9.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 36/18


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/193 VAN DE COMMISSIE

van 7 februari 2018

tot erkenning van laboratoria in Brazilië en de Russische Federatie voor het uitvoeren van serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins bij honden, katten en fretten te controleren

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 593)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren (1), en met name artikel 3, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (2) is in een systeem voorzien dat in verband met rabiës in de plaats kon komen van quarantaine bij het binnenbrengen van bepaalde als huisdier gehouden carnivoren in lidstaten. Overeenkomstig artikel 16, tweede alinea, van die richtlijn houdt dit in dat bij de invoer uit bepaalde derde landen van honden, katten en fretten, aan de hand van een titrering van het aantal antilichamen, moet worden gecontroleerd of de vaccinatie bij deze dieren doelmatig is geweest.

(2)

Dergelijke controles zijn ook overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) vereist betreffende het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten vanuit bepaalde derde landen.

(3)

Bij Beschikking 2000/258/EG is het Agence française de sécurité sanitaire des aliments (AFSSA) in Nancy (Frankrijk) aangewezen als het specifieke instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren. Het AFSSA is nu geïntegreerd in het Agence nationale de sécurité sanitaire de l'alimentation, de l'environnement et du travail (ANSES) in Frankrijk.

(4)

Bij Beschikking 2000/258/EG is onder andere bepaald dat het Anses laboratoria in derde landen moet beoordelen die erkenning hebben aangevraagd om serologische tests uit te voeren om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren.

(5)

De bevoegde autoriteit van Brazilië heeft een aanvraag ingediend tot erkenning van het laboratorium „TECSA LABORATÓRIOS LTDA” in Belo Horizonte en het ANSES heeft voor dat laboratorium een gunstig beoordelingsverslag d.d. 23 oktober 2017 opgesteld en bij de Commissie ingediend.

(6)

De op 31 januari 2006 overeenkomstig Beschikking 2000/258/EG aan het „Instituto Pasteur” in São Paulo, Brazilië, verleende vergunning is overeenkomstig Besluit 2010/436/EU van de Commissie (4) ingetrokken na het ongunstige beoordelingsverslag d.d. 30 september 2011 dat het ANSES voor dit laboratorium heeft opgesteld en bij de Commissie heeft ingediend.

(7)

De bevoegde autoriteit van Brazilië heeft een aanvraag ingediend voor de hernieuwde erkenning van het „Instituto Pasteur” in São Paulo en het ANSES heeft voor dat laboratorium een gunstig beoordelingsverslag d.d. 23 oktober 2017 opgesteld en bij de Commissie ingediend.

(8)

De bevoegde autoriteit van de Russische Federatie heeft een aanvraag ingediend tot erkenning van de laboratoria „NoviStem LLC” in Moskou en „Institute of Veterinary Medicine Biotechnology LLC (IBVM)” in Volginski en het ANSES heeft voor die laboratoria een gunstig beoordelingsverslag d.d. 23 oktober 2017 opgesteld en bij de Commissie ingediend.

(9)

De laboratoria „TECSA LABORATÓRIOS LTDA” in Belo Horizonte, „Instituto Pasteur” in São Paulo, „NoviStem LLC” in Moskou en „Institute of Veterinary Medicine Biotechnology LLC (IBVM)” in Volginski moeten daarom worden erkend voor het uitvoeren van serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins bij honden, katten en fretten te controleren.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Beschikking 2000/258/EG worden de volgende laboratoria erkend voor het uitvoeren van serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins bij honden, katten en fretten te controleren:

a)

TECSA LABORATÓRIOS LTDA

Avenida do Contorno, 6226o

Funcionários — CEP: 30110-042

Belo Horizonte/MG

BRAZILIË

b)

Instituto Pasteur

Avenida Paulista

393 Cerqueira César

São Paulo

BRAZILIË

c)

Institute of Veterinary Medicine Biotechnology LLC (IBVM)

27 Starovskogo ulitsa

Volginski urban locality

Petushinski region

Vladimir oblast

RUSSISCHE FEDERATIE

d)

NoviStem LLC

2-oy Roshchinski Proyezd

Block 8, Building 5, Office 2

Moskou

RUSSISCHE FEDERATIE

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 7 februari 2018.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 79 van 30.3.2000, blz. 40.

(2)  Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54).

(3)  Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 1).

(4)  Besluit 2010/436/EU van de Commissie van 9 augustus 2010 ter uitvoering van Beschikking 2000/258/EG van de Raad wat betreft proficiency tests voor het behoud van de vergunningen die aan laboratoria zijn verleend voor de uitvoering van serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren (PB L 209 van 10.8.2010, blz. 19).