6.7.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 235/1


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 4 juli 2018

betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen van de THORP-bekkens, interimopslagfaciliteit voor verbruikte splijtstof te Sellafield in het Verenigd Koninkrijk

(Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)

(2018/C 235/01)

De onderstaande evaluatie is uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Euratom-Verdrag, onverminderd eventuele aanvullende beoordelingen op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de verplichtingen die daaruit en uit het afgeleide recht voortvloeien (1).

Op 30 november 2017 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de regering van het Verenigd Koninkrijk algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen (2) van de THORP-bekkens, interimopslagfaciliteit voor verbruikte splijtstof te Sellafield.

Op basis van deze gegevens en de aanvullende informatie, die op 10 januari 2018 door de Commissie is aangevraagd en op 21 maart 2018 door de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk is verstrekt, brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

De afstand tussen de locatie en de dichtstbijzijnde grens met een andere lidstaat, in dit geval Ierland, is 180 km.

2.

Onder normale bedrijfsomstandigheden veroorzaakt de geplande lozing van gasvormige en vloeibare radioactieve effluenten voor de inwoners van andere lidstaten waarschijnlijk geen voor de volksgezondheid significante blootstelling aan straling, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijn vastgestelde dosislimieten (3).

3.

Secundair vast radioactief afval wordt overgebracht naar behandelings- en conditioneringsfaciliteiten op de locatie. Behandeld laagactief afval zal worden overgebracht naar de erkende bergingsfaciliteit te Drigg.

4.

In het geval van niet-geplande lozingen van radioactieve effluenten ten gevolge van ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteren de door andere lidstaten ontvangen stralingsdoses naar verwachting niet in schadelijke effecten voor de volksgezondheid, rekening houdend met de in de basisnormenrichtlijn vastgestelde referentieniveaus.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm dan ook, van de THORP-bekkens, interimopslagfaciliteit voor verbruikte splijtstof te Sellafield in het Verenigd Koninkrijk, zowel in normale bedrijfsomstandigheden als bij ongevallen van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, waarschijnlijk geen radioactieve besmetting tot gevolg heeft die voor de volksgezondheid, het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat significant is, overeenkomstig de in de basisnormenrichtlijn vastgestelde bepalingen.

Gedaan te Brussel, 4 juli 2018.

Voor de Commissie

Miguel ARIAS CAÑETE

Lid van de Commissie


(1)  Krachtens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bijvoorbeeld, moeten de milieuaspecten verder worden geanalyseerd. De Commissie wil in dat verband graag de aandacht vestigen op het bepaalde in Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2014/52/EU, alsmede op het bepaalde in Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s, Richtlijn 92/43/EEG inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna en Richtlijn 2000/60/EG tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.

(2)  De lozing van radioactieve afvalstoffen in de zin van punt 1 van Aanbeveling 2010/635/Euratom van de Commissie van 11 oktober 2010 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag (PB L 279 van 23.10.2010, blz. 36).

(3)  Richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling (PB L 13 van 17.1.2014, blz. 1).