28.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 312/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2194 VAN DE COMMISSIE

van 14 augustus 2017

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat pakketorders betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 9, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Pakketorders zijn gebruikelijk voor alle activaklassen en kunnen vele verschillende onderdelen van dezelfde activaklasse of van meerdere activaklassen omvatten. Pakketorders kunnen bijgevolg uit een onbeperkt aantal combinaties van onderdelen zijn samengesteld. Daarom is het raadzaam een holistische benadering te volgen bij de vaststelling van kwalitatieve criteria om de pakketorders te identificeren die als gestandaardiseerd en als vaak verhandeld moeten worden aangemerkt, en waarvoor er derhalve als geheel van een liquide markt sprake is. Teneinde met de kenmerken van de verschillende soorten pakketorders rekening te houden, moeten die kwalitatieve criteria bestaan uit zowel algemene criteria die voor alle activaklassen gelden, als specifieke criteria die gelden voor de verschillende activaklassen waaruit een pakketorder is samengesteld.

(2)

Opdat de derivatenklassen onder de handelsverplichting van Verordening (EU) nr. 600/2014 vallen, moeten de tot die klassen behorende derivaten gestandaardiseerd en voldoende liquide zijn. Het is bijgevolg passend om aan te nemen dat er een liquide markt voor de pakketorder als geheel bestaat wanneer alle onderdelen van die pakketorder tot dezelfde activaklasse behoren en aan de handelsverplichting onderworpen zijn. Pakketorders waarvan alle onderdelen een zekere omvang overtreffen of die uit een groot aantal onderdelen zijn samengesteld, worden echter niet als voldoende gestandaardiseerd of liquide beschouwd. Het verdient derhalve aanbeveling te specificeren dat pakketorders waarvan alle onderdelen aan de handelsverplichting onderworpen zijn, moeten worden aangemerkt als pakketorders waarvoor er een liquide markt bestaat, mits de pakketorder uit ten hoogste vier onderdelen is samengesteld of mits niet alle onderdelen van de pakketorder een omvang overtreffen die groot is in verhouding tot de normale marktomvang.

(3)

Het feit dat financiële instrumenten op een handelsplatform kunnen worden verhandeld, toont aan dat die instrumenten gestandaardiseerd en vrij liquide zijn. Het is bijgevolg passend om aan te nemen dat wanneer alle onderdelen van een pakketorder voor verhandeling op een handelsplatform beschikbaar zijn, er voor de desbetreffende pakketorder als geheel potentieel een liquide markt bestaat. Een pakketorder moet als beschikbaar voor verhandeling worden aangemerkt wanneer een handelsplatform de pakketorder voor verhandeling aan zijn leden, deelnemers of cliënten aanbiedt.

(4)

Hoewel het mogelijk is pakketorders met vele verschillende onderdelen te verhandelen, is de liquiditeit geconcentreerd in pakketten die uitsluitend bestaan uit onderdelen van dezelfde activaklasse, zoals rentederivaten, aandelenderivaten, kredietderivaten of grondstoffenderivaten. Pakketorders die uitsluitend uit derivaten van één van dieactivaklassen zijn samengesteld, moeten derhalve in aanmerking komen voor kwalificatie als pakketorders waarvoor er een liquide markt bestaat, terwijl pakketorders die zijn samengesteld uit derivatencomponenten die tot meer dan één van die activaklassen behoren, niet vaak worden verhandeld en bijgevolg pakketorders zijn waarvoor er geen liquide markt bestaat. Voorts zijn pakketorders met onderdelen van andere activaklassen dan rentederivaten, aandelenderivaten, kredietderivaten of grondstoffenderivaten niet voldoende gestandaardiseerd, waardoor zij niet worden beschouwd als pakketorders waarvoor er een liquide markt bestaat.

(5)

Het is bijgevolg noodzakelijk een methode vast te stellen om te bepalen of er van een liquide markt voor de pakketorder als geheel sprake is, ook ingeval er voor één of meerdere onderdelen van een pakketorder geen liquide markt geacht wordt te bestaan, of ingeval één of meerdere onderdelen van een pakketorder groot zijn qua omvang in verhouding tot de normale marktomvang. Pakketorders waarbij er voor geen van de onderdelen van een liquide markt sprake is, waarvan alle onderdelen groot zijn qua omvang in verhouding tot de normale marktomvang, of die een combinatie vormen van onderdelen waarvoor er geen liquide markt bestaat en onderdelen die groot zijn qua omvang in verhouding tot de normale marktomvang, worden echter niet als gestandaardiseerd of vaak verhandeld beschouwd en moeten derhalve worden aangemerkt als pakketorders waarvoor er geen liquide markt bestaat wat het pakketorder als geheel betreft.

(6)

Bij uit renteswaps bestaande pakketorders zijn de meeste transacties geconcentreerd in pakketorders waarvan de onderdelen bepaalde benchmarklooptijden hebben. Het is bijgevolg raadzaam alleen die pakketorders als geheel als liquide te beschouwen. Om de kenmerken van de verschillende renteswaps weer te geven, is het van belang een onderscheid te maken tussen contracten die onmiddellijk na de uitvoering van de transactie beginnen te lopen en contracten die op een vooraf vastgestelde datum in de toekomst beginnen te lopen. De looptijd van een contract moet worden berekend op basis van de datum waarop de contractuele verplichtingen in werking treden, d.w.z. op de ingangsdatum. Om zowel met het liquiditeitspatroon van die contracten rekening te houden als omzeiling te vermijden, mogen die looptijden echter niet te strikt worden geïnterpreteerd, maar moeten zij veeleer als doelintervallen rond een benchmarklooptijd worden beschouwd.

(7)

Tal van marktdeelnemers verhandelen pakketorders bestaande uit twee contracten met een verschillende vervaldatum. Vooral „roll forwards” zijn sterk gestandaardiseerd en worden vaak verhandeld. Deze pakketorders worden gebruikt om een positie in een contract dat het dichtst bij de vervaldatum is gekomen, te vervangen door een positie in een contract dat op de volgende vervaldatum afloopt, waardoor marktdeelnemers in staat worden gesteld een beleggingspositie tot na de initiële vervaldatum van een contract aan te houden. Het is bijgevolg passend om aan te nemen dat er een liquide markt voor dergelijke pakketorders als geheel bestaat.

(8)

Omwille van de consistentie en om de goede werking van de financiële markten te garanderen, is het nodig dat de bepalingen van deze verordening vanaf dezelfde datum van toepassing zijn als die welke in Verordening (EU) nr. 600/2014 zijn vastgesteld.

(9)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

(10)

De ESMA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Pakketorders als geheel waarvoor er een liquide markt bestaat

Er bestaat een liquide markt voor een pakketorder als geheel wanneer aan één van beide volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de pakketorder bestaat uit ten hoogste vier onderdelen die behoren tot derivatenklassen waarop volgens de in artikel 32 van Verordening (EU) nr. 600/2014 beschreven procedure de handelsverplichting voor derivaten van toepassing is verklaard, tenzij één van de volgende voorwaarden is vervuld:

i)

alle onderdelen van de pakketorder zijn groot qua omvang in verhouding tot de normale marktomvang;

ii)

de onderdelen van de pakketorder behoren niet uitsluitend tot één van de activaklassen als bedoeld in bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie (3);

b)

de pakketorder voldoet aan alle volgende voorwaarden:

i)

alle onderdelen van de pakketorder zijn beschikbaar voor verhandeling op hetzelfde handelsplatform;

ii)

alle onderdelen van de pakketorder vallen onder de clearingverplichting in overeenstemming met artikel 5 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4) of de clearingverplichting in overeenstemming met artikel 29, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014;

iii)

voor ten minste één van de onderdelen van de pakketorder bestaat er een liquide markt of ten minste één van de onderdelen van de pakketorder is niet groot qua omvang in verhouding tot de normale marktomvang;

iv)

de pakketorder voldoet aan de in de artikelen 2, 3, 4 of 5 vastgelegde criteria die op de desbetreffende activaklasse van toepassing zijn.

Artikel 2

Specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend uit rentederivaten bestaan

De in artikel 1, onder b), iv), bedoelde, specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend bestaan uit rentederivaten als bedoeld in afdeling 5 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583, luiden als volgt:

a)

de pakketorder is uit ten hoogste drie onderdelen samengesteld;

b)

alle onderdelen van de pakketorder behoren tot dezelfde subactivaklasse als bedoeld in afdeling 5 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583;

c)

alle onderdelen van de pakketorder luiden in dezelfde notionele valuta, namelijk EUR, USD of GBP;

d)

indien de pakketorder uit renteswaps is samengesteld, hebben de onderdelen van die pakketorder een looptijd van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 15, 20 of 30 jaar;

e)

indien de pakketorder uit onderdelen in de vorm van rentefutures is samengesteld, nemen die onderdelen een van beide volgende vormen aan:

i)

contracten met een looptijd van ten hoogste zes maanden voor rentefutures die op de driemaands rente zijn gebaseerd;

ii)

contracten waarvan de vervaldatum het dichtst in de buurt ligt van de actuele datum voor rentefutures die op de rente voor 2, 5 en 10 jaar zijn gebaseerd;

f)

indien de pakketorder uit obligatiefutures is samengesteld, vervangt de pakketorder een positie in een contract dat het dichtst bij de vervaldatum is gekomen, door een positie in een contract met dezelfde onderliggende waarde dat op de volgende vervaldatum afloopt.

Voor de toepassing van punt d) wordt een onderdeel van een pakketorder geacht een looptijd van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 15, 20 of 30 jaar te hebben wanneer de periode tussen de ingangsdatum en de einddatum van het contract gelijk is aan één van de onder d) vermelde perioden, vermeerderd of verminderd met vijf dagen.

Artikel 3

Specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend uit aandelenderivaten bestaan

De in artikel 1, onder b), iv), bedoelde, specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend bestaan uit aandelenderivaten als bedoeld in afdeling 6 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583, luiden als volgt:

a)

de pakketorder is uit ten hoogste twee onderdelen samengesteld;

b)

alle onderdelen van de pakketorder behoren tot dezelfde subactivaklasse als bedoeld in afdeling 6 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583;

c)

alle onderdelen van de pakketorder luiden in dezelfde notionele valuta, namelijk EUR, USD of GBP;

d)

alle onderdelen van de pakketorder hebben dezelfde onderliggende index;

e)

de vervaldatum van alle onderdelen van de pakketorder valt na ten hoogste zes maanden;

f)

indien de pakketorder opties omvat, hebben alle opties dezelfde vervaldatum.

Artikel 4

Specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend uit kredietderivaten bestaan

De in artikel 1, onder b), iv), bedoelde, specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend bestaan uit kredietderivaten als bedoeld in afdeling 9 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583, luiden als volgt:

a)

de pakketorder is uit ten hoogste twee onderdelen samengesteld;

b)

alle onderdelen van de pakketorder zijn indexkredietverzuimswaps als bedoeld in afdeling 9 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583;

c)

alle onderdelen van de pakketorder luiden in dezelfde notionele valuta, namelijk EUR of USD;

d)

alle onderdelen van de pakketorder hebben dezelfde onderliggende index;

e)

alle onderdelen van de pakketorder hebben een looptijd van 5 jaar;

f)

de pakketorder vervangt een positie in de op één na recentste versie van een indexreeks (latest off-the-run) door een positie in de recentste versie (on-the-run).

Artikel 5

Specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend uit grondstoffenderivaten bestaan

De in artikel 1, onder b), iv), bedoelde, specifiek voor de desbetreffende activaklasse geldende criteria voor pakketorders die uitsluitend bestaan uit grondstoffenderivaten als bedoeld in afdeling 7 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583, luiden als volgt:

a)

de pakketorder is uit ten hoogste twee onderdelen samengesteld;

b)

alle onderdelen van de pakketorder zijn grondstoffenfutures als bedoeld in afdeling 7 van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583;

c)

alle onderdelen van de pakketorder hebben dezelfde onderliggende grondstof, omschreven op het meest gedetailleerde niveau als aangegeven in tabel 2 van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/585 van de Commissie (5);

d)

alle onderdelen van de pakketorder luiden in dezelfde notionele valuta, namelijk EUR, USD of GBP;

e)

de pakketorder vervangt een positie in een contract dat het dichtst bij de vervaldatum is gekomen, door een positie in een contract dat op de volgende vervaldatum afloopt.

Artikel 6

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 augustus 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229).

(4)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/585 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de gegevensnormen en -formats voor referentiegegevens voor financiële instrumenten, en voor de technische maatregelen die nodig zijn met het oog op de voorzieningen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de bevoegde autoriteiten moeten treffen (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 368).