13.8.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 204/48


BESLUIT (GBVB) 2018/1125 VAN DE RAAD

van 10 augustus 2018

tot wijziging van Besluit (GBVB) 2015/740 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 7 mei 2015 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2015/740 (1) betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan vastgesteld.

(2)

Op 13 juli 2018 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 2428 (2018) aangenomen, waarbij met name een wapenembargo wordt ingesteld en twee personen worden toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten die onderworpen zijn aan beperkende maatregelen.

(3)

Besluit (GBVB) 2015/740 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2015/740 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Het is tevens verboden:

a)

direct of indirect technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten, waaronder het leveren van gewapende huurlingen, te verlenen in verband met de in lid 1 bedoelde goederen of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van dergelijke goederen, aan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Zuid-Sudan of bestemd voor gebruik in Zuid-Sudan;

b)

direct of indirect financiering of financiële bijstand, gerelateerd aan militaire activiteiten, te verstrekken in verband met de in lid 1 bedoelde goederen, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering alsmede verzekering en herverzekering voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, tussenhandeldiensten of andere diensten aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Zuid-Sudan of voor gebruik in Zuid-Sudan;

c)

bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde maatregelen worden omzeild.”.

2)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Artikel 1 is niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van:

a)

wapens en aanverwant materieel, alsmede opleiding en bijstand, uitsluitend bedoeld ter ondersteuning van of voor gebruik door het personeel van de Verenigde Naties, met inbegrip van de VN-missie in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS) en de tijdelijke VN-veiligheidsmacht voor Abyei (UNISFA);

b)

niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, en de bijbehorende technische bijstand of opleiding, waarvan vooraf kennis is gegeven aan het krachtens Resolutie 2206 (2015) opgerichte Comité van de Veiligheidsraad („het Comité”);

c)

beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de VN, vertegenwoordigers van de media en humanitaire en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Zuid-Sudan worden uitgevoerd;

d)

wapens en aanverwant materieel die tijdelijk naar Zuid-Sudan worden uitgevoerd door de troepen van een staat die overeenkomstig het internationaal recht actie onderneemt die uitsluitend en direct is gericht op het faciliteren van de bescherming of de evacuatie van de onderdanen van deze staat en van de personen voor wie deze staat in Zuid-Sudan consulair verantwoordelijk is, zoals ter kennis van het Comité is gebracht;

e)

wapens en aanverwant materieel alsmede technische opleiding en bijstand, aan of ter ondersteuning van de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie, die uitsluitend bestemd zijn voor regionale operaties ter bestrijding van het Verzetsleger van de Heer, zoals vooraf ter kennis van het Comité is gebracht;

f)

wapens en aanverwant materieel alsmede technische opleiding en bijstand, uitsluitend bedoeld ter ondersteuning van de uitvoering van het vredesakkoord, zoals vooraf door het Comité is goedgekeurd;

g)

andere verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel, of de verstrekking van bijstand of personeel, zoals vooraf door het Comité is goedgekeurd.”.

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 2 bis

1.   De lidstaten inspecteren in overleg met hun nationale autoriteiten en in overeenstemming met hun nationale wetgeving en met het internationale recht alle vracht naar Zuid-Sudan op hun grondgebied, met inbegrip van zee- en luchthavens, indien zij over informatie beschikken op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht voorwerpen omvat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens artikel 1 verboden is.

2.   De lidstaten confisqueren en verwijderen (onder meer door vernietiging, onbruikbaarmaking, opslag of overdracht naar een andere staat dan de staat van herkomst of bestemming om daar te worden vernietigd) door hen ontdekte artikelen waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens artikel 1 verboden is.”.

4)

In artikel 3, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

„a)

die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen overeenkomstig de punten 6, 7, 8 en 9 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) en punt 14 van VNVR-Resolutie 2428 (2018), zoals genoemd in bijlage I bij dit besluit;”.

5)

In artikel 6, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

„a)

personen en entiteiten die door de Veiligheidsraad of het Comité zijn aangewezen overeenkomstig de punten 6, 7, 8 en 12 van VNVR-Resolutie 2206 (2015) en punt 14 van VNVR-Resolutie 2428 (2018), zoals genoemd in bijlage I bij dit besluit;”.

Artikel 2

Bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.

Artikel 3

Bijlage II bij Besluit (GBVB) 2015/740 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 augustus 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

G. BLÜMEL


(1)  Besluit (GBVB) 2015/740 van de Raad van 7 mei 2015 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zuid-Sudan en tot intrekking van Besluit 2014/449/GBVB (PB L 117 van 8.5.2015, blz. 52).


BIJLAGE I

De volgende personen worden toegevoegd aan de lijst in bijlage I bij Besluit (GBVB) 2015/740:

„7.   Malek REUBEN RIAK RENGU (alias: a) Malek Ruben)

Titel: luitenant-generaal

Hoedanigheid: a) adjunct-chef generale staf voor logistiek; b) adjunct-chef-defensiestaf en inspecteur-generaal van het leger

Geboortedatum: 1 januari 1960

Geboorteplaats: Yei, Zuid-Sudan

Nationaliteit: Zuid-Sudan

Datum plaatsing op de VN-lijst: 13 juli 2018

Overige informatie: Als adjunct-stafchef voor logistiek van het SPLA was Riak een van de hoge ambtenaren van de regering van Zuid-Sudan, die in 2015 een offensief in de deelstaat Unity planden en leidden, die resulteerde in verregaande verwoesting en grootschalige ontheemding van de bevolking.

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Malek Ruben Riak is op 13 juli 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7 a) en 8 van Resolutie 2206 (2015), zoals bevestigd in Resolutie 2418 (2018), voor acties of beleid die de vrede, veiligheid of stabiliteit in Zuid-Sudan bedreigen; voor acties of beleid waarvan het doel, of het effect, de uitbreiding of de verlenging van het conflict in Zuid-Sudan is […], en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7, en, uit hoofde van punt 14 e) van deze resolutie, voor planning, aansturing of uitvoering van daden waaronder seksueel en genderspecifiek geweld in Zuid-Sudan.

Volgens het verslag van het deskundigenpanel over Zuid-Sudan van januari 2016 (S/2016/70) behoorde Riak tot een groep hoge veiligheidsambtenaren die begin januari 2015 een offensief planden in de deelstaat Unity tegen de SPLM-IO, en vervolgens toezagen op de uitvoering ervan vanaf eind april 2015. De regering van Zuid-Sudan is vanaf begin 2015 jongeren van Bul Nuer gaan bewapenen zodat zij aan het offensief konden deelnemen. De meeste jongeren van Bul Nuer beschikten reeds over AK-achtige automatische geweren, maar munitie was van groot belang voor de ondersteuning van hun activiteiten. Het deskundigenpanel maakte melding van bewijs, met inbegrip van getuigenissen uit militaire bronnen, dat door het SPLA-hoofdkwartier munitie werd geleverd aan groepen jongeren, in het bijzonder voor het offensief. Riak was toen adjunct-stafchef voor logistiek bij het SPLA. Het offensief resulteerde in de systematische vernietiging van dorpen en infrastructuur, de gedwongen ontheemding van de plaatselijke bevolking, het willekeurig ombrengen en folteren van burgers, het wijdverbreid gebruik van seksueel geweld, onder meer tegen ouderen en kinderen, de ontvoering en rekrutering van kindsoldaten en grootschalige ontheemding van de bevolking. Na de vernietiging van een groot deel van de zuidelijke en centrale delen van de deelstaat kwamen talrijke media en humanitaire organisaties, alsmede de VN-missie in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS), met verslagen over de omvang van de misbruiken die waren gepleegd.

8.   Paul MALONG AWAN (alias: a) Paul Malong Awan Anei, b) Paul Malong, c) Bol Malong)

Titel: algemene opmerkingen

Hoedanigheid: a) voormalige chef van de staf van het SPLA (Sudanese Volksbevrijdingsleger); b) voormalige gouverneur, deelstaat Noord-Bahr el-Ghazal

Geboortedatum: a) 1962; b) 4 december 1960; c) 12 april 1960

Geboorteplaats: Malualkon, Zuid-Sudan

Nationaliteit: a) Zuid-Sudan; b) Uganda

Paspoortnr.: a) Zuid-Sudan nummer S00004370; b) Zuid-Sudan nummer D00001369; c) Sudan nummer 003606; d) Sudan nummer 00606; e) Sudan nummer B002606

Datum plaatsing op de VN-lijst: 13 juli 2018

Overige informatie: Als chef van de generale staf van het SPLA heeft Malong het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden en schendingen van de overeenkomst van 2015 over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS). Hij zou de leiding hebben gehad bij pogingen tot moord op oppositieleider Riek Machar. Hij heeft eenheden van het SPLA opgedragen het transport van humanitaire hulpgoederen te beletten. Onder leiding van Malong heeft het SPLA burgers, scholen en ziekenhuizen aangevallen, de ontheemding van burgers bewerkstelligd, gedwongen verdwijningen doen gebeuren, burgers willekeurig vastgezet en zich ingelaten met marteling en verkrachting. Hij heeft de stammenmilitie van de Mathiang Anyoor Dinka, die kindsoldaten inzetten, gemobiliseerd. Onder zijn leiding heeft het SPLA voor de UNMISS, de Gezamenlijke monitoring- en evaluatiecommissie (JMEC) en het CTSAMM (Ceasefire and Transitional Security Arrangements Monitoring Mechanism) de toegang tot plaatsen voor het onderzoek naar en het documenteren van misbruik, beperkt.

Informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Paul Malong Awan is op 13 juli 2018 op de lijst geplaatst uit hoofde van de punten 6, 7 a), 7 b), 7 c), 7 d), 7 f) en 8 van Resolutie 2206 (2015), zoals bevestigd in Resolutie 2418 (2018), voor acties of beleid met als doel of gevolg de uitbreiding of verlenging van het conflict in Zuid-Sudan of de belemmering van de verzoening of vredesbesprekingen of -processen, met inbegrip van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden; voor acties of beleid die overgangsovereenkomsten bedreigen of het politieke proces in Zuid-Sudan ondermijnen; voor het tot doelwit maken van burgers, met inbegrip van vrouwen en kinderen, door het plegen van gewelddaden (waaronder moord, verminking, foltering, of verkrachting of ander seksueel geweld) ontvoering, gedwongen verdwijning, gedwongen ontheemding, aanvallen op scholen, ziekenhuizen, religieuze locaties, of plaatsen waar burgers toevlucht zoeken, of door gedrag dat een ernstige schending van de mensenrechten of een schending van het internationaal humanitair recht inhoudt; voor planning, aansturing of uitvoering van handelingen die een schending vormen van de toepasselijke internationale mensenrechtenwetgeving of het internationale humanitaire recht, of een inbreuk op de mensenrechten vormen, in Zuid-Sudan; voor de rekrutering van kinderen door gewapende groepen en strijdkrachten in het kader van het gewapende conflict in Zuid-Sudan; voor de belemmering van de activiteiten van internationale vredes-, diplomatieke of humanitaire missies in Zuid-Sudan, waaronder het mechanisme voor toezicht en verificatie van de IGAD, of van de levering of distributie van, of toegang tot, humanitaire bijstand, en als leider van een entiteit, onder meer elke Zuid-Sudanese regering, oppositie, militie of andere groepering, die heeft, c.q. waarvan de leden hebben deelgenomen aan een van de activiteiten beschreven in de punten 6 en 7.

Malong was van 23 april 2014 tot mei 2017 chef van de generale staf van het SPLA. In zijn eerdere functie van chef van de generale staf heeft hij het conflict in Zuid-Sudan uitgebreid of verlengd door middel van schendingen van het Akkoord over het staken van de vijandelijkheden en schendingen van de overeenkomst van 2015 over de oplossing van het conflict in Zuid-Sudan (ARCSS). Reeds begin augustus 2016 zou Malong leiding hebben gegeven bij pogingen de Zuid Sudanese oppositieleider Riek Machar te vermoorden. Bewust ingaand tegen de bevelen van president Salva Kiir gelastte Malong op 10 juli 2016 de aanvallen met tanks, helikopters en infanterie op het huis van Machar en op de basis „Jebel” van de Sudanese Volksbevrijdingsbeweging in oppositie (SPLM-IO). Malong zag persoonlijk toe op inspanningen van het SPLA-hoofdkwartier om Machar te onderscheppen. Vanaf begin augustus 2016 wilde Malong dat het SPLA onmiddellijk de vermoedelijke verblijfplaats van Machar aanviel en liet hij de SPLA-commandanten weten dat Machar niet levend moest worden opgepakt. Bovendien blijkt uit informatie van begin 2016 dat Malong SPLA-eenheden opdroeg het vervoer te beletten van humanitaire hulpgoederen naar de overkant van Nijl, waar tienduizenden burgers werden geconfronteerd met honger, en hij gebruikte als argument dat voedselhulp zou worden afgeleid van burgers naar milities. Als gevolg van Malongs bevelen is gedurende minstens twee weken verhinderd dat voedselleveringen naar de overkant van de Nijl werden gebracht.

Gedurende zijn periode als chef van de generale staf van het SPLA was Malong verantwoordelijk voor door het SPLA en de geallieerde strijdkrachten ervan gepleegde ernstige gevallen van misbruik, waaronder aanvallen op burgers, gedwongen verplaatsing, gedwongen verdwijningen, willekeurige opsluiting, marteling en verkrachting. Onder leiding van Malong viel het SPLA de burgerbevolking aan en vermoordde het ongewapende en vluchtende burgers. Alleen al in het Yei-gebied tekende de VN 114 moorden op van burgers door de SPLA en de geallieerde strijdkrachten tussen juli 2016 en januari 2017. Het SPLA heeft opzettelijk scholen en ziekenhuizen aangevallen. In april 2017 zou Malong het SPLA hebben opgedragen alle mensen, onder wie ook burgers uit het gebied rond Wau, te verwijderen. Malong zou niets hebben gedaan om het vermoorden van burgers door de SPLA-strijders te voorkomen, en personen die ervan werden verdacht rebellen te verbergen, werden gezien als legitieme doelen.

Volgens een verslag van 15 oktober 2014 van de onderzoekscommissie van de Afrikaanse Unie over Zuid-Sudan was Malong verantwoordelijk voor de massale mobilisatie van de stammenmilitie van de Mathiang Anyoor Dinka, die volgens het CTSAMM kindsoldaten inzet.

Toen Malong het SPLA aanvoerde, hebben regeringstroepen regelmatig de toegang beperkt voor de VN-missies in de Republiek Zuid-Sudan (UNMISS), de Gezamenlijke monitoring- en evaluatiecommissie (JMEC) en het CTSAMM, wanneer zij probeerden misbruik te onderzoeken en te documenteren. Op 5 april 2017 bijvoorbeeld probeerden patrouilles van de VN en het CTSAMM toegang te krijgen tot Pajok, maar zij werden teruggestuurd door SPLA-soldaten.”


BIJLAGE II

De vermeldingen voor de onderstaande personen worden geschrapt uit bijlage II bij Besluit (GBVB) 2015/740:

1.

Paul Malong;

3.

Malek Reuben Riak.