26.10.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 268/53 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1614 VAN DE COMMISSIE
van 25 oktober 2018
tot vaststelling van specificaties voor de voertuigregisters die zijn vermeld in artikel 47 van Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging en intrekking van Beschikking 2007/756/EG van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (1), en met name artikel 47, leden 2 en 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de traceerbaarheid van voertuigen en hun geschiedenis te waarborgen, moeten voertuigen met een Europees voertuignummer worden geregistreerd in een voertuigregister. De regels voor de opstelling van het Europees voertuignummer moeten worden geharmoniseerd, teneinde te garanderen dat voertuigen in de hele Unie op dezelfde wijze worden geregistreerd. |
(2) |
Op dit ogenblik worden voertuigen in nationale voertuigregisters geregistreerd en beheert elke lidstaat zijn nationaal voertuigregister. De bruikbaarheid van de nationale voertuigregisters moet worden verbeterd en overbodige registraties van eenzelfde voertuig in meerdere voertuigregisters, met inbegrip van voertuigregisters in derde landen die zijn gekoppeld aan het virtuele voertuigregister, moeten worden vermeden. Beschikking 2007/756/EG van de Commissie (2) moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Uit de kosten-batenanalyse die door het Europees Spoorwegbureau (het Bureau) is uitgevoerd, bleek dat de vaststelling van een Europees voertuigregister, ter vervanging van de nationale voertuigregisters, aanzienlijke voordelen biedt voor het spoornet van de Unie. |
(4) |
Om de administratieve lasten en de kosten voor de lidstaten en de belanghebbenden te beperken, moet de Commissie technische en functionele specificaties vaststellen voor het Europees voertuigregister, dat de nationale voertuigregisters zal omvatten. |
(5) |
Het Bureau zal het Europees voertuigregister opstellen, indien relevant in samenwerking met de nationale registratie-entiteiten. De nationale veiligheidsinstanties, onderzoeksorganen en, in reactie op een legitiem verzoek, de regelgevende instanties, alsook het Bureau, de spoorwegondernemingen, infrastructuurbeheerders en de personen of organisaties die voertuigen registeren of die in het register zijn geïdentificeerd, moeten het Europees voertuigregister kunnen raadplegen. |
(6) |
De lidstaten moeten een entiteit aanduiden die verantwoordelijk is voor de registratie van voertuigen en de verwerking en actualisering van informatie met betrekking tot voertuigen die door die entiteit in het Europees voertuigregister zijn geregistreerd. |
(7) |
Wanneer houders een registratieaanvraag willen indienen, moeten zij de vereiste informatie invullen op een geharmoniseerd elektronisch formulier en dit indienen via een webtool. Houders moeten erop toezien dat de voertuiggegevens die worden ingediend bij registratie-instanties nauwkeurig en up-to-date zijn. |
(8) |
De lidstaten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit en de integriteit van de voertuiggegevens die overeenkomstig artikel 22 van Richtlijn (EU) 2016/797 door de aangewezen registratie-instantie worden geregistreerd in het Europees voertuigregister, terwijl het Bureau verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en het onderhoud van het IT-systeem van het Europees voertuigregister, overeenkomstig dit besluit. |
(9) |
Het Europees voertuigregister moet een centraal register zijn, dat via een geharmoniseerde interface door alle gebruikers kan worden geraadpleegd met het oog op de registratie van voertuigen of het beheer van gegevens. |
(10) |
De functies van het Europees voertuigregister moeten technisch worden ontwikkeld en getest. Overeenkomstig artikel 47, lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/797 moet het Europees voertuigregister uiterlijk op 16 juni 2021 operationeel zijn. |
(11) |
Wegens specifieke behoeften van sommige lidstaten worden sommige nationale voertuigregisters gebruikt voor andere doeleinden dan het garanderen van de traceerbaarheid van voertuigen en hun geschiedenis. Om de interface mogelijk te maken tussen nationale voertuigregisters die niet specifiek voor de registratie van voertuigen worden gebruikt, en het Europees voertuigregister, moet de overgang naar de centrale registratie van voertuigen geleidelijk verlopen. Na de invoering van het Europees voertuigregister moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen om tot 16 juni 2024 een „gedecentraliseerde registratiefunctie” te gebruiken; de andere functies moeten vanaf 16 juni 2021 gecentraliseerd zijn. Na 16 juni 2024 moeten alle lidstaten uitsluitend gebruikmaken van de centrale registratiefunctie. |
(12) |
Het moet mogelijk zijn door de lidstaten gevraagde specifieke aanvullende informatie te registreren in het Europees voertuigregister. Wanneer houders een registratieaanvraag indienen bij een lidstaat, moeten zij de door die lidstaat gevraagde aanvullende informatie verstrekken. |
(13) |
Om in het Europees voertuigregister geregistreerde voertuigen gemakkelijker te kunnen gebruiken in derde landen, met name in landen die de bepalingen toepassen van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer, waar de Europese Unie partij bij is, moeten de relevante gegevens van het Europees voertuigregister toegankelijk zijn voor vergunningverlenende bevoegde instanties in die derde landen. Daartoe moet het Bureau de tenuitvoerlegging vergemakkelijken van handelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999. |
(14) |
Op 21 december 2016 heeft het Bureau een aanbeveling gepubliceerd over de specificaties van de nationale voertuigregisters, waarin wordt aangegeven hoe de bruikbaarheid van die registers kan worden verbeterd. Op 14 december 2017 heeft het Bureau een aanbeveling gepubliceerd over de specificaties van het Europees voertuigregister. |
(15) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 51, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/797 bedoelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Bij dit besluit worden de gemeenschappelijke specificaties voor de nationale voertuigregisters gewijzigd en worden technische en functionele specificaties voor het Europees voertuigregister vastgesteld.
HOOFDSTUK 2
NATIONALE VOERTUIGREGISTERS
Artikel 2
Wijzigingen van de gemeenschappelijke specificaties voor de nationale voertuigregisters
De bijlage bij Beschikking 2007/756/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.
Artikel 3
Schrapping van overbodige registraties
1. De houder zorgt ervoor dat overbodige registraties van voertuigen overeenkomstig punt 3.2.5, eerste alinea, van de bijlage bij Beschikking 2007/756/EG, zoals gewijzigd bij Besluit 2011/107/EU van de Commissie (3), binnen één jaar na 15 november 2018 worden geschrapt uit de nationale voertuigregisters.
2. De houder zorgt ervoor dat overbodige registraties van voertuigen van derde landen die bestemd zijn om op het spoornet van de Unie te worden gebruikt en overeenkomstig de bijlage bij Beschikking 2007/756/EG geregistreerd zijn in een voertuigregister dat gekoppeld is aan het in die beschikking vermelde virtuele voertuigregister, binnen één jaar na 15 november 2018 worden geschrapt.
HOOFDSTUK 3
EUROPEES VOERTUIGREGISTER
Artikel 4
Specificaties van het Europees voertuigregister
De technische en functionele specificaties van het Europees voertuigregister zijn vastgesteld in bijlage II.
Artikel 5
Registratie-instantie
1. Elke lidstaat duidt uiterlijk op 15 mei 2019 een registratie-instantie aan die onafhankelijk is van elke spoorwegonderneming en verantwoordelijk is voor de verwerking van de aanvragen en de actualisering van gegevens in het Europees voertuigregister die betrekking hebben op voertuigen die in de desbetreffende lidstaat zijn geregistreerd.
2. De registratie-instantie mag de instantie zijn die is aangeduid overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Besluit 2007/756/EG. De lidstaten zien erop toe dat de registratie-instanties samenwerken en informatie uitwisselen, teneinde de wijzigingen tijdig te kunnen meedelen aan het Europees voertuigregister.
3. Als de registratie-instantie niet de overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Beschikking 2007/756/EG aangestelde instantie is, stellen de lidstaten de Commissie en de andere lidstaten uiterlijk op 15 november 2019 in kennis van de instantie die overeenkomstig lid 1 is aangeduid.
Artikel 6
Registratie van voertuigen die in de handel mogen worden gebracht
1. Een houder dient via het Europees voertuigregister een registratieaanvraag in bij een lidstaat van zijn keuze in het gebruiksgebied van het voertuig.
2. Registratie-instanties nemen redelijke maatregelen om de accuraatheid van de in het Europees voertuigregister geregistreerde gegevens te waarborgen.
3. Alle registratie-instanties kunnen gegevens opvragen van de door hen geregistreerde voertuigen.
Artikel 7
Architectuur van het Europees voertuigregister
1. Overeenkomstig dit besluit zal het Bureau het Europees voertuigregister opstellen en beheren.
2. Na de in artikel 8 bedoelde migratie is het Europees voertuigregister een centraal register dat via een geharmoniseerde interface door alle gebruikers kan worden geraadpleegd met het oog op de registratie van voertuigen of het beheer van gegevens.
3. Bij wijze van uitzondering op lid 1 mogen lidstaten de in punt 2.1.4 van bijlage II bedoelde registratiefunctie op gedecentraliseerde wijze gebruiken tot uiterlijk 16 juni 2024.
4. Uiterlijk op 15 mei 2019 delen de lidstaten het Bureau mee of zij voornemens zijn de door het Bureau opgezette centrale registratiefunctie te gebruiken, of een gedecentraliseerde functie op te zetten. Zij tonen aan hoe zij voornemens zijn om tegen 16 juni 2020 aan de in lid 5 vastgestelde voorwaarden te voldoen.
5. Wanneer een lidstaat de registratiefunctie op gedecentraliseerde wijze toepast, ziet hij toe op de verenigbaarheid en communicatie met het Europees voertuigregister. Hij zorgt er ook voor dat de gedecentraliseerde registratiefunctie uiterlijk op 16 juni 2021 operationeel is overeenkomstig de specificaties van het Europees voertuigregister.
6. De lidstaten mogen op elk ogenblik aan het Bureau meedelen dat zij hun beslissing om een gedecentraliseerde registratiefunctie te gebruiken, herzien en ervoor kiezen gebruik te maken van de centrale registratiefunctie. Die beslissing wordt zes maanden na de kennisgeving van kracht.
Artikel 8
Migratie van de nationale voertuigregisters naar het Europees voertuigregister
1. De lidstaten zien erop toe dat de gegevens van geregistreerde voertuigen worden overgedragen van de nationale voertuigregisters naar het Europees voertuigregister en dat deze gegevens uiterlijk op 16 juni 2021 zijn gemigreerd. Tijdens de migratie coördineert het Bureau, samen met de registratie-instanties, de overdracht van gegevens van de respectieve nationale voertuigregisters naar het EVR, en zorgt het voor de beschikbaarheid van het IT-systeem.
2. Het Bureau stelt de functies van het Europees voertuigregister uiterlijk op 15 november 2020 ter beschikking van de lidstaten.
3. Het Bureau stelt de specificaties op voor de tenuitvoerlegging van de interfaces met de gedecentraliseerde registratiefunctie en stelt deze uiterlijk op 16 januari 2020 ter beschikking van de lidstaten.
4. Vanaf 16 juni 2021 moeten de lidstaten voertuigen in het Europees voertuigregister registreren, overeenkomstig artikel 7.
5. Vanaf 16 juni 2024 moeten de lidstaten gebruikmaken van de centrale registratiefunctie.
HOOFDSTUK 4
SLOTBEPALINGEN
Artikel 9
Intrekking
Beschikking 2007/756/EG wordt met ingang van 16 juni 2021 ingetrokken.
Artikel 10
Inwerkingtreding en toepassing
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punten 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3, 4.3 en 5 van bijlage II en aanhangsels 1 tot en met 6 bij die bijlage zijn van toepassing met ingang van 16 juni 2021.
Gedaan te Brussel, 25 oktober 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 138 van 26.5.2016, blz. 44.
(2) Beschikking 2007/756/EG van de Commissie van 9 november 2007 tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie van het nationaal voertuigregister als bedoeld in de artikelen 14, leden 4 en 5, van de Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG (PB L 305 van 23.11.2007, blz. 30).
(3) Besluit 2011/107/EU van de Commissie van 10 februari 2011 tot wijziging van Beschikking 2007/756/EG tot vaststelling van de gemeenschappelijke specificatie van het nationaal voertuigregister (PB L 43 van 17.2.2011, blz. 33).
BIJLAGE I
De bijlage bij Beschikking 2007/756/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt 3.2.1 wordt vervangen door: „3.2.1. Registratieaanvraag Voor de registratieaanvraag moet gebruik worden gemaakt van het formulier in aanhangsel 4. De organisatie die een aanvraag voor de registratie van een voertuig indient, moet het vakje „Nieuwe registratie” aankruisen. Zij moet het formulier invullen en versturen naar:
|
2) |
Aan punt 3.2.3 wordt de volgende alinea toegevoegd: „De RI registreert de wijzigingen in het NVR binnen twintig werkdagen na de ontvangst van een volledig aanvraagdossier. Binnen deze termijn registreert de RI het voertuig of vraagt zij om correctie/verduidelijking.”. |
3) |
Punt 3.2.5 wordt vervangen door: „3.2.5. Toelating in verschillende lidstaten
(*1) Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 44).”." |
4) |
Aan punt 3.2 wordt het volgende punt 3.2.6 toegevoegd: „3.2.6. Overdracht van registratie en wijziging van EVN
(*2) Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).”." |
5) |
Punt 3.3 wordt vervangen door: „3.3. Toegangsrechten De toegangsrechten tot gegevens van een NVR van een lidstaat „XX” worden in onderstaande tabel weergegeven:
De toegangsrechten tot gegevens van NVR's kunnen worden uitgebreid tot relevante instanties uit derde landen of intergouvernementele organisaties voor zover dit voorzien is bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Unie partij is.”. |
6) |
Aanhangsels 1 en 2 worden vervangen door: „AANHANGSEL 1 BEPERKINGSCODES 1. BEGINSELEN De beperkingen die vermeld zijn in de vergunning voor indienststelling overeenkomstig de artikelen 21 tot en met 26 van Richtlijn 2008/57/EG of in de vergunning om het voertuig in de handel te brengen en, voor zover van toepassing, de nieuwe typegoedkeuring van het voertuig, overeenkomstig de artikelen 21 en 24 van Richtlijn (EU) 2016/797, krijgen een geharmoniseerde code of een nationale code toegewezen. 2. STRUCTUUR Elke code is een combinatie van:
die worden gescheiden door een punt (.): [Categorie].[Aard].[Waarde of specificatie]. 3. BEPERKINGSCODES
AANHANGSEL 2 STRUCTUUR EN INHOUD VAN HET EUROPEES IDENTIFICATIENUMMER Het Bureau stelt de structuur en inhoud van het Europees identificatienummer (EIN) vast in een technisch document, daaronder begrepen de codificering van de desbetreffende documenttypes, en publiceert dit document op zijn website. |
7) |
Punt 1 van deel 1 van aanhangsel 6 wordt vervangen door: „1. Definitie van de aanduiding voertuighouder (Vehicle Keeper Marking, VKM) De aanduiding voertuighouder (VKM) is een lettercode van 2 tot 5 letters (*3). De VKM wordt op elk spoorwegvoertuig aangebracht, naast het Europees voertuignummer. De VKM identificeert de in het nationale voertuigregister ingeschreven houder van het voertuig. Een VKM is uniek en geldt in alle lidstaten en landen die een overeenkomst aangaan waarin is bepaald dat het in dit besluit beschreven systeem voor voertuignummering en VKM moet worden toegepast. (*3) Voor de NMBS/SNCB mag de omcirkelde letter B gehandhaafd worden.”." |
8) |
Deel 4 van aanhangsel 6 wordt vervangen door: „DEEL 4 — CODES VAN LANDEN WAARIN DE VOERTUIGEN ZIJN GEREGISTREERD (CIJFERS 3-4 EN AFKORTING) Informatie met betrekking tot derde landen wordt uitsluitend ter informatie vermeld.
|
(1) Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102).
(2) Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 32).
(3) Het Bureau stelt, in samenwerking met de nationale veiligheidsinstanties, de procedure voor de erkenning van legitieme gebruikers op.
BIJLAGE II
1. INHOUD EN GEGEVENSFORMAAT
De inhoud en het gegevensformaat van het Europees voertuigregister („EVR”) zijn vastgesteld in de onderstaande tabel.
Tabel 1
Parameters van het EVR
Nummer van de parameter |
Naam van de parameter |
Beschrijving |
Formaat |
Verplicht/facultatief |
1 |
Voertuigidentificatie |
|
|
|
1.1 |
Europees voertuignummer |
Europees voertuignummer. Numerieke identificatiecode overeenkomstig aanhangsel 6. |
Zie aanhangsel 6 (1) |
Verplicht |
1.2 |
Vorig voertuignummer |
Vorig nummer (indien van toepassing, voor hernummerde voertuigen) |
|
Verplicht (indien van toepassing) |
2 |
Lidstaat van registratie |
|
|
|
2.1 |
Lidstaat van registratie |
Lidstaat waar het voertuig is geregistreerd |
Tweeletterige code (*1) |
Verplicht |
3 |
Lidstaten waar het voertuig vergund is |
|
|
|
3.1 |
Daaruit voortvloeiend gebruiksgebied |
Veld wordt automatisch door het systeem ingevuld op basis van de waarden van parameter 11.4 |
Tekst |
Veld wordt automatisch door het systeem ingevuld op basis van de waarden van parameter 11.4. |
4 |
Aanvullende voorwaarden |
|
|
|
4.1 |
Aanvullende voorwaarden die van toepassing zijn op het voertuig |
Identificatie van toepasselijke bilaterale of multilaterale overeenkomsten zoals RIV, RIC, TEN, TEN-CW, TEN-GE, … |
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
5 |
Bouw |
|
|
|
5.1 |
Bouwjaar |
Jaar waarin het voertuig de fabriek heeft verlaten |
YYYY |
Verplicht |
5.2 |
Serienummer van de fabrikant |
Serienummer van de fabrikant, zoals aangebracht op het voertuigchassis |
Tekst |
Facultatief |
5.3 |
Verwijzing naar het ERATV |
Identificatie in het ERATV van het goedgekeurde voertuigtype (2) (of versie of variant van een voertuigtype) waarmee het voertuig in overeenstemming is |
Alfanumerieke code(s) |
Verplicht (indien van toepassing) |
5.4 |
Reeks |
Identificatie van de reeks waartoe het voertuig behoort |
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
6 |
Verwijzingen naar EG-keuringsverklaringen (3) |
|
|
|
6.1 |
Datum van EG-verklaring |
Datum van EG-keuringsverklaring |
Datum (jjjj/mm/dd) |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.2 |
Referentie van de EG-verklaring |
Referentie van de EG-keuringsverklaring |
Voor bestaande voertuigen: tekst. Voor nieuwe voertuigen: alfanumerieke code op basis van de EIN, zie aanhangsel 2 |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3 |
Instantie die de EG-keuringsverklaring afgeeft (aanvrager) |
|
|
|
6.3.1. |
Naam organisatie |
|
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.2. |
Geregistreerd ondernemingsnummer |
|
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.3. |
Adres |
Adres van de instantie, straat en nummer |
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.4. |
Plaats |
|
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.5. |
Landcode |
|
Tweeletterige code (*1) |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.6. |
Postcode |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.7. |
|
|
|
Verplicht (indien van toepassing) |
6.3.8. |
Code van de instantie |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht (indien van toepassing) |
7 |
Eigenaar |
Identificatie van de eigenaar van het voertuig |
|
|
7.1 |
Naam van de instantie |
|
Tekst |
Verplicht |
7.2 |
Geregistreerd ondernemingsnummer |
|
Tekst |
Verplicht |
7.3 |
Adres |
|
Tekst |
Verplicht |
7.4 |
Plaats |
|
Tekst |
Verplicht |
7.5 |
Landcode |
|
Tweeletterige code (*1) |
Verplicht |
7.6 |
Postcode |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
7.7 |
|
|
|
Verplicht |
7.8 |
Code van de instantie |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
8 |
Houder |
Identificatie van de houder van het voertuig |
|
|
8.1 |
Naam organisatie |
|
Tekst |
Verplicht |
8.2 |
Geregistreerd ondernemingsnummer |
|
Tekst |
Verplicht |
8.3 |
Adres |
|
Tekst |
Verplicht |
8.4 |
Plaats |
|
Tekst |
Verplicht |
8.5 |
Landcode |
|
Tweeletterige code (*1) |
Verplicht |
8.6 |
Postcode |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
8.7 |
|
|
|
Verplicht |
8.8 |
Code van de instantie |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
8.9 |
Aanduiding voertuighouder |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
9 |
Entiteit die verantwoordelijk is voor het onderhoud |
Referentie van de instantie die bevoegd is voor onderhoud |
|
|
9.1 |
Naam organisatie |
|
Tekst |
Verplicht |
9.2 |
Geregistreerd ondernemingsnummer |
|
Tekst |
Verplicht |
9.3 |
Adres |
|
Tekst |
Verplicht |
9.4 |
Plaats |
|
Tekst |
Verplicht |
9.5 |
Landcode |
|
Tweeletterige code (*1) |
Verplicht |
9.6 |
Postcode |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
9.7 |
|
|
|
Verplicht |
9.8 |
Code van de instantie |
|
Alfanumerieke code |
Verplicht |
10 |
Registratiestatus |
|
|
|
10.1 |
Registratiestatus (zie aanhangsel 3) |
|
Tweecijferige code |
Verplicht |
10.2 |
Datum van de registratiestatus |
Datum van de registratiestatus |
Datum (jjjj/mm/dd) |
Verplicht |
10.3 |
Reden van de registratiestatus |
|
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
11 |
Vergunningen (4) om een voertuig in de handel te brengen (5) |
|
|
|
11.1 |
Naam van de vergunningverlenende instantie |
Instantie (nationale veiligheidsinstantie of het Bureau) die een vergunning heeft afgegeven om het voertuig in de handel te brengen |
Tekst |
Verplicht |
11.2 |
Lidstaat van de vergunningverlenende instantie |
Lidstaat van de vergunningverlenende instantie |
Tweeletterige code (*1) |
Verplicht |
11.3 |
Europees Identificatienummer (EIN) |
Geharmoniseerde nummering van de door de vergunningverlenende entiteit afgegeven vergunning voor indienststelling |
Vergunningsnummer. Voor nieuwe voertuigen: alfanumerieke code op basis van de EIN, zie aanhangsel 2. |
Verplicht |
11.4 |
Gebruiksgebied |
Zoals vermeld in de afgegeven voertuigvergunning |
Tekst |
Verplicht |
11.5 |
Datum van de toestemming |
|
Datum (jjjj/mm/dd) |
Verplicht |
11.6 |
Geldigheidsduur van de toestemming (indien bepaald) |
|
Datum (jjjj/mm/dd) |
Verplicht (indien van toepassing) |
11.7 |
Datum van de schorsing van de toestemming |
|
Datum (jjjj/mm/dd) |
Verplicht (indien van toepassing) |
11.8 |
Datum van de intrekking van de toestemming |
|
Datum (jjjj/mm/dd) |
Verplicht (indien van toepassing) |
11.9 |
Gebruiksvoorwaarden en andere beperkingen op het gebruik van het voertuig |
|
|
|
11.9.1. |
Gecodeerde gebruiksvoorwaarden en beperkingen |
Gebruiksvoorwaarden en beperkingen op het gebruik van het voertuig |
Lijst van codes (zie aanhangsel 1) |
Verplicht (indien van toepassing) |
11.9.2. |
Niet-gecodeerde gebruiksvoorwaarden en beperkingen |
Gebruiksvoorwaarden en beperkingen op het gebruik van het voertuig |
Tekst |
Verplicht (indien van toepassing) |
12 |
Aanvullende velden (6) |
|
|
|
2. ARCHITECTUUR
2.1. De EVR-architectuur
2.1.1. Functie gegevensopzoeking en -raadpleging (DSC)
De DSC-functie wordt door het Bureau ten uitvoer gelegd via een gecentraliseerde webtool en een interface voor machine-naar-machinecommunicatie. Deze functie maakt het mogelijk gegevens in het EVR op te zoeken en te raadplegen na authenticatie.
De DSC-functie biedt de registratie-instanties de mogelijkheid om de waarden op te vragen van de parameters in tabel 1 van hun voertuigregistraties.
2.1.2. Functie creatie en beheer van gebruikers (UCA)
De UCA-functie wordt geïmplementeerd via een gecentraliseerde webtool die door het Bureau wordt opgezet. Via deze functie kunnen personen en organisaties toegang vragen tot de EVR-gegevens en de bevoegde registratie-instantie (RI) om gebruikers te creëren en toegangsrechten te beheren.
2.1.3. Functie beheer van referentiegegevens (RDA)
De RDA-functie wordt geïmplementeerd via een gecentraliseerde webtool die door het Bureau wordt opgezet. Via deze functie kunnen RI's en het Bureau de gemeenschappelijke referentiegegevens beheren.
2.1.4. Functie aanvraag, registratie en opslag van gegevens (ARS)
Via de ARS-functie kunnen houders, na authenticatie, via een webtool die gebruikmaakt van een geharmoniseerd elektronisch formulier (zie aanhangsel 4) bij de geselecteerde RI een aanvraag indienen voor de registratie of actualisering van een bestaande registratie. Via deze functie kan de RI ook de registratiegegevens registreren. De reeks registraties voor een bepaalde lidstaat wordt het voertuigregister van die lidstaat genoemd.
Lidstaten kunnen beslissen gebruik te maken van de gecentraliseerde ARS-functie (C-ARS) die door het Bureau ter beschikking wordt gesteld, maar zij mogen de ARS-functie ook autonoom op gedecentraliseerde wijze gebruiken. In dat laatste geval zorgen de lidstaat en het Bureau voor verenigbaarheid en communicatie tussen de gedecentraliseerde ARS-functies (D-ARS) en de gecentraliseerde functies (DSC, UCA en RDA).
De gecentraliseerde ARS-functie voorziet in prereservatie en beheer van voertuignummers. Het prereservatieproces biedt de aanvrager of houder de mogelijkheid om de in het elektronisch formulier gevraagde informatie vooraf in te vullen.
2.2. Bruikbaarheid
Gebruikers moeten met de meest courante webbrowsers en in alle officiële talen van de Unie toegang krijgen tot de EVR-functies.
2.3. Beschikbaarheid
In het algemeen moet het EVR permanent beschikbaar zijn. Er wordt gestreefd naar een systeembeschikbaarheid van 98 %.
Indien zich buiten de kantooruren (van maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 20.00 uur Centraal-Europese tijd) een storing voordoet, wordt de dienstverlening echter pas op de volgende werkdag na de storing hersteld. De onbeschikbaarheid van het systeem tijdens onderhoud wordt beperkt.
2.4. Dienstverleningsniveau
Tijdens de kantooruren kunnen de gebruikers een beroep doen op een helpdesk voor problemen die verband houden met het gebruik van het systeem, en op de RI's voor problemen met de werking van het systeem.
Het Bureau voorziet in een testomgeving voor het EVR.
2.5. Toezicht op veranderingen
Het Bureau stelt een proces vast voor toezicht op veranderingen van het EVR.
2.6. Gegevensintegriteit
Het EVR zorgt voor passende gegevensintegriteit.
2.7. Voorafgaande controle
Het EVR-systeem toetst de gegevens die op het elektronisch formulier worden ingevuld automatisch aan de EVR-voertuigregistraties en controleert de volledigheid en het formaat van de ingevoerde gegevens.
2.8. Facilitering van het gebruik van in derde landen geregistreerde voertuigen in de Unie
Het Bureau mag de DSC-functie gebruiken om relevante instanties in derde landen toegang te verlenen tot passende gegevens van het EVR, voor zover dit voorzien is bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Unie partij is.
Het Bureau mag instanties in derde landen toestaan EVR-functies te gebruiken voor zover dit voorzien is bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Unie partij is.
3. BEDRIJFSMODUS
3.1. Gebruik van het EVR
Het EVR mag worden gebruikt voor doeleinden als:
— |
controleren of een voertuig correct is geregistreerd, en de status van de registratie controleren; |
— |
informatie opvragen over vergunningen voor het in de handel brengen van een voertuig, met inbegrip van de vergunningverlenende entiteit, het gebruiksgebied, de gebruiksvoorwaarden en andere beperkingen; |
— |
de verwijzing opvragen naar het vergunde voertuigtype waarmee het voertuig in overeenstemming is; |
— |
de houder, de eigenaar of de met het onderhoud belaste entiteit identificeren. |
3.2. Registratie van voertuigen
3.2.1. Algemene voorschriften
1. |
Nadat een vergunning is afgegeven om een voertuig in de handel te brengen en alvorens het voertuig wordt geëxploiteerd, wordt het op verzoek van de houder geregistreerd in het EVR. De houder moet het elektronisch formulier invullen en de registratieaanvraag indienen bij een lidstaat van zijn keuze binnen het gebruiksgebied. Op verzoek van de aanvrager of houder biedt de lidstaat die gekozen is om het voertuig te registreren procedures aan voor de prereservatie van een voertuignummer of een reeks voertuignummers. |
2. |
Voor een voertuig mag slechts één geldige registratie bestaan in het EVR. Een voertuig zonder geldige registratie mag niet worden geëxploiteerd. |
3. |
Na registratie kent de RI in de lidstaat van registratie een Europees voertuignummer (EVN) toe aan het voertuig. Het EVN moet beantwoorden aan de regels die zijn uiteengezet in aanhangsel 6. In het geval de aanvrager of houder — op hun verzoek — een vooraf gereserveerd voertuignummer hebben gekregen, wordt dat voertuignummer gebruikt voor de eerste registratie. |
4. |
Het EVN mag worden gewijzigd in de gevallen die gespecificeerd zijn in de punten 3.2.2.8 en 3.2.2.9. |
5. |
In het geval van voertuigen die het spoornet van de Unie binnenkomen uit derde landen en die zijn geregistreerd in een voertuigregister dat niet in overeenstemming is met deze bijlage of niet gekoppeld is aan het EVR, dient de houder de registratieaanvraag in bij de eerste lidstaat waar het voertuig zal worden geëxploiteerd op het spoornet van de Unie. |
6. |
Rollend materieel dat voor het eerst in dienst wordt genomen in een derde land en bedoeld is voor gebruik in de Unie als onderdeel van het gemeenschappelijke 1 520mm-wagenpark, wordt niet geregistreerd in het EVR. Overeenkomstig artikel 47, lid 7, van Richtlijn (EU) 2016/797 moet het echter mogelijk zijn informatie over de houder van het desbetreffende voertuig, de entiteit die bevoegd is voor onderhoud en de beperkingen op het gebruik van het voertuig op te vragen. |
7. |
Voertuigen die het spoornet van de Unie binnenkomen uit derde landen en die geregistreerd zijn in een voertuigregister dat gekoppeld is aan het EVR (via de DSC-functie), overeenkomstig deze bijlage, worden alleen in dat voertuigregister geregistreerd, voor zover dit voorzien is bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Unie partij is. |
8. |
Voor elk voertuig bevat het EVR de referenties van alle vergunningen die aan het voertuig zijn afgegeven, en van niet-lidstaten waar het voertuig in het internationale verkeer mag worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel G bij het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer en de overeenkomstige gebruiksvoorwaarden en andere beperkingen. |
9. |
De RI neemt redelijke maatregelen om te garanderen dat de gegevens die zij in het EVR registreert, correct zijn. Hiertoe kan de RI steeds informatie vragen aan andere RI's, met name wanneer de houder die de registratieaanvraag indient in een andere lidstaat is gevestigd. In voldoende gemotiveerde gevallen kan de RI beslissen een voertuigregistratie te schorsen. |
10. |
Wanneer de nationale veiligheidsinstantie of het Bureau van oordeel is dat de schorsing van een voertuigregistratie gerechtvaardigd is overeenkomstig artikel 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/545 van de Commissie (7), vraagt zij/het de registratie-instantie om de registratie van het voertuig te schorsen. Wanneer de registratie-instantie een dergelijk verzoek heeft ontvangen, schorst zij onmiddellijk de registratie. |
11. |
De houder dient de registratieaanvragen via het elektronische webformulier in bij de bevoegde RI. Het webformulier en dashboard worden ter beschikking gesteld als onderdeel van de ARS-functie en zijn toegankelijk na authenticatie. |
12. |
Registratieaanvragen kunnen betrekking hebben op één voertuig of op een lijst van voertuigen. |
13. |
In sommige gevallen vragen lidstaten bewijsstukken elektronisch bij de registratieaanvraag te voegen; de RI publiceert de lijst van bewijsstukken die voor elke registratie vereist zijn. |
14. |
Naast de gegevens in tabel 1 kunnen de lidstaten vragen aanvullende velden in te vullen in de registratieaanvraag; de RI publiceert de lijst van deze velden. |
15. |
Het EVR biedt de houder en de RI de mogelijkheid om de registratieaanvragen en bijbehorende aanhangsels in het systeem te wijzigen en de wijzigingen, met bijbehorende informatie, te registreren. |
16. |
De RI registreert de gegevens in het EVR binnen twintig werkdagen na de ontvangst van een volledige aanvraag. Binnen deze termijn registreert de RI het voertuig of vraagt zij om correctie of verduidelijking. |
17. |
De houder kan de voortgang van zijn aanvragen volgen via een dashboard op internet. |
18. |
De EVR stelt de houder en RI in kennis van alle wijzigingen van de statust van de registratieaanvraag. |
3.2.2. Registratiegevallen
De registratiegevallen zijn hieronder gespecificeerd. Voor zover van toepassing mogen meerdere registratiegevallen worden samengevoegd tot één aanvraag tot registratie van een voertuig.
3.2.2.1.
Alle verplichte velden in tabel 1 moeten worden ingevuld, samen met alle extra velden die door de lidstaten worden vereist overeenkomstig punt 3.2.1.14.
Aanvragen moeten door de houder worden ingediend bij de RI van een lidstaat in het gebruiksgebied van het voertuig waar om registratie wordt gevraagd.
Voor voertuigen die het spoornet van de Unie binnenkomen uit derde landen overeenkomstig punt 3.2.1.5, wordt de aanvraag ingediend bij de RI van de eerste lidstaat waar het voertuig zal worden geëxploiteerd. In dat geval moet de aanvraag minstens de informatie bevatten over de identificatie van de houder, de entiteit die bevoegd is voor onderhoud en de beperkingen op het gebruik van het voertuig.
3.2.2.2.
Aanvragen moeten door de houder worden ingediend bij de RI van de lidstaat waar het voertuig is geregistreerd. Alleen de te actualiseren parameters in tabel 1 moeten worden ingevuld.
3.2.2.3.
In geval van verandering van de houder van een voertuig, is het de verantwoordelijkheid van de geregistreerde houder om de RI tijdig in kennis te stellen, zodat deze het EVR kan bijwerken. De voormalige houder wordt pas uit de EVR-registratie uitgeschreven en van zijn verantwoordelijkheden ontheven wanneer de nieuwe houder heeft bevestigd dat hij zijn status als houder erkent. De inschrijving van het voertuig wordt opgeschort indien geen enkele nieuwe houder de status als houder heeft aanvaard op het ogenblik dat de huidige geregistreerde houder wordt uitgeschreven.
3.2.2.4.
In geval van verandering van de instantie die bevoegd is voor onderhoud van het voertuig, stelt de houder de RI tijdig in kennis, zodat deze het EVR kan bijwerken. De voormalige instantie die bevoegd is voor onderhoud geeft de onderhoudsdocumentatie ofwel aan de houder, ofwel aan de nieuwe instantie die bevoegd is voor onderhoud. De voormalige instantie die bevoegd is voor onderhoud wordt van haar verantwoordelijkheden ontheven als zij uit de EVR-registratie wordt uitgeschreven. De registratie van het voertuig wordt geschorst indien geen enkele nieuwe entiteit de status van instantie die bevoegd is voor onderhoud heeft aanvaard op het ogenblik van de uitschrijving.
3.2.2.5.
In geval van verandering van eigenaar stelt de houder de RI tijdig in kennis, zodat deze het EVR kan bijwerken.
3.2.2.6.
De nieuwe status (8) en de reden voor de status worden ingevuld. De datum van de status wordt automatisch ingevuld door het EVR.
Een voertuig waarvan de registratie is geschorst, mag niet worden geëxploiteerd op het spoornet van de Unie.
Om een registratie na schorsing te reactiveren, moet de RI de voorwaarden die de schorsing hebben veroorzaakt opnieuw onderzoeken, indien van toepassing in overleg met de nationale veiligheidsinstantie die de schorsing heeft gevraagd.
3.2.2.7.
De nieuwe status (8) en de reden voor de status worden ingevuld. De datum van de status wordt automatisch ingevuld door het systeem.
Een voertuig waarvan de registratie is ingetrokken, mag niet onder die registratie worden geëxploiteerd op het spoornet van de Unie.
3.2.2.8.
Het EVN wordt gewijzigd wanneer het vanwege technische aanpassingen aan het voertuig niet meer overeenstemt met de interoperabiliteit of de technische kenmerken van het voertuig als vastgesteld in aanhangsel 6. Dergelijke technische wijzigingen kunnen een nieuwe vergunning om een voertuig in de handel te brengen en, indien van toepassing, een nieuwe typegoedkeuring van het voertuig vereisen, overeenkomstig de artikelen 21 en 24 van Richtlijn (EU) 2016/797. De houder stelt de RI van de lidstaat waar het voertuig is ingeschreven in kennis van die wijzigingen en, voor zover van toepassing, van de nieuwe vergunning om het voertuig in de handel te brengen. Die RI kent het voertuig vervolgens een nieuw EVN toe.
De verandering van EVN bestaat uit een nieuwe registratie van het voertuig en de daaropvolgende schrapping van de oude registratie.
3.2.2.9.
Het EVN mag op verzoek van de houder worden gewijzigd via een nieuwe registratie van het voertuig door een andere lidstaat in het gebruiksgebied en de daaropvolgende schrapping van de oude inschrijving.
3.2.3. Automatische kennisgeving van veranderingen
Na een verandering van een of meer punten van de registratie verstuurt het IT-systeem van het EVR een automatische e-mail naar de houder en de betrokken nationale veiligheidsinstanties in het gebruiksgebied van het voertuig om hen in kennis te stellen van de verandering, voor zover zij hebben aangegeven dergelijke kennisgevingen te willen ontvangen.
Na een verandering van de houder, eigenaar of instantie die bevoegd is voor onderhoud stuurt het IT-systeem van het EVR automatisch een e-mail naar de vorige houder en de nieuwe houder, of de vorige eigenaar en de nieuwe eigenaar, of de vorige instantie die bevoegd was voor onderhoud en de nieuwe instantie die bevoegd is voor onderhoud.
Een houder, eigenaar, instantie die bevoegd is voor onderhoud of instantie die een verklaring afgeeft, kan ervoor kiezen eveneens de e-mails te ontvangen waarin melding wordt gedaan van veranderingen van registraties waarin zij geïdentificeerd zijn.
3.2.4. Historische gegevens
Alle gegevens in het EVR worden bewaard tot tien jaar na de datum waarop het voertuig buiten dienst wordt gesteld. De gegevens blijven minstens de drie eerste jaren online beschikbaar. Na drie jaar mogen de gegevens worden gearchiveerd. Indien tijdens de periode van tien jaar een onderzoek wordt opgestart waarbij het voertuig of de voertuigen zijn betrokken, dan worden de gegevens over die voertuigen ook na afloop van de periode van tien jaar bijgehouden indien de in artikel 22 van Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad (9) vermelde onderzoeksorganen of de nationale rechtbanken daarom vragen.
Wanneer de registratie van een voertuig wordt geschrapt, worden alle aan dat voertuig toegekende registratienummers gedurende honderd jaar vanaf de schrappingsdatum aan geen enkel ander voertuig toegekend.
Alle veranderingen van de gegevens in het EVR worden geregistreerd.
3.3. Gebruikersbeheer
3.3.1. Aanvraag van een gebruikersaccount
Elke persoon of organisatie kan bij de bevoegde RI waar de persoon of organisatie is gevestigd, toegang tot het EVR vragen via een webformulier (onderdeel van de gecentraliseerde UCA-functie).
De RI beoordeelt het verzoek en creëert desgevallend een gebruikersaccount voor de aanvrager en wijst de passende toegangsrechten toe overeenkomstig de punten 3.3.2 en 3.3.3.
3.3.2. Toegangsrechten
De toegangsrechten tot gegevens in het EVR worden in onderstaande tabel weergegeven:
Tabel 2
Entiteit |
Leesrechten |
Schrijfrechten |
RI van lidstaat „XX” |
Alle gegevens |
Alle gegevens in het voertuigregister van lidstaat „XX” |
NSA |
Alle gegevens |
Geen |
Bureau |
Alle gegevens |
Geen |
Houder |
Alle gegevens van voertuigen waarvan hij houder is |
Geen |
Met het onderhoud belaste entiteit |
Alle gegevens, behalve de referenties van de eigenaar, van voertuigen waarvoor zij de met het onderhoud belaste entiteit is |
Geen |
Eigenaar |
Alle gegevens van voertuigen waarvan hij eigenaar is |
Geen |
Spoorwegonderneming |
Alle gegevens, behalve de referenties van de eigenaar, die gebaseerd zijn op een of meer voertuignummers |
Geen |
Infrastructuurbeheerder |
Alle gegevens, behalve de referenties van de eigenaar, die gebaseerd zijn op een of meer voertuignummers |
Geen |
Het in artikel 22 van Richtlijn (EU) 2016/798 bedoelde onderzoeksorgaan en het in artikel 55 van Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (10) bedoelde toezichthoudende instantie |
Alle gegevens van voertuigen die worden gecontroleerd of die het voorwerp uitmaken van een audit |
Geen |
instantie die de EG-keuringsverklaring afgeeft (aanvrager) |
Alle gegevens over voertuigen waarvoor het de instantie is die de EG-keuringsverklaring afgeeft (aanvrager), behalve de referenties van de eigenaar |
Geen |
Andere legitieme gebruiker die door de nationale veiligheidsinstantie of het Bureau wordt erkend (11) |
Op passende wijze definiëren, eventueel met beperkte duur, behalve de referenties van de eigenaar |
Geen |
De toegangsrechten tot gegevens in het EVR kunnen worden uitgebreid tot relevante instanties uit derde landen of intergouvernementele organisaties voor zover dit voorzien is bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Unie partij is.
3.3.3. Andere rechten
Houders mogen registratieaanvragen indienen.
Elke organisatie kan veranderingen aanbrengen aan haar eigen gegevens in de referentiegegevens (zie punt 3.4).
3.3.4. Beveiliging
De authenticatie van gebruikers gebeurt aan de hand van een gebruikersnaam en paswoord. In het geval van houders (aanvragers van een voertuigregistratie) en RI's levert de authenticatie het betrouwbaarheidsniveau „substantieel” op, zoals vermeld in punt 2.2.1 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1502 van de Commissie (12).
3.3.5. Gegevensbescherming
Gegevens in het EVR worden beheerd overeenkomstig Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (13) en overeenkomstig toepasselijke nationale wetgeving op het gebied van gegevensbescherming.
3.4. Referentiegegevens
Om de harmonisering van de gegevensinvoer in het registratieproces te waarborgen, maakt het EVR gebruik van referentiegegevens. De EVR-referentiegegevens voor parameters in tabel 1 zijn beschikbaar voor houders in het geharmoniseerde elektronische formulier via de ARS-functie.
3.4.1. Actualisering van referentiegegevens
Het Bureau zorgt voor de actualisering van de referentiegegevens en stelt ze ter beschikking in een centraal instrument (deel van de RDA-functie), in samenwerking met de RI's.
Elke organisatie die geregistreerd is in de referentiegegevens, kan haar gegevens veranderen via een webinterface.
Wanneer een registratieaanvraag is ingediend, ziet de RI erop toe dat de gegevens van de organisatie worden geregistreerd in de referentiegegevens en dat het Bureau een organisatiecode toekent of, als de organisatie al is geregistreerd, dat de referentiegegevens worden geactualiseerd aan de hand van de nieuwe gegevens die door de houder zijn ingediend.
3.4.2. Code van de instantie
3.4.2.1.
Een organisatiecode is een unieke identificatiecode, bestaande uit vier alfanumerieke tekens, die door het Bureau wordt toegekend aan één organisatie.
3.4.2.2.
Voor elk van de vier alfanumerieke tekens mag elke van de 26 letters van het alfabet volgens ISO 8859-1 of elk cijfer van 0 tot en met 9 worden gebruikt. Letters worden geschreven in hoofdletters.
3.4.2.3.
Aan elke organisatie die toegang krijgt tot het EVR of daarin is geregistreerd, wordt een organisatiecode toegekend.
Het Bureau publiceert de procedure voor de opstelling en toekenning van organisatiecodes en werkt deze bij.
In de EVR-richtsnoeren wordt een bereik toegekend aan uitsluitend ondernemingen die onder de TSI's TAP en TAF vallen.
3.4.2.4.
Het Bureau publiceert de lijst van organisatiecodes op zijn website.
4. BESTAANDE VOERTUIGEN
4.1. Voertuignummer
1. |
Voertuigen die al over een 12-cijferig nummer beschikken, behouden hun huidige nummer. Het 12-cijferige nummer wordt ongewijzigd geregistreerd. |
2. |
Voertuigen zonder 12-cijferig nummer (14) krijgen een 12-cijferig nummer (overeenkomstig aanhangsel 6) toegekend in het EVR. Het IT-systeem van het EVR koppelt dit EVN aan het huidige voertuignummer. voor voertuigen die voor internationaal verkeer worden gebruikt, behoudens die voor historisch gebruik: het 12-cijferige nummer wordt fysiek op het voertuig aangebracht binnen een periode van zes jaar na de toewijzing in het EVR. Voor voertuigen die uitsluitend voor binnenlands verkeer worden gebruikt en voertuigen voor historisch gebruik: het 12-cijferige nummer mag op vrijwillige basis fysiek op het voertuig worden aangebracht. |
4.2. Procedure voor de migratie van nationale voertuigregisters (NVR's) naar het EVR
De instantie die in het verleden verantwoordelijk was voor de registratie van voertuigen, stelt alle informatie ter beschikking van de RI van het land waar ze is gevestigd.
Bestaande voertuigen worden uitsluitend door een van de volgende lidstaten geregistreerd:
— |
de lidstaat waar zij voor het eerst een vergunning voor indienststelling van het voertuig kregen, overeenkomstig de artikelen 21 tot en met 26 van Richtlijn 2008/57/EG; |
— |
de lidstaat waar zij werden geregistreerd nadat zij een vergunning hadden gekregen overeenkomstig de artikelen 21 en 25 van Richtlijn (EU) 2016/797; |
— |
in het geval van registraties die worden overgedragen aan het NVR van een andere lidstaat, door die lidstaat. |
4.3. Bestaande systemen
Het standaard-NVR, de vertaalinterface en het virtueel voertuigregister, zoals vermeld in Besluit 2007/756/EG, worden opgeheven.
5. RICHTSNOEREN
Om de toepassing en het gebruik van deze bijlage te vergemakkelijken, publiceert het Bureau geactualiseerde richtsnoeren.
De lidstaten zorgen voor de opstelling, publicatie en actualisering van richtsnoeren, waarin zij met name hun taalbeleid, met inbegrip van bepalingen inzake communicatie, omschrijven.
(*1) De codes zijn die welke officieel worden gepubliceerd en geactualiseerd in de Interinstitutionele schrijfwijzer op de website van de Unie. In het geval van de veiligheidsinstantie „Intergouvernementele Commissie voor de Kanaaltunnel” wordt de landcode CT gebruikt. In het geval van het Bureau wordt de landcode EU gebruikt.
(1) Rollend materieel dat voor het eerst in gebruik wordt genomen in Estland, Letland of Litouwen en bestemd is voor gebruik buiten de Unie als onderdeel van het gemeenschappelijke 1 520mm-wagenpark moet zowel in het EVR als in de gegevensbank van de Raad voor het spoorvervoer van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten worden geregistreerd. In dit geval mag het 8-cijferige nummeringsysteem worden gebruikt in plaats van het nummeringsysteem in bijlage 6.
(2) Voor voertuigtypes die vergund zijn overeenkomstig artikel 26 van Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1) en artikel 24 van Richtlijn (EU) 2016/797.
(3) Het moet mogelijk zijn de verwijzingen naar de EG-keuringsverklaring van het subsysteem rollend materieel en het subsysteem CCS te specificeren
(4) Het moet mogelijk zijn de gegevens voor alle aan het voertuig afgegeven vergunningen te specificeren.
(5) Vergunning om een voertuig in de handel te brengen die is afgegeven overeenkomstig hoofdstuk V van Richtlijn (EU) 2016/797 of vergunning voor indienststelling die is afgegeven overeenkomstig hoofdstuk V van Richtlijn 2008/57/EG of overeenkomstig de vergunningsregelingen die bestonden vóór de omzetting van Richtlijn 2008/57/EG.
(6) In voorkomend geval, aanvullende velden zoals vermeld in punt 3.2.1.14.
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/545 van de Commissie van 4 april 2018 tot vaststelling van de praktische regelingen voor het proces voor de afgifte van typegoedkeuringen en vergunningen voor spoorvoertuigen overeenkomstig Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 90 van 6.4.2018, blz. 66).
(8) Zoals bepaald in aanhangsel 3.
(9) Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102).
(10) Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PB L 343 van 14.12.2012, blz. 32).
(11) Het Bureau stelt, in samenwerking met de nationale veiligheidsinstanties, de procedure voor de erkenning van legitieme gebruikers op.
(12) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1502 van de Commissie van 8 september 2015 tot vaststelling van minimale technische specificaties en procedures betreffende het betrouwbaarheidsniveau voor elektronische identificatiemiddelen overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (PB L 235 van 9.9.2015, blz. 7).
(13) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(14) Onverminderd voetnoot 1 van tabel 1.
AANHANGSEL 1
BEPERKINGSCODES
1. BEGINSELEN
De beperkingen die vermeld zijn in de vergunning om het voertuig in de handel te brengen, krijgen een geharmoniseerde code of een nationale code toegewezen.
2. STRUCTUUR
Elke code is een combinatie van:
— |
de categorie van de beperking, |
— |
de aard van de beperking, |
— |
de waarde of specificatie, |
die worden gescheiden door een punt (.):
[Categorie].[Aard].[Waarde of specificatie].
3. BEPERKINGSCODES
1. |
Geharmoniseerde beperkingscodes zijn geldig in alle lidstaten.
Het Bureau publiceert op zijn website een geactualiseerde lijst van geharmoniseerde beperkingscodes voor het hele spoornet van de Unie. Indien een nationale veiligheidsinstantie van mening is dat een nieuwe code aan de lijst van geharmoniseerde beperkingscodes moet worden toegevoegd, vraagt ze het Bureau de opname van die nieuwe code te beoordelen. Het Bureau beoordeelt het verzoek in overleg met andere nationale veiligheidsinstanties, voor zover van toepassing. Het neemt vervolgens een nieuwe beperkingscode in de lijst op indien dit nodig blijkt. |
2. |
Het Bureau houdt de lijst van nationale beperkingscodes bij. Nationale beperkingscodes mogen uitsluitend worden gebruikt voor de beperkingen die het gevolg zijn van bijzondere eigenschappen van het bestaande spoornet van een lidstaat en die wellicht niet in dezelfde zin van toepassing zijn in andere lidstaten.
Voor soorten beperkingen die niet in de in punt 1 bedoelde lijst staan, verzoekt de nationale veiligheidsinstantie het Bureau om een nieuwe code in de lijst van nationale beperkingscodes op te nemen. Het Bureau beoordeelt het verzoek in overleg met andere nationale veiligheidsinstanties, voor zover van toepassing. Het neemt vervolgens een nieuwe beperkingscode in de lijst op indien dit nodig blijkt. |
3. |
De beperkingscode voor multinationale veiligheidsinstanties wordt verwerkt als nationale beperkingscode. |
4. |
Niet-gecodeerde beperkingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor beperkingen die omwille van hun bijzondere karakter hoogstwaarschijnlijk niet van toepassing zijn op meerdere voertuigtypen.
Het Bureau houdt een unieke lijst van beperkingscodes bij voor het EVR, alsook het in artikel 48 van Richtlijn (EU) 2016/797 bedoelde Europees register van goedgekeurde voertuigtypen, het uniek loket en de interoperabiliteits- en de gegevensbank over interoperabiliteit en veiligheid van het Europees Spoorwegbureau. |
5. |
Voor zover relevant, mag het Bureau de harmonisering van beperkingscodes in overleg met relevante intergouvernementele organisaties uitvoeren, voor zover dit voorzien is bij een internationale overeenkomst waarbij de Europese Unie partij is. |
AANHANGSEL 2
STRUCTUUR EN INHOUD VAN HET EUROPEES IDENTIFICATIENUMMER
Het Bureau stelt de structuur en inhoud van het Europees identificatienummer (EIN) vast in een technisch document, daaronder begrepen de codificering van de desbetreffende documenttypes, en publiceert dit document op zijn website.
AANHANGSEL 3
CODE VAN DE REGISTRATIESTATUS
Code |
Registratiestatus (1) |
Reden van de registratiestatus |
Beschrijving |
00 |
Geldig |
Niet van toepassing |
Het voertuig beschikt over een geldige registratie. |
10 |
Geschorst |
Niet van toepassing |
De voertuigregistratie wordt geschorst op verzoek van de houder of bij besluit van de nationale veiligheidsinstantie van de lidstaat van registratie of de RI. Code mag niet meer worden gebruikt. |
11 |
Geschorst |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt geschorst op verzoek van de houder. Het voertuig wordt bedrijfsklaar gestald als inactieve of strategische reserve. |
12 |
Geschorst |
Te specificeren door de houder en geregistreerd in parameter 10.3 |
De registratie van het voertuig wordt geschorst op verzoek van de houder. Andere reden. |
13 |
Geschorst |
Te specificeren door de nationale veiligheidsinstantie van de lidstaat van registratie en geregistreerd in parameter 10.3 |
De voertuigregistratie wordt geschorst op verzoek van de nationale veiligheidsinstantie van de lidstaat van registratie. |
14 |
Geschorst |
Te specificeren door de RI en geregistreerd in parameter 10.3 |
De registratie van het voertuig wordt geschorst bij besluit van de RI. |
20 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig wordt vooraf geregistreerd onder een ander nummer met het oog op blijvend gebruik op (het gehele of een deel van het) Europese spoornet. Code mag niet meer worden gebruikt. |
21 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig wordt vooraf geregistreerd onder een ander EVN wegens technische problemen met het voertuig. Zie punt 3.2.2.8. |
22 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig wordt vooraf geregistreerd onder een ander EVN en door een andere lidstaat in het gebruiksgebied. Zie punt 3.2.2.9. |
30 |
Ingetrokken |
Te specificeren door de houder en geregistreerd in parameter 10.3 |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. De registratie van het voertuig voor gebruik op het spoornet van de Unie is verstreken en het voertuig is niet opnieuw geregistreerd. |
31 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig is bestemd voor blijvend gebruik als spoorvoertuig buiten het spoornet van de Unie. |
32 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig is bestemd voor recuperatie van belangrijke interoperabele componenten/modules/onderdelen of grondige verbouwing. |
33 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig is gesloopt en de materialen (waaronder belangrijke componenten) zijn verwijderd met het oog op recycling. |
34 |
Ingetrokken |
Niet van toepassing |
De registratie van het voertuig wordt ingetrokken op verzoek van de houder. Het voertuig zal als „historisch rollend materieel” worden ingezet op een gescheiden netwerk of statisch worden tentoongesteld buiten het spoornet van de Unie. |
Gebruik van codes
De codes en de reden worden uitsluitend gebaseerd op informatie die aan de RI wordt verstrekt door de entiteit die de verandering van de registratiestatus heeft aangevraagd.
(1) Deze tabel bevat alleen de registratiestatus van voltooide registraties.
AANHANGSEL 5
WOORDENLIJST
Acroniem/afkorting |
Definitie |
Aanvrager |
Een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die een vergunning voor het in de handel brengen van een voertuig aanvraagt |
ARS-functie |
Functie aanvraag, registratie en opslag van gegevens |
ATMF |
Uniforme regels betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in internationaal verkeer (ATMF — Aanhangsel G bij het Cotif) |
Bureau |
Het bij Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad (1) opgerichte Spoorwegbureau |
C-ARS-functie |
Functie aanvraag, registratie en opslag van gegevens (gecentraliseerd) |
Cotif |
Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer |
D-ARS-functie |
Functie aanvraag, registratie en opslag van gegevens (gedecentraliseerd) |
DSC-functie |
Functie gegevensopzoeking en -raadpleging |
EIN |
Europees identificatienummer |
ERATV |
Europees register van goedgekeurde voertuigtypen, zoals vermeld in artikel 48 van Richtlijn (EU) 2016/797 |
EVN |
Europees voertuignummer |
EVR |
Europees voertuigregister, zoals vermeld in artikel 47 van Richtlijn (EU) 2016/797 |
GDPR |
Verordening (EU) 2016/679 |
Gebruiksgebied van een voertuig |
Een net of netten binnen een lidstaat of groep van lidstaten waarop een voertuig is bedoeld om te worden gebruikt, zoals vermeld in artikel 2 van Richtlijn (EU) 2016/797 |
ISO |
Internationale Organisatie voor Normalisatie |
IT |
Informatietechnologie |
NSA |
Nationale veiligheidsinstantie |
NVR |
Nationaal voertuigregister, zoals vermeld in artikel 47 van Richtlijn (EU) 2016/797 |
OTIF |
Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer |
RDA-functie |
Functie beheer van referentiegegevens |
RI |
Registratie-instantie, d.w.z. het orgaan dat in elke lidstaat overeenkomstig dit besluit wordt aangesteld |
RIC |
Reglement inzake het wederzijdse gebruik van rijtuigen en wagens in internationaal verkeer |
RIV |
Reglement inzake het wederzijdse gebruik van wagens in internationaal verkeer |
TSI TAF |
TSI Telematicatoepassingen voor het goederenvervoer |
TSI TAP |
TSI Telematicatoepassingen voor het personenvervoer |
TSI |
Technische specificatie inzake interoperabiliteit |
UCA-functie |
Functie creatie en beheer van gebruikers |
Vergunningverlenende instantie |
De instantie (nationale veiligheidsinstantie of het Bureau) die een vergunning heeft afgegeven om het voertuig in de handel te brengen |
Vergunningverlening |
Vergunning om een voertuig in de handel te brengen |
VKM |
Aanduiding voertuighouder |
VKMR |
Register van de aanduidingen voertuighouder |
VVR |
Virtueel voertuigregister, zoals gedefinieerd in Besluit 2007/756/EG |
(1) Verordening (EU) 2016/796 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 881/2004 (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 1).
AANHANGSEL 6
DEEL „0”
Voertuigidentificatie
Algemene opmerkingen
In deze bijlage worden het Europees voertuignummer en de bijbehorende markering beschreven die op zichtbare en permanente wijze op het voertuig moeten worden aangebracht om het te identificeren. Andere permanente nummers of markeringen die tijdens de constructie op het chassis worden gegraveerd of bevestigd, of op de hoofdonderdelen van het voertuig worden aangebracht, worden in deze bijlage niet beschreven.
Europees voertuignummer en bijbehorende afkortingen
Elk spoorwegvoertuig krijgt een nummer van twaalf cijfers (het Europees voertuignummer (EVN)) dat als volgt is samengesteld:
Type rollend materieel |
Type voertuig en aanduiding van interoperabiliteit [2 cijfers] |
Land waarin het voertuig is geregistreerd |
Technische kenmerken |
Serienummer |
Controlecijfer |
[2 cijfers] |
[4 cijfers] |
[3 cijfers] |
[1 cijfer] |
||
Wagons |
00 tot en met 09 10 tot en met 19 20 tot en met 29 30 tot en met 39 40 tot en met 49 80 tot en met 89 [zie deel 6] |
01 tot en met 99 [zie deel 4] |
0000 tot en met 9999 [zie deel 9] |
000 tot en met 999 |
0 tot en met 9 [zie deel 3] |
Gesleepte reizigersvoertuigen |
50 tot en met 59 60 tot en met 69 70 tot en met 79 [zie deel 7] |
0000 tot en met 9999 [zie deel 10] |
000 tot en met 999 |
||
Tractiematerieel en eenheden van een vast of vooraf gedefinieerd treinstel |
90 tot en met 99 [zie deel 8] |
0000000 tot en met 8999999 (de betekenis van deze cijfers wordt door de lidstaten en eventueel middels bilaterale of multilaterale overeenkomsten bepaald) |
|||
Bijzondere voertuigen |
9000 tot en met 9999 [zie deel 11] |
000 tot en met 999 |
De technische kenmerken en het serienummer (samen zeven cijfers) volstaan om binnen een groep van wagons, getrokken reizigersvoertuigen, tractiematerieel en bijzondere voertuigen een individueel voertuig te identificeren (1).
Het nummer wordt aangevuld met lettertekens:
a) |
de afkorting van het land waarin het voertuig is ingeschreven (zie deel 4); |
b) |
aanduiding voertuighouder (bijzonderheden in deel 1); |
c) |
afkortingen van de technische kenmerken (zie deel 12 voor wagons en deel 13 voor getrokken reizigersvoertuigen). |
DEEL 1
Aanduiding voertuighouder
1. Definitie van de aanduiding voertuighouder (Vehicle Keeper Marking, VKM)
De aanduiding voertuighouder (VKM) is een lettercode van 2 tot 5 letters (2). De VKM wordt op elk spoorvoertuig naast het EVN aangebracht. Het VKM identificeert de houder, zoals geregistreerd in het EVR.
De VKM is uniek en geldt in alle landen waarin dit besluit van toepassing is en in alle landen die een overeenkomst aangaan waarin is bepaald dat het in deze TSI beschreven systeem voor voertuignummering en VKM moet worden toegepast.
Een VKM voor een houder wiens hoofdvestiging zich in een niet-EU-lidstaat van de OTIF bevindt, moet worden aangevraagd bij het secretariaat-generaal van de OTIF.
2. Formaat van de aanduiding voertuighouder
De VKM geeft de volledige naam of de afkorting van de houder weer, indien mogelijk op een herkenbare manier. Alle 26 letters van het alfabet volgens ISO 8859-1 mogen worden gebruikt. De VKM wordt in hoofdletters geschreven. Voor letters die geen beginletter zijn van een woord in de naam van de houder, mogen kleine letters worden gebruikt. Voor de controle van de eenduidigheid gelden de kleine letters als hoofdletters.
De letters mogen diakritische tekens bevatten (3). Bij de controle van de eenduidigheid wordt geen rekening gehouden met de diakritische tekens.
Voor voertuigen van houders die in landen zijn gevestigd waar het Latijnse alfabet niet wordt gebruikt, mag na de AVE en een schuine streep („/”) een transliteratie worden gebruikt. Transliteraties worden evenwel bij de gegevensverwerking genegeerd.
3. Bepalingen voor het toewijzen van een Aanduiding voertuighouder
In de volgende gevallen mag meer dan één VKM worden toegewezen aan een houder:
— |
als de houder officieel een naam in meer dan één taal heeft; |
— |
als de houder goede redenen heeft om binnen zijn organisatie onderscheid te maken tussen twee voertuigparken. |
Aan een groep ondernemingen kan één enkele VKM worden toegewezen wanneer:
— |
zij tot een groep ondernemingen behoren (bv. een holdingstructuur); |
— |
de voertuigen toebehoren aan een groep ondernemingen die binnen haar structuur één organisatie heeft aangesteld die bevoegd is om namens alle leden van de groep op te treden; |
— |
zij één afzonderlijke rechtspersoonlijkheid is met bevoegdheid om namens de groep op te treden, in welk geval deze rechtspersoonlijkheid de houder is. |
4. Register van Aanduidingen voertuighouder en toewijzingsprocedure
Het VKM-register is openbaar en wordt permanent bijgewerkt.
Een aanvrager vraagt een VKM aan bij de nationale veiligheidsinstantie van de lidstaat waar hij zijn hoofdvestiging heeft. Die nationale veiligheidsinstantie controleert de aanvraag en stuurt ze door naar het Bureau. Een VKM mag pas worden gebruikt wanneer het Bureau deze heeft gepubliceerd.
Een houder van een VKM licht de bevoegde nationale instantie in wanneer hij de VKM niet langer gebruikt, waarop de bevoegde nationale instantie het Bureau hiervan op de hoogte stelt. De VKM wordt ingetrokken wanneer de houder heeft aangetoond dat deze op alle betrokken voertuigen is veranderd. De VKM kan binnen tien jaar niet opnieuw worden toegewezen tenzij aan de oorspronkelijke houder of, op diens verzoek, aan een andere houder.
Een VKM kan aan een andere houder overgedragen worden indien deze de wettelijke opvolger van de oorspronkelijke houder is. Een VKM blijft geldig wanneer de houder ervan zijn naam verandert in een naam die niet op de VKM gelijkt.
Wanneer een wijziging van de houder een wijziging van de VKM tot gevolg heeft, moet de nieuwe VKM binnen de drie maanden na de registratie van die wijziging in het EVR op de wagons worden aangebracht. Wanneer de op het voertuig aangebrachte VKM en de gegevens in het EVR niet met elkaar overeenstemmen, heeft de EVR-registratie voorrang.
DEEL 2
Niet gebruikt
DEEL 3
Voorschriften voor het bepalen van het controlecijfer (het 12e cijfer)
Het controlecijfer wordt als volgt bepaald:
— |
de cijfers op de even posities van het stamnummer (van links naar rechts tellend) behouden hun waarde; |
— |
de cijfers op de oneven posities van het stamnummer (van links naar rechts tellend) worden met 2 vermenigvuldigd; |
— |
de cijfers op de even posities worden opgeteld bij de resultaten van de vermenigvuldigingen op de oneven posities; |
— |
de eenheden van deze som worden onthouden; |
— |
het controlecijfer is het verschil tussen 10 en dat cijfer; wanneer de uitkomst nul is, is het controlecijfer ook nul. |
Voorbeelden
1- |
Stel het volgende stamnummer |
3 |
3 |
8 |
4 |
4 |
7 |
9 |
6 |
1 |
0 |
0 |
|
Vermenigvuldigingsfactor |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
|
|
6 |
3 |
16 |
4 |
8 |
7 |
18 |
6 |
2 |
0 |
0 |
|
Som: 6 + 3 + 1 + 6 + 4 + 8 + 7 + 1 + 8 + 6 + 2 + 0 + 0 = 52 |
|||||||||||
|
De eenheid van deze som is 2. Het controlecijfer is dus 8 en het stamnummer wordt dan registratienummer 33 844796100 — 8. |
2 - |
Stel het volgende stamnummer |
3 |
1 |
5 |
1 |
3 |
3 |
2 |
0 |
1 |
9 |
8 |
|
Vermenigvuldigingsfactor |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
1 |
2 |
|
|
6 |
1 |
10 |
1 |
6 |
3 |
4 |
0 |
2 |
9 |
16 |
|
Som: 6 + 1 + 1 + 0 + 1 + 6 + 3 + 4 + 0 + 2 + 9 + 1 + 6 = 40 |
|||||||||||
|
De eenheid van deze som is 0. Het controlecijfer is dus 0 en het stamnummer wordt dan registratienummer 31 513320198 — 0. |
DEEL 4
Codes van landen waarin de voertuigen zijn geregistreerd (cijfers 3-4 en afkorting)
Informatie met betrekking tot derde landen wordt uitsluitend ter informatie vermeld.
Landen |
Lettercode van het land (1) |
Cijfercode van het land |
|
Landen |
Lettercode van het land (1) |
Cijfercode van het land |
||||||||||||||
Albanië |
AL |
41 |
|
Litouwen |
LT |
24 |
||||||||||||||
Algerije |
DZ |
92 |
|
Luxemburg |
L |
82 |
||||||||||||||
Armenië |
AM |
58 |
|
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië |
MK |
65 |
||||||||||||||
Oostenrijk |
A |
81 (6) |
|
Malta |
M |
|
||||||||||||||
Azerbeidzjan |
AZ |
57 |
|
Moldavië |
MD (1) |
23 |
||||||||||||||
Belarus |
BY |
21 |
|
Monaco |
MC |
|
||||||||||||||
België |
B |
88 |
|
Mongolië |
MGL |
31 |
||||||||||||||
Bosnië en Herzegovina |
BIH |
50 en 44 (2) |
|
Montenegro |
MNE |
62 |
||||||||||||||
Bulgarije |
BG |
52 |
|
Marokko |
MA |
93 |
||||||||||||||
China |
RC |
33 |
|
Nederland |
NL |
84 |
||||||||||||||
Kroatië |
HR |
78 |
|
Noord-Korea |
PRK (1) |
30 |
||||||||||||||
Cuba |
CU (1) |
40 |
|
Noorwegen |
N |
76 |
||||||||||||||
Cyprus |
CY |
|
|
Polen |
PL |
51 |
||||||||||||||
Tsjechië |
CZ |
54 |
|
Portugal |
P |
94 |
||||||||||||||
Denemarken |
DK |
86 |
|
Roemenië |
RO |
53 |
||||||||||||||
Egypte |
ET |
90 |
|
Rusland |
RUS |
20 |
||||||||||||||
Estland |
EST |
26 |
|
Servië |
SRB |
72 |
||||||||||||||
Finland |
FIN |
10 |
|
Slowakije |
SK |
56 |
||||||||||||||
Frankrijk |
F |
87 |
|
Slovenië |
SLO |
79 |
||||||||||||||
Georgië |
GE |
28 |
|
Zuid-Korea |
ROK |
61 |
||||||||||||||
Duitsland |
D |
80 (7) |
|
Spanje |
E |
71 |
||||||||||||||
Griekenland |
GR |
73 |
|
Zweden |
S |
74 |
||||||||||||||
Hongarije |
H |
55 (5) |
|
Zwitserland |
CH |
85 (4) |
||||||||||||||
Iran |
IR |
96 |
|
Syrië |
SYR |
97 |
||||||||||||||
Irak |
IRQ (1) |
99 |
|
Tadzjikistan |
TJ |
66 |
||||||||||||||
Ierland |
IRL |
60 |
|
Tunesië |
TN |
91 |
||||||||||||||
Israël |
IL |
95 |
|
Turkije |
TR |
75 |
||||||||||||||
Italië |
I |
83 (3) |
|
Turkmenistan |
TM |
67 |
||||||||||||||
Japan |
J |
42 |
|
Oekraïne |
UA |
22 |
||||||||||||||
Kazachstan |
KZ |
27 |
|
Verenigd Koninkrijk |
GB |
70 |
||||||||||||||
Kirgizië |
KS |
59 |
|
Oezbekistan |
UZ |
29 |
||||||||||||||
Letland |
LV |
25 |
|
Vietnam |
VN (1) |
32 |
||||||||||||||
Libanon |
RL |
98 |
|
|
||||||||||||||||
Liechtenstein |
FL |
|
|
DEEL 5
Niet gebruikt
DEEL 6
Interoperabiliteitscodes voor wagons (1e en 2e cijfer)
|
|
2e cijfer |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
2e cijfer |
|
1e cijfer |
|
|
1e cijfer |
|||||||||||
|
|
Spoorbreedte |
vast of variabel |
vast |
variabel |
vast |
variabel |
vast |
variabel |
vast |
variabel |
vast of variabel |
Spoorbreedte |
|
Wagons in overeenstemming met TSI WAG (1), met inbegrip van deel 7.1.2 en alle voorwaarden van aanhangsel C |
0 |
met assen |
Gereserveerd |
goederenwagens |
Gereserveerd (3) |
PPV/PPW-wagons (variabele spoorbreedte) |
met assen |
0 |
||||||
1 |
met draaistellen |
met draaistellen |
1 |
|||||||||||
2 |
met assen |
goederenwagens |
PPV/PPW-wagons (vaste spoorbreedte) |
met assen |
2 |
|||||||||
3 |
met draaistellen |
met draaistellen |
3 |
|||||||||||
Andere wagons |
4 |
met assen (2) |
onderhoudsvoertuigen |
Andere wagons |
Wegens technische redenen speciaal genummerde wagens die niet in de EU in dienst werden gesteld |
met assen (2) |
4 |
|||||||
8 |
met draaistellen (2) |
met draaistellen (2) |
8 |
|||||||||||
|
|
|
|
|
|
|||||||||
|
1e cijfer |
|
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
|
1e cijfer |
|
2e cijfer |
2e cijfer |
|
DEEL 7
Internationale vervoerscodes voor getrokken reizigersvoertuigen (1e en 2e cijfer)
|
Binnenlands vervoer |
Binnenlands of internationaal vervoer met speciale vergunning |
PPV/PPW |
||||||||
|
2e cijfer |
0 |
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
1e cijfer |
|
||||||||||
5 |
Voertuigen voor binnenlands vervoer |
Voertuigen met vaste spoorbreedte zonder airconditioning (m.i.v. wagons voor autovervoer) |
Voertuigen met variabele spoorbreedte (1 435/1 520) zonder airconditioning |
Gereserveerd |
Voertuigen met variabele spoorbreedte (1 435/1 668) zonder airconditioning |
Historisch materieel |
Gereserveerd (6) |
Voertuigen met vaste spoorbreedte |
Voertuigen met variabele spoorbreedte (1 435/1 520) en verwisselbare draaistellen |
Voertuigen met variabele spoorbreedte (1 435/1 520) en verstelbare assen |
|
6 |
Dienstvoertuigen |
Voertuigen met vaste spoorbreedte en airconditioning |
Voertuigen met variabele spoorbreedte (1 435/1 520) met airconditioning |
Dienstvoertuigen |
Voertuigen met variabele spoorbreedte (1 435/1 668) met airconditioning |
Wagons voor autovervoer |
Gereserveerd (6) |
||||
7 |
Drukdichte voertuigen met airconditioning |
Gereserveerd |
Gereserveerd |
Drukdichte voertuigen met vaste spoorbreedte en airconditioning |
Gereserveerd |
Andere voertuigen |
Gereserveerd |
Gereserveerd |
Gereserveerd |
Gereserveerd |
DEEL 8
Types tractiematerieel en eenheden van een vast of vooraf gedefinieerd treinstel (1e en 2e cijfer)
Het eerste cijfer is „9”.
Wanneer het tweede cijfer het type tractiematerieel aanduidt, is de volgende codering verplicht:
Code |
Algemeen voertuigtype |
0 |
Diversen |
1 |
Elektrische locomotief |
2 |
Diesellocomotief |
3 |
Elektrisch motorstel (hogesnelheid) [motor- of aanhangwagen] |
4 |
Elektrisch motorstel (m.u.v. hogesnelheid) [motor- of aanhangwagen] |
5 |
Dieseltreinstel [motor- of aanhangwagen] |
6 |
Speciale aanhangwagen |
7 |
Elektrische rangeerlocomotief |
8 |
Dieselrangeerlocomotief |
9 |
Bijzondere voertuig |
DEEL 9
Stamnummers voor wagons (5e t.e.m. 8e cijfer)
Het Bureau beheert de nummers die betrekking hebben op de belangrijkste technische kenmerken van de wagon en publiceert ze op zijn website (www.era.europa.eu).
Aanvragen van nieuwe codes worden ingediend bij de registratie-instantie, die ze doorstuurt naar het Bureau. Een nieuwe code mag pas worden gebruikt wanneer het Bureau deze heeft gepubliceerd.
DEEL 10
Codes voor de technische gegevens van getrokken reizigersmaterieel (5e en 6e cijfer)
Het Bureau beheert de codes voor de technische kenmerken van getrokken reizigersmaterieel en publiceert ze op zijn website (www.era.europa.eu).
Aanvragen van nieuwe codes worden ingediend bij de registratie-instantie, die ze doorstuurt naar het Bureau. Een nieuwe code mag pas worden gebruikt wanneer het Bureau deze heeft gepubliceerd.
DEEL 11
Code voor de technische gegevens van bijzondere rijtuigen (6e t.e.m. 8e cijfer)
Het Bureau beheert de codes voor de technische kenmerken van bijzondere rijtuigen en publiceert ze op zijn website (www.era.europa.eu).
Aanvragen van nieuwe codes worden ingediend bij de registratie-instantie, die ze doorstuurt naar het Bureau. Een nieuwe code mag pas worden gebruikt wanneer het Bureau deze heeft gepubliceerd.
DEEL 12
Lettercodes voor wagons
Het Bureau beheert de lettercodes van wagons (behalve gelede rijtuigen en meervoudige wagons) en publiceert ze op zijn website (www.era.europa.eu).
Aanvragen van nieuwe codes worden ingediend bij de registratie-instantie, die ze doorstuurt naar het Bureau. Een nieuwe code mag pas worden gebruikt wanneer het Bureau deze heeft gepubliceerd.
DEEL 13
Lettercodes voor getrokken reizigersmaterieel
Het Bureau beheert de lettercodes voor getrokken reizigersmaterieel en publiceert ze op zijn website (www.era.europa.eu).
Aanvragen van nieuwe codes worden ingediend bij de registratie-instantie, die ze doorstuurt naar het Bureau. Een nieuwe code mag pas worden gebruikt wanneer het Bureau deze heeft gepubliceerd.
(1) Bijzondere voertuigen moeten in elk land over een uniek nummer beschikken dat het eerste en de vijf laatste cijfers omvat van de technische kenmerken en het serienummer.
(2) Voor de NMBS/SNCB mag de omcirkelde letter B gehandhaafd worden.
(3) Diakritische tekens zijn accenten zoals in À, Ç, Ö, Č, Ž, Å enz. Bijzondere letters als Ø en Æ worden weergegeven met één enkele letter; bij de controle op eenduidigheid wordt de Ø behandeld als een O en Æ als een A.
(1) Verordening (EU) nr. 321/2013 van de Commissie van 13 maart 2013 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van het subsysteem „rollend materieel — goederenwagens” van het spoorwegsysteem in de Europese Unie en tot intrekking van Beschikking 2006/861/EG (PB L 104 van 12.4.2013, blz. 1).
(2) Vaste of variabele spoorbreedte.
(3) Uitgezonderd voor wagons van categorie I (koelwagons), niet gebruiken voor in dienst gestelde nieuwe wagons.
(4) Overeenstemming met de toepasselijke TSI's, zie aanhangsel H, deel 6, van Verordening (EU) 2015/995 van de Commissie van 8 juni 2015 tot wijziging van Besluit 2012/757/EU betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem exploitatie en verkeersleiding van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 165 van 30.6.2015, blz. 1).
(5) Met inbegrip van voertuigen waarop op grond van de bestaande regelgeving de in deze tabel vastgestelde cijfers zijn aangebracht. Cotif: voertuig dat bij de ingebruikneming aan het op dat moment geldende COTIF-verdrag voldoet.
(6) Uitgezonderd voor rijtuigen met vaste spoorbreedte (56) en variabele spoorbreedte (66) die reeds in dienst zijn, niet voor nieuwe voertuigen.