21.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/89


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE (EU) 2018/2050

van 19 december 2018

inzake het op elkaar afstemmen van het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor algemene overdrachtsvergunningen voor demonstratie en evaluatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 8598)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten de lidstaten ten minste vier algemene overdrachtsvergunningen publiceren.

(2)

Algemene overdrachtsvergunningen zijn een essentieel onderdeel van het bij Richtlijn 2009/43/EG ingevoerde vereenvoudigde vergunningsstelsel.

(3)

Verschillen in het toepassingsgebied van de door de lidstaten gepubliceerde algemene overdrachtsvergunningen voor wat betreft de daaronder vallende defensiegerelateerde producten en uiteenlopende op overdrachten van deze producten toegepaste voorwaarden, kunnen een belemmering vormen voor de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2009/43/EG en de verwezenlijking van de daarmee beoogde vereenvoudiging. Het is belangrijk de nationale benaderingen met betrekking tot het toepassingsgebied van en de voorwaarden voor overdrachten onder door lidstaten gepubliceerde algemene overdrachtsvergunningen op elkaar af te stemmen om de aantrekkelijkheid en het gebruik van deze vergunningen te waarborgen.

(4)

De Raad herhaalde in zijn conclusies van 18 mei 2015 dat implementatie en toepassing van onder meer Richtlijn 2009/43/EG nodig is. Na de vaststelling van de twee vorige aanbevelingen inzake algemene overdrachtsvergunningen voor strijdkrachten (2) en voor gecertificeerde afnemers (3) heeft de Commissie in het Europees defensieactieplan (4) en in het verslag over de evaluatie van de overdrachtenrichtlijn (5) aangekondigd zich te concentreren op de resterende twee algemene overdrachtsvergunningen voor overdrachten met het oog op demonstratie, evaluatie, expositie, herstelling en onderhoud.

(5)

Het initiatief voor deze aanbeveling is sterk gesteund door de vertegenwoordigers van de lidstaten in het bij artikel 14 van Richtlijn 2009/43/EG ingestelde comité. De in de aanbeveling neergelegde richtsnoeren weerspiegelen het resultaat van de besprekingen van een deskundigengroep onder de auspiciën van dit Comité.

(6)

Deze aanbeveling is van toepassing op de lijst van defensiegerelateerde producten (gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen), zoals vastgesteld in de bijlage bij Richtlijn 2009/43/EG. Deze aanbeveling zal zo nodig worden bijgewerkt om rekening te houden met toekomstige bijwerkingen van de lijst van defensiegerelateerde producten.

(7)

Op basis van de besprekingen met de lidstaten en met inachtneming van de kenmerken van de producten (met inbegrip van uitzonderingen), zoals hun gevoeligheid, vormen de defensiegerelateerde producten die zijn vermeld in punt 1.1 van deze aanbeveling een minimale en niet-uitputtende lijst van producten waarvoor de lidstaten krachtens hun GTL-DE overdracht toestaan. Dit betekent dat de door een lidstaat gepubliceerde GTL-DE ook de mogelijkheid kan bieden tot overdracht van andere defensiegerelateerde producten die zijn opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 2009/43/EG, maar niet in deze aanbeveling.

(8)

In de context van de besprekingen inzake deze aanbeveling hebben de lidstaten in herinnering gebracht dat zij gebonden zijn door verplichtingen op grond van Europees recht, zoals het Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (6), alsook door internationale verplichtingen op het gebied van exportcontrole. In dit verband hebben de lidstaten de verklaring „Politieke inzet van de lidstaten voor voorzieningszekerheid” (7) erkend,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

1.   ALGEMENE OVERDRACHTSVERGUNNINGEN VOOR DEMONSTRATIE EN EVALUATIE

De lidstaten wordt aanbevolen hun algemene overdrachtsvergunningen voor demonstratie en evaluatie in overeenstemming met de volgende elementen aan te passen.

1.1.   Defensiegerelateerde producten die in aanmerking komen voor overdracht onder de algemene overdrachtsvergunning voor tentoonstelling en evaluatie als bedoeld in artikel 5, lid 2, onder c), van Richtlijn 2009/43/EG

De volgende ML-categorieën vormen een subset van de lijst van defensiegerelateerde producten in de bijlage bij Richtlijn 2009/43/EG. De algemene overdrachtsvergunning voor demonstratie- en evaluatie (GTL-DE) moet ten minste de overdracht toestaan van defensiegerelateerde producten die in de hieronder vermelde ML-categorieën worden gespecificeerd. De lidstaten kunnen ervoor kiezen om meer ML-categorieën met de overeenkomstige defensiegerelateerde producten in hun GTL-DE op te nemen.

Minimumlijst van ML-categorieën:

ML 3. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

submunitie die valt onder het Verdrag inzake clustermunitie;

tot aan het doel geleide projectielen;

munitie, projectielen en stuwstoffen, speciaal ontworpen voor militair gebruik.

ML 5. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

punt 5.b) Systemen voor het detecteren, identificeren, verkennen of volgen van het doelwit en voor het bepalen van de schootsafstand; apparatuur voor opsporing, herkenning en identificatie; en apparatuur voor sensorintegratie;

punt 5.c) Apparatuur voor tegenmaatregelen voor goederen als bedoeld onder ML5.a en ML5.b.

Alle goederen worden geleverd zonder coderingsonderdeel en zonder geïntegreerde database.

ML 6. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

complete voertuigen die onder punt ML6.a) vallen;

chassis en koepels die onder punt ML6.a) vallen;

apparatuur en onderdelen van apparatuur die in de andere ML-categorieën zijn uitgesloten.

ML 7. Hieronder vallen de volgende goederen:

punt 7.f) Veiligheids- en decontaminatieapparatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik, onderdelen en chemische mengsels;

punt 7.g) Apparatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik, ontworpen of aangepast voor opsporing en identificatie van stoffen als genoemd in ML7.a, ML7.b of ML7.d, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.

ML 8. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

alle stoffen met alle volgende kenmerken:

detoneringssnelheid gelijk aan of groter dan 8 000 m/s;

dichtheid gelijk aan of maximaal 1,80 g/cm3.

alle explosieven, als volgt, en verwante mengsels:

punt 8.a.15) HNS (hexanitrostilbeen) (CAS 20062-22-0);

punt 8.a.21) RDX en derivaten, als hieronder:

RDX (cyclotrimethyleentrinitramine, cycloniet, T4, hexahydro-1,3,5-trinitro-1,3,5-triazine, 1,3,5-trinitro-1,3,5-triazacyclohexaan, hexogen of hexogeen) (CAS 121-82-4);

Keto-RDX (K-6 of 2,4,6-trinitro-2,4,6-triazacyclohexanon) (CAS 115029-35-1);

punt 8.a.23) TATB (triaminotrinitrobenzeen) (CAS 3058-38-6).

alle stoffen die direct of indirect kunnen worden gebruikt bij de productie van submunitiewapens die vallen onder het Verdrag inzake clustermunitie dat op 3 december 2008 in Oslo werd ondertekend, behalve ten aanzien van de lidstaten die het Verdrag inzake clustermunitie hebben geratificeerd.

ML 9. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

volledige oorlogsschepen (zowel oppervlakteschepen als onderzeeboten) die onder punt ML9.a) vallen;

volledige rompen;

punt ML9.a)2.d) actieve systemen voor tegenmaatregelen tegen wapens als bedoeld in ML4.b), ML5.c) of ML11.a);

punt ML9.b)4. Speciaal voor onderzeeërs ontworpen „luchtonafhankelijke voortstuwingssystemen”;

punt ML9.d) Netten voor het tegenhouden van onderzeeboten en torpedo's, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

toestellen van ML9.c) voor opsporing onder water, speciaal ontworpen voor militair gebruik, besturingsapparaten daarvoor en onderdelen daarvoor, speciaal ontworpen voor militair gebruik.

ML 10. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

complete luchtvaartuigen lichter dan lucht, onbemande voertuigen die vallen onder punt ML10.a), ML10.b of ML10.c);

rompen voor gevechtsvliegtuigen en gevechtshelikopters;

motoren voor gevechtsvliegtuigen;

apparatuur en onderdelen van apparatuur die in de andere ML-categorieën zijn uitgesloten.

ML 11. Hieronder vallen de volgende goederen:

punt ML11.a)g. Geleidings- en navigatieapparatuur, met uitzondering van producten die speciaal zijn ontworpen voor of aangepast voor geleide projectielen, raketten, ruimtelanceersystemen en onbemande luchtvaartuigen („UAV”);

punt ML11.a)h. Digitale transmissieapparatuur voor troposcatter-radiocommunicatie;

punt ML11.a)j. Geautomatiseerde commando- en besturingssystemen.

ML 13. Alle goederen worden opgenomen.

ML 15. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

punt ML15.f).

ML 16. Alle goederen worden opgenomen, met uitzondering van:

enig goed dat verband houdt met ballistische technologie en proliferatie van CBRN.

ML 17. Hieronder vallen de volgende goederen:

punt ML17.b) Constructieapparatuur, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

punt ML17.d) Genieapparatuur, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

punt ML17.j) Mobiele herstellingswerkplaatsen, speciaal ontworpen of aangepast voor het onderhouden van militaire apparatuur;

punt ML17.k) Veldgeneratoren, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik;

punt ML17.l) Containers, speciaal ontworpen of aangepast voor militair gebruik;

punt ML17.m) Veerboten die niet elders in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen worden bedoeld, bruggen en pontons, speciaal ontworpen voor militair gebruik;

punt ML17.o) Apparatuur ter bescherming tegen laserstralen, speciaal ontworpen voor militair gebruik.

ML 21. Hieronder vallen de volgende goederen:

punt ML21.a) Programmatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor de in de algemene overdrachtsvergunning genoemde goederen;

punt ML21.b)4. Programmatuur, speciaal ontworpen voor militair gebruik of speciaal ontworpen voor toepassingen voor commando, communicatie, controle en informatie (C3I), of voor commando, communicatie, controle, computer en informatie (C4I).

ML 22. Deze rubriek omvat:

alleen de technologie die noodzakelijk is voor het gebruik van de goederen als in dezelfde algemene overdrachtsvergunning toegestaan.

1.2.   Voorwaarden die moeten worden opgenomen in de algemene overdrachtsvergunning voor demonstratie en evaluatie

De volgende lijst is niet uitputtend. Andere voorwaarden die door een lidstaat worden toegevoegd, mogen echter niet in strijd zijn met of afdoen aan de hieronder genoemde voorwaarden.

Geografische geldigheid

:

Europese Economische Ruimte (8).

Overdracht voor demonstratie

:

Overdracht van een defensiegerelateerd product voor gebruik in een omgeving waarbij operationele omstandigheden worden nagebootst. De term „overdracht voor demonstratie” omvat het testen van het afvuren van wapens.

Overdracht voor evaluatie

:

Overdracht van een defensiegerelateerd product voor het testen van het product en het delen van testresultaten. De term „overdracht voor evaluatie” omvat de overdracht van technologie voor het delen van testresultaten.

Retournering

:

De lidstaten moeten kiezen voor een van de volgende opties voor de retournering van het defensiegerelateerde product na de demonstratie of evaluatie:

a)

vrijstelling van de verplichting van een voorafgaande vergunning in overeenstemming met artikel 4, lid 2, onder e), van richtlijn 2009/43/EG;

b)

bekendmaking van een specifieke algemene overdrachtsvergunning voor terugkeer van defensiegerelateerde producten na demonstratie of evaluatie, indien nodig, met ten minste dezelfde lijst van defensiegerelateerde producten;

c)

retourneringsoverdracht moet worden opgenomen in de algemene overdrachtsvergunning voor demonstratie en/of evaluatie.

Looptijd

:

De lidstaten van herkomst kunnen een termijn stellen voor de retournering van het defensiegerelateerde product, welke moet worden geëerbiedigd door de leverancier ten opzichte van de bevoegde autoriteit in de lidstaat van herkomst. De lidstaten van waaruit het defensiegerelateerde product moet worden geretourneerd, kunnen ook een termijn stellen voor de retournering welke moet worden geëerbiedigd door de leverancier, of diens vertegenwoordiger.

2.   FOLLOW-UP

De lidstaten wordt verzocht uiterlijk op 1 juli 2019 uitvoering te geven aan deze aanbeveling.

De lidstaten worden aangemoedigd de Commissie op de hoogte te brengen van alle ter uitvoering van deze aanbeveling genomen maatregelen.

3.   ADRESSATEN

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 december 2018.

Voor de Commissie

Elżbieta BIEŃKOWSKA

Lid van de Commissie


(1)  Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

(2)  PB L 329 van 3.12.2016, blz. 101.

(3)  PB L 329 van 3.12.2016, blz. 105.

(4)  COM(2016) 950 final.

(5)  COM(2016) 760 final.

(6)  Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).

(7)  Aangenomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de aan het Europees Defensieagentschap deelnemende lidstaten, die bijeen zijn gekomen in het kader van de Raad tijdens zijn 3551e zitting op 19 juni 2017.

(8)  Besluit nr. 111/2013 van het Gemengd Comité van de EER van 14 juni 2013 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst (PB L 318 van 28.11.2013, blz. 12), waarmee Richtlijn 2009/43/EG in de EER-overeenkomst is opgenomen, bevat de expliciete aangepaste tekst: „Deze richtlijn is niet van toepassing op Liechtenstein.”.