt over het controle- en verantwoordingskader — met betrekking tot een niet-significante benchmark die hij aanbiedt.

(4)  Een onder toezicht staande entiteit die zowel significante als niet-significante benchmarks aanbiedt, mag dergelijke informatie verstrekken in de vorm van een samenvatting met betrekking tot haar niet-significante benchmarks.

(5)  Een aanvrager kan ervoor kiezen geen informatie te verstrekken over de verifieerbaarheid van inputgegevens met betrekking tot een door hem aangeboden niet-significante benchmark.

(6)  Een onder toezicht staande entiteit die zowel significante als niet-significante benchmarks aanbiedt mag deze informatie slechts verstrekken voor significante benchmarks die zij aanbiedt.