10.9.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 320/98


AANBEVELING VAN DE RAAD

van 13 juli 2018

over het nationale hervormingsprogramma 2018 van Roemenië en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2018 van Roemenië

(2018/C 320/22)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid (1), en met name artikel 9, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 november 2017 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees Semester 2018 voor coördinatie van het economisch beleid. Daarbij is rekening gehouden met de op 17 november 2017 door het Europees Parlement en de Raad geproclameerde Europese pijler van sociale rechten. De prioriteiten van de jaarlijkse groeianalyse zijn op 22 maart 2018 door de Europese Raad bekrachtigd. Op 22 november 2017 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 ook het waarschuwingsmechanismeverslag aangenomen, waarin zij Roemenië niet heeft genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

(2)

Op 7 maart 2018 is het landverslag 2018 voor Roemenië gepubliceerd. In dat verslag werd de vooruitgang beoordeeld die Roemenië bij de tenuitvoerlegging van de op 11 juli 2017 door de Raad vastgestelde landspecifieke aanbevelingen (2) heeft gemaakt, alsmede het gevolg dat Roemenië heeft gegeven aan de aanbevelingen die in de jaren voordien werden goedgekeurd, en de vooruitgang die het in de richting van zijn nationale Europa 2020-doelstellingen heeft geboekt.

(3)

Op 10 mei 2018 heeft Roemenië zijn nationale hervormingsprogramma 2018 ingediend, gevolgd door zijn convergentieprogramma op 14 mei 2018. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma's rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

(4)

De betrokken landspecifieke aanbevelingen zijn meegenomen in de programmering voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen) voor de periode 2014-2020. Op grond van artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) kan de Commissie een lidstaat verzoeken zijn partnerschapsovereenkomst en de desbetreffende programma's opnieuw te bezien en wijzigingen daarop voor te stellen, indien dit nodig is om de uitvoering van de betrokken aanbevelingen van de Raad te ondersteunen. De Commissie heeft in richtsnoeren over de toepassing van de maatregelen die de effectiviteit van de ESI-fondsen koppelen aan gezonde economische governance, nader aangegeven hoe zij van die bepaling gebruik zou maken.

(5)

Roemenië valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact. Volgens haar convergentieprogramma 2018 streeft de regering in 2018 naar een nominaal tekort van 2,95 % van het bbp en naar een geleidelijke daling tot 1,45 % van het bbp in 2021. Verwacht wordt dat de begrotingsdoelstelling op middellange termijn — een structureel tekort van 1 % van het bbp — niet zal worden gehaald tegen 2021, het einde van de programmahorizon. Het herberekende structurele saldo zal naar verwachting in 2021 – 2,1 % van het bbp bereiken. Volgens het convergentieprogramma zal de overheidsschuldquote naar verwachting tegen 2021 beneden de 40 % blijven. Het macro-economische scenario dat aan die begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is gunstig. Bovendien zijn de maatregelen die nodig zijn om de geplande tekortdoelstellingen te ondersteunen, niet voldoende gespecificeerd.

(6)

Op 16 juni 2017 heeft de Raad overeenkomstig artikel 121, lid 4, VWEU geconcludeerd dat in Roemenië in 2016 een significante afwijking van het aanpassingstraject naar de begrotingsdoelstelling op middellange termijn was waargenomen. In het licht van de geconstateerde significante afwijking heeft de Raad Roemenië op 16 juni 2017 aanbevolen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven (4) in 2017 nominaal met niet meer dan 3,3 % stijgen, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,5 % van het bbp. Op 5 december 2017 heeft de Raad besloten dat Roemenië geen doeltreffende maatregelen had genomen om gevolg te geven aan de Aanbeveling van de Raad van 16 juni 2017 en een herziene aanbeveling vastgesteld. In zijn nieuwe aanbeveling heeft de Raad Roemenië verzocht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven in 2018 nominaal met niet meer dan 3,3 % stijgen, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,8 % van het bbp. Op 22 juni 2018 heeft de Raad (5) besloten dat Roemenië geen doeltreffende maatregelen had genomen om gevolg te geven aan de Aanbeveling van de Raad van 5 december 2017. Op basis van de begrotingsresultaten voor 2017 werd bovendien vastgesteld dat Roemenië in 2017 significant afweek van de aanbevolen aanpassing.

Overeenkomstig artikel 121, lid 4, VWEU en artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad heeft de Commissie Roemenië op 23 mei 2018 gewaarschuwd dat in 2017 een significante afwijking van het aanpassingstraject naar de begrotingsdoelstelling op middellange termijn werd waargenomen. Op 22 juni 2018 heeft de Raad (6) zijn goedkeuring gehecht aan een daaruit volgende aanbeveling waarin werd bevestigd dat Roemenië de nodige maatregelen moet nemen om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven in 2018 nominaal met niet meer dan 3,3 % stijgen, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,8 % van het bbp. Op basis van de voorjaarsprognose 2018 van de Commissie is er een risico dat in 2018 zal worden afgeweken van die aanbeveling.

(7)

Voor 2019 heeft de Raad Roemenië op 22 juni 2018 aanbevolen de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de netto primaire overheidsuitgaven nominaal met niet meer dan 5,1 % stijgen, hetgeen overeenstemt met een jaarlijkse structurele aanpassing van 0,8 % van het bbp. Op basis van de voorjaarsprognose 2018 van de Commissie bestaat het risico dat in 2019 van die vereiste zal worden afgeweken. Daarnaast wordt in de voorjaarsprognose 2018 van de Commissie gerekend op een overheidstekort van 3,4 % en 3,8 % van het bbp voor respectievelijk 2018 en 2019, wat boven de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp ligt. Over het geheel genomen is de Raad van oordeel dat vanaf 2018 belangrijke verdere maatregelen nodig zullen zijn om te voldoen aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact, in het licht van fel verslechterende budgettaire vooruitzichten, overeenkomstig de aanbeveling aan Roemenië van 22 juni 2018 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting.

(8)

In zijn begrotingsplanning legt Roemenië de voorschriften van zijn begrotingskader regelmatig naast zich neer, ondanks de noodzaak van een verantwoord begrotingsbeleid. Bij de Roemeense wet op de budgettaire verantwoordelijkheid is het begrotingspact omgezet in nationaal recht. De regels zitten goed in elkaar maar blijven in de praktijk dode letter. Het structurele tekort steeg in 2016 tot boven de middellangetermijndoelstelling, hetgeen indruist tegen de regel inzake tekorten. In de begroting van 2017 en 2018 werd gestreefd naar op een nominaal tekort van ongeveer 3 % van het bbp, waardoor het structureel saldo nog verder afwijkt van de regel. De twee in 2017 uitgevoerde begrotingswijzigingen waren niet in overeenstemming met de regels inzake het verbod op een stijging van de nominale en primaire tekortlimieten en de stijging van de personeels- en totale overheidsuitgaven tijdens het lopende belastingjaar. Voorts werd het Parlement, net als in voorgaande jaren, pas lang na het verstrijken van de wettelijke termijn in kennis gesteld van de actualisering van de begrotingsstrategie, waardoor een langetermijnperspectief voor de begrotingsplanning ontbreekt.

(9)

De belastingwetgeving, met name inzake btw, wordt slecht nageleefd. Het voorbije jaar heeft Roemenië weinig vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om te zorgen voor een betere belastinginning en naleving van de belastingwetgeving. Er bestaat nog steeds een groot verschil tussen de in theorie verwachte en de werkelijk geïnde btw-ontvangsten. Om de naleving te verbeteren, bieden de autoriteiten de mogelijkheid in schijven te betalen. Dit is facultatief, behalve voor insolvente ondernemingen en belastingbetalers met hoge openstaande btw-schulden. De maatregel heeft echter nog geen significante resultaten opgeleverd. De invoering van elektronische kassasystemen die in verbinding staan met de belastingdienst is nog steeds niet uitgevoerd.

(10)

De gezondheid van de financiële sector is er verder op vooruit gegaan, maar op sommige ontwikkelingen moet worden toegezien. De banksector is goed gekapitaliseerd en de kwaliteit van de activa is verbeterd. Verschillende lopende wetgevingsinitiatieven, die een negatieve invloed kunnen hebben op niet-rendabele leningen, kredieten en investeringen, moeten nauwlettend in het oog worden gehouden. De recente verlaging van de bijdragen voor de voorgefinancierde tweede pensioenpijler heeft op korte termijn een gunstig effect op de begroting maar kan negatieve gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de kapitaalmarkten.

(11)

De krapte op de arbeidsmarkt is toegenomen door de groei van de werkgelegenheid en een daling van de beroepsbevolking ten gevolge van vergrijzing en emigratie. Roemenië beschikt tegelijkertijd over een aanzienlijk onbenut arbeidspotentieel en verscheidene groepen, zoals jongeren, Roma, langdurig werklozen en mensen met een handicap, krijgen moeilijk toegang tot de arbeidsmarkt. Het voorbije jaar heeft Roemenië weinig vooruitgang geboekt met de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling voor een gericht activeringsbeleid en geïntegreerde openbare diensten, met bijzondere aandacht voor personen die het verst van de arbeidsmarkt staan. Ondanks de toegenomen financiële prikkels voor mobiliteitsregelingen, blijft de participatie aan een actief arbeidsmarktbeleid nog steeds erg gering en blijf de administratieve last hoog. In het kader van plaatselijke werkgelegenheidsprogramma's is er weinig aandacht besteed aan het aanreiken van relevante vaardigheden en de ondersteuning van de overgang naar het normale arbeidscircuit. Er is geen follow-up van langdurig werklozen en bijstandtrekkers. Er is weinig samenwerking tussen externe aanbieders en de openbare diensten voor arbeidsbemiddeling en sociale en educatieve dienstverleners.

(12)

Het risico op armoede of sociale uitsluiting is zeer hoog. Gezinnen met kinderen, personen met een handicap, Roma en de plattelandsbevolking worden het hardst getroffen. De grote inkomensongelijkheid blijft bestaan, mede door de beperkte impact van het belasting- en uitkeringsstelsel op het terugdringen van de marktinkomensongelijkheid. De sociale referentie-index, die als referentie wordt gebruikt voor de berekening van de belangrijkste sociale uitkeringen, is sinds 2008 niet meer geactualiseerd. De wet op de minimale inclusie, die in 2018 in werking had moeten treden, zou de dekking en toereikendheid van de sociale bijstand moeten verbeteren. De inwerkingtreding van die wet is echter met meer dan een jaar uitgesteld. De lagere pensioengerechtigde leeftijd voor vrouwen resulteert in lagere pensioenrechten, waardoor de armoede onder ouderen en het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen nog toenemen.

(13)

De betrokkenheid van de sociale partners bij de ontwikkeling van economische en sociale hervormingen is zeer beperkt. Vaak wordt er geen rekening gehouden met de standpunten van de sociale partners, zelfs niet wanneer er eensgezindheid is. Het Roemeense kader voor collectieve onderhandelingen is niet bevorderlijk voor het goed functioneren van de arbeidsverhoudingen. De sociale dialoog wordt gekenmerkt door een beperkt niveau van collectieve onderhandelingen, met name op sectoraal niveau, en de vakbonden en werkgeversorganisaties tellen weinig leden. Onder meer de hoge representativiteitsdrempels en de vage definitie van sectoren zijn de belangrijkste obstakels voor een doeltreffender sociaal overleg. Met de wetswijzigingen om dat kader te verbeteren zijn nog niet veel vorderingen gemaakt.

(14)

De voorbije jaren is het minimumloon herhaaldelijk op discretionaire wijze verhoogd: met meer dan 60 % sinds 2015. In 2017 verdienden ongeveer 30 % van de werknemers het minimumloon, hetgeen duidt op een zeer beperkt salarisspectrum. Een voorstel voor een objectief mechanisme voor de verhoging van het minimumloon is door de sociale partners bekrachtigd maar door de regering nog niet toegepast.

(15)

Het aanbod aan vaardigheden houdt geen gelijke tred met de behoeften van de economie. Het lage opleidingsniveau op het gebied van basis- en digitale vaardigheden heeft een negatief effect op het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de convergentie. De participatie in het volwassenenonderwijs ligt erg laag. Er bestaat nog geen mechanisme om een actief arbeidsmarktbeleid te voeren op basis van de vraag naar vaardigheden en er is weinig capaciteit om te anticiperen op de toekomstige behoeften aan vaardigheden en de verwachte impact van nieuwe technologieën. Beroepsonderwijs en -opleiding zijn nog steeds een tweede keus en niet voldoende afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt en regionale of sectorale specialisatiestrategieën.

(16)

De zwakke prestaties van het onderwijssysteem dragen bij tot de hoge ongelijkheid van kansen en ondermijnen de Roemeense groeivooruitzichten op lange termijn. Het aanbieden van en de toegang tot degelijk regulier inclusief onderwijs, met name voor Roma en kinderen in plattelandsgebieden, is een uitdaging. Er moet nog een monitoringmethode worden ontwikkeld om de segregatie in het onderwijs aan te pakken. Het percentage voortijdige school- en opleidingverlaters daalt maar ligt nog steeds hoog. Er wordt gewerkt aan een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing om te detecteren welke kinderen dreigen af te haken, maar de nadruk op hoogwaardig onderwijs is zwak. Hoewel een aantal maatregelen zijn genomen, kampt de kwaliteitsborging in scholen en het hoger onderwijs met een aantal problemen. Het percentage afgestudeerden van het hoger onderwijs is zeer laag. De investeringen in onderwijs liggen relatief laag en het ontbreekt aan passende ondersteuning van scholen met veel kansarme leerlingen.

(17)

De gezondheidstoestand van de bevolking is verbeterd maar voldoet nog niet aan de Unienormen. De toegang tot gezondheidszorg blijft een probleem, met negatieve gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen, de inzetbaarheid van de beroepsbevolking en de gezondheid op oudere leeftijd. De beperkte financiering en het inefficiënt gebruik van hulpbronnen schaden de doeltreffendheid van het zorgstelsel, terwijl er een aanzienlijk tekort is aan artsen en verpleegkundigen. De toegang tot gezondheidszorg wordt beperkt door de overheersende praktijk van informele betalingen en de afstand tot de gezondheidsinfrastructuur. Roemenië heeft enige vooruitgang geboekt met de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling om de informele betalingen aan banden te leggen. Er wordt een monitoringmechanisme opgezet, waarvan de werkelijke impact echter nog moet nog worden beoordeeld. Met de uitvoering van de landspecifieke aanbeveling voor een verschuiving naar ambulante zorg is nog niet veel vooruitgang geboekt. De uitvoering van de nationale gezondheidszorgstrategie komt in het gedrang door veranderende prioriteiten en een gebrekkige investeringsplanning.

(18)

Bij de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van het beleid is er nog steeds weinig sprake van strategische planning, openbare raadplegingen en effectbeoordeling van de regelgeving. Dit heeft een impact op de kwaliteit en voorspelbaarheid van de regelgeving. Voorts hebben de veelvuldige wijzigingen van de wetgeving, zoals veranderingen van de fiscale wetgeving, een negatieve invloed op het ondernemingsklimaat. Bij de voorbereiding en uitvoering van hervormingen worden de belanghebbenden weinig betrokken en is zelden sprake van echt overleg, hoewel de daartoe vereiste institutionele structuren beschikbaar zijn. Het mechanisme om de standpunten van de belanghebbenden in de openbare raadpleging mee te nemen, waarborgt geen adequate follow-up. Zo bleef een door de sociale partners goedgekeurd voorstel voor een objectief mechanisme om het minimumloon op te trekken, dat tegemoet zou komen aan een landspecifieke aanbeveling, dode letter. De hervorming van het openbaar bestuur leverde nog geen tastbare resultaten op. De vaststelling van regelgeving inzake het personeelsbeleid in het overheidsapparaat heeft vertraging opgelopen. Het secretariaat-generaal van de regering speelt slechts een beperkte rol in de kwaliteitscontrole van de beleidsvoorbereiding.

(19)

De slechte kwaliteit van de infrastructuur, onder meer in de sectoren vervoer, afval en afvalwater, beperkt de groeivooruitzichten van Roemenië. Overheidsinvesteringen worden gekenmerkt door lage efficiëntie, met name bij de voorbereiding van projecten en de vaststelling van prioriteiten. De algemene toestand en betrouwbaarheid van de wegen, spoorwegen en waterwegen blijven slecht en de hervorming van de vervoerssector verloopt zeer moeizaam. Ook de hervorming van het afvalbeheer verloopt traag en op het gebied van vaste afvalstoffen en afvalwater zijn de uitdagingen vergelijkbaar. Het masterplan vervoer en het nationale plan voor afvalbeheer zijn bedoeld als stabiele routekaart voor investeringen en het versterken van de administratieve capaciteit in deze sectoren, maar de afstemming tussen de projectvoorbereiding en de strategische planning blijft tot dusver beperkt. Roemenië heeft beperkte vooruitgang geboekt met de uitvoering van een landspecifieke aanbeveling om de prioritering en planning van overheidsinvesteringen te verbeteren.

(20)

Efficiënte en transparante overheidsopdrachten blijven een belangrijke hefboom voor de verwezenlijking van de strategische doelstellingen van Roemenië, zoals efficiënte overheidsuitgaven, de strijd tegen corruptie en het stimuleren van innovatie en duurzame en inclusieve groei. Roemenië heeft een zekere vooruitgang geboekt met de landspecifieke aanbeveling om uitvoering te geven aan de strategie voor overheidsopdrachten, maar die is nog niet volledig uitgevoerd. Tegelijk blijven meer efficiency en het strategisch gebruik van overheidsopdrachten, doeltreffende controle en fraudebestrijding uitdagingen. De duurzaamheid van de maatregelen en de onomkeerbaarheid van de hervormingen moeten voortdurend onder de aandacht blijven. De problemen in verband met de transparantie en efficiëntie van openbare aanbestedingen treden met name op bij de grote investeringen in de regionale ziekenhuizen van Iași, Cluj en Craiova.

(21)

Staatsbedrijven spelen een belangrijke rol in kritieke infrastructuursectoren zoals energie en vervoer per spoor. Operationeel en financieel presteren zij echter minder goed dan hun particuliere concurrenten. De corporate governance van de staatsbedrijven is recentelijk aanzienlijk verzwakt, waardoor de vooruitgang op het gebied van de landspecifieke aanbevelingen van 2015 en 2016 werd teruggedraaid. De nieuwe wetgeving is niet alleen schoorvoetend ingevoerd; er worden nog steeds pogingen gedaan om voor een aantal ondernemingen vrijstellingen te bedingen. Bovendien heeft de publicatie van financiële gegevens over staatsbedrijven vertraging opgelopen. Hierdoor komen essentiële randvoorwaarden om een efficiënt gebruik van openbare middelen te bevorderen, in het gedrang en ontstaat er ruimte voor vertekende investeringsbesluiten. In februari 2018 heeft het Grondwettelijk Hof het Parlement opgeroepen de bovengenoemde vrijstellingen te herzien.

(22)

De ontwikkelingen van het voorbije jaar doen vraagtekens rijzen bij de onomkeerbaarheid en de duurzaamheid van de vooruitgang die Roemenië heeft geboekt bij de hervorming van zijn rechtssysteem en de bestrijding van corruptie op hoog niveau. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht komt in gevaar en de gerechtelijke instellingen en het rechtskader staan onder druk bij hun strijd tegen corruptie. De aanpak van de resterende knelpunten wordt belemmerd. De uitvoering van de nationale anticorruptiestrategie 2016-2020 met extra maatregelen om corruptie te voorkomen en te bestrijden, vordert op technisch niveau maar er is meer politieke steun nodig omdat corruptie en problemen op het gebied van goed bestuur zich op alle bestuursniveaus voordoen en een van de belangrijkste uitdagingen voor het ondernemingsklimaat blijven.

(23)

In het kader van het samenwerkings- en toetsingsmechanisme blijft de Commissie toezien op de gerechtelijke hervormingen en de strijd tegen corruptie in Roemenië. Die gebieden komen derhalve niet aan bod in de landspecifieke aanbevelingen voor Roemenië, maar zijn wel relevant voor de ontwikkeling van een positief sociaal-economisch klimaat in het land.

(24)

In de context van het Europees Semester 2018 heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Roemenië verricht. Die analyse is gepubliceerd in het landverslag 2018. Voorts heeft de Commissie zowel het convergentieprogramma 2018 als het nationale hervormingsprogramma 2018 doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Roemenië zijn gericht. Daarbij heeft de Commissie niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar begrotings- en sociaal-economisch beleid in Roemenië, maar is zij ook nagegaan in hoeverre de Unieregels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Unie te versterken door middel van een inbreng op Unieniveau in toekomstige nationale besluiten.

(25)

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma 2018 onderzocht en zijn advies (7) daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven,

BEVEELT AAN dat Roemenië in 2018 en 2019 de volgende actie onderneemt:

1.

Voldoen aan de Aanbeveling van de Raad van 22 juni 2018 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië; de toepassing van het begrotingskader garanderen; de naleving van de belastingwetgeving en de inning van belastingen versterken.

2.

De hervorming van het minimale inclusie-inkomen voltooien; de werking van de sociale dialoog verbeteren; waarborgen dat het minimumloon op basis van objectieve criteria wordt vastgesteld; inzetten op betere bijscholing en het aanbod van degelijk regulier onderwijs, met name voor Roma en kinderen in plattelandsgebieden; de toegang tot gezondheidszorg verbeteren, onder meer door een verschuiving naar ambulante zorg.

3.

De voorspelbaarheid van de besluitvorming verbeteren door stelselmatige en effectieve effectbeoordelingen van de regelgeving verplicht te stellen en door de belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van hervormingen; een betere voorbereiding en prioritering van grote infrastructuurprojecten en een snellere uitvoering van die projecten, met name in de sectoren vervoer, afval en water; meer transparantie en efficiëntie bij openbare aanbestedingen; de corporate governance van de staatsbedrijven verbeteren.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LÖGER


(1)  PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

(2)  PB C 261 van 9.8 2017, blz. 1.

(3)  Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320).

(4)  De netto primaire overheidsuitgaven bestaan uit de totale overheidsuitgaven exclusief rente-uitgaven, uitgaven in het kader van programma's van de Unie die volledig met inkomsten uit Uniefondsen worden gefinancierd en niet-discretionaire veranderingen in de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Nationaal gefinancierde bruto-investeringen in vaste activa zijn gespreid over een periode van vier jaar. Er wordt rekening gehouden met discretionaire inkomstenmaatregelen of bij wet verplicht gestelde inkomstenstijgingen. Eenmalige maatregelen aan zowel de inkomsten- als de uitgavenzijde worden uitgevlakt.

(5)  Besluit (EU) 2018/923 van de Raad van 22 juni 2018 waarbij wordt vastgesteld dat Roemenië geen effectief gevolg heeft gegeven aan de aanbeveling van de Raad van 5 december 2017 (PB L 164 van 29.6.2018, blz. 42).

(6)  Aanbeveling van de Raad van 22 juni 2018 met het oog op de correctie van de vastgestelde significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting in Roemenië (PB C 223 van 27.6.2018, blz. 3).

(7)  Op grond van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97.