18.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 322/38 |
BESLUIT (GBVB) 2018/2011 VAN DE RAAD
van 17 december 2018
ter ondersteuning van gendermainstreaming in beleid, programma's en acties in de strijd tegen handel in en misbruik van handvuurwapens, in overeenstemming met de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 19 november 2018 de EU-strategie aangenomen tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens (small arms and light weapons — „SALW”) en munitie daarvoor, getiteld „Wapens beveiligen, burgers beschermen”. In de strategie wordt gesteld dat de Unie genderaspecten stelselmatig zal integreren in de opzet van nieuwe projecten in verband met SALW-beheersing en de strijd tegen vuurwapengeweld in het algemeen en het delen van goede praktijken in dat opzicht. |
(2) |
De Raad heeft op 3 april 2017 Besluit (GBVB) 2017/633 (1) vastgesteld ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (het „VN-actieprogramma”). De in het kader van dat besluit gefinancierde acties werden uitgevoerd door het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken (Unoda) en omvatte onder meer de organisatie van een thematisch seminar getiteld: „SALW and the 2030 Agenda for Sustainable Development, including SDG 16 and the gender aspects of SALW control” (SALW en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, met onder meer SDG-16 en de genderaspecten van SALW-beheersing). |
(3) |
De Raad heeft op 28 mei 2018 conclusies aangenomen over een standpunt van de Unie inzake de bestrijding van de illegale handel in SALW, met het oog op de derde VN-toetsingsconferentie over de uitvoering van het VN-actieprogramma in juni 2018. Een van de kerndoelen van de Unie voor het resultaat van de toetsingsconferentie was dat werd onderkend dat gewapend geweld een verschillend effect heeft op vrouwen, mannen, meisjes en jongens, en dat de rol van vrouwen bij de uitvoering van het VN-actieprogramma en genderbewustzijn in SALW-controlemaatregelen werden bevorderd als voorwaarde voor de doeltreffendheid ervan. |
(4) |
Op 30 juni 2018 werd tijdens de derde toetsingsconferentie van de Verenigde Naties over de uitvoering van het VN-actieprogramma een slotdocument goedgekeurd waarin de staten verklaarden dat zij zich nog steeds ernstige zorgen maken over de negatieve gevolgen van de illegale handel in SALW voor de levens van vrouwen, mannen, meisjes en jongens, dat zij erkennen dat het uitbannen van de illegale handel in SALW een wezenlijk deel is van de strijd tegen gendergerelateerd geweld, dat zij onderkennen dat vrouwen intensiever bij de besluitvorming en uitvoeringsprocessen in verband met het VN-actieprogramma en het internationaal traceringsinstrument betrokken moeten worden en dat zij herhalen dat staten genderaspecten moeten mainstreamen in hun uitvoeringsinspanningen. De staten hebben zich er ook toe verbonden ervoor te zorgen dat genderperspectieven worden gemainstreamd in SALW-beleid en -programma's, onder meer op het gebied van structuur, planning, uitvoering, monitoring en evaluatie, naargelang het geval rekening houdend met de toepasselijke richtsnoeren en normen. De staten hebben besloten ervoor te pleiten dat nationale SALW-actieplannen worden uitgevoerd in coördinatie met nationale actieplannen die zijn vastgesteld in het kader van toepasselijke VN-resoluties en SDG 16.4 (Sustainable Development Goal 16.4) van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, ervoor te pleiten dat meer naar geslacht uitgesplitste gegevens over de illegale handel in SALW worden verzameld, onder meer via nationale verslagen, en te zorgen voor een beter inzicht in de genderspecifieke gevolgen van de illegale handel in SALW, met name ter verbetering van de toepasselijke nationale beleidsmaatregelen en programma's. |
(5) |
De VN-Veiligheidsraad heeft herhaaldelijk gevraagd om aandacht te besteden aan de betekenisvolle deelname van vrouwen, het voorkomen van conflict en geweld, het beschermen tegen geweld, waaronder meer conflictgerelateerd seksueel geweld, en hulp- en herstelacties na conflicten. |
(6) |
In zijn Ontwapeningsagenda over het veiligstellen van onze gemeenschappelijke toekomst, die op 24 mei 2018 werd voorgesteld, riep de VN-secretaris-generaal alle staten op bij de ontwikkeling van nationale wetgeving en beleid inzake ontwapening en wapenbeheersing een genderperspectief op te nemen, onder meer door rekening te houden met de genderaspecten van eigendom en van gebruik en misbruik van wapens, met de verschillende gevolgen van wapens voor vrouwen en mannen, met de manieren waarop rolpatronen wapenbeheersing en ontwapeningsmaatregelen en praktijken kunnen vormen, en met de volledige deelname op gelijke voet van vrouwen in alle besluitvormingsprocessen in verband met ontwapening en internationale veiligheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De algemene doelstelling van dit besluit is bij te dragen tot internationale vrede, veiligheid, gendergelijkheid en duurzame ontwikkeling door maatregelen ter beheersing van handvuurwapens doeltreffender te maken door het bevorderen van op stelselmatige genderanalyse gebaseerde benaderingen, het opnemen van een genderperspectief en initiatieven voor de empowerment van vrouwen. Dit besluit ondersteunt de uitvoering van de genderrelevante resultaten van de derde toetsingsconferentie van de Verenigde Naties van 2018 over de uitvoering van het VN-actieprogramma. Dit besluit draagt ook bij tot de bredere internationale beleidsagenda inzake gendergelijkheid en empowerment van vrouwen, conform de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling.
2. Voor de verwezenlijking van de in lid 1 vastgestelde doelstellingen, ondersteunt dit besluit acties met het oog op:
— |
het operationaliseren van de modules „Vrouwen, mannen en de gendergerelateerde aard van handvuurwapens en lichte wapens” en „Kinderen, adolescenten, jongeren en handvuurwapens en lichte wapens” van het modulair compendium voor de beheersing van handvuurwapens (Modular Small-arms-control Implementation Compendium — MOSAIC); |
— |
het ontwikkelen van een opleidingshandboek dat als leidraad zal dienen en ervoor zal zorgen dat alle acties conform de actuele VN-normen worden uitgevoerd; |
— |
het opleiden van personeel en opleiders van regionale VN-centra en secretariaatspersoneel van regionale en sub-regionale organisaties in het integreren van genderperspectieven in beleidsmaatregelen en kaders betreffende handvuurwapens, teneinde een systematische benadering van de kwestie te garanderen; |
— |
het opleiden van nationale ambtenaren in 18 landen op het gebied van gendermainstreaming en beheersing van handvuurwapens; |
— |
het bevorderen van genderperspectieven, gendermainstreaming en empowerment van vrouwen in regionale initiatieven; |
— |
het versterken van het onderdeel beheersing van handvuurwapens van het kader inzake vrouwen, vrede en veiligheid, en van het kader zelf; |
— |
het bijdragen tot de uitvoering van de Agenda 2030, met name de doelstellingen 16 en 5, alsmede het in overeenstemming brengen van de internationale beleidsagenda's inzake gendergelijkheid; |
— |
het versterken van het engagement van de civiele samenleving inzake gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens, in partnerschap met het International Action Network on Small Arms (IANSA) en het Vrouwennetwerk van het IANSA; |
— |
het genereren van een duurzaam effect door effectieve bewustmaking, pleitbezorging, contacten en partnerschappen. |
3. De directe begunstigden van dit besluit zijn nationale, regionale en mondiale belanghebbenden die verantwoordelijk zijn voor de beheersing van handvuurwapens in aandachtslanden en -regio's, met name Afrika, het Caribisch gebied en Latijns-Amerika, en Azië en het Stille Oceaangebied.
4. In de bijlage bij dit besluit wordt het project nader beschreven.
Artikel 2
1. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („de hoge vertegenwoordiger”) is belast met de uitvoering van dit besluit.
2. De technische uitvoering van het in artikel 1 bedoelde project wordt verricht door het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken (Unoda).
3. Het Unoda voert zijn taken uit onder verantwoordelijkheid van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met het Unoda.
Artikel 3
1. Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van het in artikel 1 bedoelde, door de Unie gefinancierde project bedraagt 4 375 507,85 EUR.
2. Voor het beheer van de uitgaven die worden gefinancierd uit het in lid 1 vastgestelde referentiebedrag gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.
3. De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Daartoe sluit zij de nodige overeenkomst met het Unoda. In de overeenkomst wordt bepaald dat het Unoda er zorg voor moet dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.
4. De Commissie streeft ernaar de in lid 3 bedoelde overeenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden die zich daarbij voordoen en van de datum van sluiting van de overeenkomst.
Artikel 4
1. De hoge vertegenwoordiger brengt verslag uit aan de Raad over de uitvoering van dit besluit, op basis van regelmatige kwartaalverslagen die door het Unoda worden opgesteld. Die verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.
2. De Commissie brengt verslag uit over de financiële aspecten van het in artikel 1 bedoelde project.
Artikel 5
1. Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
2. Dit besluit verstrijkt 36 maanden na de datum van sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde overeenkomst. Het verstrijkt echter zes maanden na de datum van inwerkingtreding, indien er binnen die termijn nog geen overeenkomst is gesloten.
Gedaan te Brussel, 17 december 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
E. KÖSTINGER
(1) Besluit (GBVB) 2017/633 van de Raad van 3 april 2017 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 90 van 4.4.2017, blz. 12).
BIJLAGE
1. MOTIVERING EN ACHTERGROND
De richtinggevende Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling erkent de inherente samenhang tussen vreedzame samenlevingen en duurzame ontwikkeling. Daarnaast geeft de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid, via verschillende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, een centrale plaats aan conflictpreventie, zinvolle en billijke participatie van vrouwen en duurzame vrede. Een belangrijk obstakel voor vrede en duurzame ontwikkeling wereldwijd blijft de illegale handel in en het alomtegenwoordige misbruik van handvuurwapens. Een adequate beheersing van handvuurwapens is van essentieel belang om conflicten, criminaliteit en geweld terug te dringen. Het is een eerste vereiste voor maatschappelijke stabiliteit en duurzame ontwikkeling.
Het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (het „VN-actieprogramma”) schept het algemene kader voor het aanpakken van het probleem van handvuurwapens, waarbij alle lidstaten zich verbinden tot het verbeteren van de nationale wetgeving inzake handvuurwapens, in- en uitvoercontroles, voorraadbeheer, vernietiging van overtollige wapens, markering en tracering, en tot samenwerken en het bieden van hulp. Hoewel er vooruitgang is geboekt, moet nog veel meer worden gedaan om de beheersing van handvuurwapens te versterken door middel van de uitvoering van het VN-actieprogramma, en om te voldoen aan de toezeggingen die zijn gedaan in de Agenda 2030.
Het unieke, diepmaatschappelijke karakter van de kwestie handvuurwapens noodzaakt tot een alomvattende mainstreaming van genderperspectieven in alle dimensies van de beheersing van handvuurwapens. Tot op heden zijn genderperspectieven onvoldoende begrepen, aangepakt en geïntegreerd in het beleid inzake de beheersing van handvuurwapens. En wanneer genderdimensies niet adequaat worden aangepakt in wetgevings- en beleidskaders die de beheersing van handvuurwapens regelen, zijn het succes en de doeltreffendheid van de interventies beperkt. De gendergerelateerde benadering van noodzakelijke beheersingsmaatregelen voor handvuurwapens staat echter nog in de kinderschoenen. De afgelopen jaren is de agenda inzake handvuurwapens geconvergeerd met het bredere internationale beleid op het gebied van gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen, iets wat dit besluit verder zal onderbouwen.
De Agenda 2030 heeft de beheersing van handvuurwapens gekoppeld aan de agenda inzake vrede, veiligheid en ontwikkeling, zodat tegelijk een onderling verbonden kader wordt verstrekt dat doelstellingen bevat die verder gaan dan de veiligheidsdimensie, en dat benadrukt dat het probleem van de handvuurwapens gevolgen heeft voor de verwezenlijking van verschillende duurzameontwikkelingsdoelstellingen, waaronder doelstelling 5 over gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen. Gendergelijkheid komt aan bod in doelstelling 5, maar is ook een horizontaal thema in de volledige Agenda 2030. Dit besluit draagt bij tot gendermainstreaming en de billijke en zinvolle participatie van vrouwen in alle besluitvormingsprocessen inzake wapenbeheersing. Ook erkent het het verschillende effect van het gebruik of misbruik van handvuurwapens op mannen, vrouwen, jongens en meisjes, en ondersteunt het acties met het oog op meer inclusieve, doeltreffende en duurzame beleidsresultaten bij de beheersing van handvuurwapens.
Het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en de Verklaring van Peking vormen een sterke normatieve basis voor het verbinden van de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid met de agenda inzake handvuurwapens. De vaststelling van het Wapenhandelsverdrag en het onlangs gestarte Spotlight-initiatief van de EU en de VN hebben voorts onderstreept dat aandacht voor deze kwestie noodzakelijk is. De voorgestelde acties bevorderen niet alleen gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens, de resultaten zullen ook rechtstreeks bijdragen tot de uitbanning van alle vormen van geweld en discriminatie tegen vrouwen en meisjes. Wapens beveiligen en het verkeer ervan beperken neemt een van de meest frequente wapenkeuzes voor huiselijk en gendergerelateerd geweld en vrouwenmoord weg. De empowerment van vrouwen en het doorbreken van genderstereotypen in verband met wapens zal de onderliggende oorzaken van op gendergerelateerd geweld aanpakken, waaronder patriarchale systemen, genderongelijke attitudes en de gewelddadige aspecten van traditionele mannelijkheid.
De toenemende convergentie tussen de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid en de agenda inzake handvuurwapens blijkt uit Resolutie 2242 (2015) van de VN-Veiligheidsraad. De acties die door dit besluit worden ondersteund zullen uitvoering geven aan de oproep van de VN-Veiligheidsraad om deel te nemen aan het uitwerken en uitvoeren van inspanningen met betrekking tot het voorkomen, bestrijden en uitbannen van de illegale overdracht, en de destabiliserende accumulatie en het misbruik van handvuurwapens en lichte wapens, en het begunstigen van vrouwen als actieve spelers in de strijd tegen de illegale overdracht van handvuurwapens en lichte wapens. Dit besluit beoogt uitvoering te geven aan die verbanden door concrete acties te ondersteunen.
2. DOELSTELLINGEN
De algemene doelstelling van dit besluit is bij te dragen tot internationale vrede, veiligheid, gendergelijkheid en duurzame ontwikkeling door maatregelen ter beheersing van handvuurwapens doeltreffender te maken door het bevorderen van op stelselmatige genderanalyse gebaseerde benaderingen en het opnemen van een genderperspectief. De resultaten van de acties in het kader van dit besluit zullen bijdragen tot een bredere internationale beleidsagenda inzake gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen.
Dit besluit zal ondersteuning bieden aan de volledige en effectieve uitvoering van het VN-actieprogramma en aan de uitvoering van de gendergerelateerde resultaten van de derde toetsingsconferentie van de Verenigde Naties 2018 over de uitvoering van het VN-actieprogramma (RevCon3).
Dit besluit zal ook bijdragen aan de uitvoering van de ontwapeningsagenda van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties (1), die oproept tot grotere inspanningen voor de totstandbrenging van gelijke, integrale en daadwerkelijke participatie van vrouwen in alle besluitvormingsprocessen in verband met ontwapening, die erkent dat het nodig is het verband weg te werken tussen enerzijds bezit en gebruik van wapens, en anderzijds specifieke uitingen van mannelijkheid die verband houden met controle, macht, overheersing en kracht die aan de basis liggen van structureel en fysiek geweld tegen vrouwen, en die oproept tot genderresponsieve wapenbeheersing om geweld tegen vrouwen en meisjes in de publieke en de privésfeer te verminderen. Dit besluit zal ook bijdragen aan de oproep van de agenda tot versterkte partnerschappen met het maatschappelijk middenveld en de jeugd ter bevordering van de agenda inzake ontwapening en wapenbeheersing.
Daartoe zal dit besluit acties ondersteunen met het oog op:
— |
het operationaliseren van de modules „Vrouwen, mannen en de gendergerelateerde aard van handvuurwapens en lichte wapens” en „Kinderen, adolescenten, jongeren en handvuurwapens en lichte wapens” van het modulair compendium voor de controle op handvuurwapens (Modular Small-arms-control Implementation Compendium — MOSAIC) (2); |
— |
het ontwikkelen van een opleidingshandboek dat als leidraad zal dienen en ervoor zal zorgen dat alle acties conform de actuele VN-normen worden uitgevoerd; |
— |
het opleiden van personeel en opleiders van regionale VN-centra en secretariaatspersoneel van regionale en sub-regionale organisaties in het integreren van genderperspectieven in beleidsmaatregelen en kaders betreffende handvuurwapens, teneinde een systematische benadering van de kwestie te garanderen; |
— |
het opleiden van nationale ambtenaren in 18 landen op het gebied van gendermainstreaming en beheersing van handvuurwapens; |
— |
het bevorderen van genderperspectieven, gendermainstreaming en empowerment van vrouwen in regionale initiatieven; |
— |
het versterken van het onderdeel beheersing van handvuurwapens van het kader inzake vrouwen, vrede en veiligheid, en van het kader zelf; |
— |
het bijdragen tot de uitvoering van de Agenda 2030, met name de doelstellingen 16 en 5, alsmede het doen convergeren van de internationale beleidsagenda's inzake gendergelijkheid; |
— |
het versterken van het engagement van de civiele samenleving inzake gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens, in partnerschap met het International Action Network on Small Arms (IANSA) en het Vrouwennetwerk van het IANSA; |
— |
het genereren van een duurzaam effect door effectieve bewustmaking, pleitbezorging, contacten en partnerschappen. |
3. OMSCHRIJVING VAN DE ACTIES
3.1. Een opleidingshandboek opstellen over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens
3.1.1. Doelstelling
Op grond van dit besluit zal een opleidingshandboek worden opgesteld dat de MOSAIC-modules „Vrouwen, mannen en de gendergerelateerde aard van handvuurwapens en lichte wapens” en „Kinderen, adolescenten, jongeren en handvuurwapens en lichte wapens” operationeel zal maken. Het handboek zal als leidraad dienen voor al degenen die betrokken zijn bij de uitvoering van de acties op grond van dit besluit, met name voor de uitvoering van de opleidingsprogramma's in de landen zelf via de regionale Unoda-centra. Het opleidingshandboek zal worden opgesteld op basis van bestaande instrumenten, informatie en deskundigheid, waar beschikbaar, en zal na verificatie openbaar worden gemaakt om de praktijkgemeenschappen in ruimere zin van nut te zijn.
3.1.2. Acties
a) |
De twee MOSAIC-modules uit het Engels in het Arabisch, het Frans, het Portugees en het Spaans vertalen. |
b) |
In samenwerking met de belangrijkste belanghebbenden en op basis van de MOSAIC-modules en bestaande opleidingen en middelen, een opleidingshandboek over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens opstellen, dat voor alle betrokken belanghebbenden als praktische leidraad zal dienen bij de uitvoering van alle acties uit hoofde van dit besluit. |
c) |
Het opleidingshandboek uit het Engels in het Frans, het Portugees en het Spaans (de werktalen van de regionale Unoda-centra) vertalen. |
d) |
Het opleidingshandboek en het aanvullend materiaal zowel online als op papier ter beschikking stellen van praktijkgemeenschappen in ruimere zin. |
3.1.3. Verantwoordelijkheden van het uitvoerend agentschap
Het Unoda zal een consultant aannemen die in nauwe samenwerking met de relevante VN-entiteiten, met name het Uitwisselingscentrum voor Zuidoost- en Oost-Europa inzake de beheersing van het aantal handvuurwapens en lichte wapens (South-Eastern and Eastern Europe Clearinghouse for the Control of Small Arms and Light Weapons UNDP-Seesac), een opleidingshandboek moet opstellen. Het IANSA zal worden uitgenodigd om met zijn deskundigheid een bijdrage te leveren aan het handboek.
3.1.4. Tijdlijn
De vertaling van de modules en de opstelling van het opleidingshandboek zullen in 2019 gebeuren, gevolgd door de vertaling en publicatie van het opleidingshandboek en het overige materiaal.
3.1.5. Verwachte resultaten
De twee relevante MOSAIC-modules zullen in het Arabisch, het Frans, het Portugees en het Spaans beschikbaar worden gesteld op de Unoda-website (3) (momenteel alleen beschikbaar in het Engels) en er zal een handboek voor het operationeel maken ervan opgesteld en gepubliceerd worden in het Frans, het Portugees en het Spaans. Het handboek zal worden nagekeken door de partners bij het project en bevat richtsnoeren voor de uitvoering van de acties uit hoofde van dit besluit. Het zal ook praktijkgemeenschappen in ruimere zin van nut zijn en het blijft relevant na het tijdskader van dit besluit.
3.2. Opleiding van personeelsleden en opleiders van de VN die rond de beheersing van handvuurwapens werken
3.2.1. Doelstellingen
Er zal voor het personeel van de relevante VN-afdelingen en voor de praktijkgemeenschappen in ruimere zin een onlineopleiding worden ontwikkeld over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens om ervoor te zorgen dat in het VN-bestel en daarbuiten advies en bijstand in verband met de controle op handvuurwapens worden verleend waarin genderperspectieven systematisch zijn geïntegreerd. Het personeel in de regionale centra dat rechtstreeks betrokken is bij de uitvoering van acties uit hoofde van dit besluit, zal door een deskundige op het gebied van gender en handvuurwapens van het UNDP-Seesac worden gecoacht om de acties conform de richtsnoeren in het opleidingshandboek en met een specifieke regionale focus uit te voeren.
3.2.2. Acties
a) |
Samen met het Opleidingscentrum voor vrouwen van de VN een onlineopleiding over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens ontwikkelen voor VN-personeel en praktijkgemeenschappen in ruimere zin. De opleiding zal een weergave zijn van de inhoud van de relevante MOSAIC-modules en convergerende agenda's en zal beschikbaar zijn in het Arabisch, het Engels, het Frans, het Portugees en het Spaans. |
b) |
In samenwerking met het UNDP-Seesac een coachingprogramma opstellen voor personeel in de regionale VN-centra om hen bewuster te maken van en hun capaciteiten te versterken voor het integreren van het genderperspectief in de beheersing van handvuurwapens door gerichte interventies in hun regio's, met name in landen die begunstigden zijn van de opleidingsprogramma's ter plekke [3.3.2]. In het coachingprogramma zal het op grond van dit besluit opgestelde opleidingshandboek [3.1.2.b] worden uitgewerkt, voortbouwend op de werkzaamheden en de ervaring van het UNDP-Seesac, die worden gefinancierd uit hoofde van Besluit (GBVB) 2016/2356 van de Raad (4). |
c) |
Een projectteamworkshop organiseren na de proeffase van de opleidingsprogramma's in de landen zelf [3.3.2.a]. Tijdens de workshop zullen de coördinatie en samenwerking van het projectteam worden geoptimaliseerd, zal het opleidingshandboek worden nagekeken alvorens het wordt vertaald en gepubliceerd, zal de uitwisseling van informatie over de uitvoering van dit besluit mogelijk worden gemaakt, met name over de proefprogramma's voor opleiding in de landen zelf, en zal het benodigde opleidingsmateriaal worden gevalideerd. |
3.2.3. Tijdlijn
De onlineopleiding zal in 2019 worden ontwikkeld en zal begin 2020 beschikbaar worden gesteld. Het coachingprogramma zal begin 2020 van start gaan, zodra het personeel in de regionale centra is aangeworven en het opleidingshandboek is opgesteld. De projectteamworkshop zal plaatsvinden in 2020, na de proeffase van de nationale opleidingsprogramma's.
3.2.4. Verwachte resultaten
Er zal een onlineopleiding over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens beschikbaar worden gesteld in het Arabisch, het Engels, het Frans, het Portugees en het Spaans, die zal leiden tot een beter begrip van de noodzaak om genderperspectieven op te nemen in controlemaatregelen voor handvuurwapens. De opleiding zal worden gepromoot binnen het VN-bestel en bij praktijkgemeenschappen in ruimere zin en zal verplicht worden voor personeel dat bij de uitvoering van dit besluit betrokken is. Voorts zal het personeel in het regionale Unoda-centrum opleiding krijgen over het opleidingshandboek en de ontwikkelde strategieën, via een coachingprogramma, voor de regionale toepassing ervan. Er zal een projectteamworkshop worden georganiseerd, die de coördinatie en samenwerking bij de uitvoering van de acties uit hoofde van dit besluit zal versterken, en er zal opleidingsmateriaal worden ontwikkeld, nagekeken en openbaar gemaakt.
3.3. Opleidingsprogramma's in de landen zelf over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens
3.3.1. Doelstellingen
Er zullen via de regionale Unoda-centra achttien specifieke programma's inzake gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens in de landen zelf worden opgezet en uitgevoerd. Met de programma's wordt voornamelijk beoogd de nationale coördinerende instanties voor handvuurwapens opleiding te geven over het opnemen van genderdimensies in nationale actieplannen voor handvuurwapens en andere relevante beleids- en wetgevingskaders, met inbegrip van het verzamelen en analyseren van naar geslacht en naar leeftijd uitgesplitste gegevens. Indien een deelnemend land over een nationaal actieplan inzake vrouwen, vrede en veiligheid beschikt, zal in dat verband op de noodzaak worden gewezen om beide documenten op elkaar af te stemmen.
Extra activiteiten zullen op elke staat en zijn behoefte aan bijstand worden toegesneden en kunnen het volgende omvatten: praktische mechanismen om te zorgen voor een betekenisvolle deelname van vrouwen; een genderanalyse als uitgangspunt voor nationale actie; een speciale workshop over het integreren van genderdimensies in nationale actieplannen voor handvuurwapens, met gebruikmaking van de MOSAIC-module over het opstellen van nationale actieplannen; het ontwerpen van nationale monitoring- en evaluatie-instrumenten om de geleverde inspanningen te toetsen. Tot de voorgestelde activiteiten kan ook een juridische toetsing van het nationale beleidskader behoren om een kruisverwijzing te maken tussen wetgeving betreffende handvuurwapens — onder meer betreffende vergunningverlening — en bepalingen over het tegengaan van huiselijk geweld en de opleiding van rechtshandhavingsfunctionarissen en legale marktdeelnemers over hun rol en verantwoordelijkheden onder het toepasselijke nationale recht wat betreft de aanwezigheid en het gebruik van handvuurwapens in het context van geweldpleging door een intieme partner en huiselijk of gezinsgerelateerd geweld, seksueel geweld, vrouwenmoord met handvuurwapens, evenals het integreren van genderperspectieven in strafrechtelijke onderzoeken en juridische procedures.
3.3.2. Acties
a) |
Proeffase: in zes geselecteerde landen proefopleidingsprogramma's opzetten en uitvoeren in samenwerking met hun vaste nationale coördinerende instanties. |
b) |
Uitrolfase: de opleidingsprogramma's in de landen zelf over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens — op basis van de proefprojecten — uitbreiden tot twaalf extra landen, in samenwerking met hun vaste nationale coördinerende instanties. |
3.3.3. Keuze van de begunstigde landen
De begunstigde landen zullen op aanbeveling van het Unoda, in overleg met zijn regionale centra en het IANSA, worden uitgekozen door de Europese Dienst voor extern optreden. In beginsel zal de hoogste prioriteit worden toegekend aan de minst ontwikkelde landen en andere ontwikkelingslanden die hard worden getroffen door het probleem van de handvuurwapens. De staten moeten over een nationale coördinerende instantie voor handvuurwapens en/of een aangewezen nationaal contactpunt voor het VN-actieprogramma beschikken. De staten moeten belangstelling hebben betoond voor de voorgestelde activiteiten uit hoofde van deze actie. De voorkeur moet uitgaan naar staten die blijk hebben gegeven van een blijvend engagement om het VN-actieprogramma uit te voeren.
Voorts zal bij de keuze van de landen een regionaal evenwicht in acht worden genomen:
— |
Proeffase: twee staten in elke regio — Afrika, Azië/Stille Oceaan, en Latijns-Amerika/Caribisch gebied; |
— |
Uitrolfase: vier staten in elke regio — Afrika, Azië/Stille Oceaan en Latijns-Amerika/Caribisch gebied. |
3.3.4. Verantwoordelijkheden van het uitvoerend agentschap
De Regionale Centra van de VN voor vrede en ontwapening zullen de opleidingsprogramma's in de landen zelf uitvoeren in nauwe samenwerking met het Unoda en VN-agentschappen ter plaatse. Voor zover haalbaar zullen nationale instellingen voor gendergelijkheid en maatschappelijke organisaties bij de activiteiten worden betrokken. Het UNDP-Seesac zal ondersteunend advies bieden op basis van zijn ervaring met de ontwikkeling en verstrekking van opleiding over gender en de beheersing van handvuurwapens. Het IANSA zal de activiteiten in de landen zelf aanvullen met een versterkt engagement van het maatschappelijk middenveld inzake gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens door middel van zijn netwerk op lokaal niveau en op het niveau van de gemeenschappen [3.6.3].
3.3.5. Tijdlijn
De programma's voor opleiding in de landen zelf zullen in 2020 van start gaan en tot medio 2022 lopen.
3.3.6. Verwachte resultaten
De opleidingsprogramma's over gendermainstreaming zullen leiden tot een gedeeld nationaal begrip van de belangrijke rol die gender speelt in het kader van doeltreffende beheersing van handvuurwapens en kennis van de verschillende effecten van gewapend geweld tegen vrouwen, mannen, meisjes en jongens. Dit nieuw verworven begrip van het belang van een grotere doeltreffendheid en algemene kwaliteit van de beheersing van handvuurwapens zal tot een consensus leiden tussen de nationale ambtenaren die bij het relevante beleid en de uitvoering daarvan betrokken zijn. De consensus zal worden vertaald in een nationale toezegging om gendergevoelige benaderingen te blijven hanteren in beleidsmaatregelen en wetgeving met betrekking tot de beheersing van handvuurwapens. Daarnaast zullen lokale gemeenschappen in de landen worden voorgelicht. In het kader van het resultaat van de programma's zullen staten streefcijfers/indicatoren voor de voortgang ontwikkelen; die staten zullen er zich toe verbinden over deze streefcijfers/indicatoren te rapporteren in het kader van hun nationale rapportage-inspanningen volgens het VN-actieprogramma.
3.4. Regionale benaderingen van gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens
3.4.1. Doelstellingen
De illegale handel in en het misbruik van handvuurwapens leiden tot verschillende problemen in verschillende regio's, en staten hebben uiteenlopende niveaus van financiering en materiële middelen ter beschikking om die problemen aan te pakken. Doel van de regionale benaderingen is deskundigheid op te bouwen en/of te versterken over de genderaspecten van de beheersing van handvuurwapens bij overheidsambtenaren, het maatschappelijk middenveld en parlementsleden op regionaal en subregionaal niveau, op basis van MOSAIC. De benaderingen zullen ervoor zorgen dat er meer behoefte is aan het integreren van genderoverwegingen in regionale en subregionale initiatieven ter beheersing van handvuurwapens. Regionale uitwisselingen inzake goede praktijken/MOSAIC zullen de nationale deskundigheid bevorderen, alsook zorgen voor meer toezeggingen door alle staten in de regio om het probleem van de beheersing van handvuurwapens door een genderlens te benaderen.
3.4.2. Acties
a) |
Een eendaagse opleiding in de marge van de zevende tweejaarlijkse bijeenkomst van staten met betrekking tot het VN-actieprogramma (BMS7) in 2020 voor met SALW belast bureaupersoneel van de secretariaten van subregionale en regionale organisaties om genderaspecten in regionale initiatieven te promoten en 15 vertegenwoordigers van die organisaties, die anders niet voldoende middelen zouden hebben om bijeenkomsten van het VN-actieprogramma bij te wonen, in staat te stellen deel te nemen aan BMS7. |
b) |
Een vierdaagse, op MOSAIC gebaseerde subregionale workshop in Fiji voor landen in het Stille Oceaangebied om de rol van vrouwen op het gebied van wapenbeheersing te versterken door een beter inzicht te verschaffen in de gendergerelateerde gevolgen van wapengeweld en in de internationale wapenbeheersingsinstrumenten, en door capaciteiten van het maatschappelijk middenveld, parlementsleden en regeringsfunctionarissen op te bouwen om daarbij betrokken te worden. (Dit is een vervolg op twee subregionale workshops die werden georganiseerd in Zuidoost-Azië en Zuid-Azië in 2018, die door de Unscar waren gefinancierd.) |
c) |
Een driedaags, MOSAIC-gebaseerd regionaal seminar in Kathmandu ter versterking van de rol van vrouwen op het gebied van wapenbeheersing. Het seminar brengt vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, parlementsleden en overheidsambtenaren uit Azië en het Stille Oceaangebied samen, onder meer diegene die hebben deelgenomen aan de subregionale workshop in Fiji [3.4.2.b]. De deelnemers zullen debatteren over acties die kunnen worden ondernomen om het vraagstuk van gendermainstreaming en beheersing van handvuurwapens in hun eigen nationale omstandigheden te benaderen. Een samenvatting van deze besprekingen, samen met aanvullend materiaal, zal online en op papier worden gepubliceerd en aan deelnemers en relevante belanghebbenden worden verdeeld. |
d) |
Een tweedaagse MOSAIC-gebaseerde regionale workshop in Peru om sinds 2017 door het Regionaal Centrum van de Verenigde Naties voor vrede, ontwapening en ontwikkeling in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (UN-LiREC) ontwikkelde goede praktijken over genderbewuste beleidsmaatregelen en wettelijke benaderingen van de beheersing van handvuurwapens te presenteren en te verspreiden onder hooggeplaatste beleidsmakers van entiteiten voor de beheersing van handvuurwapens en nationale agentschappen die zijn belast met het voorkomen, uitbannen en bestraffen van geweld tegen vrouwen. De workshop promoot de noodzaak van strengere wetgeving inzake handvuurwapens in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied door het opnemen van beperkingen voor het verwerven van wapens en munitie door personen die zijn veroordeeld voor huiselijk en/of interpersoonlijk geweld. |
3.4.3. Tijdlijn
De opleiding in de marge van BMS7 zal plaatsvinden medio 2020, de regionale en subregionale workshops zullen plaatsvinden tussen het einde van 2019 en het einde van 2021.
3.4.4. Uitvoeringspartners
Het Unoda zal de eendaagse opleiding in de marge van BMS7 voor personeel van regionale en subregionale organisaties organiseren, alsmede de sponsoring van een aantal van die vertegenwoordigers met het oog op BMS7. Het Regionaal Centrum van de Verenigde Naties voor vrede en ontwapening in Azië en de Stille Oceaan zal in nauwe samenwerking met het IANSA de subregionale workshop in Fiji en het regionale seminar in Kathmandu organiseren. Het UN-LiREC zal de regionale workshop in Peru organiseren.
3.4.5. Verwachte resultaten
Deskundigen op het gebied van de beheersing van handvuurwapens van de secretariaten van regionale en subregionale organisaties zullen worden opgeleid over het belang van gendermainstreaming in initiatieven en beleidsmaatregelen ter beheersing van handvuurwapens, zulks conform gezaghebbende mondiale richtsnoeren (MOSAIC). Zij zullen zijn uitgerust met ideeën over de manier waarop genderbewuste maatregelen ter beheersing van handvuurwapens moeten worden ontwikkeld, op basis van de wetenschap dat wapengeweld en gewapende conflicten mannen, vrouwen, jongens en meisjes op verschillende manieren treffen. Voorts zal het belang van gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens via de training worden gepromoot in de marge van BMS7. De actie zal die organisaties, die anders niet over de middelen daartoe zouden beschikken, in staat stellen een bijeenkomst van het VN-actieprogramma bij te wonen. De regionale en subregionale workshops zullen voor een platform zorgen voor de uitwisseling van goede praktijken inzake genderbewuste beleidsmaatregelen en wettelijke benaderingen van de beheersing van handvuurwapens in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en zullen in gesprek gaan met en capaciteit opbouwen van het maatschappelijk middenveld, parlementsleden en regeringsfunctionarissen uit Azië en het Stille Oceaangebied over het vraagstuk van de gendergerelateerde gevolgen van gewapend geweld en internationale wapenbeheersingsinstrumenten. Daardoor zullen de beleidsmaatregelen, kaders en programma's inzake de beheersing van handvuurwapens op regionaal en nationaal niveau rekening houden met genderoverwegingen.
3.5. Versterken van het aspect beheersing van handvuurwapens in de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid en de synergie tussen SDG 5 en SDG 16 van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling
3.5.1. Doelstellingen
De activiteiten moeten deskundigen en diplomatieke gemeenschappen die zich bezighouden met de beheersing van handvuurwapens, de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid, en diegenen die zich bezighouden met de uitvoering van SDG 5 en SDG 16 van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling bijeenbrengen, zodat hun inspanningen worden getoetst en geharmoniseerd, met name om synergieën te benutten en overlappingen te voorkomen.
3.5.2. Acties
a) |
Voor geselecteerde nationale en regionale contactpunten in het kader van het VN-actieprogramma en deskundigen inzake handvuurwapens uit het maatschappelijk middenveld om deel te nemen aan één van de jaarlijkse hoofdstedelijke bijeenkomsten van het contactpuntennetwerk in het kader van de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid om synergieën te bespreken tussen de afspraken die de staten in het kader van het VN-actieprogramma en de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid zijn overeengekomen, om het aspect beheersing van handvuurwapens in nationale actieplannen krachtens Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad en genderperspectieven in nationale actieplannen ter uitvoering van het VN-actieprogramma op te nemen. Dit omvat onder meer een uitwisseling over goede praktijken en over de vorderingen die zijn gemaakt bij de uitvoering van genderbewuste beleidsmaatregelen en wetgeving. |
b) |
Een regelmatige dialoog tot stand brengen tussen bevoegde VN-instanties, de vrienden van 1325, andere diplomatieke en beleidsgemeenschappen die zich bezighouden met Resolutie 1325 (2000) van de VN-Veiligheidsraad en de bredere agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid, diplomaten en deskundigen die werk maken van de uitvoering van SDG 5 en SDG 16, en de diplomaten en beleidsmakers die zijn belast met ontwapenings- en wapenbeheersingsvraagstukken in Genève en New York, om de inspanningen en werkzaamheden te stroomlijnen en te harmoniseren. De dialoog zal voortbouwen op de resultaten van eerder in 2018 gehouden bijeenkomsten in Genève en New York. |
3.5.3. Verwachte resultaten
Deskundigen, beleidsmakers en diplomaten die zich bezighouden met de beheersing van handvuurwapens, de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid en de uitvoering van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkelingen zullen de vruchten plukken van een dialoog en een uitwisseling en zullen hun inspanningen beginnen te coördineren. Het resultaat daarvan zal een versterking van de uitvoering van alle agenda's zijn, en een gecoördineerde aanpak zal ervoor zorgen dat synergieën optimaal zullen worden benut en overlappingen zullen worden voorkomen.
3.6. Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens
3.6.1. Doelstellingen
De acties zijn bedoeld om te zorgen voor een aanmerkelijk sterkere betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij het mainstreamen van gender in de beheersing van handvuurwapens door aandacht te besteden aan het verband tussen genderspecifieke benaderingen en gevolgen, vrouwenrechten, de beheersing van handvuurwapens en wapengeweld op lokaal en gemeenschapsniveau. Het betrekken van het maatschappelijk middenveld bij de beheersing van handvuurwapens is van essentieel belang voor lokaal ownership, zorgt voor een inzicht van onschatbare waarde in het probleem, en verhoogt de steun voor beheersingsinspanningen. Maatschappelijke organisaties die in gender zijn gespecialiseerd zullen ervoor zorgen dat inspanningen ter beheersing van handvuurwapens beter rekening houden met gender, en andere in het kader van dit besluit ondernomen acties aanscherpen en aanvullen. Tussen 2019 en 2022 zullen acties worden verricht in staten die zijn uitgekozen voor de uitvoering van de opleidingsprogramma's ter plaatse in het land in het kader van dit besluit, alsmede in extra landen.
3.6.2. Verantwoordelijkheden van het uitvoerend agentschap
Alle activiteiten zullen worden uitgevoerd door het IANSA en het vrouwennetwerk van het IANSA, en zullen worden gecoördineerd met en gemonitord door het Unoda. Een vertegenwoordiger van het IANSA zal deel uitmaken van het projectteam ter facilitering van de uitvoering en coördinatie van alle in het kader van dit besluit uitgevoerde acties.
3.6.3. Acties
a) |
Versterken van het netwerk van IANSA-basisorganisaties, waaronder het vrouwennetwerk ervan, om de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld te bevorderen en de aandacht te vestigen op genderspecifieke uitingen van het handvuurwapenprobleem van het basisniveau tot het mondiale niveau. |
b) |
Verstrekken van kleine beurzen voor jaarlijks 30 tot 40 lokale maatschappelijke activiteiten inzake het mainstreamen van gender in de beheersing van handvuurwapens. Dit zou evenementen kunnen omvatten voor de Mondiale Actieweek tegen Vuurwapengeweld, de Internationale Jongerendag, de Afrika-amnestiemaand, de Internationale Dag van de Vrede, de Dag van het Afrikaanse Kind, de Internationale Wapenvernietigingsdag, „Wear Orange”, de Internationale Vrouwendag, de 16 Dagen van Activisme tegen Gendergeweld enz.. |
c) |
Het IANSA zal op leeftijd afgestemd materiaal voor kinderen en tieners in verschillende talen met aandacht voor de frequente verbanden tussen mannelijkheid en geweld ontwikkelen en verspreiden. IANSA-ledengroepen in verschillende landen zullen het materiaal gebruiken om in dialoog te gaan met hun lokale gemeenschappen. |
d) |
Voor zijn leden zal het IANSA toegankelijk outreachmateriaal (bijvoorbeeld spreekpunten, flyers enz.) in verschillende talen ontwikkelen en verspreiden om het thema van gendermainstreaming in verband met de beheersing van handvuurwapens te promoten in verschillende landen en lokaal ambtenaren, beleidsmakers, journalisten en andere maatschappelijke actoren bewust te maken van dit onderwerp. |
e) |
Lobbyen voor het opnemen van vrouwen, jongeren en andere ondervertegenwoordigde belanghebbenden (bijvoorbeeld uit de gezondheidssector, ervaringsdeskundigen, plattelandsgemeenschappen) in nationale coördinatieorganen als leden. |
f) |
Ontwikkelen en onderhouden van een meer toegankelijke en alomvattende website voor het IANSA en het vrouwennetwerk ervan, om activiteiten van leden van het netwerk voor het voetlicht te brengen, te functioneren als knooppunt voor mondiaal gecoördineerde ngo-activiteiten, en verstrekken van informatie, materiaal, contacten, voorbeelden en documenten die relevant zijn voor onderwerpen als empowerment van vrouwen, gendermainstreaming, vermindering van wapengeweld, beheersing van handvuurwapens, mannelijkheid en wapens, en het verband tussen SDG 5 en SDG 16. |
g) |
Ondersteunen van actiegericht onderzoek door lokale groepen om strategische interventiepunten in kaart te brengen om de handel in wapens en het wapengeweld uit genderperspectief te verminderen en follow-upmaatregelen uit te werken en uit te voeren op basis van dat onderzoek. |
h) |
Bevorderen en ondersteunen van het gevolg dat wordt gegeven aan de oproep van 2018 tot actie inzake gender en de beheersing van handvuurwapens (5) en de genderspecifieke resultaten van BMS6 en RevCon3 op lokaal niveau. |
i) |
Ervoor zorgen dat genderperspectieven blijvend onder de aandacht worden gebracht via pleitbezorgers uit het maatschappelijk middenveld tijdens mondiale SALW-conferenties, waaronder BMS7 en BMS8, en bijdragen aan de ngo-werkgroep inzake vrouwen, vrede en veiligheid en aanverwante processen, om erop toe te zien dat het aspect wapenbeheersing in aanmerking wordt genomen. |
j) |
Bijdragen tot in het kader van dit besluit uitgevoerde acties, zoals de ontwikkeling van het opleidingshandboek, de uitvoering van de opleidingsprogramma's in de landen zelf door ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld tijdens relevante activiteiten vertegenwoordigd is en door gesprekken aan te gaan met het maatschappelijk middenveld op lokaal en gemeenschapsniveau in het begunstigde land, en de deelname aan de subregionale workshop en de regionale seminars in Azië en het Stille Oceaangebied. |
3.6.4. Verwachte resultaten
De betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens zal worden versterkt en hun activiteiten ter promotie van het thema zullen aanzienlijk worden opgevoerd. De steun voor genderresponsieve inspanningen ter beheersing van handvuurwapens zal op lokaal niveau worden versterkt, gemeenschappen zullen bewust worden gemaakt van het belang van dit thema, lokaal onderzoek zal worden aangevat en op basisniveau zullen follow-upmaatregelen worden genomen om problemen in verband met het gebruik en misbruik van handvuurwapens aan te pakken. De betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld zal ook worden versterkt in het kader van de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid en tijdens bijeenkomsten van het VN-actieprogramma, en genderspecifieke overwegingen zullen onder de aandacht worden gebracht van het politieke proces in verband met handvuurwapens.
3.7. Partnerschap, pleitbezorging en outreach
3.7.1. Doelstellingen
Alle organisaties die samen het bestel van de Verenigde Naties vormen, waaronder fondsen, programma's en gespecialiseerde agentschappen, hebben de taak het bereiken van gendergelijkheid te ondersteunen. Voorts zullen organisaties van het VN-bestel die betrokken zijn bij de beheersing van handvuurwapens genderoverwegingen integreren in alle stadia van projecten en programma's in verband met handvuurwapens. Om daartoe bij te dragen zijn de acties ontworpen om deze onderwerpen onder de aandacht te brengen van de VN, alsmede van praktijkgemeenschappen in ruimere zin. Een toegenomen zichtbaarheid van de thema's via pleitbezorging en outreach zal de invloed van het project ook versterken. Het partnerschap met alle relevante belanghebbenden moet coördinatie faciliteren en draagt bij tot een gestroomlijnde uitvoering van alle door dit besluit gesteunde acties.
3.7.2. Acties
a) |
Het organiseren van regelmatige activiteiten tijdens de Eerste Commissie van de Algemene Vergadering (oktober) en tijdens de Commissie voor de Status van de Vrouw (maart) in New York, in het kader van een intersessioneel proces over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens, waaronder forumdiscussies en nevenevenementen met belangrijke gastsprekers van het VN-bestel, staten, onderzoeksinstellingen, de academische wereld en ngo's. Dit proces houdt rekening met convergerende internationale beleidsagenda's en -initiatieven inzake gelijkheid tussen mannen en vrouwen. |
b) |
Het organiseren in 2021 van een eendaags evenement in New York tijdens de 16 Dagen van Activisme tegen Gendergeweld ter promotie van het mainstreamen van gender in de beheersing van handvuurwapens, waaronder een segment op hoog niveau om politieke inzet voor dit onderwerp voor het voetlicht te brengen, een voorstelling van praktische voorbeelden uit de praktijk, waaronder resultaten van de in het kader van dit project uitgevoerde activiteiten, en deskundigenpanels en -discussies om verdere vorderingen met het onderwerp te maken. |
c) |
Het ontwikkelen van een toegewijde, gezaghebbende Unoda-webpagina over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens met informatie en bronnen die het resultaat zijn van de door dit besluit gesteunde acties en andere acties. |
d) |
Tot stand brengen van een VN-CASA (6)-werkgroep over gender en handvuurwapens die door Unoda zal worden bijeengeroepen en alle relevante partners voor de uitvoering van de door dit besluit gesteunde acties samenbrengt. Het IANSA zal ook worden verzocht om zich bij die werkgroep aan te sluiten. |
e) |
Het belang van gendermainstreaming promoten via sociale media- en massamediacampagnes. |
f) |
De donor (de Unie) continu op de hoogte houden over de voortgang van de uitvoering van dit besluit. |
3.7.3. Verwachte resultaten
Er zal een regelmatig gesprek over naar gender uitgesplitste benaderingen van de beheersing van handvuurwapens tot stand worden gebracht, en het thema, alsmede de resultaten van de in het kader van dit besluit ondernomen acties, zullen frequent onder de aandacht worden gebracht. Een website zal worden opgezet als een alomvattende bron met informatie over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens en de in het kader van dit besluit ontwikkelde resultaten. Er zullen regelmatig bijeenkomsten van de CASA-werkgroep inzake gender en handvuurwapens plaatsvinden en de uitvoering van de acties zal tijdens de hele uitvoeringstermijn van het project worden gecoördineerd.
4. EINDPRODUCTEN
Het uitvoerend agentschap zal zorgen voor de volgende eindproducten en zal deze aan de Unie verstrekken:
— |
samenvattende verslagen van de 18 opleidingsprogramma's in het land zelf over gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens; |
— |
een opleidingshandboek in het Engels, Frans, Portugees en Spaans, alsmede relevant opleidingsmateriaal online en op papier; |
— |
online-opleidingen inzake gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens voor VN-personeel en praktijkgemeenschappen in ruimere zin in het Arabisch, Engels, Frans, Portugees en Spaans; |
— |
een pasklaar slotdocument van de workshop in Azië en het Stille Oceaangebied voor het maatschappelijk middenveld en parlementsleden; |
— |
samenvattende verslagen inzake de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij gendermainstreaming in de beheersing van handvuurwapens; |
— |
een vertaling van de MOSAIC-modules in het Arabisch, Frans, Portugees en Spaans; |
— |
een slotverslag bij de voltooiing van het project. |
5. PARTNERS
De acties in het kader van dit besluit moeten voortbouwen op bestaande instrumenten, informatie, hulpmiddelen en deskundigheid waar die voorhanden zijn. Het mechanisme tot coördinatie van de actie op het gebied van handvuurwapens binnen de VN, CASA (7), zal dienen als coördinatieplatform, met name met UN Women, het UNDP Seesac, het DPKO, alsmede de VN-Bureaus van de speciale vertegenwoordigers van de VN-secretaris-generaal, respectievelijk voor kinderen en gewapende conflicten, voor seksueel geweld in conflicten en inzake geweld tegen kinderen. Het Unoda zal de uitvoering van dit besluit nauw coördineren met de donor (de Unie) alsmede met het IANSA.
6. BEGUNSTIGDEN
De directe begunstigden van dit besluit zullen de nationale instellingen zijn die belast zijn met de beheersing van handvuurwapens in aandachtslanden en -regio's, met name Afrika, het Caribisch gebied en Latijns-Amerika, en Azië en het Stille Oceaangebied. De bevolking van de begunstigde landen, die wordt bedreigd door de wijdverbreide beschikbaarheid van handvuurwapens, zal indirect profiteren naarmate de dreiging afneemt. Daarnaast biedt dit besluit steun aan de partners en personeelsleden van het VN-bestel die zich bezighouden met de beheersing van handvuurwapens in de secretariaten van regionale en subregionale organisaties. Lokale gemeenschappen en maatschappelijke organisaties zullen daar de vruchten van plukken, met name de leden van het IANSA. Ook de diplomatieke gemeenschappen die zich in New York en Genève, alsmede in de hoofdsteden bezighouden met de agenda inzake vrouwen, vrede en veiligheid en de uitvoering van SDG 5 en SDG 16 van de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, kunnen ervan profiteren. De acties zullen volledig conform de nationale prioriteiten van de staten moeten verlopen en moeten worden goedgekeurd door de bevoegde nationale autoriteiten. De acties zullen zodanig zijn uitgewerkt dat ze ten goede komen aan meer dan één doelgroep.
7. LOOPTIJD
Gezien de mondiale werkingssfeer van de door dit besluit gesteunde acties, het aantal partners, begunstigden en geplande acties, is de uitvoeringstermijn 36 maanden.
8. COMMUNICATIE EN ZICHTBAARHEID VAN DE UNIE
Het Unoda zal de nodige maatregelen treffen opdat de Uniebijdrage aan de actie voldoende zichtbaar is. Die maatregelen worden getroffen aan de hand van de Handleiding communicatie en zichtbaarheid van de Commissie voor het externe optreden van de Europese Unie (Commission's Communications and Visibility Manual for European Union External Actions). Het Unoda zal zich beijveren voor de verspreiding van informatie en de resultaten van de voorgestelde activiteiten onder een zo breed mogelijk publiek. In het kader van alle relevante acties zal voorts via contacten met de media, nevenevenementen en webinstrumenten worden gezorgd voor outreach. Het Unoda zal erop toezien dat de begunstigden van de acties kennis hebben van de rol van de Unie bij de actie, en hen ervan bewust maken dat de Unie en de VN samenwerken om de beheersing van handvuurwapens aan te scherpen door een genderbewuste aanpak van het handvuurwapenprobleem te bevorderen.
Het Unoda en het IANSA zullen gebruikmaken van een zo breed mogelijke waaier aan communicatie-instrumenten, waaronder een webpagina, persmededelingen, bepaalde sociale media-instrumenten, nevenevenementen en informele briefings. De uitvoering van alle acties zal worden gevolgd via monitoring- en evaluatie-instrumenten, waaronder deelnemersenquêtes en regelmatige vergaderingen van de ter zake bevoegde werkgroep.
(1) „Onze gezamenlijke toekomst veiligstellen. Een agenda voor ontwapening”, mei 2018, https://front.un-arm.org/documents/SG+disarmament+agenda_1.pdf.
(2) www.un.org/disarmament/mosaic.
(3) https://www.un.org/disarmament/mosaic
(4) Besluit (GBVB) 2016/2356 van de Raad van 19 december 2016 ter ondersteuning van de ontwapenings- en wapenbeheersingsactiviteiten van het SEESAC in Zuidoost-Europa in het kader van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 348 van 21.12.2016, blz. 60).
(5) https://docs.wixstatic.com/ugd/bb4a5b_8c8bd0e981b54b6e8b01da205c10d4a3.pdf
(6) http://www.un-arm.org/PoAISS/CASA.aspx
(7) http://www.un-arm.org/PoAISS/CASA.aspx