9.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 67/30 |
RICHTLIJN (EU) 2018/350 VAN DE COMMISSIE
van 8 maart 2018
tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde organismen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (1), en met name artikel 27,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 2001/18/EG zijn vereisten vastgesteld voor de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde organismen („ggo's”). |
(2) |
Op 4 december 2008 heeft de Raad conclusies over ggo's aangenomen waarin hij de noodzaak benadrukte om de milieurisicobeoordeling van ggo's te actualiseren en te versterken, met name wat betreft de beoordeling van milieueffecten op lange termijn. |
(3) |
Naar aanleiding van een verzoek van de Commissie heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) in oktober 2010 een wetenschappelijk advies aangenomen waarin richtsnoeren worden vastgesteld inzake de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde planten (2) (hierna „de richtsnoeren” genoemd), die een herziening zijn van de vorige richtsnoeren. Andere door de EFSA en door het Europees Geneesmiddelenbureau uitgebrachte documenten met richtsnoeren zijn relevant voor de milieurisicobeoordeling van andere ggo's dan planten. |
(4) |
In artikel 3 van Richtlijn (EU) 2015/412 van het Europees Parlement en de Raad (3) is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 3 april 2017 de bijlagen bij Richtlijn 2001/18/EG wat betreft de milieurisicobeoordeling, moet actualiseren teneinde de richtsnoeren, die niet juridisch bindend zijn, hierin te integreren en als uitgangspunt te gebruiken. |
(5) |
Ter aanpassing aan de technische vooruitgang en rekening houdend met de ervaring die is opgedaan op het gebied van de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde planten, moeten de essentiële onderdelen van de richtsnoeren in Richtlijn 2001/18/EG worden geïntegreerd. Daarbij moet het beginsel dat de milieurisicobeoordeling per geval moet worden verricht, in acht worden genomen. |
(6) |
De richtsnoeren zijn hoofdzakelijk ontworpen voor kennisgevingen voor het in de handel brengen („deel C-kennisgevingen”) van genetisch gemodificeerde planten, terwijl bijlage II bij Richtlijn 2001/18/EG voor zowel deel C-kennisgevingen als voor kennisgevingen voor andere doeleinden dan het in de handel brengen („deel B-kennisgevingen”) geldt. Daarom moeten bepaalde uit de integratie van de richtsnoeren in bijlage II voortvloeiende vereisten enkel gelden voor deel C-kennisgevingen, aangezien ze irrelevant of disproportioneel zouden zijn in de context van deel B-kennisgevingen, die hoofdzakelijk betrekking hebben op experimentele introducties. |
(7) |
Deel C van bijlage II bij Richtlijn 2001/18/EG betreft de methodiek van de milieurisicobeoordeling. Het moet worden geactualiseerd om met name de terminologie die wordt gebruikt ter beschrijving van de zes stappen van de beoordelingsaanpak zoals beschreven in de richtsnoeren, erin te integreren. |
(8) |
Deel D van bijlage II bij Richtlijn 2001/18/EG heeft betrekking op de conclusies van de milieurisicobeoordeling en bevat twee onderscheiden afdelingen, die respectievelijk betrekking hebben op ggo's met uitzondering van hogere planten (afdeling D.1) en op genetisch gemodificeerde hogere planten (afdeling D.2). In de richtsnoeren worden zeven specifieke risicogebieden beschouwd die in de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde planten aan bod moeten komen om conclusies te trekken. De structuur en inhoud van afdeling D.2 van bijlage II moet daarom worden geactualiseerd om deze risicogebieden te weerspiegelen. |
(9) |
Wanneer de milieurisicobeoordeling betrekking heeft op een genetisch gemodificeerde plant die bestand is gemaakt tegen een herbicide, moet de reikwijdte ervan overeenstemmen met Richtlijn 2001/18/EG. De milieurisicobeoordeling van het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel, met inbegrip van het gebruik ervan op een genetisch gemodificeerde plant, valt onder Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4) en wordt verricht op het niveau van de lidstaat om rekening te houden met de specifieke landbouwomstandigheden. |
(10) |
Bijlage III B bij Richtlijn 2001/18/EG bevat een lijst van de informatie die vereist is in kennisgevingen inzake introducties van genetisch gemodificeerde hogere planten en is van toepassing op zowel deel C-kennisgevingen als deel B-kennisgevingen. De structuur, inhoud en mate van detail moeten worden aangepast om voor consistentie met de richtsnoeren te zorgen. Aangezien de meeste door de richtsnoeren teweeggebrachte wijzigingen de milieurisicobeoordeling van deel C-kennisgevingen betreffen, is het passend, met het oog op duidelijkheid en vereenvoudiging voor de kennisgevers en de bevoegde autoriteiten, de structuur van bijlage III B te wijzigen door de vereisten inzake deel C-kennisgevingen te scheiden van de vereisten inzake deel B-kennisgevingen. |
(11) |
Het merendeel van de verzoeken voor vergunning voor het in de handel brengen van genetisch gemodificeerde planten wordt ingediend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad (5). Ter vereenvoudiging is het daarom passend om, voor zover mogelijk, de volgorde van de inlichtingen die vereist zijn voor deel C-kennisgevingen in bijlage III B bij Richtlijn 2001/18/EG, in overeenstemming te brengen met de volgorde die in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2013 van de Commissie (6) is gevolgd. |
(12) |
In bijlage IV bij Richtlijn 2001/18/EG zijn enkel voor deel C-kennisgevingen aanvullende informatievereisten vastgesteld. De in die bijlage vastgestelde vereisten inzake detectiemethoden moeten worden geactualiseerd in het licht van de technische vooruitgang, met name wat betreft de indiening door de kennisgevers van het referentiemateriaal. |
(13) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 30 van Richtlijn 2001/18/EG ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen II, III, III B en IV bij Richtlijn 2001/18/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige richtlijn.
Artikel 2
1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 29 september 2019 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 8 maart 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 106 van 17.4.2001, blz. 1.
(2) EFSA Journal 2010;8(11):1879.
(3) Richtlijn (EU) 2015/412 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG wat betreft de mogelijkheid voor de lidstaten om de teelt van genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) op hun grondgebied te beperken of te verbieden (PB L 68 van 13.3.2015, blz. 1).
(4) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 1).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 503/2013 van de Commissie van 3 april 2013 betreffende vergunningaanvragen voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 641/2004 van de Commissie en (EG) nr. 1981/2006 van de Commissie (PB L 157 van 8.6.2013, blz. 1).
BIJLAGE
Richtlijn 2001/18/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage III wordt vervangen door: „BIJLAGE III IN DE KENNISGEVING VEREISTE INFORMATIE In de delen B en C van deze richtlijn bedoelde kennisgevingen moeten, in de regel, de informatie bevatten die is vastgesteld in bijlage III A voor ggo's met uitzondering van hogere planten, of in bijlage III B voor genetisch gemodificeerde hogere planten. De verstrekking van informatie die behoort tot een bepaalde in bijlage III A of bijlage III B vermelde informatiesubcategorie, is niet vereist wanneer deze niet relevant of noodzakelijk is voor de doeleinden van een risicobeoordeling in de context van een specifieke kennisgeving, met name in het licht van de kenmerken van het ggo, de schaal en omstandigheden van de introductie of van de beoogde gebruiksomstandigheden ervan. Het passende detailleringsniveau voor elke informatiesubcategorie kan ook variëren naargelang van de aard en de omvang van de voorgestelde introductie. Voor elke vereiste informatiesubcategorie moet het volgende worden verstrekt:
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van genetische modificatie kunnen ertoe noodzaken deze bijlage aan te passen aan de technische vooruitgang of richtsnoeren inzake deze bijlage te ontwikkelen. De verplichte informatie betreffende verschillende typen ggo's, bijvoorbeeld meerjarige planten en bomen, eencellige organismen, vissen of insecten, of betreffende een specifiek gebruik van ggo's, zoals de ontwikkeling van vaccins, kan nader worden gedifferentieerd zodra in de Unie voldoende ervaring is opgedaan met kennisgevingen voor de introductie van specifieke ggo's. |
3) |
Bijlage III B wordt vervangen door: „BIJLAGE III B INFORMATIE DIE VEREIST IS IN KENNISGEVINGEN VAN INTRODUCTIES VAN GENETISCH GEMODIFICEERDE HOGERE PLANTEN (GGHP'S) (GYMNOSPERMAE EN ANGIOSPERMAE) I. INFORMATIE DIE VEREIST IS IN KRACHTENS DE ARTIKELEN 6 EN 7 INGEDIENDE KENNISGEVINGEN A. Algemene informatie
B. Wetenschappelijke informatie
II. INFORMATIE DIE VEREIST IS IN KRACHTENS ARTIKEL 13 INGEDIENDE KENNISGEVINGEN A. Algemene informatie
B. Wetenschappelijke informatie
|
4) |
Bijlage IV, afdeling A, wordt als volgt gewijzigd:
|