19.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 155/8


BESLUIT (GBVB) 2018/882 VAN DE RAAD

van 18 juni 2018

betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie en tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29 en artikel 31, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 18 april 2016 Besluit (GBVB) 2016/608 (1) vastgesteld, op grond waarvan de geldigheid van de nationale vergunningen van een aantal Palestijnen om het grondgebied van de in Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB (2) bedoelde lidstaten te betreden en daar te verblijven, met nog eens 24 maanden werd verlengd.

(2)

De Republiek Cyprus moet worden toegevoegd aan de lijst van lidstaten als bedoeld in artikel 2 van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB.

(3)

Op basis van een evaluatie van de toepassing van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB acht de Raad dat de geldigheidsduur van die vergunningen met nog eens 24 maanden moet worden verlengd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 2 van Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB bedoelde lidstaten verlengen de geldigheidsduur van overeenkomstig artikel 3 van het gemeenschappelijk standpunt verleende nationale vergunningen om hun grondgebied te betreden en daar te verblijven met nog eens 24 maanden, met ingang van 31 januari 2018.

Artikel 2

Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Dit gemeenschappelijk standpunt heeft betrekking op de 13 Palestijnen die behoren tot de groep van Palestijnen waarover op 5 mei 2002 een memorandum van overeenstemming is bereikt tussen de Palestijnse Autoriteit en de Israëlische regering met betrekking tot de vreedzame ontruiming van de Geboortekerk in Betlehem, en die ermee hebben ingestemd tijdelijk te worden overgebracht naar en te worden opgevangen door lidstaten van de Europese Unie.”.

2)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

De 13 in artikel 1 bedoelde Palestijnen zullen tijdelijk en louter uit humanitaire overwegingen worden opgevangen door de volgende lidstaten: België, Griekenland, Spanje, Ierland, Italië, Cyprus en Portugal.”.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2018.,

Voor de Raad

De voorzitter

R. PORODZANOV


(1)  Besluit (GBVB) 2016/608 van de Raad van 18 april 2016 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door lidstaten van de Europese Unie (PB L 104 van 20.4.2016, blz. 18).

(2)  Gemeenschappelijk Standpunt 2002/400/GBVB van de Raad van 21 mei 2002 betreffende de tijdelijke opvang van een aantal Palestijnen door de lidstaten van de Europese Unie (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 33).