21.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/6


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2154 VAN DE COMMISSIE

van 22 september 2017

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen inzake indirecte clearingregelingen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 30, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Indirecte clearingregelingen mogen er niet toe leiden dat centrale tegenpartijen (CTP's), clearingleden, cliënten, indirecte cliënten of verdere lagen van indirecte cliënten aan bijkomend tegenpartijrisico worden blootgesteld, en de activa en posities van indirecte cliënten dienen een passend niveau van bescherming te krijgen. Het is derhalve van essentieel belang dat elk soort indirecte clearingregeling aan minimumvoorwaarden voldoet om de veiligheid ervan te garanderen. Daarom moeten de partijen die bij indirecte clearingregelingen betrokken zijn, aan specifieke verplichtingen voldoen, en mogen indirecte clearingregelingen alleen worden toegestaan indien zij voldoen aan de voorwaarden die in deze verordening zijn vastgesteld.

(2)

Aangezien de activa en posities van de tegenpartij aan wie de indirecte clearingdiensten worden verleend, een bescherming met gelijkwaardige werking moeten krijgen als die bedoeld in de artikelen 39 en 48 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2), zijn de verschillende begrippen van indirecte cliënt van centraal belang voor deze verordening en moeten ze hierin worden gedefinieerd.

(3)

Aangezien clearingleden moeten worden gekwalificeerd als deelnemers in de zin van Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) en om voor indirecte cliënten een gelijkwaardig niveau van bescherming te garanderen als voor cliënten in het kader van Verordening (EU) nr. 648/2012, moeten cliënten die indirecte clearingdiensten verlenen, kredietinstellingen, beleggingsondernemingen of met kredietinstellingen of beleggingsondernemingen gelijkwaardige entiteiten van derde landen zijn.

(4)

De hogere graad van bemiddelingsactiviteit tussen een CTP en de verschillende lagen van indirecte cliënten vereisen bijkomende operationele stappen, extra rekeningen alsook complexere technologische oplossingen en verwerking van gegevensstromen. Dit leidt tot een grotere complexiteit van indirecte clearingregelingen in vergelijking met regelingen voor cliëntclearing. Deze hogere graad van bemiddelingsactiviteit moet daarom worden opgevangen met voorschriften voor een keuze van rekeningstructuren die voor indirecte clearingregelingen anders en uit operationeel oogpunt eenvoudiger is dan voor cliëntclearingregelingen.

(5)

Cliëntclearingregelingen vereisen een aanbod van individueel gescheiden rekeningen. Voor indirecte clearingregelingen echter moet alleen als vereiste indirecte rekeningstructuur een bruto-omnibusrekening worden aangeboden met een mechanisme om de opgevraagde marge en, indien zo overeengekomen is, de marge boven de opgevraagde marge, over te boeken van de indirecte cliënt helemaal naar de CTP, zonder dat verrekening van posities van meerdere indirecte cliënten wordt toegestaan in dezelfde indirecte bruto-omnibusrekening, een verplicht aanbod dat boven op indirecte omnibusrekeningen komt die een dergelijke verrekening mogelijk maken. Dit mechanisme biedt de mogelijkheid om op een manier die gelijkwaardig is aan individueel gescheiden rekeningen, enerzijds de voor rekening van een specifieke indirecte cliënt aangehouden zekerheid en posities te onderscheiden, en anderzijds de zekerheid en de posities die voor rekening van de cliënt of andere indirecte cliënten worden aangehouden.

(6)

Voorts kunnen de activa en posities die binnen de rekeningstructuur van een bruto-omnibusrekening voor indirecte clearingregelingen worden aangehouden, nog steeds blootgesteld zijn aan de verliezen van een andere indirecte cliënt, aangezien deze activa en posities vermengd worden in één rekening, maar draagt de snelheid waarmee deze activa en posities kunnen worden onderscheiden, indien nodig om deze na een wanbetaling te liquideren, er toch toe bij dat het potentiële verlies tot een minimum wordt beperkt.

(7)

Dat mechanisme maakt tegelijkertijd een veel eenvoudigere rekeningstructuur mogelijk, waardoor de kosten en de complexiteit verminderen ten opzichte van individueel gescheiden rekeningen, maar het biedt ook de mogelijkheid een onderscheid te maken tussen de zekerheid en de posities van meerdere indirecte cliënten, hetgeen derhalve een niveau van bescherming garandeert dat gelijkwaardig is aan het niveau van bescherming geboden door een individueel gescheiden rekening. De verplichting om indirecte bruto-omnibusrekeningen aan te bieden sluit echter niet uit dat het mogelijk blijft om indirecte cliënten individueel gescheiden indirecte rekeningen aan te bieden in het kader van clearingregelingen tussen een CTP, een clearinglid, een cliënt en één laag indirecte cliënten.

(8)

Om de toegang tot centrale clearing te vergemakkelijken door rationalisering en vereenvoudiging van de commerciële relaties tussen clearingleden, cliënten en indirecte cliënten, bieden sommige groepen clearingdiensten aan waarbij gebruik wordt gemaakt van twee entiteiten van dezelfde groep die optreden als intermediair bij de levering van deze diensten. Om dezelfde redenen gebruikt de groep van de cliënt soms één entiteit om direct met het clearinglid te handelen, en een andere entiteit om direct te handelen met de indirecte cliënt, gewoonlijk omdat deze tweede entiteit gevestigd is in het rechtsgebied van de indirecte cliënt. In deze gevallen worden de clearingdiensten gerationaliseerd tussen de verschillende economische activiteiten van de groep en wordt de commerciële relatie tussen clearingleden, cliënten en indirecte cliënten ook vereenvoudigd. Mits deze soorten regelingen voldoen aan specifieke voorwaarden om te garanderen dat het tegenpartijrisico niet verhoogt en aan de indirecte clearing een passend niveau van bescherming wordt verleend, dienen zij te worden toegestaan.

(9)

In ketens van indirecte clearing waarbij meer dan één CTP, een clearinglid, een cliënt en één laag van indirecte cliënten betrokken zijn, kan het gebruik van individueel gescheiden rekeningen leiden tot onverwachte technische moeilijkheden, omdat de potentiële wanbetaling van een of meer van de tegenpartijen in die keten en een veelheid aan individueel gescheiden rekeningen dient te worden beheerd. Het aanbieden van individueel gescheiden rekeningen in die langere ketens kan tegenpartijen misleiden wanneer zij een niveau van bescherming nastreven dat normaal gezien geassocieerd wordt met individueel gescheiden rekeningen, aangezien een dergelijk beschermingsniveau in een aantal van die langere ketens niet kan worden bereikt. Om de risico's te vermijden die voortvloeien uit deze onjuiste veronderstelling, mag alleen het gebruik van gescheiden omnibusrekeningen in deze langere ketens van indirecte clearing worden toegestaan, op voorwaarde dat de tegenpartijen die via deze regelingen clearen, volledig geïnformeerd worden over de mate van afscheiding en de risico's die verbonden zijn aan dat soort rekeningen.

(10)

Om te garanderen dat het bedrag aan marge dat binnen de indirecte rekeningstructuur van een bruto-omnibusrekening wordt opgevraagd, hetzelfde is als het bedrag dat zou zijn opgevraagd indien een individueel gescheiden rekening voor indirecte clearing was gebruikt, moet een CTP informatie krijgen over de posities die voor rekening van een indirecte cliënt worden aangehouden, om de daaraan verbonden margeopvraging aan een indirecte cliënt te berekenen op het niveau van de indirecte cliënt.

(11)

Om gelijkwaardigheid met cliëntclearing te verzekeren moet een clearinglid procedures instellen om de overboeking van posities van indirecte cliënten naar een alternatieve cliënt te vergemakkelijken na het faillissement van een cliënt die indirecte clearingdiensten aanbiedt. Om dezelfde reden moet een clearinglid ook over procedures beschikken om de activa en posities van indirecte cliënten te liquideren en de opbrengst van de liquidatie aan deze indirecte cliënten, indien bekend, te retourneren. Indien de opbrengsten van de liquidatie om een of andere reden niet rechtstreeks kunnen worden geretourneerd aan de betrokken indirecte cliënten, moeten de liquidatieopbrengsten worden geretourneerd aan de in gebreke blijvende cliënt voor rekening van zijn indirecte cliënten.

(12)

Er dienen zodanige procedures te worden ingesteld dat ingeval de cliënt in gebreke blijft, de informatie over de identiteit van de indirecte cliënten bekend kan worden en het clearinglid in staat is te bepalen welke activa en posities aan welke indirecte cliënten toebehoren.

(13)

Een cliënt die indirecte clearingdiensten aanbiedt, moet de indirecte cliënt de keuze laten tussen een reeks rekeningstructuren. Het is echter mogelijk dat een indirecte cliënt zijn keuze niet binnen een redelijke termijn aan de cliënt heeft meegedeeld. In dat geval moet de cliënt de indirecte cliënt clearingdiensten kunnen aanbieden door gebruik te maken van ongeacht welke rekeningstructuur, op voorwaarde dat hij de indirecte cliënt inlicht over de gebruikte rekeningstructuur, de aan deze rekening verbonden risico's en het niveau van afscheiding, en de mogelijkheid om de rekeningstructuur te allen tijde te veranderen.

(14)

Indirecte clearingregelingen kunnen aanleiding geven tot specifieke risico's. Het is dan ook noodzakelijk dat alle partijen die aan indirecte clearingregelingen deelnemen, inclusief clearingleden en CTP's, mogelijke materiële risico's ten gevolge van deze regelingen voortdurend omschrijven, monitoren en beheren. Van bijzonder belang voor deze doeleinden is een passende uitwisseling van informatie tussen cliënten en clearingleden. Clearingleden dienen er echter voor te zorgen dat deze informatie alleen wordt gebruikt voor risicobeheer en margestortingen en dat commercieel gevoelige informatie niet wordt misbruikt.

(15)

Omwille van de consistentie en om de goede werking van de financiële markten te garanderen, is het noodzakelijk dat de bepalingen van deze verordening en de relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 600/2014 vanaf dezelfde datum van toepassing zijn.

(16)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

(17)

Overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4) heeft de ESMA openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van de technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en voordelen geanalyseerd en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a)   „cliënt”: een cliënt als omschreven in artikel 2, punt 15, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

b)   „indirecte cliënt”: een cliënt van een cliënt als omschreven onder a);

c)   „indirecte clearingregelingen”: het geheel van contractuele relaties tussen aanbieders en ontvangers van indirecte clearingdiensten verleend door een cliënt, een indirecte cliënt of een tweede indirecte cliënt;

d)   „tweede indirecte cliënt”: een cliënt van een indirecte cliënt als omschreven onder b);

e)   „derde indirecte cliënt”: de cliënt van een tweede indirecte cliënt als omschreven onder d).

Artikel 2

Vereisten voor het aanbieden van indirecte clearingdiensten door cliënten

1.   Een cliënt kan indirecte cliënten alleen indirecte clearingdiensten aanbieden indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de cliënt is een vergunninghoudende kredietinstelling of beleggingsonderneming of een in een derde land gevestigde entiteit die als kredietinstelling of beleggingsonderneming zou worden beschouwd indien de entiteit in de Unie was gevestigd;

b)

de cliënt biedt indirecte clearingdiensten aan tegen redelijke commerciële voorwaarden en maakt de algemene voorwaarden openbaar waaronder hij deze diensten aanbiedt;

c)

het clearinglid heeft ingestemd met de algemene voorwaarden als bedoeld in punt b) van dit lid.

2.   De in lid 1 bedoelde cliënt en de indirecte cliënt sluiten schriftelijk een indirecte clearingregeling. De indirecte clearingregeling omvat ten minste de volgende contractuele voorwaarden:

a)

de algemene voorwaarden als bedoeld in lid 1, onder b);

b)

de toezegging van de cliënt om alle verplichtingen van de indirecte cliënt ten aanzien van het clearinglid met betrekking tot de door de indirecte clearingregeling gedekte transacties na te komen;

Alle aspecten van de indirecte clearingregeling worden duidelijk in het contract omschreven.

3.   Een CTP verhindert de sluiting niet van indirecte clearingregelingen die onder redelijke commerciële voorwaarden zijn aangegaan.

Artikel 3

Verplichtingen van CTP's

1.   Een CTP opent en handhaaft de in artikel 4, lid 4, bedoelde rekeningen overeenkomstig het verzoek van het clearinglid.

2.   Een CTP die de activa en posities van meerdere indirecte cliënten aanhoudt in een rekening zoals bedoeld in artikel 4, lid 4, onder b), houdt afzonderlijke vastleggingen van de posities van elke indirecte cliënt bij, berekent de marges met betrekking tot elke indirecte cliënt en int de brutosom van deze marges aan de hand van de in artikel 4, lid 3, bedoelde informatie.

3.   Een CTP omschrijft, monitort en beheert de materiële risico's ten gevolge van de verstrekking van indirecte clearingdiensten die de veerkracht van de CTP bij ongunstige marktontwikkelingen kunnen aantasten.

Artikel 4

Verplichtingen van clearingleden

1.   Een clearinglid dat indirecte clearingdiensten aanbiedt, doet dit tegen redelijke commerciële voorwaarden en maakt de algemene voorwaarden openbaar waaronder het deze diensten aanbiedt.

De in de eerste alinea bedoelde algemene voorwaarden omvatten de minimale vereisten inzake financiële middelen en operationele capaciteit voor cliënten die indirecte clearingdiensten aanbieden.

2.   Een clearinglid dat indirecte clearingdiensten aanbiedt, opent en handhaaft ten minste de volgende rekeningen overeenkomstig het verzoek van de cliënt:

a)

een omnibusrekening met de activa en posities die deze cliënt aanhoudt voor rekening van zijn indirecte cliënten;

b)

een omnibusrekening met de activa en posities die deze cliënt aanhoudt voor rekening van zijn indirecte cliënten, waarin het clearinglid ervoor zorgt dat de posities van een indirecte cliënt niet worden verrekend met de posities van een andere indirecte cliënt en dat de activa van een indirecte cliënt niet kunnen worden gebruikt om de posities van een andere indirecte cliënt te dekken.

3.   Een clearinglid dat activa en posities voor rekening van meerdere indirecte cliënten aanhoudt op een rekening als bedoeld in lid 2, onder b), verstrekt de CTP dagelijks alle nodige informatie om haar in staat te stellen de voor rekening van elke indirecte cliënt aangehouden posities te bepalen. Deze informatie is gebaseerd op de in artikel 5, lid 4, bedoelde informatie.

4.   Een clearinglid dat indirecte clearingdiensten aanbiedt, opent en handhaaft in de CTP ten minste de volgende rekeningen overeenkomstig het verzoek van de cliënt:

a)

een afgescheiden rekening met als uitsluitend doel de activa en posities van indirecte cliënten aan te houden die door het clearinglid worden aangehouden in een rekening als bedoeld in lid 2, onder a);

b)

een afgescheiden rekening met als uitsluitend doel de activa en posities van indirecte cliënten van elke cliënt aan te houden die door het clearinglid worden aangehouden in een rekening als bedoeld in lid 2, onder b);

5.   Een clearinglid stelt procedures in om de wanbetaling te beheren van een cliënt die indirecte clearingdiensten aanbiedt.

6.   Een clearinglid dat de activa en posities van indirecte cliënten aanhoudt in een rekening als bedoeld in lid 2, onder a):

a)

zorgt ervoor dat de in lid 5 bedoelde procedures het mogelijk maken deze activa en posities na de wanbetaling van een cliënt onverwijld te liquideren, onder meer door deze activa en posities te liquideren op het niveau van de CTP, en gedetailleerde procedureregels omvatten om de indirecte cliënten in te lichten over de wanbetaling van de cliënt en de verwachte termijn voor de liquidatie van activa en posities van deze indirecte cliënten;

b)

retourneert na afhandeling van de procedure voor het beheer van de wanbetaling van een cliënt onmiddellijk elk saldo dat uit de liquidatie van deze activa en posities verschuldigd is, aan deze cliënt, voor rekening van de indirecte cliënten.

7.   Een clearinglid dat activa en posities van indirecte cliënten aanhoudt in een rekening als bedoeld in lid 2, onder b):

a)

vermeldt in de in lid 5 bedoelde procedures:

i)

de maatregelen om de door een in gebreke blijvende cliënt voor rekening van zijn indirecte cliënten aangehouden activa en posities over te boeken naar een andere cliënt of naar een clearinglid;

ii)

de maatregelen om elke indirecte cliënt te betalen uit de opbrengst van de liquidatie van de activa en posities van deze indirecte cliënt;

iii)

gedetailleerde procedureregels om de indirecte cliënten in te lichten over de wanbetaling van de cliënt en de verwachte termijn voor de liquidatie van de activa en posities van deze indirecte cliënten;

b)

verbindt zich contractueel ertoe de procedures in te leiden voor de overboeking van de door een in gebreke blijvende cliënt voor rekening van zijn indirecte cliënten aangehouden activa en posities naar andere cliënten of clearingleden die door de betrokken indirecte cliënten of de in gebreke blijvende cliënt zijn aangewezen, op verzoek van deze indirecte cliënten en zonder de toestemming van de in gebreke blijvende cliënt te verkrijgen. Deze andere cliënten of clearingleden zijn verplicht deze activa en posities alleen te aanvaarden indien de andere cliënten of clearingleden vooraf met die bedoeling een contractuele relatie zijn aangegaan met deze betrokken indirecte cliënten;

c)

zorgt ervoor dat de in lid 5 bedoelde procedures het mogelijk maken om deze activa en posities na de wanbetaling van een cliënt onverwijld te liquideren, onder meer door deze activa en posities op het niveau van de CTP te liquideren, ingeval de in punt b) bedoelde overboeking om enigerlei reden niet heeft plaatsgevonden binnen de in de indirecte clearingregeling omschreven vooraf bepaalde overboekingstermijn;

d)

verbindt zich contractueel ertoe na de liquidatie van deze activa en posities de procedures voor de betaling van de liquidatieopbrengsten aan elk van de indirecte cliënten in te leiden;

e)

retourneert, wanneer het clearinglid niet in staat is geweest de indirecte cliënten te identificeren of de betaling van de liquidatieopbrengsten zoals bedoeld in punt d) aan elk van de indirecte cliënten af te handelen, de cliënt voor rekening van de indirecte cliënten onmiddellijk elk saldo dat uit de liquidatie van deze activa en posities verschuldigd is.

8.   Een clearinglid omschrijft, monitort en beheert de materiële risico's ten gevolge van de verstrekking van indirecte clearingdiensten die zijn veerkracht bij ongunstige marktontwikkelingen kunnen aantasten. Het clearinglid voert interne procedures in om ervoor te zorgen dat de in artikel 5, lid 8, bedoelde informatie niet kan worden gebruikt voor commerciële doeleinden.

Artikel 5

Verplichtingen van cliënten

1.   Een cliënt die indirecte clearingdiensten aanbiedt, biedt indirecte cliënten de keuze tussen ten minste de in artikel 4, lid 2, bedoelde soorten rekeningen en zorgt ervoor dat deze indirecte cliënten volledig worden geïnformeerd over de verschillende niveaus van afscheiding en de risico's die aan elk soort rekening verbonden zijn.

2.   De in lid 1 bedoelde cliënt wijst een van de in artikel 4, lid 2, bedoelde soorten rekeningen toe aan indirecte cliënten die geen rekening hebben gekozen binnen een door de cliënt vastgestelde redelijke termijn. De cliënt informeert de indirecte cliënt onverwijld over de risico's die verbonden zijn aan de toegewezen soort rekening. De indirecte cliënt kan de cliënt te allen tijde schriftelijk verzoeken om een ander soort rekening.

3.   Een cliënt die indirecte clearingdiensten aanbiedt, houdt afzonderlijke vastleggingen en rekeningen bij aan de hand waarvan hij zijn eigen activa en posities kan onderscheiden van die welke voor rekening van zijn indirecte cliënten worden aangehouden.

4.   Wanneer de activa en posities van meerdere indirecte cliënten door het clearinglid worden aangehouden in een rekening als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), verstrekt de cliënt het clearinglid dagelijks alle nodige informatie om het in staat te stellen de voor rekening van elke indirecte cliënt aangehouden posities te identificeren.

5.   Een cliënt die indirecte clearingdiensten aanbiedt, verzoekt het clearinglid overeenkomstig de keuze van zijn indirecte cliënten de in artikel 4, lid 4, bedoelde rekeningen in de CTP te openen en te handhaven.

6.   Een cliënt verstrekt zijn indirecte cliënten voldoende informatie om hen in staat te stellen de CTP en het clearinglid te identificeren die gebruikt zijn om hun posities te clearen.

7.   Wanneer de activa en posities van een of meer indirecte cliënten door het clearinglid worden aangehouden in een rekening als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder b), verstrekt de cliënt in de indirecte clearingregeling met zijn indirecte cliënten alle noodzakelijke voorwaarden om ervoor te zorgen dat het clearinglid in geval van wanbetaling van deze cliënt de opbrengst van de liquidatie van de overeenkomstig artikel 4, lid 7, voor rekening van de indirecte cliënten aangehouden activa en posities onmiddellijk kan retourneren naar de indirecte cliënten.

8.   Een cliënt verstrekt het clearinglid voldoende informatie om de materiële risico's ten gevolge van de verstrekking van indirecte clearingdiensten die zijn veerkracht bij ongunstige marktontwikkelingen kunnen aantasten, te omschrijven, te monitoren en te beheren.

9.   Een cliënt treft regelingen om ervoor te zorgen dat in geval van wanbetaling alle informatie waarover hij beschikt met betrekking tot zijn indirecte cliënten, onmiddellijk ter beschikking wordt gesteld van het clearinglid, inclusief de identiteit van de in artikel 5, lid 4, bedoelde indirecte cliënten.

Artikel 6

Vereisten voor het aanbieden van indirecte clearingdiensten door indirecte cliënten

1.   Een indirecte cliënt kan tweede indirecte cliënten alleen indirecte clearingdiensten aanbieden indien de partijen bij de indirecte clearingregelingen voldoen aan een van de in lid 2 vastgestelde vereisten en aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de indirecte cliënt is een vergunninghoudende kredietinstelling of beleggingsonderneming of een in een derde land gevestigde entiteit die als kredietinstelling of beleggingsonderneming zou worden beschouwd indien de entiteit in de Unie was gevestigd;

b)

de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt sluiten schriftelijk een indirecte clearingregeling. De indirecte clearingregeling omvat ten minste de volgende contractuele voorwaarden:

i)

de algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b);

ii)

de toezegging van de indirecte cliënt om alle verplichtingen van de tweede indirecte cliënt ten aanzien van de cliënt met betrekking tot de door de indirecte clearingregeling gedekte transacties na te komen;

c)

de activa en posities van de tweede indirecte cliënt worden door het clearinglid aangehouden in een rekening als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a).

Alle aspecten van de indirecte clearingregeling bedoeld onder b) worden duidelijk in het contract omschreven.

2.   Voor de toepassing van lid 1 voldoen de partijen bij de indirecte clearingregelingen aan een van de volgende voorschriften:

a)

het clearinglid en de cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar de indirecte cliënt maakt geen deel uit van deze groep;

b)

de cliënt en de indirecte cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar het clearinglid en de tweede indirecte cliënt maken geen deel uit van deze groep.

3.   Voor indirecte clearingregelingen die zijn gesloten door partijen in de in lid 2, onder a), bedoelde situatie:

a)

zijn artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 5, artikel 4, lid 6, en artikel 4, lid 8, van toepassing op de cliënt alsof deze cliënt een clearinglid was;

b)

zijn artikel 2, lid 1, onder b), artikel 5, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 5, lid 8, en artikel 5, lid 9, van toepassing op de indirecte cliënt alsof deze indirecte cliënt een cliënt was.

4.   Voor indirecte clearingregelingen die zijn gesloten door partijen in de in lid 2, onder b), bedoelde situatie:

a)

zijn artikel 4, lid 5, en artikel 4, lid 6, van toepassing op de cliënt alsof deze cliënt een clearinglid was;

b)

zijn artikel 2, lid 1, onder b), artikel 5, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 5, lid 8, en artikel 5, lid 9, van toepassing op de indirecte cliënt alsof deze indirecte cliënt een cliënt was.

Artikel 7

Voorschriften voor het aanbieden van indirecte clearingdiensten door tweede indirecte cliënten

1.   Een tweede indirecte cliënt kan alleen indirecte clearingdiensten aan derde indirecte cliënten aanbieden indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt zijn vergunninghoudende kredietinstellingen of beleggingsondernemingen of in een derde land gevestigde entiteiten die als kredietinstelling of beleggingsonderneming zouden worden beschouwd indien deze entiteiten in de Unie waren gevestigd;

b)

het clearinglid en de cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar de indirecte cliënt maakt geen deel uit van deze groep;

c)

de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt maken deel uit van dezelfde groep, maar de derde indirecte cliënt maakt geen deel uit van deze groep;

d)

de tweede indirecte cliënt en de derde indirecte cliënt sluiten schriftelijk een indirecte clearingregeling. De indirecte clearingregeling omvat ten minste de volgende contractuele voorwaarden:

i)

de algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b);

ii)

de toezegging van de tweede indirecte cliënt om alle verplichtingen van de derde indirecte cliënt ten aanzien van de indirecte cliënt met betrekking tot de door de indirecte clearingregeling gedekte transacties na te komen;

e)

de activa en posities van de derde indirecte cliënt worden door het clearinglid aangehouden in een rekening als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder a).

Alle aspecten van de indirecte clearingregeling bedoeld onder d) worden duidelijk in het contract omschreven.

2.   Wanneer tweede indirecte cliënten overeenkomstig lid 1 indirecte clearingdiensten aanbieden:

a)

zijn artikel 4, lid 1, artikel 4, lid 5, artikel 4, lid 6, en artikel 4, lid 8, van toepassing op de cliënt en de indirecte cliënt alsof zij clearingleden waren;

b)

zijn artikel 2, lid 1, onder b), artikel 5, lid 2, artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 5, lid 8, en artikel 5, lid 9, van toepassing op de indirecte cliënt en de tweede indirecte cliënt alsof zij cliënten waren.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 september 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)   PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84.

(2)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

(3)  Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45).

(4)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).