18.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 322/27


BESLUIT (GBVB) 2018/2010 VAN DE RAAD

van 17 december 2018

ter ondersteuning van de bestrijding van de illegale verspreiding van en handel in handvuurwapens, lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor, en hun impact in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied in het kader van de EU-strategie tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor „Wapens beveiligen, burgers beschermen”

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 19 november 2018 de EU-strategie aangenomen tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor, getiteld „Wapens beveiligen, burgers beschermen” („de EU-SALW-strategie”), die de richtsnoeren bevat voor het optreden van de Unie op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens („SALW”).

(2)

In de EU-SALW-strategie wordt aangekondigd dat de Unie synergie zal nastreven met de Amerikaanse staten en regionale organisaties om de illegale verspreiding van en handel in SALW terug te dringen, met het oog op het bestrijden van gewapend geweld en criminele activiteit.

(3)

Geconstateerd is dat Latijns-Amerika en het Caribisch gebied regio's zijn die ernstige gevolgen ondervinden van de verspreiding en buitensporige accumulatie van SALW.

(4)

In 2016, tijdens de zesde tweejaarlijkse bijeenkomst van de staten van het op 20 juli 2001 aangenomen VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW in al zijn aspecten („het actieprogramma”), hebben alle VN-lidstaten zich opnieuw verbonden tot het voorkomen van de illegale handel in SALW. De staten waren ingenomen met de vooruitgang op het gebied van de versterking van subregionale en regionale samenwerking, en zegden toe dergelijke samenwerkings-, coördinatie- en informatie-uitwisselingsmechanismen, met inbegrip van het delen van beste praktijken, in te stellen of te versterken, naargelang het geval, teneinde de uitvoering van het actieprogramma te ondersteunen.

(5)

De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) is het secretariaat voor het Inter-Amerikaans Verdrag ter bestrijding van de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, munitie, explosieven en aanverwante materialen (CIFTA), en zorgt voor de coördinatie en uitvoering van regionale initiatieven ter bestrijding van illegale SALW in Noord- en Zuid-Amerika.

(6)

De Unie wenst een project ter beperking van de dreiging van illegale verspreiding van en handel in SALW en munitie daarvoor in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied te financieren,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Met het oog op de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen illegale vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor, getiteld „Wapens beveiligen, burgers beschermen” („de EU-SALW-strategie”) en met het oog op de bevordering van vrede en veiligheid, heeft het OAS-project ter beperking van de dreiging van illegale verspreiding van en handel in SALW en munitie daarvoor in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, dat door de Unie zal worden gesteund, de volgende specifieke doelstellingen:

versterken van de systemen voor fysieke beveiliging en beheer van de nationale militaire en andere institutionele voorraden door betere beveiligingsmaatregelen en inventariscontrole in de locaties;

versterken van de nationale capaciteit voor de vernietiging van in beslag genomen, overtollige of onveilige SALW en munitie;

verbeteren van de nationale capaciteit voor het markeren en traceren van SALW, en stimuleren van regionale samenwerking bij het traceren van in beslag genomen wapens en munitie;

verbeteren van de mechanismen voor de overdracht van SALW door middel van nationale wetgeving, grenscontroles en regionale coördinatie, en

bevorderen van maatschappelijk verantwoorde gedragingen in bepaalde gemeenschappen, gericht op groepen die ernstig getroffen worden door gewapend geweld, onder andere door middel van inlevercampagnes of andere strategieën ter beperking van de lokale incidentie van gewelddadige misdrijven.

De Unie financiert het project, waarvan een uitvoerige beschrijving in de bijlage gaat.

Artikel 2

1.   De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid („de hoge vertegenwoordiger”) is belast met de uitvoering van dit besluit.

2.   De technische uitvoering van het in artikel 1 bedoelde project wordt verricht door de OAS.

3.   De OAS voert zijn taken uit onder de verantwoordelijkheid van de hoge vertegenwoordiger. De hoge vertegenwoordiger treft daartoe de nodige regelingen met de OAS.

Artikel 3

1.   Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van het in artikel 1 bedoelde, door de Unie gefinancierde project bedraagt 3 000 000 EUR. Het programma wordt volledig gefinancierd door de Unie, met de inbreng in natura van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Spanje en de begunstigde.

2.   Voor het beheer van de uitgaven die worden gefinancierd uit het in lid 1 vastgestelde referentiebedrag gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.

3.   De Commissie houdt toezicht op het correcte beheer van de in lid 1 bedoelde uitgaven. Daartoe sluit zij de nodige overeenkomst met de OAS. In de overeenkomst wordt bepaald dat de OAS er zorg voor moet dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met de omvang ervan.

4.   De Commissie streeft ernaar de in lid 3 bedoelde overeenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden die zich daarbij voordoen en van de datum van sluiting van de overeenkomst.

Artikel 4

1.   De hoge vertegenwoordiger brengt verslag uit aan de Raad over de uitvoering van dit besluit, op basis van regelmatige kwartaalverslagen die door de OAS worden opgesteld. Die verslagen vormen de basis voor de evaluatie door de Raad.

2.   De Commissie brengt verslag uit over de financiële aspecten van het in artikel 1 bedoelde project.

Artikel 5

1.   Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

2.   Dit besluit verstrijkt 36 maanden na de datum van sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde overeenkomst of, indien er binnen die termijn nog geen overeenkomst is gesloten, zes maanden na de datum van zijn inwerkingtreding.

Gedaan te Brussel, 17 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

E. KÖSTINGER


BIJLAGE

PROJECT INZAKE DE BESTRIJDING VAN DE ILLEGALE VERSPREIDING VAN EN HANDEL IN HANDVUURWAPENS, LICHTE WAPENS (SALW) EN MUNITIE DAARVOOR, EN HUN IMPACT IN LATIJNS-AMERIKA EN HET CARIBISCH GEBIED IN HET KADER VAN DE EU-STRATEGIE TEGEN ILLEGALE VUURWAPENS, HANDVUURWAPENS EN LICHTE WAPENS EN MUNITIE DAARVOOR „WAPENS BEVEILIGEN, BURGERS BESCHERMEN”

1.   Inleiding en doelstellingen

1.1   Inleiding

De verspreiding van illegale handvuurwapens, lichte wapens en munitie is een van de belangrijkste factoren die bijdragen tot een hoog niveau van geweld en instabiliteit in verscheidene landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Bijna de helft van alle moordslachtoffers is tussen 15 en 29 jaar oud en het gebruik van vuurwapens is uitzonderlijk wijd verspreid in de regio, waar twee derde (66 %) van het aantal moorden met vuurwapens wordt gepleegd. Statistieken van Small Arms Survey voor zijn publicatie „Global Burden of Armed Violence, 2015” tonen voorts aan dat de tien landen met het hoogste percentage van SALW-gerelateerde sterfgevallen tussen 2010 en 2015 allemaal Amerikaanse staten waren, met elk meer dan 20 vuurwapenmoorden per 100 000 inwoners.

De regeringen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied hebben uiting gegeven aan hun verwerping van de illegale vervaardiging van en handel in wapens door steun te verlenen aan verscheidene internationale instrumenten, waaronder het Inter-Amerikaans Verdrag ter bestrijding van de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, munitie, explosieven en aanverwant materiaal (CIFTA), het Actieprogramma van de Verenigde Naties voor handvuurwapens en lichte wapens en het internationaal traceringsinstrument. Het leger en andere veiligheidstroepen bewaren evenwel grote voorraden SALW en munitie die vaak slecht beveiligd of het voorwerp van een weinig rigoureuze verantwoordingsplicht zijn. Elk jaar nemen veiligheidstroepen in de regio duizenden illegale SALW en tonnen munitie in beslag. Er is vastgesteld dat een deel van het in beslag genomen materiaal afkomstig was uit militaire voorraden van binnen en buiten de regio, nu kapitaalkrachtige criminele ondernemingen, waaronder drugshandelorganisaties, transnationale bendes en internationale wapenhandelaars te sterk zijn gebleken voor de nationale bestrijdingscapaciteiten.

Er is aangetoond dat niet alleen de proliferatie van handvuurwapens, maar ook de beschikbaarheid van vuurwapens voor de gehele bevolking het risico van wapengeweld doen toenemen. In het „Global Status Report on Violence, 2014” van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wordt aan de hand van transversale studies in de deelnemende landen aangetoond dat de beschikbaarheid van vuurwapens in feite een risicofactor voor moord is. In het verslag wordt er voorts op gewezen dat vuurwapens in het algemeen wijd verspreid zijn in Noord- en Zuid-Amerika, en dat zij het meest gebruikte wapen in gewelddadige confrontaties zijn. Een andere bevinding van het verslag is dat gemakkelijke toegang tot vuurwapens en andere wapens en buitensporig alcoholgebruik ook in nauw verband staan met meerdere vormen van geweld.

Een andere vraag is of de beschikbaarheid van vuurwapens een verschillende invloed heeft op mannen en vrouwen. De ruime beschikbaarheid van vuurwapens draagt bij tot het aantal bedreigingen met behulp van dit type wapen, alsmede tot het aantal overlijdens als gevolg van partnergeweld in gezinnen waar vrouwen mishandeld worden. Volgens het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken behoort een onevenredig percentage van de eigenaren en gebruikers van handvuurwapens tot het mannelijk geslacht, zowel in conflictsituaties als daarbuiten. De meeste geweldplegingen van mannen op vrouwen worden gekenmerkt door het gebruik van vuurwapens als intimidatie of dodelijk wapen. Wanneer een vuurwapen wordt getoond, lopen slachtoffers van partnergeweld minder gevaar uiteindelijk zichtbaar letsel op te lopen. Wel vertonen zij vaak meer angst. Vuurwapens worden voornamelijk gebruikt om de partner te bedreigen (69,1 %), en wanneer dit soort wapen wordt gebruikt, zijn de daders bijvoorbeeld minder geneigd hun slachtoffer te slaan of te trappen.

Het gebruik van elk type wapen houdt verband met een breed scala van gewelddadig gedrag met gevolgen voor de slachtoffers die verder gaan dan fysieke verwondingen. Bedreigingen en intimidatie genereren psychologische effecten en trauma's, en veel slachtoffers melden dit geweld niet aan de autoriteiten uit vrees voor vergeldingsacties. Beroepsbeoefenaars, zoals zorgverleners, maatschappelijk werkers en met openbare veiligheid belaste ambtenaren moeten worden opgeleid om te kunnen reageren op gewelddadige situaties waarbij SALW worden gebruikt.

Het engagement van de gemeenschap en de oprichting van een netwerk voor gemeenschapssteun kunnen zorgen voor een betere bijstand aan slachtoffers van vuurwapenmisdrijven en voor het helpen voorkomen van gewelddadige gedragingen die kunnen uitmonden in met name moord. Een actieve gemeenschap draagt bij tot het opbouwen van vertrouwen, transparantie, communicatie en betrokkenheid bij haar inspanningen.

Sinds 2009 heeft de afdeling openbare veiligheid (Department of Public Security - DPS) van het secretariaat-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) („OAS-DPS”) steun verleend aan de inspanningen van de lidstaten van de OAS om de stroom van illegale SALW en munitie te controleren en de institutionele voorraden te beheren via het bijstandsprogramma inzake wapen- en munitiecontrole (Program of Assistance for Control of Arms and Munitions — PACAM). PACAM heeft, overeenkomstig de bepalingen van het CIFTA, projecten uitgevoerd in samenwerking met de meeste van de 34 actieve lidstaten van de OAS. Deze activiteiten hebben geleid tot de markering van meer dan 290 000 vuurwapens en tot de vernietiging van nog eens 60 000 wapens en meer dan 1 700 ton munitie in de hele regio.

Hoewel zinvolle resultaten zijn bereikt in de markering, de fysieke beveiliging en het beheer van de voorraden van SALW, blijven er grote verschillen in nationale capaciteit bestaan, met name tussen de landen van Midden-Amerika en het Caribisch gebied. De protocollen inzake voorraadbeheer worden nog steeds systematisch gebrekkig uitgevoerd in bijna alle landen van de regio, terwijl de vraag naar technische bijstand, advies en samenwerking is toegenomen als gevolg van de succesvolle uitvoering van eerdere PACAM-activiteiten en het toegenomen vertrouwen onder nationale autoriteiten in de rol van de OAS op dit gebied.

Tijdens de uitvoering van eerdere PACAM-projecten, alsmede tijdens recente vergaderingen in het kader van het CIFTA hebben verscheidene lidstaten van de OAS om technische bijstand verzocht op de gebieden waarop het voorgestelde project betrekking heeft. Onder meer Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Costa Rica, Jamaica, Dominica en de Dominicaanse Republiek hebben om steun verzocht bij het verbeteren van hun capaciteit inzake fysieke beveiliging en voorraadbeheer. Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Costa Rica en Panama hebben verzocht om steun voor de vernietiging van overtollige, verouderde of in beslag genomen SALW en munitie. Tegelijkertijd bestaat er een grote vraag naar opleiding en bijstand inzake markering en tracering van SALW: Guatemala, El Salvador, Honduras, Costa Rica, Panama, Bahama's, Barbados, Jamaica, de Dominicaanse Republiek, Trinidad en Tobago, Guyana, Suriname, Uruguay en Paraguay hebben om hulp verzocht.

Dit project zal ook een onderdeel preventie bevatten, dat voorziet in sectoroverschrijdende, gemeenschapsgerichte en op samenwerking berustende interventies die gericht zijn op het beperken van de risicofactoren voor geweld, met de eerder genoemde beroepsgroepen en de gemeenschap als directe begunstigden en de daders en de slachtoffers als indirecte doelgroepen.

Het onderdeel preventie zal worden uitgevoerd binnen een bepaalde gemeenschap van de drie geselecteerde landen. De interventies moeten mogelijk worden aangepast aan de behoeften van specifieke bevolkingsgroepen, methoden van inzet van de gemeenschap en aan de specifieke constellatie van uitdagingen en kansen voor het voeren van gezamenlijke initiatieven op het gebied van preventie van geweld met vuurwapens in verschillende gemeenschappen. Hoewel nog niet precies is vastgesteld op welke landen deze inspanningen gericht zullen zijn, zijn Guatemala, El Salvador, Honduras en Jamaica de landen die het meest in aanmerking komen voor projectsteun vanwege hun hoge frequentie van gewelddadige misdrijven en het daarmee gepaard gaande vuurwapengebruik.

1.2   Doelstellingen

Doel van de DPS met dit driejarige project is het versterken van de capaciteit van de overheden van de lidstaten van de OAS om de illegale verspreiding van en handel in SALW en conventionele munitie in de regio te beheersen en verminderen, en van de capaciteit van geselecteerde gemeenschappen om gewapend geweld te voorkomen. Technische bijstand en samenwerking met de lidstaten die de algemene doelstelling van het project ondersteunen, zal gebaseerd zijn op de volgende doelstellingen:

versterken van de systemen voor fysieke beveiliging en beheer van de nationale militaire en andere institutionele voorraden door betere beveiligingsmaatregelen en inventariscontrole in de locaties;

versterken van de nationale capaciteit voor de vernietiging van in beslag genomen, overtollige of onveilige SALW en munitie;

verbeteren van de nationale capaciteit voor het markeren en traceren van SALW, en stimuleren van regionale samenwerking bij het traceren van in beslag genomen wapens en munitie;

verbeteren van de mechanismen voor de overdracht van SALW door middel van nationale wetgeving, grenscontroles en regionale coördinatie, en

bevorderen van maatschappelijk verantwoorde gedragingen in bepaalde gemeenschappen, gericht op groepen die ernstig getroffen worden door gewapend geweld, onder meer door middel van inlevercampagnes of andere strategieën ter beperking van de lokale incidentie van gewelddadige misdrijven.

2.   Keuze van het uitvoerende agentschap en coördinatie met andere financieringsinitiatieven

2.1   Uitvoerend agentschap – de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS)

De OAS speelt een cruciale rol in het regionale kader voor de preventie van de illegale verspreiding van handvuurwapens, lichte wapens, munitie en explosieven in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. In 1997 ondertekende de regio het CIFTA en voerde zij daarmee als eerste ter wereld een regionaal instrument in voor de controle van deze wapens. Aangezien de OAS het technisch secretariaat voor het CIFTA verzorgt, is zij bij uitstek geschikt voor de coördinatie van de inspanningen in het gehele westelijke halfrond ter bestrijding van de ongecontroleerde verspreiding van illegale handvuurwapens, lichte wapens en munitie als noodzakelijke stap voor het versterken van de veiligheid van de burger en het beperken van gewapend geweld. In deze hoedanigheid heeft de OAS-DPS projecten en programma's uitgevoerd ter ondersteuning van de lidstaten van de OAS bij het nakomen van hun verplichtingen om hun vuurwapenvoorraden te beveiligen, om wetgevende maatregelen te nemen met het oog op de strafbaarstelling van illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens in het nationale recht, om te eisen dat vuurwapens worden gemarkeerd en om met andere partijen bij het CIFTA informatie uit te wisselen met betrekking tot het traceren van informatie en patronen inzake illegale handel. Sinds 2007 is via door internationale donoren gesteunde OAS-projecten opleiding, technische bijstand en uitrusting verstrekt aan 29 landen in de regio, hetgeen heeft geleid tot de markering van bijna 300 000 vuurwapens en tot de vernietiging van nog eens 65 000 overtollige of in beslag genomen vuurwapens en van meer dan 1 700 ton overtollige, vervallen of onveilige munitie. Geen enkele andere regionale of subregionale organisatie die zowel in Noord- als in Zuid-Amerika actief is, heeft de politieke invloed, de technische deskundigheid en de geografische reikwijdte die haar in staat stellen alle 35 Amerikaanse staten te ondersteunen en bij te staan.

(Cuba blijft de enige inactieve lidstaat van de OAS en zijn toekomstige status is onderworpen aan een proces van dialoog dat kan worden ingeleid op verzoek van de regering van Cuba, zulks in overeenstemming met de praktijken, de doeleinden en de beginselen van de OAS).

Daarnaast hebben de lidstaten van de OAS de DPS van de OAS opgedragen een „Hemispheric Plan of Action” (actieplan voor het halfrond) op te stellen teneinde moorden te voorkomen en hun aantal te verminderen. Een van de doelstellingen van dit actieplan is de beschikbaarheid van en de toegang tot wapens te verminderen. Twee van de instrumenten van de DPS voor de uitvoering van het plan zijn het Inter-Amerikaanse Programma en het Inter-Amerikaanse Netwerk voor de preventie van geweld en criminaliteit. Het onderdeel preventie van dit project zal worden uitgevoerd volgens de richtsnoeren van het programma en het netwerk, met oog voor empowerment van jongeren („youth leadership”) en met inachtneming van de drie niveaus van preventie, zulks op basis van wetenschappelijke gegevens, intersectorale coördinatie en sociale participatie door middel van empowerment van gemeenschappen, waarbij internationale samenwerking wordt aangemoedigd, een cultuur van vrede wordt bevorderd en de aspecten mensenrechten en gender in aanmerking worden genomen.

2.2   Coördinatie met andere relevante financieringsinitiatieven

Als algemene praktijk coördineert de DPS van de OAS haar activiteiten met die van andere agentschappen en organisaties die financiële middelen ontvangen van zowel dezelfde als verschillende regeringen en internationale organisaties die als donor optreden. Ten aanzien van organisaties die steun ontvangen van de Unie voor werkzaamheden ter uitvoering van dit project, is het mondiale vuurwapenprogramma van het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) rechtstreeks relevant voor het project. Het knooppunt van deze coördinatie zijn het regionale bureau van het UNODC in Mexico en de bureaus in de betrokken landen waar specifieke activiteiten van het project worden uitgevoerd. Gezien de lopende werkzaamheden van het UNODC op dit gebied zullen de projectactiviteiten in overeenstemming worden gebracht met de pijlers van het mondiale vuurwapenprogramma.

Met betrekking tot de ontwikkeling van wetgeving en beleid zal de DPS van de OAS op dit gebied actief blijven via het CIFTA, meer bepaald in de jaarlijkse vergaderingen van het Raadgevend Comité en speciale werkgroepen die ten behoeve van de staten die partij zijn bij het Verdrag modelwetgeving ontwikkelen en blijven verfijnen. Doelstelling 4 van dit voorstel bestaat in het verbeteren van de mechanismen voor de overdracht van SALW door middel van nationale wetgeving, grenscontroles en regionale coördinatie, met bijzondere aandacht voor juridische mechanismen. Er zullen activiteiten worden georganiseerd, waaronder een regionale workshop met het oog op het ontwikkelen van mechanismen voor legale grensoverschrijdende overdrachten en het traceren daarvan, het ontwikkelen van een virtueel coördinatienetwerk voor de uitwisseling van informatie over legale overdrachten en illegale handel en juridische bijstand aan specifieke landen. De reeds door het UNODC ontwikkelde juridische instrumenten zijn belangrijk als leidraad bij de werkzaamheden in het kader van het OAS-project op dit gebied, en het UNODC zal tijdens het proces van ontwikkeling van deze regionale kaders worden verzocht zijn advies te geven en zijn ervaringen mede te delen, en vertegenwoordigers van het UNODC zal worden verzocht deel te nemen aan de workshops en zich uit te spreken over de werkzaamheden in verband met een virtueel coördinatienetwerk.

Met betrekking tot preventie- en veiligheidsmaatregelen zal de DPS van de OAS contact opnemen met het UNODC om gedachtewisselingen te organiseren over de ervaringen met het markeren van vuurwapens en met projecten voor het traceren daarvan. Aangezien dat een gebied is waarop in vorige OAS-projecten de klemtoon lag, zou het in een vroegtijdig stadium uitwisselen van ervaringen, in het kader van de Raadgevende Comités van het CIFTA, gefaciliteerd kunnen worden door personeelsleden van het UNODC de mogelijkheid te bieden deze vergaderingen bij te wonen.

Het verzamelen en analyseren van gegevens, een andere pijler van het mondiale programma inzake vuurwapens, zal de OAS een belangrijke gelegenheid bieden voor het delen van gegevens die met activiteiten in het kader van projecten met het UNODC zijn verzameld. In dat verband is de DPS van de OAS voornemens contact op te nemen met het hoofdkantoor van het ONODC in Wenen, alsook met het verbindingsbureau in New York en het regionaal bureau in Mexico, om te zorgen voor coördinatie van de methoden voor uitwisseling van gegevens uit projectactiviteiten, die van nut zullen zijn voor het analyseren van patronen en trends in de wereldwijde wapenhandel.

3.   Projectbeschrijving

3.1   Beschrijving

De algemene doelstelling van dit project is het versterken van de capaciteit van de regeringen van de OAS-lidstaten tot het beheersen en inperken van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en conventionele munitie in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, en het beperken van het effect van handvuurwapens en lichte wapens op de kwetsbare bevolkingsgroepen en gemeenschappen in de regio. Voortbouwend op eerdere werkzaamheden van de OAS-DPS via haar bijstandsprogramma inzake wapen- en munitiecontrole (Program of Assistance for Control of Arms and Munitions — PACAM), zullen de projectactiviteiten gericht zijn op het toezicht op institutionele voorraden handvuurwapens, lichte wapens en munitie door middel van maatregelen voor de fysieke beveiliging en het beheer van wapenvoorraden, het voorkomen van de illegale handel in wapens en munitie over internationale grenzen in de regio en het opsporen en traceren van door overheidsinstanties in beslag genomen handvuurwapens, lichte wapens en munitie, teneinde de herkomst ervan te bepalen. Tijdens de uitvoering van het project zal de OAS opleiding verstrekken aan de nationale agentschappen die verantwoordelijk zijn voor de fysieke beveiliging en het voorraadbeheer, en voor de software voor de nationale inventariscontrole. Bijstand aan regeringen bij het vernietigen van in beslag genomen, overtollige en onveilige SALW en munitie daarvoor zal ook deel uitmaken van de inspanningen op het gebied van voorraadbeheer.

De OAS zal een vorig project versterken, dat voorzag in uitrusting en opleiding voor het markeren en traceren van SALW, door bijstand te verlenen aan de lidstaten die op dat gebied nog geen steun hebben ontvangen, alsook aan de lidstaten waaraan bijstand is verleend en die vervolgens aanvullende opleiding en ondersteuning hebben gevraagd voor het onderhoud van de markeringsapparatuur. Gebruik makend van zijn coördinerende rol als secretariaat voor het CIFTA zal de OAS de lidstaten advies en technische bijstand verstrekken bij het opstellen van wetgeving voor het stimuleren van maatregelen ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale vervaardiging van en handel in SALW en munitie daarvoor, zulks in overeenstemming met de CIFTA-bepalingen. Voorts zal een proef-preventieprogramma worden getest op geselecteerde gemeenschappen in de twee of drie landen die het ergst getroffen worden door gewapend geweld dat het gevolg is van de verspreiding van SALW. Het beoogde tijdschema voor de uitvoering van het project is 36 maanden.

3.2   Methode

3.2.1   Organisatiestructuur

Dit project zal door de OAS-DPS worden uitgevoerd, in samenwerking met de lidstaten van de OAS die steun hebben gekregen. Het managementteam van de DPS van de OAS voor het project zal bestaan uit vijf personeelsleden van het hoofdkantoor van de OAS in Washington, DC, terwijl het project zal worden uitgevoerd door een technisch ondersteuningsteam in de regio zelf en plaatselijk aangetrokken personeel in de lidstaten, afhankelijk van de specifieke activiteiten die moeten worden uitgevoerd.

Het in de regio gevestigde team van het PACAM zal bestaan uit een teamleider/coördinator, een deskundige informatiebeheer en gegevensbanken, een specialist logistieke/administratieve ondersteuning en drie technici die gespecialiseerd zijn in veiligheid, identificatie, markering en vernietiging van vuurwapens – en met een niveau 3-certificering in explosievenopruiming, in overeenstemming met de workshopovereenkomst voor competentienormen van het centrum voor Europese normalisatie. Voor zeer gespecialiseerde opleidingen en taken kan de OAS ook kortetermijnondersteuning inhuren van andere technische partnerorganisaties, waaronder de Golden West Humanitarian Foundation, die grote deskundigheid ter beschikking heeft voor het ontwikkelen van innovatieve, passende technologieën om opgewassen te zijn tegen de operationele uitdagingen op het gebied van munitie, springstoffen, landmijnen en SALW.

In een eerste fase zal het managementteam van de DPS van de OAS rechtstreeks overleggen met de nationale autoriteiten van de lidstaten die eerder steun hebben gevraagd voor kwesties in verband met SALW en munitie daarvoor. In verscheidene gevallen beschikt de OAS over bestaande samenwerkingsovereenkomsten om de lidstaten bij te staan op de gebieden fysieke beveiliging en voorraadbeheer en markering en tracering van SALW, die de basis zullen vormen voor de technische bijstand. Het technische bijstandsteam van de PACAM zal onmiddellijk na de aanvang van het project bijstandsverzoeken kunnen inwilligen die opleiding en onderhoud van apparatuur voor het markeren van SALW betreffen.

3.2.2   Technische benadering

Verzoeken om bijstand bij de fysieke beveiliging, het voorraadbeheer en de vernietiging van SALW en munitie daarvoor zullen pas ingewilligd kunnen worden na een eerste beoordeling door een lid van het managementteam van het programma van de DPS van de OAS, dat daarvoor de ondersteuning van het technisch team van de PACAM krijgt. Op basis van deze beoordeling zal het managementteam de nationale autoriteit van de betrokken lidstaat een landenactieplan voorstellen, dat volgens de meest dringende prioriteiten en beschikbare middelen met steun van het technisch team van de PACAM zal worden uitgevoerd. Voor de vernietiging van munitie wordt rekening gehouden met de leeftijd, de staat en de veroudering van het materiaal, waarbij voorrang wordt gegeven aan materiaal dat voor de openbare veiligheid en beveiliging de grootste bedreiging oplevert wegens onvoorziene explosies of onttrekking aan het legale circuit. Handvuurwapens en lichte wapens zullen voor vernietiging worden bestemd op grond van analytische criteria, waaronder functionaliteit, dodelijk karakter en risico op onttrekking aan het legale circuit. De vernietiging van in beslag genomen of geconfisqueerde wapens zal worden beperkt tot die welke door de justitiële autoriteiten zijn vrijgegeven en niet meer als bewijsmateriaal naar voren moeten worden gebracht in een strafproces. Bij het opstellen van de landenactieplannen worden de volgende richtsnoeren in acht genomen:

de internationale technische richtsnoeren voor munitie;

de vuurwapennormen van de OAS: markering en registratie, en

het handboek vernietiging van het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken: handvuurwapens, lichte wapens, munitie en explosieven.

Met het oog op een betere regionale coördinatie van de nationale wetgeving inzake SALW, mechanismen voor de overdracht daarvan en grenscontroles zal de OAS regionale workshops organiseren, in de marge van de jaarlijkse bijeenkomsten van het Raadgevend Comité van het CIFTA. Steun voor deze workshops zal ook bijdragen tot een grotere deelname van de bevoegde nationale autoriteiten aan de CIFTA -bijeenkomsten, en tot het creëren van fora voor het formuleren van gezamenlijke problemen en oplossingen. Het managementteam van de DPS van de OAS zal mee de agenda's van de CIFTA-bijeenkomsten opstellen, en zorgen voor de coördinatie en de uitvoering van de workshops. De workshops zijn gericht op specifieke onderwerpen op het gebied van regionale samenwerking en coördinatie, teneinde te bepalen welke behoeften aan technische bijstand en opleiding de buurlanden en subregio's met elkaar gemeen hebben. Bijzondere aandacht van de regionale workshops zal uitgaan naar de ontwikkeling van een regionaal meldingssysteem voor legale wapenoverdrachten dat in overeenstemming is met de bepalingen van het CIFTA en dat tevens recht doet aan de transparantierichtsnoeren in het Wapenhandelsverdrag (WHV), dat door bepaalde lidstaten van de OAS en ondertekenaars van het CIFTA is ondertekend of geratificeerd.

Vervolgopleidingen zullen door het managementteam van de DPS van de OAS worden gecoördineerd en door het technische team van de PACAM worden gegeven, met deelname van de lidstaten op nationaal en subregionaal niveau ter verbetering van de communicatie tussen de nationale autoriteiten met soortgelijke verantwoordelijkheden in bepaalde geografische gebieden. Een cursus zal douane- en havenautoriteiten leren inventarissen van in beslag genomen wapens en munitie op te maken, teneinde het traceren en vaststellen van patronen in de handel te bevorderen als middel om wapensmokkel tegen te gaan en voor een betere melding van inbeslagnames te zorgen. Het PACAM-team zal software en computerapparatuur ter beschikking stellen om deze activiteiten te ondersteunen nadat nationale personeelsleden zijn opgeleid. In samenhang met deze opleiding zal het PACAM-team informatie verstrekken, alsmede gedrukte gidsen ter verspreiding, waarin wordt ingegaan op het identificeren van SALW en munitie, de indeling daarvan en de beveiliging ter voorkoming van ongevallen.

In het onderdeel preventie van het project zal de nadruk liggen op één gemeenschap in elk van de drie geselecteerde landen. De DPS van de OAS zal de evaluaties van de gemeenschappen coördineren, te beginnen met de methode van het strategisch diagnosesysteem (Sistema de Diagnóstico Estratégico – SIDIEs-methodologie), die zal worden gebruikt voor het beoordelen van het huidige risico van wapengeweld op communautair niveau, waaronder de groepen die het meeste risico lopen, en tevens de sterktes en zwaktes van de geselecteerde gemeenschap om zichzelf te beschermen. De door de overheid en het maatschappelijk middenveld geleverde diensten om slachtoffers van gewapend geweld bij te staan en te beschermen, zullen in kaart worden gebracht en een lijst van beleidsaanbevelingen zal aan de lokale autoriteiten worden verstrekt. De beoordeling zal gendergevoelig zijn en tevens rekening houden met een mensenrechtendimensie.

De tweede stap in het proces zal bestaan in de opbouw van capaciteit van lokale zorgverleners, maatschappelijk werkers en ambtenaren van justitie en openbare veiligheid, zodat zij slachtoffers van misdrijven en geweld beter kunnen ondersteunen en beschermen en kunnen werken aan het voorkomen van recidive bij misdadigers. Bij deze activiteit zal de nadruk liggen op het werken met slachtoffers en daders van partnergeweld. Er zal worden gezorgd voor psychologische en psychosociale steun met de oprichting of versterking van zelfhulpgroepen, en de re-integratie op de arbeidsmarkt van slachtoffers zal worden overwogen. Slachtoffers en hun gezinnen zullen worden aangemoedigd om gewelddadige incidenten en bedreigingen te melden, terwijl justitie en ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de openbare veiligheid zullen worden opgeleid om beter te reageren op dit soort geweld. Gezondheidszorgverleners en justitiemedewerkers zullen worden aangemoedigd om psychologische bijstand aan daders te integreren, als strategie voor risicopreventie en ter voorkoming van recidive.

Bij de activiteiten zal ook de gemeenschap worden betrokken, om haar zwaktes bloot te leggen, haar bestaande beschermingsnetwerken in kaart te brengen en te versterken en met de bestaande officiële preventienetwerken samen te werken. Het betreft onder meer opleidingscursussen op het gebied van technieken voor het geweldloos oplossen van conflicten voor gemeenschapsleiders en campagnes ter vermindering van de aan handvuurwapens en lichte wapens verbonden risico's, indien nodig. Een aantal initiatieven kan gericht zijn op groepen die bij de aanvang van het proces als de meest kwetsbare groepen gelden, zoals risicojongeren (bijvoorbeeld multisystemische therapie), of vrouwen (ondernemerschap). Alle activiteiten ter bevordering van de capaciteitsopbouw van gemeenschappen zullen worden geëvalueerd met de meest geschikte instrumenten, zoals vragenlijsten of focusgroepen. Voorts zullen specifieke instrumenten ter evaluatie van de geselecteerde activiteiten worden uitgewerkt zodra de activiteiten zijn geselecteerd.

3.2.3   Genderperspectief

Omdat gewapende conflicten vrouwen, mannen, meisjes en jongens op verschillende manieren treffen, zal in dit project rekening worden gehouden met het feit dat vrouwen en meisjes in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied worden gediscrimineerd op grond van geslacht en dat zij kwetsbaar zijn voor seksueel geweld. Ter bevordering en ondersteuning van actieve en betekenisvolle deelname van vrouwen in alle mechanismen voor geweldpreventie en conflictoplossing zal in alle activiteiten een genderperspectief worden geïntegreerd. Een van de voornaamste maatregelen zal bestaan in het integreren van vrouwen op alle niveaus van de projectuitvoering door het secretariaat-generaal van de OAS, voor zowel technische doelstellingen op het gebied van oplossing van conflicten als doelstellingen inzake het voorkomen van geweld. Dat gaat van hun deelname op het niveau van het secretariaat van de OAS voor multidimensionale veiligheid en van de directeur van de DPS van de OAS, tot aanwezigheid onder het technisch personeel van het PACAM dat betrokken is bij de fysieke beveiliging, het voorraadbeheer en de operaties inzake controle op en vernietiging van SALW, alsook onder plaatselijke functionarissen die belast zijn met het voorkomen van geweld. Bij activiteiten ter voorkoming van geweld zal bijzondere aandacht worden besteed aan de behoefte van vrouwen en meisjes aan beveiliging en veiligheid binnen hun gemeenschappen, in hun streven naar oplossingen voor deze uitdagingen. Door vrouwen geleide regionale en plaatselijke organisaties zullen worden aangezocht als partners voor specifieke activiteiten, op basis van de verenigbaarheid van de maatschappelijke doelstellingen van deze organisaties met die van het project en hun opgedane ervaring met de technische aspecten van het project.

3.2.4   Externe coördinatie

Naast de coördinatie en de samenwerking met nationale autoriteiten in de gehele regio zal de OAS tijdens de uitvoering van het project zorgen voor de coördinatie en de samenwerking met andere instellingen en organisaties. De hieronder vermelde entiteiten zijn wellicht in staat steun te bieden voor specifieke kwesties en in de regio bekendheid te geven aan het initiatief:

het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC), waaronder de regionale en de nationale bureaus, voor zover van toepassing: het mondiale vuurwapenprogramma, met name controles op doorvoer en tussenhandel;

het Midden-Amerikaans programma voor toezicht op handvuurwapens en lichte wapens (CASAC) van het secretariaat-generaal van het Midden-Amerikaans Integratiesysteem: bevorderen van regionale initiatieven voor Midden-Amerika via deelname aan regionale workshops en follow-up van eerdere door de EDEO gefinancierde SALW-projecten;

het Caricom-uitvoeringsagentschap voor misdaad en veiligheid (IMPACS): coördinatie met het regionaal geïntegreerd netwerk voor ballistische informatie (RIBIN);

Interpol: technische bijstand in SALW-opleiding (iARMS);

Bureau voor Alcohol, Tabak en Vuurwapens van de VS (ATF): technische expertise in het traceren van SALW (e-Trace);

de Royal Canadian Mounted Police (RCMP): technische samenwerking met het oog op de ontwikkeling van opleidingen over de identificatie en classificatie van SALW;

Conflict Armament Research: coördinatie en technische bijstand voor het traceren van SALW door middel van het I-Trace-initiatief;

Organisaties van het maatschappelijk middenveld die zich toeleggen op de preventie van criminaliteit en geweld, waaronder het Midden-Amerikaanse netwerk voor vredesopbouw en menselijke veiligheid (REDCEPAZ – Red Centroamericana para la Construcción de la Paz y Seguridad Humana), het Opleidingsinstituut voor duurzame ontwikkeling (IEPADES — Instituto de Enseñanza para el Desarrollo Sostenible — Guatemala), Interpeace (Midden-Amerika), de Alliantie voor het voorkomen van geweld (Jamaica) en de North Coast Empowerment Group (Trinidad en Tobago).

3.3   Projectdoelstellingen en activiteiten

Doelstelling 1: versterken van de systemen voor fysieke beveiliging en beheer van de nationale militaire en andere institutionele voorraden door betere beveiligingsmaatregelen en inventariscontrole in de locaties.

Ondersteuningsactiviteiten:

Activiteit 1.1: beoordelen van de situatie op het gebied van fysieke beveiliging en voorraadbeheer (PSSM) in ten minste negen lidstaten van de OAS.

Activiteit 1.2: ontwikkelen van software voor inventariscontrole van SALW en munitie en ter beschikking stellen van deze software en opleiding aan alle OAS-lidstaten via het CIFTA.

Activiteit 1.3: verstrekken van opleiding aan cruciale nationale autoriteiten over beste praktijken inzake PSSM, daaronder begrepen inventariscontrole en identificatie en classificatie van SALW tijdens workshops, die in het kader van CIFTA-evenementen worden georganiseerd.

Verwachte resultaten:

Voltooiing van negen nationale evaluaties van de fysieke beveiliging en de capaciteiten inzake het beheer van voorraden en behoeften;

Ontwikkeling van controlesoftware en verspreiding ervan onder minimaal negen OAS-lidstaten;

Twee workshops over fysieke beveiliging en voorraadbeheer (PSSM) waarin in totaal 60 nationale personeelsleden uit 15 OAS-lidstaten zijn opgeleid.

Doelstelling 2: Versterken van de nationale capaciteit voor de vernietiging van in beslag genomen, overtollige of onveilige SALW en munitie.

Ondersteunende activiteiten:

Activiteit 2.1: Verstrekken van opleiding en technische bijstand aan ten minste acht OAS-lidstaten voor de vernietiging van in beslag genomen, overtollige en ongewenste SALW en munitie, alsmede de monitoring daarvan.

Activiteit 2.2: Coördinatie met de regering van Spanje om geavanceerde training in explosievenopruiming te verzorgen voor de 60 technici uit de OAS-lidstaten aan de ingenieursacademie van de Spaanse krijgsmacht in Madrid.

Verwachte resultaten:

Ten minste 200 nationale personeelsleden uit acht OAS-lidstaten opgeleid op het gebied van veilige vernietiging van SALW, munitie en explosieven.

Vernietiging van 300 ton munitie en 30 000 SALW.

Ten minste 60 nationale technici opgeleid in het opruimen van explosieven tot niveau 3 van de normen van het laboratorium van de Europese Commissie voor normalisatie (CEN).

Doelstelling 3: Verbeteren van de nationale capaciteit voor het markeren en traceren van SALW, en stimuleren van regionale samenwerking bij het traceren van in beslag genomen wapens en munitie.

Ondersteunende activiteiten:

Activiteit 3.1: Ten minste één bezoek afleggen in verband met onderhouds- en opleidingsbijstand aan 18 OAS-lidstaten waar reeds, via de OAS, een opleiding is verzorgd in SALW-markeringsuitrusting.

Activiteit 3.2: Het verstrekken van beperkte aanvullende SALW-markeringsapparatuur aan OAS-lidstaten die een verzoek hebben ingediend voor machines en computerapparatuur om hun markering en archivering te kunnen verbeteren.

Activiteit 3.3: Het invoeren van SALW-markeringsapparatuur in en het bieden van opleiding in het gebruik hiervan aan drie OAS-lidstaten die nog niet eerder dergelijke bijstand hebben ontvangen.

Activiteit 3.4: Gegevens consolideren van SALW die door nationale autoriteiten tijdens Activiteit 2.1 in beslag zijn genomen en zijn vernietigd, teneinde landen van herkomst en doorvoer op te sporen en de patronen van de illegale handel in kaart te brengen.

Verwachte resultaten:

Tweehonderd nationale technici uit 18 OAS-lidstaten opgeleid in het gebruik van SALW-markerings- en archiveringsapparatuur.

Beschadigde markeringsmachines gerepareerd of nieuwe machines verstrekt aan OAS-lidstaten, opdat elk van de 25 landen die hebben deelgenomen aan het oorspronkelijke OAS-markeringsproject voor SALW, ten minste één operationele machine heeft.

Ten minste één SALW-markeringstoestel en SALW-archiveringssoftware en apparatuur worden verstrekt aan drie OAS-lidstaten die niet hebben deelgenomen aan het oorspronkelijke OAS-markeringsproject voor SALW.

SALW-identificatiegegevens van ongeveer 30 000 in beslag genomen SALW (cijfers volgens de inventarissen van de OAS) verstrekt aan Conflict Armament Research (CAR) voor gebruik in en analyse door het I-TRACE-initiatief, alsook aan internationale rechtshandhavingsinstanties met het oog op het traceren van afzonderlijke vuurwapens via de e-Trace-systemen van Interpol (iARMS) en van het Bureau voor Alcohol, Tabak en Vuurwapens van de VS.

Doelstelling 4: Verbeteren van de procedures voor de overdracht van SALW via nationale wetgeving, bij grenscontroles en door middel van regionale coördinatie.

Ondersteunende activiteiten:

Activiteit 4.1: Het organiseren van een regionale workshop in het kader van de CIFTA om een procedure op te zetten voor grensoverschrijdende en regionale communicatie, alsook voor communicatie om buurlanden te verwittigen van legale wapenoverdrachten en het hen gemakkelijker te maken deze te traceren.

Activiteit 4.2: Het opzetten van een virtueel coördinatienetwerk voor informatie-uitwisseling over illegale wapenhandel en -productie.

Activiteit 4.3: Het desgevraagd verstrekken van juridische bijstand aan OAS-lidstaten inzake nationale wetgeving voor de controle op SALW.

Verwachte resultaten:

Een gestandaardiseerd formaat voor de rapportage van wettelijke wapenoverdrachten in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, gecoördineerd en goedgekeurd door de CIFTA-staten.

Een operationeel virtueel platform voor voorafgaande kennisgeving van wapenoverdrachten (gebaseerd op het PEN-onlinesysteem voor chemische precursoren).

Vijf OAS-lidstaten voorzien van juridische bijstand voor de ontwikkeling van nationale controle op SALW, munitie en/of explosieven.

Doelstelling 5: Sociaal verantwoorde gedragingen in geselecteerde gemeenschappen bevorderen, in het bijzonder bij groepen die ernstig worden getroffen door gewapend geweld, en sectoroverschrijdende vormen van samenwerking inzetten om het risico op geweldsmisdrijven — en de recidive daarvan — in één gemeenschap van elk van de drie deelnemende landen terug te dringen.

Ondersteunende activiteiten:

Activiteit 5.1: Gecoördineerde diagnoses uitvoeren van patronen van gewapend geweld in geselecteerde gemeenschappen in drie OAS-lidstaten (één per land) om bevolkingsgroepen in beeld te krijgen die ernstig te lijden hebben van criminaliteit waarbij SALW gebruikt worden en waar het geweld waarschijnlijk verminderd kan worden door preventie, en waar overheids- maatschappelijke diensten beschikbaar zijn om slachtoffers van criminaliteit en geweld te helpen.

Activiteit 5.2: Opleidingen bieden aan gezondheidszorgverleners, maatschappelijk werkers, justitie en ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor de openbare veiligheid om hen in staat te stellen de slachtoffers van geweld tussen partners en van andere vormen van gewapend geweld beter bij te staan, en opleidingen te verzorgen voor gemeenschapsleiders, met name mannelijke gemeenschapsleiders, inzake vreedzame conflictoplossing, teneinde recidive bij daders te voorkomen.

Activiteit 5.3: Workshops organiseren om gemeenschappen bij te staan bij het voorkomen van geweld, alsmede meer bescherming te bieden aan bevolkingsgroepen die het meest kwetsbaar zijn voor geweld, en vuurwapengeweld in het bijzonder, in de drie geselecteerde gemeenschappen.

Activiteit 5.4: Beoordelen of maatregelen ter voorkoming van geweld effect hebben.

Verwachte resultaten:

Drie plaatselijke beoordelingen uitgevoerd [beoordeling van de plaatselijke patronen van wapengeweld, bestaande kwetsbare bevolkingsgroepen, aantal gevallen van geweld tussen partners waarbij vuurwapens worden gebruikt voor geweld en misdaad, lokale bijstand en bescherming aan slachtoffers van geweld en in het bijzonder gewapend geweld, en een lijst van aanbevelingen voor besluitvormers in de drie geselecteerde gemeenschappen].

Drie gemeenschapsnetwerken die beter toegerust zijn om het hoofd te bieden aan vuurwapengeweld.

Driehonderd nationale ambtenaren en maatschappelijk werkers in de civiele samenleving die zijn opgeleid om gewapend geweld te voorkomen of de effecten ervan te verzachten.

Gerichte maatregelen voor de groepen die het meest kwetsbaar zijn voor wapengeweld binnen één gemeenschap van elk van de drie geselecteerde landen, uitgevoerd en geëvalueerd.

4.   Begunstigden

De rechtstreekse begunstigden van de doelstellingen 1 tot en met 4 zijn nationale instellingen en autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de controle op SALW, munitie en explosieven in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. Wat de fysieke beveiliging, het voorraadbeheer en de vernietiging van SALW, munitie en explosieven betreft, zullen de ministeries van defensie en openbare veiligheid van Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Costa Rica, Jamaica, de Dominicaanse Republiek en Panama profiteren van de capaciteitsontwikkeling. Behalve deze landen zullen de betrokken ministeries in de Bahama's, Barbados, Trinidad en Tobago, Guyana, Suriname, Uruguay en Paraguay rechtstreeks profiteren van de opbouw van capaciteit voor markering en tracering van SALW. SALW-controleautoriteiten in de gehele regio zullen profiteren van opleiding, gegevensuitwisseling, regionale coördinatie en coördinatie-initiatieven. Lokale autoriteiten in drie van de landen die het meest getroffen worden door gewelddadige misdaad en andere vormen van gewapend geweld zullen profiteren van opleiding in geweldspreventie en -beperking. Wie uiteindelijk het meest baat zal hebben bij de activiteiten die uit hoofde van alle vijf doelstellingen zullen worden ondernomen, zijn de burgers van Midden-Amerika, het Caribisch gebied en geselecteerde Zuid-Amerikaanse landen; zij zijn het die te lijden hebben onder hoge criminaliteit en gewapend geweld.

5.   Zichtbaarheid van de Europese Unie

De OAS-DPS zal er zorg voor dragen dat bij alle projectactiviteiten — via meerdere kanalen — gepaard gaan met een dankbetuiging aan de Unie voor haar financiële steun aan het project. In persberichten, sociale media en interviews met media naar aanleiding van evenementen met een hoge zichtbaarheid zal nadrukkelijk de aandacht worden gevestigd op de steun van de EU. Alle uitrusting, al het gedrukte materiaal en alle software die aan de begunstigde landen worden gedoneerd, zullen worden geëtiketteerd met de vermelding dat dit alles door de Unie is gefinancierd. Overalls, uniformen en hoofddeksels van de projectmedewerkers zullen voorzien zijn van het EU-logo en/of de EU-vlag, zodat de visuele identiteit van de Unie als financierder duidelijk tot uiting komt. Er zal ruime bekendheid gegeven worden aan de steun van de Unie, die duidelijk zichtbaar zal zijn op OAS-websites en in OAS-publicaties die betrekking hebben op het project en de programma's die worden ondersteund.

6.   Looptijd

Het beoogde tijdschema voor de uitvoering van het project is 36 maanden.

7.   Algemene opzet

De OAS-DPS zal het project technisch ten uitvoer leggen via twee bestaande programma's: het PACAM en het inter-Amerikaanse programma en netwerk voor de preventie van geweld en criminaliteit. De rol van de afdeling openbare veiligheid bij de uitvoering en bij de ondersteuning van de CIFTA door middel van haar actieplan voor 2018-2022, zullen een essentiële schakel vormen voor de ondersteuning van de nationale capaciteitsopbouw.

8.   Partners

De OAS-DPS zal het project uitvoeren samen met de nationale autoriteiten die belast zijn met de controle op SALW, munitie en explosieven, alsook met de autoriteiten in de ondersteunde landen die verantwoordelijk zijn voor de openbare veiligheid. De genoemde inspanningen zullen zich vooral richten op de subregio's Midden-Amerika en het Caraïbisch gebied, waar gewapend geweld nog steeds aan de orde van de dag is terwijl de financiële middelen en capaciteiten om het geweld aan te pakken in die gebieden het meest beperkt zijn.

9.   Rapportage

Inhoudelijke voortgangs- en financiële-statusverslagen zullen ieder kwartaal worden overgelegd ten behoeve van adequate en tijdige monitoring en evaluatie.