23.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 214/3


BESLUIT (EU) 2018/1195 VAN DE RAAD

van 16 juli 2018

inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, van een protocol bij de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst) voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met name artikel 91, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Besluit 2002/917/EG van de Raad (1) is de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (de Interbus-overeenkomst) (2) op 3 oktober 2002 namens de Unie gesloten en op 1 januari 2003 in werking getreden (3).

(2)

Op 5 december 2014 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen over een protocol bij de Interbus-overeenkomst (het „Protocol”) met de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek Moldavië, Montenegro, de Republiek Turkije en Oekraïne.

(3)

De onderhandelingen werden succesvol afgesloten op de vergadering van de overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst van 10 november 2017.

(4)

Het protocol moet het gemakkelijker maken om geregelde vervoersdiensten en bijzondere vormen van geregelde vervoersdiensten te verrichten tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de Interbus-overeenkomst, en leidt dus tot betere passagiersverbindingen tussen deze landen.

(5)

Wat de algemene regels betreft, met name de werking van het Gemengd Comité, vormt het ontwerpprotocol grotendeels een weerspiegeling van de voorschriften van de Interbus-overeenkomst, teneinde te toepassing ervan te vergemakkelijken.

(6)

Om zo snel mogelijk profijt te kunnen trekken van de voordelen van het protocol, is, naar analogie met de Interbus-overeenkomst, in het protocol bepaald dat het in werking treedt voor de overeenkomstsluitende partijen die het hebben goedgekeurd of geratificeerd zodra vier overeenkomstsluitende partijen, waaronder de Unie, het hebben goedgekeurd of geratificeerd.

(7)

Derhalve moet het protocol worden ondertekend namens de Unie, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening van het protocol tot wijziging van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (Interbus-overeenkomst), voor wat het geregeld internationaal vervoer en bijzondere vormen van geregeld internationaal vervoer van personen betreft, wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting ervan (4).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het Protocol namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 16 juli 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

J. BOGNER-STRAUSS


(1)  Besluit 2002/917/EG van de Raad van 3 oktober 2002 inzake de sluiting van de Overeenkomst betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen (PB L 321 van 26.11.2002, blz. 11).

(2)  PB L 321 van 26.11.2002, blz. 13.

(3)  PB L 321 van 26.11.2002, blz. 44.

(4)  De tekst van het Protocol wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.