16.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 259/39


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1548 VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2018

tot vaststelling van maatregelen voor de opstelling van de lijst van personen die in het inreis-uitreissysteem (EES) als verblijfsduuroverschrijders zijn geïdentificeerd en de procedure om die lijst aan de lidstaten ter beschikking te stellen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (1), en met name artikel 36, onder k),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2017/2226 is het inreis-uitreissysteem (EES) ingesteld, dat elektronisch de tijd en plaats van inreis en uitreis registreert van onderdanen van derde landen die voor een kort verblijf tot het grondgebied van de lidstaten zijn toegelaten, en dat de duur van het toegestane verblijf berekent.

(2)

Het EES heeft tot doel het beheer van de buitengrenzen te verbeteren, irreguliere immigratie te voorkomen en het beheer van de migratiestromen te vereenvoudigen. Het EES dient in het bijzonder bij te dragen tot de identificatie van personen die niet of niet meer aan de voorwaarden inzake de duur van het toegestane verblijf op het grondgebied van de lidstaten voldoen. Daarnaast dient het EES bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten.

(3)

Bij Verordening (EU) 2017/2226 zijn de doelstellingen van het EES vastgesteld, samen met de in het EES op te nemen categorieën gegevens, de gebruiksdoeleinden van de gegevens, de criteria voor de opneming ervan, de autoriteiten die toegang hebben tot de gegevens, verdere voorschriften inzake gegevensverwerking en de bescherming van persoonsgegevens, evenals de technische architectuur van het EES en voorschriften betreffende de werking en het gebruik ervan en de interoperabiliteit met andere informatiesystemen. Daarnaast zijn in de verordening de verantwoordelijkheden voor het EES vastgelegd.

(4)

Overeenkomstig Verordening (EU) 2017/2226 moet het Europese Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, dat is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2), worden belast met de ontwikkeling en het operationele beheer van het EES.

(5)

Verordening (EU) 2017/2226 schrijft voor dat de Commissie, voorafgaand aan de ontwikkeling van het EES, de nodige maatregelen neemt voor de ontwikkeling en de technische uitvoering van het EES. In artikel 36, onder k), van Verordening (EU) 2017/2226 wordt in dit verband specifiek verwezen naar het vaststellen van maatregelen voor de opstelling van de lijst van personen die zijn geïdentificeerd als verblijfsduuroverschrijders in het EES en de procedure om de lijst aan de lidstaten ter beschikking te stellen.

(6)

Op basis van deze maatregelen moet het Europese Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht vervolgens in staat zijn het ontwerp van de fysieke architectuur van het EES te bepalen, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur ervan en de technische specificaties van het systeem, en het EES te ontwikkelen.

(7)

Daarom is het in dit kader nodig om maatregelen vast te stellen voor de opstelling van de lijst van personen die zijn geïdentificeerd als verblijfsduuroverschrijders door het EES en de procedure om de lijst aan de lidstaten ter beschikking te stellen.

(8)

De toegang tot de lijst van verblijfsduuroverschrijders moet worden beperkt tot de bevoegde autoriteiten die overeenkomstig het nationaal recht als taak hebben om binnen het grondgebied van de lidstaten na te gaan of aan de voorwaarden voor toegang tot of verblijf op het grondgebied van de lidstaten is voldaan, of om de voorwaarden voor het verblijf van onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten te onderzoeken en daarover beslissingen te nemen, dan wel betreffende de terugkeer van onderdanen van derde landen naar een derde land van herkomst of doorreis.

(9)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2017/2226; deze is dan ook niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Omdat Verordening (EU) 2017/2226 echter voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 van dat protocol op 30 mei 2018 zijn besluit meegedeeld dat het Verordening (EU) 2017/2226 in zijn nationale wetgeving zal omzetten. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht dit besluit uit te voeren.

(10)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (3); het Verenigd Koninkrijk neemt daarom niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(11)

Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4); Ierland neemt daarom niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor, noch van toepassing op dit land.

(12)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6).

(13)

Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG (8).

(14)

Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10).

(15)

Wat betreft Cyprus, Bulgarije, Roemenië en Kroatië is het voor de werking van het EES vereist dat een passieve toegang tot het VIS wordt verleend en dat alle bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het SIS, in werking zijn gesteld overeenkomstig de desbetreffende besluiten van de Raad. Aan deze voorwaarden kan slechts worden voldaan nadat de verificatie volgens de toepasselijke Schengenevaluatieprocedure met succes is voltooid. Daarom mag het EES alleen worden gebruikt door de lidstaten die bij de ingebruikneming van het EES aan deze voorwaarden voldoen. lidstaten die het EES niet vanaf de eerste ingebruikneming gebruiken, moeten hun grensinfrastructuren aansluiten op het EES wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, volgens de in Verordening EU) 2017/2226 vastgestelde procedure.

(16)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 23 april 2018 advies uitgebracht.

(17)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité slimme grenzen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Inhoud en opstelling van de lijst

Het EES genereert automatisch een lijst van de in artikel 12, lid 3, van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde onderdanen van derde landen die niet of niet langer voldoen aan de voorwaarden betreffende de duur van hun toegestaan kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten. De lijst wordt voortdurend automatisch bijgewerkt om aan te sluiten bij de wijzigingen of verwijderingen van EES-gegevens als bedoeld in artikel 16, lid 1, onder a), b) en c), artikel 16, lid 2, onder a), b), d) en f), artikel 16, lid 2, tweede alinea, en artikel 17, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/2226.

De lijst bevat de volgende gegevens van iedere onderdaan van een derde land die door het EES als verblijfsduuroverschrijder is geïdentificeerd:

a)

achternaam (familienaam); voornaam/voornamen; geboortedatum; nationaliteit(en); geslacht;

b)

het soort en het nummer van het reisdocument of de reisdocumenten, en de drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument/de reisdocumenten;

c)

de datum waarop de geldigheidstermijn van het reisdocument/de reisdocumenten verstrijkt;

d)

het persoonlijke referentienummer dat in het EES-systeem wordt gecreëerd bij het aanmaken van het individuele dossier van de onderdaan van een derde land;

e)

voor de laatste inreis van de onderdaan van een derde land:

de datum en het tijdstip van de inreis;

de grensdoorlaatpost van binnenkomst en de autoriteit die toestemming voor inreis heeft gegeven;

f)

de drieletterige code van de lidstaat van afgifte van visa;

g)

de datum waarop de onderdaan van een derde land in de lijst is opgenomen.

Wanneer een in de lijst opgenomen onderdaan van een derde land het grondgebied van de lidstaten verlaat, worden zijn gegevens onmiddellijk automatisch uit de lijst verwijderd.

Wanneer een lidstaat de EES-gegevens van een in de lijst opgenomen onderdaan van een derde land rectificeert of aanvult, de verwerking van deze gegevens beperkt of deze gegevens verwijdert, worden de overeenkomstige gegevens in de lijst in overeenstemming daarmee onmiddellijk en via een geautomatiseerd proces gewijzigd of, indien van toepassing, uit de EES-lijst verwijderd.

De mechanismen om de lijst automatisch op te stellen zijn in overeenstemming met het beginsel van privacy door ontwerp dat in de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde technische specificaties nader wordt uitgewerkt. Deze lijst wordt in het centrale systeem van het EES gegenereerd.

Artikel 2

Procedure om de lijst aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ter beschikking te stellen

De bevoegde nationale autoriteiten die zijn aangewezen als immigratieautoriteiten in de zin van artikel 3, lid 1, punt 4, van Verordening (EU) 2017/2226, zijn verantwoordelijk voor de toegang tot de lijst van personen die door het EES als verblijfsduuroverschrijders zijn geïdentificeerd.

Het EES stelt de aangewezen immigratieautoriteiten de voortdurend bijgewerkte lijst van personen die door het EES als verblijfsduuroverschrijders zijn geïdentificeerd, ter beschikking in de vorm van een verslag. Dat verslag wordt veilig opgeslagen in de nationale uniforme interface.

Het EES controleert op het niveau van de nationale uniforme interface de toegang tot het verslag om ervoor te zorgen dat alleen de aangewezen immigratieautoriteiten er toegang toe hebben en het kunnen raadplegen.

Alle in het verslag verrichte gegevensverwerkende handelingen worden gelogd overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2017/2226.

Artikel 3

Formaat van het verslag

De inhoud van het verslag wordt in een gestructureerd en bruikbaar formaat gepresenteerd dat kan worden doorzocht en via de communicatie-infrastructuur kan worden doorgestuurd overeenkomstig de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde technische specificaties.

Artikel 4

Inwerkingtreding en toepasselijkheid

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20.

(2)  Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

(3)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

(4)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(6)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(7)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(8)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(9)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(10)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).