10.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 207/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1444 VAN DE COMMISSIE

van 9 augustus 2017

tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 7,

In overleg met de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

1.   PROCEDURE

1.1.   Inleiding

(1)

Op 9 december 2016 heeft de Europese Commissie („de Commissie”) op grond van artikel 5 van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad („de basisverordening”) een antidumpingonderzoek geopend met betrekking tot de invoer in de Unie van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China („de VRC” of „het betrokken land”). Zij heeft daartoe een bericht van inleiding gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2) („het bericht van inleiding”).

(2)

De Commissie heeft het onderzoek geopend naar aanleiding van een klacht die op 25 oktober 2016 werd ingediend door de European Steel Association („Eurofer” of „de klager”) namens producenten die meer dan 53 % van de totale productie van corrosiebestendig staal in de Unie vertegenwoordigen. Het bij de klacht gevoegde bewijsmateriaal over dumping en aanmerkelijke schade als gevolg daarvan werd voldoende geacht om het onderzoek te openen.

1.2.   Registratie

(3)

Naar aanleiding van het door de klager op 24 mei 2017 ingediende en met het nodige bewijsmateriaal gestaafde verzoek heeft de Commissie op 8 juli 2017 Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1238 (3) gepubliceerd, uit hoofde waarvan de invoer van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de VRC per 9 juli 2017 aan registratie onderworpen werd.

(4)

De Commissie beschikte over voldoende voorlopig bewijsmateriaal om de noodzaak tot registratie van de invoer te rechtvaardigen, aangezien de invoer uit het betrokken land en het marktaandeel daarvan sterk waren gestegen nadat het onderzoek was geopend en in het kader daarvan was geconcludeerd dat aan de voorwaarden van artikel 14, lid 5, van de basisverordening was voldaan.

1.3.   Belanghebbenden

(5)

In het bericht van inleiding is de belanghebbenden door de Commissie verzocht contact op te nemen teneinde aan het onderzoek mee te werken. Daarnaast heeft de Commissie specifiek de klagers, andere haar bekende producenten in de Unie, de haar bekende producenten-exporteurs, de Chinese autoriteiten, de haar bekende importeurs, leveranciers en gebruikers, alsmede haar bekende betrokken handelaren en verenigingen op de hoogte gebracht van de opening van het onderzoek en hun verzocht daaraan mee te werken.

(6)

De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord door de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures. Alle belanghebbenden die daar met opgave van redenen om hadden verzocht, zijn gehoord.

1.4.   Producenten in het referentieland

(7)

Voor de keuze van een referentieland heeft de Commissie contact opgenomen met producenten in Brazilië, Canada, India, Japan, Zuid-Korea, Taiwan, Turkije, Oekraïne en de VS, hen op de hoogte gebracht van de opening van het onderzoek en hun verzocht daaraan mee te werken.

(8)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie de belanghebbenden meegedeeld dat zij voorlopig Canada had gekozen als derde land met een markteconomie („referentieland”) in de zin van artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening.

1.5.   Samenstelling van een steekproef

(9)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie verklaard dat zij mogelijk een steekproef van de belanghebbenden zou samenstellen overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening.

1.5.1.   Steekproef van producenten in de Unie

(10)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie verklaard dat zij een voorlopige steekproef van producenten in de Unie had samengesteld. Bij het samenstellen van de steekproef ging de Commissie uit van een zo groot mogelijke mate van representativiteit qua productie- en verkoopvolume, in combinatie met voldoende geografische spreiding. Deze voorlopige steekproef bestond uit vier producenten in de Unie, die in vier verschillende lidstaten gevestigd waren en samen goed waren voor meer dan 30 % van de productie van corrosiebestendig staal in de Unie. De Commissie nodigde de belanghebbenden uit om opmerkingen over de voorlopige steekproef in te dienen.

(11)

Twee ondernemingen lieten schriftelijk weten de benodigde vragenlijst niet te kunnen invullen. Hoewel zij de klacht bleven steunen, trokken zij zich terug uit de voorlopige steekproef.

(12)

De Commissie heeft onderzocht wat de gevolgen van de terugtrekking van deze twee ondernemingen uit de steekproef waren en heeft geconcludeerd dat de steekproef met de twee andere ondernemingen nog steeds representatief was voor de situatie van de bedrijfstak van de Unie.

(13)

De grootste van de twee ondernemingen die hadden gevraagd niet in de steekproef te worden opgenomen, heeft in haar verzoek aangevoerd dat zij onder controle van de overheid stond en bij openbare inschrijving zou worden verkocht. In deze omstandigheden heeft de Commissie geconcludeerd dat de opneming van die onderneming in de steekproef significante negatieve gevolgen voor de financiële micro-indicatoren van de streekproef zou hebben, met name gezien de aanzienlijke betrokken productie- en verkoopvolumes.

(14)

De andere onderneming heeft verklaard actief samen te werken in het kader van andere antidumpingprocedures en niet over voldoende middelen te beschikken om zich ook met deze zaak bezig te houden. Aangezien de onderneming zou kunnen worden vervangen zonder afbreuk te doen aan de representativiteit van de steekproef, heeft de Commissie geconcludeerd dat het redelijk en proportioneel was in te stemmen met het verzoek van de onderneming om niet in de steekproef te worden opgenomen.

(15)

De Commissie heeft de partijen derhalve meegedeeld dat twee andere ondernemingen voor de steekproef waren geselecteerd en heeft opnieuw verzocht om opmerkingen van de belanghebbenden.

(16)

Eurofer heeft opmerkingen ingediend en voorgesteld een vijfde onderneming in de steekproef op te nemen met het oog op een betere geografische representativiteit daarvan. Na een analyse van deze opmerkingen heeft de Commissie echter geconcludeerd dat de herziene steekproef voldoende representatief was omdat zij 29 % van de productie in de Unie van corrosiebestendig staal en locaties in vier verschillende lidstaten vertegenwoordigde. Bovendien onderscheidde de voorgestelde onderneming zich niet van de reeds in de steekproef opgenomen groepen van ondernemingen. Verder voegde de voorgestelde vijfde onderneming niet voldoende productie- en verkoopvolume toe om de opneming ervan in de steekproef te rechtvaardigen. Derhalve heeft de Commissie de herziene, uit vier ondernemingen bestaande steekproef bevestigd. Niettemin is de onderneming bezocht om meer inzicht te verkrijgen in de door felle concurrentie gekenmerkte en aan grote veranderingen onderhevige situatie op de Italiaanse markt, zowel wat de concurrentie van andere producenten in de Unie als wat de concurrentie van de Chinese invoer betreft.

1.5.2.   Steekproef van importeurs

(17)

De Commissie heeft niet-verbonden importeurs verzocht om de in het bericht van inleiding genoemde informatie te verstrekken om te kunnen beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze te kunnen samenstellen.

(18)

Enkel twee importeurs hebben de gevraagde informatie verstrekt en ermee ingestemd om in de steekproef te worden opgenomen. Daarom is besloten af te zien van de steekproefprocedure, en aan beide ondernemingen is een vragenlijst voor importeurs gezonden. Slechts één onderneming heeft de vragenlijst ingevuld teruggestuurd.

1.5.3.   Steekproef van producenten-exporteurs

(19)

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk was en, zo ja, deze samen te stellen, is alle producenten-exporteurs in de VRC verzocht de in het bericht van inleiding gevraagde informatie te verstrekken. Bovendien heeft de Commissie de vertegenwoordiging van de Volksrepubliek China bij de Europese Unie verzocht mogelijke andere producenten-exporteurs die geïnteresseerd zouden kunnen zijn in medewerking aan het onderzoek, te achterhalen en/of met hen contact op te nemen.

(20)

Zestien (groepen van) producenten-exporteurs uit het betrokken land hebben de verlangde informatie binnen de voorgeschreven termijn verstrekt en ermee ingestemd in de steekproef te worden opgenomen. Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de basisverordening heeft de Commissie een steekproef van drie groepen samengesteld op basis van het grootste representatieve uitvoervolume naar de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kon worden onderzocht. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, van de basisverordening zijn alle bekende betrokken producenten-exporteurs en de autoriteiten van het betrokken land geraadpleegd over de samenstelling van de steekproef. De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen.

1.6.   Individuele behandeling

(21)

Drie groepen van producenten-exporteurs in de VRC, telkens bestaande uit verscheidene individuele ondernemingen, hebben verzocht om een individuele behandeling overeenkomstig artikel 17, lid 3, van de basisverordening.

(22)

Het onderzoek van deze verzoeken om individuele behandeling in het voorlopige stadium van het onderzoek was niet mogelijk gezien het grote aantal te onderzoeken ondernemingen, het aantal verschillende locaties dat moest worden bezocht, het tijdschema van het onderzoek en de bij de Commissie beschikbare middelen. Zoals aangegeven in punt 1.9, heeft de Commissie reeds in totaal 17 afzonderlijke ondernemingen onderzocht die deel uitmaken van de drie voor de steekproef geselecteerde groepen. Wegens de daaruit voortvloeiende werklast konden de antwoorden op de vragenlijst die zijn ingediend door belangrijke importeurs die verbonden zijn met een van de in de steekproef opgenomen partijen, in de voorlopige fase evenmin worden onderzocht, zodat het onderzoek hiervan in een later stadium zal moeten plaatsvinden. De beoordeling van nog drie groepen van ondernemingen in dit stadium zou te belastend zijn geweest en zou hebben verhinderd dat het onderzoek binnen de door de basisverordening voorgeschreven strikte termijnen werd afgesloten.

(23)

Eén van de ondernemingen van de groepen die om een individuele behandeling hebben verzocht, heeft aangevoerd dat haar productassortiment niet werd weerspiegeld in de door de Commissie samengestelde steekproef. Er moet evenwel op worden gewezen dat het door de steekproef bestreken productassortiment representatief is voor de betrokken invoer.

(24)

De Commissie zal in het definitieve stadium van het onderzoek beslissen of zij al dan niet een individuele behandeling toekent.

1.7.   Formulieren voor de aanvraag om behandeling als marktgerichte onderneming („BMO”)

(25)

Met het oog op de toepassing van artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening heeft de Commissie BMO-aanvraagformulieren toegezonden aan alle producenten-exporteurs in de VRC die in de steekproef waren opgenomen en aan niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge wilden aanvragen. Geen van de drie in de steekproef opgenomen groepen van producenten-exporteurs heeft de BMO-aanvraagformulieren teruggezonden. Hoewel de verzoeken om een individueel onderzoek voorlopig zijn afgewezen, zal de Commissie de door twee groepen van niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs ingediende BMO-aanvraagformulieren beoordelen ingeval zij in het definitieve stadium besluit dat hun verzoek om een individueel onderzoek kan worden aanvaard.

1.8.   Antwoorden op de vragenlijst

(26)

De Commissie heeft een vragenlijst gestuurd naar de klager, de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en de importeurs/gebruikers die zich kenbaar hebben gemaakt, de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs en de producenten-exporteurs die om een individueel onderzoek hebben verzocht, alsmede naar de producenten in het potentiële referentieland.

(27)

Zij heeft antwoorden op de vragenlijst ontvangen van Eurofer, vier producenten in de Unie, één importeur/gebruiker, drie groepen van producenten-exporteurs in de VRC, drie niet in de steekproef opgenomen groepen van medewerkende producenten-exporteurs die om een individueel onderzoek hebben verzocht en één groep van producenten in een referentieland.

1.9.   Controlebezoeken

(28)

De Commissie heeft alle gegevens die zij voor de voorlopige vaststelling van dumping, daardoor veroorzaakte schade en het belang van de Unie nodig achtte, verzameld en gecontroleerd. Overeenkomstig artikel 16 van de basisverordening werden bij de volgende ondernemingen/vereniging controlebezoeken ter plaatse verricht:

 

vereniging:

Eurofer, Brussel, België;

 

producenten in de Unie:

Tata Steel IJmuiden B.V., IJmuiden, Nederland;

ArcelorMittal Belgium N.V., Gent, België;

ArcelorMittal Atlantique et Lorraine SAS, Duinkerke, Frankrijk;

ArcelorMittal Poland Group, Dabrowa Górnicza, Polen;

ArcelorMittal Piombino S.p.A., Piombino, Italië;

 

niet-verbonden importeur/gebruiker in de Unie:

Joris Ide N.V., Zwevezele, België (onderdeel van de Kingspan Group, Kingscourt, Ierland);

 

producenten-exporteurs in de VRC en verbonden handelaren/importeurs:

 

Hebei Iron and Steel Group („HBIS”):

Hesteel Co., Ltd Handan Branch, Handan, Hebei, VRC;

Handan Iron & Steel Group Han-Bao Co., Ltd, Handan, Hebei, VRC;

Handan Iron And Steel Group Import And Export Co., Ltd, Handan, Hebei, VRC;

Hesteel Hong Kong Co., Limited, Handan, Hebei, VRC;

Hebei Iron & Steel Group (Shanghai) International Trade Co., Ltd, Handan, Hebei, VRC;

Hesteel (Singapore) Pte. Ltd, Handan, Hebei, VRC;

Hesteel Co., Ltd. Tangshan Branch, Tangshan, Hebei, VRC;

Tangshan Iron & Steel Group High Strength Automotive Strip Co., Ltd, Tangshan, Hebei, VRC;

Tangshan Iron & Steel Group Co., Ltd, Tangshan, Hebei, VRC;

Sinobiz Holdings Limited, Tangshan, Hebei, VRC;

 

Shagang Group:

Zhangjiagang Shagang Dongshin Galvanized Steel Sheet Co., Ltd, Zhangjiagang, Jiangsu, VRC;

Zhangjiagang Yangtze River Cold Rolled Sheet Co., Ltd, Zhangjiagang, Jiangsu, VRC;

Jiangsu Shagang International Trade Co., Ltd, Zhangjiagang, Jiangsu, VRC;

 

Shougang Group:

Beijing Shougang Cold Rolling Co., Ltd, Beijing, VRC;

Shougang Jingtang United Iron and Steel Co., Ltd, Beijing, VRC;

China Shougang International Trade and Engineering Co., Ltd, Beijing, VRC;

Shougang International (Austria) GmbH, Wenen, Oostenrijk;

 

producenten in het referentieland:

ArcelorMittal Brazil S/A, São Francisco do Sul, Santa Catarina, Brazilië;

ArcelorMittal Contagem S/A, São Francisco do Sul, Santa Catarina, Brazilië.

(29)

De Commissie heeft geen bezoek ter plaatse gebracht bij de drie verbonden exporteurs van de medewerkende Chinese ondernemingen in Hongkong en Singapore, te weten Xinsha International PTE, Ltd en Shagang South-Asia (Hong Kong) Trading Co., Ltd (verbonden exporteurs van de Shagang Group) alsmede Shougang Holding Trade (Hong Kong) Ltd (verbonden exporteur van de Shougang Group). Hun dossiers en rekeningen werden echter, voor zover door de Commissie gevraagd, beschikbaar gesteld voor inspectie tijdens de controlebezoeken ter plaatse bij hun respectieve verbonden producenten in de VRC.

1.10.   Onderzoektijdvak en beoordelingsperiode

(30)

Het onderzoek naar dumping en schade had betrekking op de periode van 1 oktober 2015 tot en met 30 september 2016 („het onderzoektijdvak” of „OT”). Het onderzoek naar ontwikkelingen die relevant zijn voor de schadebeoordeling had betrekking op de periode van 2013 tot aan het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).

2.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

2.1.   Betrokken product

(31)

Bij het betrokken product gaat het om bepaald corrosiebestendig staal. Het betreft gewalste platte producten van ijzer of gelegeerd staal of niet-gelegeerd staal; al-rustig; thermisch geplateerd of bekleed met zink en/of aluminium, en geen ander metaal; chemisch gepassiveerd; bevattende 0,015 of meer doch niet meer dan 0,170 gewichtspercent koolstof, 0,015 of meer doch niet meer dan 0,100 gewichtspercent aluminium, niet meer dan 0,045 gewichtspercent niobium, niet meer dan 0,010 gewichtspercent titaan en niet meer dan 0,010 gewichtspercent vanadium; opgerold, als op maat gesneden platen en als bandstaal aangeboden.

De volgende producten blijven buiten beschouwing:

producten van roestvrij staal, van siliciumstaal en van sneldraaistaal,

producten die enkel warm of koud gewalst zijn.

Het betrokken product wordt momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7210 41 00, ex 7210 49 00, ex 7210 61 00, ex 7210 69 00, ex 7212 30 00, ex 7212 50 61, ex 7212 50 69, ex 7225 92 00, ex 7225 99 00, ex 7226 99 30 en ex 7226 99 70 (Taric-codes: 7210410020, 7210490020, 7210610020, 7210690020, 7212300020, 7212506120, 7212506920, 7225920020, 7225990022, 7225990035, 7225990092, 7226993010, 7226997094) en is van oorsprong uit de VRC.

(32)

Corrosiebestendig staal wordt vervaardigd door rollen, platen en banden gewalst plat staal door onderdompeling in een bad te bekleden met gesmolten metaal of een metaallegering van zink. Het bekledingsmetaal verbindt zich in een metallurgische reactie met de stalen ondergrond en vormt een meerlagenstructuur van legeringen, waardoor een coatinglaag ontstaat die metallurgisch verbonden is met het staal. De oppervlakte van het product wordt vervolgens chemisch gepassiveerd om die tegen vocht te beschermen en om het risico van het ontstaan van corrosieproducten tijdens opslag en vervoer te verkleinen.

(33)

Corrosiebestendig staal vindt voornamelijk toepassing in de bouwsector als verschillende soorten bekledingsmateriaal, maar wordt ook gebruikt voor het vervaardigen van huishoudelijke apparaten, bij het dieptrekken en stampen alsmede voor kleine gelaste buizen.

(34)

De Commissie is een groot aantal malen gevraagd de eigenschap van chemisch gepassiveerd zijn van het betrokken product te verduidelijken, hoofdzakelijk omdat corrosiebestendig staal dat bij wijze van oppervlaktebescherming uitsluitend is geolied, niet onder het onderzoek valt en bijgevolg niet aan de maatregelen kan worden onderworpen. Sommige partijen wijzen erop dat dit „ontwijking” van de maatregelen in de hand werkt.

(35)

De Commissie bevestigt dat geolied corrosiebestendig staal niet onder dit onderzoek valt als het uitsluitend is geolied (en niet tegelijkertijd chemisch gepassiveerd en geolied).

(36)

Wat het argument betreft dat de uitsluiting van geolied corrosiebestendig staal een potentieel risico van ontwijking zou opleveren, heeft het onderzoek hieromtrent geen conclusie vastgesteld. Volgens sommige partijen moeten de gebruikers de rollen corrosiebestendig staal afwikkelen en de olieachtige film verwijderen voordat zij het product kunnen gebruiken, waarvoor specifieke installaties nodig zijn; zouden de Chinese producenten-exporteurs deze taak uitbesteden, dan zou de procesgang nog ingewikkelder worden, omdat de derde-contractant het gereinigde corrosiebestendige staal opnieuw zou moeten opwikkelen om het naar de gebruiker te kunnen verzenden. Andere partijen verklaren dat de gebruikers de olie bij het snijden van de breedband gemakkelijk kunnen verwijderen door van een specifiek absorberend materiaal gebruik te maken.

(37)

In dit stadium van het onderzoek heeft de Commissie geoordeeld dat er, gezien de extra logistieke voorzieningen en kosten die hiermee gemoeid zijn, geen sprake was van het risico dat de betaling van antidumpingrechten zou worden ontlopen door de rollen corrosiebestendig staal niet chemisch te passiveren maar in plaats daarvan te oliën. Het argument wordt daarom voorlopig afgewezen.

2.2.   Soortgelijk product

(38)

Uit het onderzoek is gebleken dat de volgende producten dezelfde fysische, chemische en technische basiseigenschappen hebben en voor dezelfde basisdoeleinden worden gebruikt:

a)

het betrokken product;

b)

het op de binnenlandse markt van Brazilië vervaardigde en verkochte product, en

c)

het in de Unie door de bedrijfstak van de Unie vervaardigde en verkochte product.

(39)

De Commissie heeft in dit stadium beslist dat die producten derhalve soortgelijke producten zijn in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening.

3.   DUMPING

3.1.   Normale waarde

(40)

Aangezien geen van de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs om een behandeling als marktgerichte onderneming heeft verzocht, is de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening vastgesteld aan de hand van de prijzen of de berekende normale waarde in een geschikt derde land met een markteconomie (het „referentieland”).

(41)

In het bericht van inleiding heeft de Commissie de belanghebbenden meegedeeld dat zij overwoog Canada als derde land met een markteconomie in de zin van artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening te kiezen. Twee partijen hebben de keuze van Canada betwist wegens het vermeende prijsverschil bij het soortgelijke product en wegens de banden tussen de potentiële medewerkende producent in Canada en een van de klagers.

(42)

De Commissie heeft een vragenlijst verstuurd naar alle haar bekende producenten in de landen die in het bericht van inleiding zijn vermeld en naar andere landen waar er aanwijzingen voor de productie en verkoop van het soortgelijke product waren. Verder heeft de Commissie contact opgenomen met de bevoegde autoriteiten in die landen. Van de 25 producenten en vier verenigingen uit Canada, Australië, Brazilië, India, de Republiek Korea, Noorwegen, Turkije en Taiwan die werden benaderd, hebben drie producenten uit drie verschillende landen (Australië, Brazilië en Canada) zich bereid verklaard om mee te werken.

(43)

In het licht van de concurrentiesituatie en de omvang van de drie betrokken markten alsmede van de van belanghebbenden ontvangen opmerkingen heeft de Commissie besloten voorlopig Brazilië als referentieland te kiezen. Brazilië is een open markt met drie producenten, aanzienlijke invoervolumes en invoerrechten van 12 % tot 14 %; er waren in het onderzoektijdvak geen antidumping- of compenserende rechten van toepassing op corrosiebestendig staal.

(44)

Op 14 maart 2017 heeft de Commissie de belanghebbenden laten weten dat zij voorlopig Brazilië als referentieland had gekozen. De belanghebbenden werd verzocht om opmerkingen te formuleren over deze keuze. Geen enkele partij betwistte dat van de drie landen die bereid waren mee te werken, Brazilië de meest geschikte keuze was; een producent-exporteur en de China Iron & Steel Association („CISA”) maakten evenwel een aantal opmerkingen. Zij wezen allebei op de banden tussen de medewerkende producent in Brazilië en een van de klagers, en de CISA wees tevens op een door een andere partij in het kader van een soortgelijk onderzoek afgelegde verklaring van 23 juni 2008 (4), volgens welke Braziliaanse producenten van thermisch verzinkte platen zich mededingingsverstorend hadden gedragen. Dienaangaande is er geen bewijs voorhanden van mededingingsverstorend gedrag door Braziliaanse producenten van corrosiebestendig staal tijdens het onderzoektijdvak (bijvoorbeeld aanzienlijke invoervolumes van corrosiebestendig staal). Wat de banden tussen de producent in het referentieland en een producent in de Unie betreft, hebben de partijen niet kunnen uitleggen hoe de banden in kwestie de betrouwbaarheid van de gegevens zouden hebben kunnen aantasten. Volgens de Commissie maakt het bestaan van banden de vaststelling van de normale waarde, die is gebaseerd op terdege geverifieerde gegevens, niet ongeldig en tast het deze niet aan.

(45)

De medewerkende producent in Brazilië heeft een ingevulde vragenlijst in de vereiste vorm en binnen de vereiste termijn ingediend.

(46)

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de basisverordening heeft de Commissie eerst onderzocht of de verkoop van het soortgelijke product in Brazilië aan onafhankelijke afnemers representatief was. De verkoop van het soortgelijke product door de medewerkende producent op de binnenlandse markt werd qua hoeveelheid representatief geacht in vergelijking met de uitvoer van het betrokken product naar de Unie door de in de steekproef opgenomen Chinese producenten-exporteurs.

(47)

De Commissie heeft vervolgens onderzocht of deze verkoop overeenkomstig artikel 2, lid 4, van de basisverordening kon worden beschouwd als verkoop die in het kader van normale handelstransacties had plaatsgevonden. Dit werd gedaan door het aandeel van de winstgevende verkoop aan onafhankelijke afnemers vast te stellen. De verkooptransacties werden als winstgevend beschouwd als de eenheidsprijs gelijk was aan of hoger was dan de productiekosten van de Braziliaanse producent tijdens het onderzoektijdvak.

(48)

Voor de productsoorten waarvan meer dan 80 % van de op de binnenlandse markt verkochte hoeveelheid werd verkocht tegen prijzen die hoger waren dan de productiekosten en waarvan de gewogen gemiddelde verkoopprijs gelijk was aan of hoger was dan de productiekosten per eenheid, werd de normale waarde per productsoort berekend als het gewogen gemiddelde van de werkelijke binnenlandse prijzen van alle verkopen van de soort in kwestie, ongeacht of die verkoop al dan niet winstgevend was.

(49)

Indien het volume van de winstgevende verkoop van een productsoort 80 % of minder van het totale verkoopvolume van die soort vertegenwoordigde, of indien de gewogen gemiddelde prijs van die soort lager was dan de productiekosten per eenheid, werd de normale waarde gebaseerd op de werkelijke binnenlandse prijs, berekend als de gewogen gemiddelde prijs van uitsluitend de winstgevende binnenlandse verkoop van die soort tijdens het onderzoektijdvak.

(50)

Voor productsoorten die niet winstgevend waren of op de binnenlandse markt niet in voldoende hoeveelheden werden verkocht, werd de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de basisverordening berekend aan de hand van de productiekosten van de Braziliaanse producent, vermeerderd met VAA-kosten (10 % — 20 %) en winst (10 % — 20 %) voor de winstgevende productsoorten van de Braziliaanse producent. De door berekening vastgestelde normale waarde werd bij de berekeningen toegepast voor 77 % — 99,6 % van de naar de Unie verkochte hoeveelheden, afhankelijk van de Chinese producent-exporteur.

(51)

Sommige door de Chinese producenten-exporteurs uitgevoerde productsoorten konden niet worden gekoppeld aan de productsoorten die door de medewerkende producent in het referentieland op de binnenlandse markt in Brazilië werden verkocht. Daarom moest de normale waarde voor de niet-overeenstemmende productsoorten overeenkomstig artikel 2, lid 3, van de basisverordening worden berekend op basis van de productiekosten van de producent in het referentieland. Vervolgens voegde de Commissie een redelijk bedrag voor VAA-kosten (10 %-20 %) toe op basis van feitelijke gegevens over de productie en de verkoop, als bepaald in artikel 2, lid 6, van de basisverordening. Tot slot voegde zij een redelijk bedrag voor winst (10 %-20 %) toe op basis van de gemiddelde winstmarge op de verkoop van de winstgevende producten.

3.2.   Uitvoerprijs

(52)

Voor de transacties waarbij de producenten-exporteurs het betrokken product via als importeur optredende verbonden ondernemingen naar de Unie uitvoeren, werd de uitvoerprijs in overeenstemming met artikel 2, lid 9, van de basisverordening vastgesteld op basis van de prijs waartegen het ingevoerde product voor het eerst aan onafhankelijke afnemers in de Unie werd doorverkocht. In dat geval werd de prijs gecorrigeerd voor alle tussen invoer en wederverkoop gemaakte kosten. Er werden correcties toegepast voor de werkelijke kosten van de verbonden importeurs voor vervoer binnen de EU, bankkosten, verlading en aanverwante kosten, kredietkosten, commissies, VAA-kosten en winst van de verbonden importeurs. Het niveau van de correcties varieerde van 5 % tot 10 %. Elke van de in de steekproef opgenomen Chinese producenten-exporteurs die via verbonden importeurs in de EU handel dreef, ontving in een specifieke mededeling van feiten en overwegingen gedetailleerde berekeningen van de toegepaste correcties.

(53)

Voor de overige transacties werden de uitvoerprijzen gebaseerd op de voor het betrokken product werkelijk betaalde of te betalen prijzen, in overeenstemming met artikel 2, lid 8, van de basisverordening.

3.3.   Vergelijking

(54)

De normale waarde en de uitvoerprijs werden vergeleken in het stadium af fabriek. De dumpingmarges werden vastgesteld door de individuele prijzen af fabriek van de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs al naargelang het geval te vergelijken met de binnenlandse verkoopprijzen van de producent in het referentieland of met de door berekening vastgestelde normale waarde.

(55)

Waar dat met het oog op een billijke vergelijking gerechtvaardigd was, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 10, van de basisverordening op de normale waarde en/of de uitvoerprijs een correctie toegepast voor verschillen die van invloed zijn op de prijzen en op de vergelijkbaarheid daarvan. Er werden correcties toegepast voor vervoer, verzekering, bankkosten, verlading en aanverwante kosten, kredietkosten, commissies en handelsstadium. Het niveau van de correcties op de binnenlandse prijzen in het referentieland varieerde van 10 % tot 15 %. Bij de uitvoerprijs varieerden de correcties van 8,5 % tot 20 %, afhankelijk van de producent-exporteur in kwestie en het verkoopkanaal. Elke van de in de steekproef opgenomen Chinese producenten-exporteurs ontving in een specifieke mededeling van feiten en overwegingen gedetailleerde berekeningen van de toegepaste correcties.

(56)

China past een beleid toe van slechts gedeeltelijke btw-terugbetaling bij uitvoer, en in dit geval wordt 4 % btw niet terugbetaald. Om te garanderen dat de normale waarde op hetzelfde belastingniveau als de uitvoerprijs werd uitgedrukt, werd de normale waarde naar boven gecorrigeerd met dat deel van de btw op de uitvoer van het betrokken product dat niet aan de Chinese producenten-exporteurs werd vergoed (5).

3.4.   Dumpingmarges

(57)

Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening heeft de Commissie voor de in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs de gewogen gemiddelde normale waarde van elke soort van het soortgelijke product in het referentieland vergeleken met de gewogen gemiddelde uitvoerprijs van de overeenkomstige betrokken productsoort.

(58)

Voor de medewerkende producenten-exporteurs die niet in de steekproef zijn opgenomen, heeft de Commissie de gewogen gemiddelde dumpingmarge berekend overeenkomstig artikel 9, lid 6, van de basisverordening. Deze marge werd berekend als een gewogen gemiddelde op basis van de marges die voor de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs waren vastgesteld.

(59)

Wat alle andere producenten-exporteurs in de VRC betreft, zijn de dumpingmarges overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens. Hiertoe heeft de Commissie de mate van medewerking van de producenten-exporteurs bepaald. Deze werd gemeten door het aandeel van het volume van de uitvoer van de medewerkende producenten naar de Unie in het totale volume van de uitvoer van het betrokken land naar de Unie — volgens de invoerstatistieken van Eurostat — te bepalen.

(60)

De mate van medewerking is hoog, aangezien de invoer van de medewerkende producenten-exporteurs goed was voor circa 76 % van de totale uitvoer naar de Unie tijdens het onderzoektijdvak. De Commissie heeft op basis hiervan besloten de residuele dumpingmarge vast te stellen op het niveau van de hoogste dumpingmarge die werd vastgesteld voor de in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs.

(61)

Onderstaande tabel bevat de voorlopige dumpingmarges, uitgedrukt als percentage van de cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring:

Groep en onderneming

Voorlopige dumpingmarge (%)

HBIS:

Hesteel Co., Ltd Handan Branch

Handan Iron & Steel Group Han-Bao Co., Ltd

Hesteel Co., Ltd Tangshan Branch

Tangshan Iron & Steel Group High Strength Automotive Strip Co., Ltd

62,9

Shougang Group:

Beijing Shougang Cold Rolling Co., Ltd

Shougang Jingtang United Iron and Steel Co., Ltd

46,2

Shagang Group:

Zhangjiagang Shagang Dongshin Galvanized Steel Sheet Co., Ltd

Zhangjiagang Yangtze River Cold Rolled Sheet Co., Ltd

56,7

Andere in de bijlage genoemde medewerkende ondernemingen

58,5

Alle andere ondernemingen

62,9

4.   SCHADE

4.1.   Definitie van de bedrijfstak van de Unie en de productie in de Unie

(62)

Binnen de Unie verstrekten 16 ondernemingen in het kader van de beoordeling van de representativiteit productie- en verkoopgegevens, en zij gaven aan dat zij tijdens het onderzoektijdvak het soortgelijke product produceerden. Op basis van de beschikbare informatie in de klacht zijn er ten minste vijf andere producenten in de Unie die het soortgelijke product in de Unie vervaardigen. Deze 21 producenten vormen de bedrijfstak van de Unie in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening en worden hierna aangeduid als de „bedrijfstak van de Unie” in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

(63)

De totale productie in de Unie tijdens het onderzoektijdvak werd vastgesteld op ongeveer 9,9 miljoen ton. De Commissie heeft dit cijfer vastgesteld aan de hand van de door de bedrijfstak van de Unie en de klager verstrekte informatie.

(64)

De medewerkende producenten in de Unie vertegenwoordigen 64 % van de totale productie van het soortgelijke product in de Unie.

4.2.   Verbruik in de Unie

(65)

Zoals vermeld in overweging 29, worden producten van corrosiebestendig staal ingedeeld onder een aantal GN-codes, waaronder enkele ex-codes. Om het verbruik in de Unie niet te laag te schatten, is de invoer van producten met een GN-ex-code volledig meegeteld bij de berekening van het verbruik in de Unie.

(66)

Aangezien de bedrijfstak van de Unie grotendeels verticaal geïntegreerd is en producten van corrosiebestendig staal worden beschouwd als basismateriaal voor de vervaardiging van organisch beklede staalproducten, werden het interne verbruik en het verbruik op de vrije markt afzonderlijk geanalyseerd.

(67)

Het onderscheid tussen de markt voor intern gebruik en de vrije markt is relevant voor de schadeanalyse, omdat de voor intern gebruik bestemde producten niet rechtstreeks concurreren met de invoer en aan de verrekenprijzen binnen de groepen een uiteenlopend prijsbeleid ten grondslag ligt. De productie voor de verkoop op de vrije markt daarentegen concurreert rechtstreeks met het ingevoerde betrokken product, en de prijzen zijn vrijemarktprijzen.

(68)

Om een zo volledig mogelijk beeld van de bedrijfstak van de Unie te verkrijgen, heeft de Commissie gegevens verzameld over de totale activiteiten met betrekking tot corrosiebestendig staal en heeft zij bepaald of de productie voor intern gebruik dan wel voor de vrije markt bestemd was. De Commissie heeft vastgesteld dat ongeveer 32 % van de totale productie van de producenten in de Unie bestemd was voor de markt voor intern gebruik in de Unie.

4.2.1.   Intern verbruik

(69)

De Commissie heeft het interne verbruik in de Unie vastgesteld op basis van het interne gebruik en de interne verkopen op de markt van de Unie van alle haar bekende producenten in de Unie. Het aldus vastgestelde interne verbruik in de Unie heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 1

Intern verbruik (ton)

 

2013

2014

2015

OT

Intern verbruik

3 016 047

3 210 425

3 351 638

3 160 454

Index (2013 = 100)

100

106

111

105

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst.

(70)

Tijdens de beoordelingsperiode nam het interne verbruik in de Unie toe met ongeveer 5 %. Deze toename is vooral toe te schrijven aan een groei van de vraag op de markten voor intern gebruik, voornamelijk voor organisch beklede plaat.

4.2.2.   Verbruik op de vrije markt

(71)

De Commissie heeft het verbruik op de vrije markt van de Unie vastgesteld op basis van: a) de verkopen op de markt van de Unie van alle haar bekende producenten in de Unie, en b) de invoer in de Unie uit alle derde landen zoals gerapporteerd door Eurostat. Het aldus vastgestelde verbruik op de vrije markt van de Unie heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 2

Verbruik op de vrije markt (ton)

 

2013

2014

2015

OT

Verbruik op de vrije markt

7 563 927

7 685 742

8 458 122

9 630 630

Index (2013 = 100)

100

102

112

127

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst.

(72)

Tijdens de beoordelingsperiode steeg het verbruik op de vrije markt van de Unie met 27 %. Deze stijging was vooral toe te schrijven aan een groei van de vraag in de belangrijkste downstreambedrijfstakken.

4.3.   Invoer uit het betrokken land

4.3.1.   Volume en marktaandeel van de invoer uit de VRC

(73)

De Commissie heeft het invoervolume vastgesteld op basis van de databank van Eurostat. Het marktaandeel van de invoer is vastgesteld door vergelijking van het invoervolume met het verbruik op de vrije markt van de Unie als vermeld in tabel 2 hierboven.

(74)

Eén belanghebbende partij heeft aangevoerd dat de cijfers van Eurostat ook betrekking hadden op de invoer uit de VRC van automobielproducten, waarbij het niet om het betrokken product gaat. Uit de door de Chinese producenten-exporteurs verstrekte antwoorden op de vragenlijst is gebleken dat er daadwerkelijk een gering percentage automobielproducten naar de markt van de Unie is uitgevoerd, en hoewel deze invoervolumes inderdaad waren opgenomen in de invoergegevens voor de VRC, zoals vermeld in overweging 57, was het effect hiervan marginaal en tastte dit de betrouwbaarheid van de gegevens van Eurostat derhalve niet aan.

(75)

De invoer in de Unie uit de VRC heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 3

Invoervolume (ton) en marktaandeel

 

2013

2014

2015

OT

Volume van invoer uit de VRC

888 515

1 067 435

1 383 614

2 185 283

Index (2013 = 100)

100

120

156

246

Marktaandeel van de VRC (%)

11,7

13,9

16,4

22,7

Index (2013 = 100)

100

118

139

193

Bron: Eurostat.

(76)

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de invoer uit de VRC in absolute cijfers met 146 % is gestegen tijdens de beoordelingsperiode. Parallel hieraan is het totale marktaandeel van de invoer met dumping in de Unie tijdens de beoordelingsperiode met 11 procentpunten gestegen.

4.3.2.   Prijzen van de invoer uit de VRC en prijsonderbieding

(77)

De Commissie heeft de prijzen van de invoer vastgesteld op basis van gegevens van Eurostat. De juistheid van deze prijzen is bevestigd door toetsing aan de gegevens die zijn ontvangen van de medewerkende producenten-exporteurs. De gewogen gemiddelde prijs van de invoer in de Unie uit het betrokken land heeft zich als volgt ontwikkeld:

Tabel 4

Invoerprijzen (EUR/ton)

 

2013

2014

2015

OT

Prijzen bij invoer uit de VRC

595

574

548

465

Index (2013 = 100)

100

96

92

78

Bron: Eurostat.

(78)

De gemiddelde prijzen van de invoer met dumping zijn gedaald van 595 EUR/ton in 2013 tot 465 EUR/ton in het onderzoektijdvak. Tijdens de beoordelingsperiode is de gemiddelde prijs per eenheid van de invoer met dumping met 22 % gedaald.

(79)

De Commissie heeft de prijsonderbieding tijdens het onderzoektijdvak beoordeeld aan de hand van een vergelijking van:

a)

de gewogen gemiddelde verkoopprijs per productsoort die door de vier in de steekproef opgenomen producenten in de Unie in rekening is gebracht aan niet-verbonden afnemers op de markt van de Unie, gecorrigeerd tot het niveau af fabriek, en

b)

de overeenkomstige gewogen gemiddelde cif-prijzen, grens Unie, per productsoort van de invoer van de drie in de steekproef opgenomen producenten die in rekening zijn gebracht aan de eerste onafhankelijke afnemer op de markt van de Unie, met de nodige correcties voor kosten na invoer.

(80)

De prijzen zijn, indien nodig gecorrigeerd en na aftrek van rabatten en kortingen, per productsoort vergeleken voor de transacties. Het resultaat van de vergelijking is uitgedrukt als percentage van de omzet van de producenten in de Unie tijdens het onderzoektijdvak.

(81)

Op basis hiervan is vastgesteld dat de invoer met dumping uit de VRC de prijzen van de bedrijfstak van de Unie onderbood met 9 tot 15 %, afhankelijk van de producent-exporteur.

4.4.   Economische situatie van de bedrijfstak van de Unie

4.4.1.   Algemene opmerkingen

(82)

Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de basisverordening omvatte het onderzoek naar de gevolgen van de invoer met dumping voor de bedrijfstak van de Unie een beoordeling van alle economische indicatoren die tijdens de beoordelingsperiode op de situatie van de bedrijfstak van de Unie van invloed zijn.

(83)

De macro-economische indicatoren (productie, productiecapaciteit, bezettingsgraad, verkoopvolume, voorraden, groei, marktaandeel, werkgelegenheid, productiviteit en hoogte van de dumpingmarges) werden op het niveau van de gehele bedrijfstak van de Unie beoordeeld. De beoordeling werd gebaseerd op de door de klager verstrekte informatie, die werd getoetst aan de door de producenten in de Unie verstrekte gegevens en aan de beschikbare officiële statistische informatie (Eurostat).

(84)

De micro-economische indicatoren (verkoopprijzen, winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen, vermogen om kapitaal aan te trekken, lonen en productiekosten) werden geanalyseerd op het niveau van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie. De beoordeling werd gebaseerd op de door hen verstrekte en naar behoren gecontroleerde informatie.

(85)

Voor sommige schade-indicatoren met betrekking tot de bedrijfstak van de Unie analyseerde de Commissie de gegevens betreffende de vrije markt en de markt voor intern gebruik afzonderlijk en maakte zij een vergelijkende analyse. Deze factoren zijn: verkoop en marktaandeel, prijs per eenheid, kosten per eenheid en winstgevendheid. Andere economische indicatoren kunnen echter slechts zinvol worden onderzocht in het kader van de gehele activiteit, inclusief het interne gebruik van de bedrijfstak van de Unie, aangezien deze afhankelijk zijn van de gehele activiteit, ongeacht of de productie bestemd is voor intern gebruik dan wel voor verkoop op de vrije markt. Deze factoren zijn: productie, capaciteit, bezettingsgraad, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen, werkgelegenheid, productiviteit, voorraden en loonkosten. Voor deze factoren is een analyse van de gehele bedrijfstak van de Unie vereist om een volledig schadebeeld van de bedrijfstak van de Unie vast te stellen, aangezien de gegevens in kwestie niet kunnen worden uitgesplitst naar verkoop voor intern gebruik en verkoop op de vrije markt.

(86)

Eén belanghebbende heeft opgemerkt dat de Commissie haar bevindingen inzake schade moet baseren op gegevens die uitsluitend betrekking hebben op het betrokken product. Volgens deze belanghebbende is dit punt van belang, omdat de bedrijfstak van de Unie ook andere corrosiebestendige producten, zoals automobielproducten, produceert. De Commissie bevestigt dat de door de bedrijfstak van de Unie verstrekte gegevens geen automobielproducten omvatten, maar uitsluitend producten waarop het onderzoek betrekking heeft. Zoals in overweging 57 is uiteengezet, heeft de Commissie bij de berekening van het verbruik voor bepaalde GN-ex-codes waarop het onderzoek betrekking had de gegevens voor de volledige GN-codes in aanmerking genomen. Het effect hiervan voor het geraamde verbruik was marginaal en dit was niet van invloed op andere schadefactoren.

4.4.2.   Macro-economische indicatoren

4.4.2.1.   Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

(87)

De totale productie, de productiecapaciteit en de bezettingsgraad in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 5

Productie, productiecapaciteit en bezettingsgraad

 

2013

2014

2015

OT

Productievolume (ton)

9 493 827

9 835 336

9 958 374

9 907 672

Index (2013 = 100)

100

104

105

104

Productiecapaciteit (ton)

12 775 103

12 777 027

12 540 479

12 592 017

Index (2013 = 100)

100

100

98

99

Bezettingsgraad (%)

74

77

79

79

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst.

(88)

Tijdens de beoordelingsperiode is het productievolume van de bedrijfstak van de Unie met 4 % gestegen. De gerapporteerde capaciteitscijfers hebben betrekking op de technische capaciteit, hetgeen inhoudt dat correcties voor opstarttijden, onderhoud enz. in aanmerking zijn genomen. Bij de bovenstaande capaciteitscijfers is er rekening mee gehouden dat de betrokken staalfabrieken ook andere thermisch verzinkte producten op dezelfde productielijnen vervaardigen, en de analyse werd beperkt tot het betrokken product. Op basis hiervan is de capaciteit in de beoordelingsperiode met 1 % gedaald.

(89)

De stijging van de bezettingsgraad was het gevolg van een toename van het productievolume, hoofdzakelijk onder invloed van de stijging van het verbruik, en van een geringe capaciteitsvermindering.

4.4.2.2.   Verkoopvolume en marktaandeel

(90)

Het verkoopvolume en het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie op de vrije markt hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 6

Verkoopvolume en marktaandeel (vrije markt)

 

2013

2014

2015

OT

Verkoop-volume (ton)

5 958 718

5 933 646

6 164 527

6 283 967

Index (2013 = 100)

100

100

103

105

Marktaandeel (%)

78,8

77,2

72,9

65,2

Index (2013 = 100)

100

98

93

83

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst en Eurostat.

(91)

Het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de vrije markt is tijdens de beoordelingsperiode met 5 % toegenomen, van ongeveer 6 miljoen ton in 2013 tot circa 6,3 miljoen ton in het onderzoektijdvak.

(92)

De bedrijfstak van de Unie zag zijn verkoopvolume evenwel niet voldoende toenemen om zijn aandeel op de vrije markt te handhaven. In de beoordelingsperiode is het marktaandeel van de bedrijfstak van de Unie gedaald van 78,8 % tot 65,2 %, wat neerkomt op een daling met 17 %.

(93)

Wat de markt voor intern gebruik betreft, hebben het volume van de verkopen voor intern gebruik/interne overdrachten en het marktaandeel zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 7

Volume van het interne gebruik en marktaandeel

 

2013

2014

2015

OT

Volume van het interne gebruik

3 016 047

3 210 425

3 351 638

3 160 454

Index (2013 = 100)

100

106

111

105

Marktaandeel (markt voor intern gebruik en vrije markt samen) (%)

28,5

29,5

28,4

24,7

Index (2013 = 100)

100

103

100

87

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst en Eurostat.

(94)

Het volume van het interne gebruik (de som van het interne gebruik en de interne verkopen) van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie is tijdens de beoordelingsperiode met 5 % gestegen, van ongeveer 3,0 miljoen ton in 2013 tot 3,2 miljoen ton in het onderzoektijdvak.

(95)

Het aandeel van de bedrijfstak van de Unie in de markt voor intern gebruik, uitgedrukt als percentage van het totale verbruik (markt voor intern gebruik en vrije markt samen) is in de loop van de beoordelingsperiode evenwel met 13 % gedaald.

4.4.2.3.   Werkgelegenheid en productiviteit

(96)

De werkgelegenheid en de productiviteit hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 8

Werkgelegenheid en productiviteit

 

2013

2014

2015

OT

Aantal werknemers (voltijdequivalent/VTE)

8 569

7 949

8 027

8 358

Index (2013 = 100)

100

93

94

98

Productiviteit (productie/werknemer)

1 108

1 237

1 241

1 185

Index (2013 = 100)

100

112

112

107

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst.

(97)

Het niveau van de werkgelegenheid in de bedrijfstak van de Unie is tijdens de beoordelingsperiode licht gedaald, met 2 %. In de jaren 2014 en 2015 was het aantal werknemers (uitgedrukt in VTE) aanzienlijk geringer, hoofdzakelijk doordat geen los personeel werd tewerkgesteld om de productiekosten te verlagen en de efficiëntie te verhogen in het licht van de toenemende concurrentie van invoer met dumping op de markt. Als gevolg hiervan en gezien de stijging van het productievolume (+ 4 %) tijdens de beoordelingsperiode nam de productiviteit van de bedrijfstak van de Unie, gemeten als productie per werknemer per jaar, met 7 % toe. Dit toont aan dat de bedrijfstak van de Unie bereid was zich aan te passen aan de veranderende marktomstandigheden om concurrerend te blijven.

4.4.2.4.   Voorraden

(98)

De voorraden van de producenten in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 9

Voorraden

 

2013

2014

2015

OT

Eindvoorraden (ton)

665 107

754 930

683 649

607 556

Index (2013 = 100)

100

114

103

91

Eindvoorraden uitgedrukt in percentage van de productie (%)

7,0

7,7

6,9

6,1

Index (2013 = 100)

100

110

98

88

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer op de vragenlijst.

(99)

In de beoordelingsperiode zijn de eindvoorraden met 9 % gedaald. De meeste soorten van het soortgelijke product worden door de bedrijfstak van de Unie geproduceerd op basis van specifieke bestellingen van de gebruikers. Dit betekent dat voorraden niet als een belangrijke schade-indicator voor deze bedrijfstak werden beschouwd. Dit werd ook bevestigd door de analyse van de ontwikkeling van de eindvoorraden als percentage van de productie. Zoals uit de tabel hierboven blijkt, bleef deze indicator relatief stabiel op circa 6 % tot 8 % van het productievolume.

4.4.2.5.   Hoogte van de dumpingmarge

(100)

Alle dumpingmarges lagen aanzienlijk boven het de minimis-niveau. De gevolgen van de hoogte van de werkelijke dumpingmarges voor de bedrijfstak van de Unie waren niet te verwaarlozen, gezien het aanzienlijke volume en de lage prijzen van de invoer uit de VRC, waardoor een grote neerwaartse druk op de prijzen werd uitgeoefend.

4.4.2.6.   Groei

(101)

Het verbruik op de vrije markt van de Unie steeg tijdens de beoordelingsperiode met ongeveer 27 %, terwijl het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie op de markt van de Unie slechts toenam met 5 %. De bedrijfstak van de Unie heeft dus 17 % aan marktaandeel verloren, terwijl het marktaandeel van de invoer uit de VRC in de beoordelingsperiode met 93 % toenam.

4.4.3.   Micro-economische indicatoren

4.4.3.1.   Informatie over vertrouwelijkheid

(102)

De steekproef van de bedrijfstak van de Unie bestaat uit vier ondernemingen die deel uitmaken van twee groepen. Daarom worden de micro-economische indicatoren met het oog op de inachtneming van de vertrouwelijkheidsvoorschriften hieronder gepresenteerd in de vorm van indexcijfers. De indexcijfers zijn gebaseerd op het jaar 2013, dat gelijkstaat aan 100. Als het cijfer voor 2013 evenwel negatief is, bedraagt het indexcijfer voor dat jaar – 100.

4.4.3.2.   Prijzen en factoren die de prijzen beïnvloeden

(103)

De gewogen gemiddelde verkoopprijzen per eenheid van de producenten in de Unie voor niet-verbonden afnemers in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 10

Verkoopprijzen in de Unie

 

2013

2014

2015

OT

Verkoopprijs (EUR/ton)

Index (2013 = 100)

100

95

88

82

Productiekosten per eenheid (EUR/ton)

Index (2013 = 100)

100

93

86

80

Bron: gecontroleerd antwoord van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie op de vragenlijst.

(104)

Bovenstaande tabel toont de ontwikkeling van de verkoopprijs per eenheid op de vrije markt van de Unie in vergelijking met de overeenkomstige productiekosten. In de beoordelingsperiode zijn de verkoopprijzen met 18 % gedaald. Bovendien lagen de verkoopprijzen tijdens de hele beoordelingsperiode gemiddeld onder de productiekosten per eenheid.

(105)

Om het verlies aan marktaandeel te beperken, zagen de producenten in de Unie zich gedwongen de neerwaartse prijsspiraal te volgen en hun verkoopprijzen aanzienlijk te verlagen. Anderzijds kan de daling van de productiekosten grotendeels worden verklaard door de daling van de grondstofprijzen. Zonder de neerwaartse druk op de verkoopprijzen als gevolg van de invoer met dumping uit de VRC zou de bedrijfstak van de Unie dankzij de daling van de grondstofkosten de winstgevendheid hebben kunnen herstellen.

(106)

Bij de in de steekproef opgenomen producenten werden de meeste producten van corrosiebestendig staal voor intern verbruik binnen dezelfde economische eenheid overgedragen, zodat geen facturen werden opgesteld. De overige producten werden verkocht tegen verrekenprijzen, waarbij uiteenlopende prijsbeleidsstrategieën werden gevolgd. Daarom kon geen zinvolle conclusie worden getrokken uit de ontwikkeling van de prijs bij verkoop voor intern gebruik.

(107)

Eén belanghebbende heeft aangevoerd dat de verkoopprijzen van thermisch verzinkte producten tussen februari 2016 en maart 2017 bijna waren verdubbeld, en dat derhalve geen schade was geleden. Door deze opwaartse prijsbeweging zouden de winstmarges van de bedrijfstak van de Unie automatisch groeien, zodat deze weer positief worden.

(108)

Dit argument kon in het kader van het onderzoek niet worden bevestigd, omdat het betrekking had op een breed scala van producten, waarvan een groot deel niet met het betrokken product samenvalt. Bovendien bestreek het ter ondersteuning van dit argument verstrekte bewijsmateriaal een periode van zes maanden die buiten het onderzoektijdvak lag en werd de overgelegde prijsvergelijking voor het onderzoek ongeschikt geacht, aangezien die niet voldoende gedetailleerd was, bijvoorbeeld wat de grondstofkosten en de gevolgen voor de winstgevendheid betreft.

4.4.3.3.   Loonkosten

(109)

De gemiddelde loonkosten van de producenten in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 11

Gemiddelde loonkosten per VTE

 

2013

2014

2015

TNO

Gemiddelde loonkosten per werknemer (VTE) (EUR)

Index (2013 = 100)

100

107

116

102

Bron: gecontroleerd antwoord van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie op de vragenlijst.

(110)

Tijdens de beoordelingsperiode steeg het gemiddelde loon per werknemer met 2 %. Het werkgelegenheidsniveau is licht gedaald, zoals blijkt uit tabel 8. Deze ontwikkelingen laten zien dat de bedrijfstak de controle over zijn loonkosten behield nadat hij in 2014 en met name in 2015 in verband hiermee moeilijkheden had ondervonden.

4.4.3.4.   Winstgevendheid, kasstroom, investeringen, rendement van investeringen en vermogen om kapitaal aan te trekken

(111)

De winstgevendheid, de kasstroom, de investeringen en het rendement van investeringen van de producenten in de Unie hebben zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 12

Winstgevendheid, kasstroom, investeringen en rendement van investeringen

 

2013

2014

2015

OT

Winstgevendheid van de verkoop in de Unie aan niet-verbonden afnemers (% van omzet)

Index (2013 = – 100)

– 100

– 78

– 60

– 21

Kasstroom (EUR)

Index (2013 = – 100)

– 100

– 101

– 4

– 15

Investeringen (EUR)

Index (2013 = 100)

100

136

280

210

Rendement van investeringen (%)

Index (2013 = – 100)

– 100

– 68

– 45

– 36

Bron: gecontroleerd antwoord van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie op de vragenlijst.

(112)

De Commissie stelde de winstgevendheid van de producenten in de Unie vast door het nettoverlies vóór belastingen op de verkoop van het soortgelijke product aan niet-verbonden afnemers in de Unie uit te drukken als percentage van de aldus gerealiseerde omzet.

(113)

De winstgevendheid was tijdens de hele beoordelingsperiode negatief, waaruit bleek dat de bedrijfstak van de Unie in een impasse verkeerde. De lichte verbetering van de marktomstandigheden leidde tot geringere verliezen, maar er werd geconcludeerd dat de situatie met betrekking tot de winstgevendheid over de hele beoordelingsperiode gezien onhoudbaar was.

(114)

De marktomstandigheden waren echter ideaal voor het herstel van de winstgevendheid, aangezien de grondstofkosten aanzienlijk daalden. De neerwaartse prijsdruk als gevolg van de Chinese invoer dwong de bedrijfstak van de Unie zijn prijzen te verlagen tot een niveau waarop de verliezen alleen maar werden beperkt en niet werden weggewerkt.

(115)

De verliezen in 2013 hangen ten dele samen met de Europese schuldencrisis en de daaropvolgende economische crisis. Het was evenwel duidelijk dat de bedrijfstak van de Unie niet in staat was geweest om terug te keren naar een winstgevende situatie of (significant) te profiteren van het trage herstel van de Europese economie.

(116)

De nettokasstroom is het vermogen van de producenten in de Unie om hun activiteiten zelf te financieren. De trend van de nettokasstroom volgde de ontwikkeling van de opbrengst over de omzet, in die zin dat de nettokasstroom tijdens de hele periode negatief was maar lichtjes verbeterde. Het rendement van investeringen liet dezelfde ontwikkeling zien.

(117)

Desondanks bleef de bedrijfstak van de Unie tijdens de beoordelingsperiode investeren. De investeringen hadden tot doel de efficiëntie en de productiviteit te handhaven, in plaats van de productie te verhogen.

(118)

Hoewel de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie deel uitmaakten van grote internationale concerns, stelden zij dat hun vermogen om binnen het concern kapitaal aan te trekken achteruit was gegaan. Het investeringsniveau is in de beoordelingsperiode evenwel gestegen.

4.4.4.   Conclusie inzake schade

(119)

De bedrijfstak van de Unie verkeerde in de hele beoordelingsperiode in een impasse. Zowel de markt voor intern gebruik als de vrije markt getuigt hiervan. De markt voor intern gebruik vertegenwoordigde ongeveer 25 % van het totale verkoopvolume in het onderzoektijdvak.

(120)

In vergelijking met 2013 was de situatie op de vrije markt tijdens het onderzoektijdvak voor de bedrijfstak van de Unie slechter. Hoewel de situatie in termen van productie- en verkoopvolume enigszins verbeterde, verloor de bedrijfstak van de Unie 17 % van zijn marktaandeel. De prestatie-indicatoren opbrengst over omzet, rendement van investeringen en kasstroom waren in de hele beoordelingsperiode negatief, en hoewel er een verbetering optrad, was deze niet krachtig genoeg wegens de neerwaartse druk op de prijzen als gevolg van de Chinese invoer tegen dumpingprijzen. Deze ontwikkelingen deden zich voor in weerwil van het feit dat er maatregelen waren genomen om de efficiëntie te verbeteren door het personeelsbestand in te krimpen, de productiviteit op te voeren, de bezettingsgraad te verhogen en de productiekosten goed onder controle te houden.

(121)

Eén belanghebbende merkte op dat op basis van de gegevens in de klacht bepaalde schadefactoren leken te wijzen op een situatie waarin geen schade werd geleden. Die factoren waren verkoopvolume, bezettingsgraad, werkgelegenheid en voorraden. Deze ontwikkelingen werden in de loop van het onderzoek getoetst aan de hand van geverifieerde gegevens. Verscheidene indicatoren, waaronder een aantal van de hierboven genoemde, vertoonden inderdaad een positieve trend. Aangezien de vrije markt met 27 % groeide, zoals blijkt uit tabel 2, behoeft het evenwel geen betoog dat sommige indicatoren op een positieve ontwikkeling van de situatie zouden wijzen. Om de bij de analyse van de situatie van de bedrijfstak van de Unie en in deze conclusie vermelde redenen moeten deze positieve trends evenwel worden gezien in het licht van de belangrijkere negatieve trends, bijvoorbeeld bij het marktaandeel en de verkoopprijzen, en tegen de achtergrond van de negatieve resultaten. Bezien in hun juiste context, d.w.z. samen met alle andere schadefactoren, bleek duidelijk dat de bedrijfstak van de Unie schade was veroorzaakt.

(122)

Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de bedrijfstak van de Unie, die zowel wat betreft zijn twee segmenten als in zijn geheel is geanalyseerd, in de beoordelingsperiode aanmerkelijke schade heeft geleden.

5.   OORZAKELIJK VERBAND

(123)

Overeenkomstig artikel 3, lid 6, van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of de bedrijfstak van de Unie door de invoer met dumping uit het betrokken land aanmerkelijke schade heeft geleden. Overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de basisverordening heeft de Commissie tevens onderzocht of de bedrijfstak van de Unie in dezelfde periode door andere bekende factoren schade had kunnen lijden. De Commissie heeft zich ervan verzekerd dat eventuele schade die werd veroorzaakt door andere factoren dan de invoer met dumping uit het betrokken land, niet aan de invoer met dumping werd toegeschreven. Deze factoren zijn: invoer uit derde landen en de uitvoerprestaties van de producenten in de Unie.

5.1.   Gevolgen van de invoer met dumping

(124)

Zoals hierboven vermeld, is de invoer uit China in de geanalyseerde periode met 146 % gestegen. De prijs ervan per ton daalde met 22 %, wat zelfs nog meer is dan de 20 % waarmee de grondstofprijzen zakten. Daarbij komt dat deze invoer de prijzen van de bedrijfstak van de Unie aanzienlijk onderbood, namelijk met 17 % tot 28 %. Gelet op het feit dat corrosiebestendig staal een prijsgevoelig product is, zijn deze marges aanzienlijk en hebben zij zeer schadelijke gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie gehad.

(125)

Bijgevolg wist alleen China te profiteren van het herstel van de markt, die in de geanalyseerde periode met 27 % groeide: het marktaandeel van de Chinese invoer steeg van 11,7 % tot 22,7 %, terwijl het verkoopvolume van de bedrijfstak van de Unie slechts met 5 % toenam en het marktaandeel ervan daalde van 78,8 % tot 65,2 %.

(126)

Ondanks de gunstige marktomstandigheden tijdens de geanalyseerde periode, met dalende grondstofprijzen en een toegenomen verbruik, maakte de bedrijfstak van de Unie in de hele periode voortdurend verliezen doordat de prijzen onder druk stonden en de invoer uit China toenam.

(127)

De geleidelijke vertraging van de Chinese economische groei en de volgens het dossier zeer aanzienlijke overcapaciteit van de Chinese staalindustrie hebben de Chinese staalproducenten ertoe aangezet om hun overtollige productie te verleggen naar uitvoermarkten, waarbij de markt van de Unie een aantrekkelijke uitvoerbestemming is.

(128)

In het licht van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat de invoer met dumping de oorzaak is van de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade.

5.2.   Gevolgen van andere factoren

5.2.1.   Invoer uit derde landen

(129)

Het volume van de invoer uit derde landen heeft zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 13

Invoer uit andere landen — volume in ton, cif-prijs per ton en marktaandeel

 

2013

2014

2015

OT

Totale volume van invoer uit derde landen

716 694

684 661

909 981

1 161 380

Index (2013 = 100)

100

96

127

162

Cif-prijs in EUR/ton

698

701

641

572

Marktaandeel (%)

9,5

8,9

10,8

12,1

Volume van invoer uit de Republiek Korea

344 542

406 685

530 377

579 712

Index (2013 = 100)

100

118

154

168

Cif-prijs in EUR/ton

716

718

665

610

Marktaandeel (%)

4,6

5,3

6,3

6,0

Volume van invoer uit India

81 489

42 301

61 739

157 212

Index (2013 = 100)

100

52

76

193

Cif-prijs in EUR/ton

627

696

550

471

Marktaandeel (%)

1,1

0,6

0,7

1,6

Volume van invoer uit andere derde landen

290 663

235 676

317 866

424 457

Index (2013 = 100)

100

81

109

146

Cif-prijs in EUR/ton

698

673

618

556

Marktaandeel (%)

3,8

3,1

3,8

4,4

Bron: Eurostat.

(130)

De invoer uit de VRC vormde 65 % van alle invoer in de Unie. De andere invoer (zoals blijkt uit tabel 13) is in de beoordelingsperiode met 33 % gestegen. Het marktaandeel van deze invoer is gestegen van 9,5 % in 2013 tot 12,1 % in het onderzoektijdvak.

(131)

De invoer uit de Republiek Korea is in de beoordelingsperiode met 68 % gestegen. Het marktaandeel van deze invoer is gestegen van 4,6 % in 2013 tot 6,0 % in het onderzoektijdvak.

(132)

De invoer uit India is in de beoordelingsperiode met 93 % gestegen. Het marktaandeel van deze invoer is gestegen van 1,1 % in 2013 tot 1,6 % in het onderzoektijdvak.

(133)

Gelet op deze toename van de volumes heeft de Commissie onderzocht of de invoer uit deze landen had bijgedragen tot de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade. Blijkens de gegevens van Eurostat in tabel 13 waren de cif-prijzen, ondanks het toegenomen marktaandeel van de invoer uit Korea, evenwel veel hoger dan die van de invoer uit de VRC of de prijzen van de bedrijfstak van de Unie. De prijzen van de invoer uit India waren ook hoger dan die van de invoer uit de VRC en het marktaandeel van de Indiase invoer bedroeg elk jaar minder dan 2 %. De invoer uit andere derde landen veroorzaakte evenmin schade, omdat de prijs daarvan hoger was dan die van de invoer uit de VRC of van de bedrijfstak van de Unie.

(134)

Daarom werd geconcludeerd dat de invoer uit derde landen, op zich beschouwd dan wel apart onderzocht, geen grote gevolgen voor de bedrijfstak van de Unie heeft gehad en dat hoe dan ook de gevolgen van deze invoer niet zodanig waren dat het oorzakelijk verband tussen de invoer uit de VRC en de door de bedrijfstak van de Unie geleden schade erdoor werd verbroken.

5.2.2.   Uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie

(135)

Het volume van de uitvoer van de producenten in de Unie heeft zich in de beoordelingsperiode als volgt ontwikkeld:

Tabel 14

Uitvoerprestaties

 

2013

2014

2015

OT

Uitvoervolume

662 224

770 547

678 823

570 471

Index (2013 = 100)

100

116

103

86

Gemiddelde prijs (EUR/ton) voor niet-verbonden partijen

545

547

508

477

Index (2013 = 100)

100

100

93

88

Bron: gecontroleerd antwoord van Eurofer en de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie op de vragenlijst.

(136)

Het uitvoervolume is tussen 2013 en het einde van het onderzoektijdvak met 14 % gedaald. De prijzen zijn tijdens de beoordelingsperiode met 12 % gedaald, wat is toe te schrijven aan de daling van de grondstofprijzen.

(137)

Aangezien de uitgevoerde hoeveelheid slechts ongeveer 6 % van de productie uitmaakte en rekening houdend met de daling van de prijzen, die minder sterk is dan op de markt van de Unie, was de Commissie evenwel niet van oordeel dat de uitvoerprestaties van de bedrijfstak van de Unie in aanzienlijke mate tot de geleden schade hebben bijgedragen.

5.3.   Conclusie inzake oorzakelijk verband

(138)

Er is een voorlopig oorzakelijk verband vastgesteld tussen de door de producenten in de Unie geleden schade en de invoer met dumping uit het betrokken land.

(139)

De Commissie heeft onderscheid gemaakt tussen en afzonderlijk gekeken naar de gevolgen van alle bekende factoren voor de situatie van de bedrijfstak van de Unie en de schade veroorzakende gevolgen van de invoer met dumping. Van de andere vastgestelde factoren, zoals de invoer uit derde landen en de uitvoerprestaties van de producenten in de Unie, werd voorlopig vastgesteld dat deze het oorzakelijk verband niet verbreken, zelfs niet indien zij tezamen worden genomen. De invoer uit derde landen heeft mogelijk een geringe uitwerking op de schade gehad, maar de situatie van de bedrijfstak van de Unie zou ongetwijfeld niet zo sterk zijn aangetast. Vooral de verkoopprijzen zouden niet zo sterk gedaald zijn en er zou meer winst zijn gemaakt.

(140)

Op basis van het bovenstaande is de Commissie in dit stadium tot de conclusie gekomen dat de aanmerkelijke schade die de bedrijfstak van de Unie heeft geleden, werd veroorzaakt door de invoer met dumping uit het betrokken land en dat de andere factoren, afzonderlijk dan wel gezamenlijk, het oorzakelijk verband niet hebben verbroken.

6.   BELANG VAN DE UNIE

(141)

Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht of duidelijk kon worden geconcludeerd dat het niet in het belang van de Unie was om in dit geval maatregelen te nemen, ondanks de vaststelling van schade veroorzakende dumping. Het belang van de Unie werd vastgesteld op basis van een beoordeling van alle betrokken belangen, waaronder die van de bedrijfstak van de Unie, de importeurs en de gebruikers.

6.1.   Belang van de bedrijfstak van de Unie

(142)

De bedrijfstak van de Unie is in ten minste 15 lidstaten gevestigd en verschaft werk aan meer dan 8 000 werknemers in verband met de productie van corrosiebestendig staal.

(143)

Zestien producenten hebben aan het onderzoek meegewerkt. Geen van de bekende producenten had bezwaar tegen de opening van het onderzoek. Zoals hierboven bij het analyseren van de schade-indicatoren is aangetoond, trad er in de situatie van de gehele bedrijfstak van de Unie verbetering op, maar wegens de negatieve gevolgen van de invoer met dumping niet in die mate als had mogen worden verwacht.

(144)

Verwacht wordt dat de instelling van voorlopige antidumpingrechten zal leiden tot een herstel van eerlijke handelsvoorwaarden op de markt van de Unie en zo een einde zal maken aan de inzakking van de prijzen en de bedrijfstak van de Unie in staat zal stellen zijn prijzen te verhogen. Dit zou leiden tot een verbetering van de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie tot een niveau dat voor deze kapitaalintensieve bedrijfstak noodzakelijk wordt geacht. De bedrijfstak van de Unie heeft aanmerkelijke schade geleden als gevolg van de invoer met dumping uit de VRC.

(145)

Hoewel verschillende volume-indicatoren positief zijn, zoals het productie- en het verkoopvolume, is de situatie van de bedrijfstak van de Unie niet in dezelfde mate verbeterd als het verbruik is toegenomen. Dit duidt erop dat de bedrijfstak van de Unie niet op dezelfde wijze van het herstel van de markt van de Unie heeft kunnen profiteren als zonder de invoer met dumping uit de VRC het geval zou zijn geweest. Vooral de schade-indicatoren die verband houden met de financiële prestaties van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie, zoals winstgevendheid en rendement van investeringen, gingen sterk achteruit. Het is daarom belangrijk dat de prijzen worden opgetrokken tot een niveau waarbij de dumping- of althans de schademarge wordt geneutraliseerd, zodat alle producenten onder eerlijke handelsvoorwaarden op de markt van de Unie actief kunnen zijn. Als er geen maatregelen worden genomen, lijkt een verdere verslechtering van de economische situatie van de bedrijfstak van de Unie zeer waarschijnlijk. Een slechte prestatie van het marktsegment van corrosiebestendig staal zou tevens gevolgen hebben voor de stroomafwaartse (organische coating) en stroomopwaartse (warmgewalst breedband) segmenten van tal van producenten in de Unie, aangezien de bezettingsgraad in deze segmenten nauw samenhangt met de productie van het onderzochte product. Het effect zou ook voelbaar zijn op het niveau van andere thermisch verzinkte producten, zoals voor de automobielsector bestemde producten.

(146)

Thermisch verzinkte producten maken doorgaans ongeveer 10 % uit van de producten die door een geïntegreerde staalfabriek worden verkocht. Het werkelijke cijfer verschilt per producent. Maar deze producten bevinden zich bijna aan het einde van de toegevoegdewaardeketen. De strategie van de staalsector van de Unie is erop gericht de verkoop van producten met een hoge toegevoegde waarde te maximaliseren, omdat zij van oudsher bovengemiddelde winst opleveren wegens het geringere aantal ondernemingen dat wereldwijd bij deze producten met een hoge toegevoegde waarde kan concurreren. Het feit dat in de geanalyseerde periode geen winst is gemaakt, toont derhalve aan dat de bedrijfstak van de Unie kampt met een ernstig probleem waardoor zijn strategie en toekomstperspectieven gevaar lopen.

(147)

Derhalve wordt voorlopig geconcludeerd dat de instelling van antidumpingrechten in het belang van de bedrijfstak van de Unie zou zijn. De instelling van antidumpingmaatregelen zou de bedrijfstak van de Unie in staat stellen te herstellen van de gevolgen van de vastgestelde schade veroorzakende dumping.

6.2.   Belang van de niet-verbonden importeurs en gebruikers

(148)

Zoals vermeld in overweging 15, heeft slechts één importeur de vragenlijst beantwoord. Deze importeur maakte deel uit van de groep van ondernemingen die het betrokken product gebruikte voor de vervaardiging van in de bouwsector gebruikte producten. Andere importeurs en gebruikers hebben zich als belanghebbenden gemeld. Er zijn ook opmerkingen over het onderzoek geformuleerd door een vereniging van importeurs.

(149)

De medewerkende importeur/gebruiker heeft aangegeven dat het betrokken product een aanzienlijk deel van zijn productiekosten uitmaakte en dat hij vreesde voor een eventuele kostenstijging als gevolg van de instelling van rechten. Hoewel het onderzoek bevestigde dat het betrokken product voor hem een grote kostenpost vormde, moet worden opgemerkt dat er andere bevoorradingsbronnen beschikbaar zijn en dat de importeur die daadwerkelijk al heeft gebruikt, hetgeen betekent dat zijn kosten en concurrentievermogen geen sterke gevolgen zouden ondervinden ingeval maatregelen zouden worden ingesteld.

(150)

Wat de importeurs in het algemeen betreft, wijst namelijk niets erop dat importeurs of de staalservicebedrijven de prijsstijgingen niet aan hun afnemers kunnen doorberekenen. Daarnaast kunnen zij ook producten invoeren uit andere landen waarop dit onderzoek geen betrekking heeft.

(151)

De vereniging van importeurs heeft aangevoerd dat de bedrijfstak van de Unie wegens een gebrek aan capaciteit haar leden niet altijd van het betrokken product kon voorzien. Zij heeft dit argument niet onderbouwd. Gelet op het feit dat de vereniging geen bewijsmateriaal heeft verstrekt om dit argument te staven en dat, zoals blijkt uit tabel 5, de bezettingsgraad van de bedrijfstak van de Unie in de beoordelingsperiode niet meer dan 80 % bedroeg, zag de Commissie geen redenen waaruit zou blijken dat deze bewering juist is.

(152)

Een andere belanghebbende heeft opgemerkt dat één producent in de Unie wegens „inkrimpingen” problemen ondervond met de levering aan afnemers. Dit argument had evenwel betrekking op een specifiek probleem bij één producent in de Unie en was dus niet representatief voor de leveringssituatie van de bedrijfstak in zijn geheel. Ook al deed die situatie zich toentertijd voor, er waren alternatieve bevoorradingsbronnen beschikbaar en uit niets in het dossier bleek dat de levering voor importeurs en handelaren een algemeen probleem was. Voorts houdt een van de redenen waarom de producenten in de Unie problemen ondervinden verband met de dumping die onder meer vanuit de VRC ten aanzien van staalproducten wordt toegepast, zoals uit dit onderzoek blijkt.

(153)

Een van de belangrijkste sectoren die eindgebruiker zijn van corrosiebestendige staalproducten is de bouwsector, waar de producten toepassing vinden als verschillende soorten bekledingsmateriaal; zij worden evenwel ook gebruikt voor het vervaardigen van huishoudelijke apparaten, bij het dieptrekken en stampen alsmede voor kleine gelaste buizen. Zoals hierboven vermeld, heeft slechts één gebruiker aan de procedure meegewerkt.

(154)

Ook al zou de instelling van maatregelen voor sommige gebruikers negatieve gevolgen meebrengen in de vorm van hogere inkoopprijzen, uit niets in het dossier blijkt dat de gebruikers onevenredig zwaar zouden worden getroffen wat hun winstgevendheid betreft of dat een verplaatsing van grote industriële concerns het gevolg zou zijn. Het voorgestelde niveau van de rechten kan ook niet als prohibitief worden beschouwd.

(155)

Er moet worden opgemerkt dat de rechten juist een continue leveringszekerheid voor de distributeurs en hun afnemers moeten bevorderen. Zonder rechten zouden sommige producenten van corrosiebestendig staal in de Unie hun productie daarvan moeten stopzetten of beperken, waardoor vele gebruikers in de Unie het zouden moeten stellen met een nog beperkter aanbod aan leveranciers. Bovendien zal het niveau van de maatregelen leiden tot gelijke concurrentievoorwaarden, terwijl de invoer uit het betrokken land (tegen billijke prijzen) en andere bronnen mogelijk blijft.

(156)

Gezien het bovenstaande wordt voorlopig geconcludeerd dat de instelling van maatregelen geen significante negatieve gevolgen zou hebben voor het belang van de importeurs en gebruikers in de Unie.

6.3.   Conclusie inzake belang van de Unie

(157)

Gezien het bovenstaande werd voorlopig geconcludeerd dat de instelling van maatregelen zou bijdragen tot het herstel van de bedrijfstak van de Unie door prijsverhogingen mogelijk te maken waardoor de bedrijfstak in zijn geheel weer winstgevend zou kunnen worden. Dit segment met een hoge toegevoegde waarde is van essentieel belang voor de overkoepelende strategie van de staalsector van de Unie en de toekomstperspectieven en de bloei ervan.

(158)

Het effect van de maatregelen op de weinige andere belanghebbenden in de Unie die zich hebben gemeld, kan niet erg groot worden geacht. Uit het onderzoek is niet gebleken dat de mogelijke gevolgen voor andere actoren (die zich niet hebben gemeld) opwegen tegen de positieve gevolgen van de maatregelen voor de bedrijfstak van de Unie. Vastgesteld werd dat maatregelen gunstig zullen zijn voor de toeleverende bedrijfstakken zoals grondstoffenleveranciers en producenten van machines, die niet (of slechts in beperkte mate) leveren aan producenten in het betrokken land.

(159)

De instelling van maatregelen op het voorgestelde niveau heeft slechts een beperkt effect op de prijzen van de toeleveringsketen en de prestaties van de gebruikers. Het niveau van de maatregelen zal leiden tot een gelijk speelveld, maar nog steeds invoer uit het betrokken land, tegen billijke prijzen, mogelijk maken. Wat de importeurs betreft, zij kunnen prijsverhogingen op afnemers afwentelen of op andere bevoorradingsbronnen overgaan.

(160)

Al met al concludeert de Commissie in dit stadium van het onderzoek dat er geen dwingende redenen waren om aan te nemen dat het niet in het belang van de Unie zou zijn om voorlopige maatregelen in te stellen met betrekking tot de invoer van corrosiebestendige staalproducten van oorsprong uit de VRC.

7.   VOORLOPIGE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

(161)

Gelet op de conclusies van de Commissie inzake dumping, schade, oorzakelijk verband en belang van de Unie moeten voorlopige maatregelen worden ingesteld om te voorkomen dat de bedrijfstak van de Unie nog meer schade lijdt door de invoer met dumping.

7.1.   Schade opheffend prijsniveau (schademarge)

(162)

Om het niveau van de maatregelen te bepalen, heeft de Commissie eerst de hoogte van het recht vastgesteld die nodig is om de schade voor de bedrijfstak van de Unie op te heffen.

(163)

De schade zou worden opgeheven als de bedrijfstak van de Unie in staat zou zijn om zijn productiekosten te dekken en op de verkoop van het soortgelijke product op de markt van de Unie een winst vóór belasting te behalen die redelijkerwijs door een bedrijfstak van dit type in de sector bij normale concurrentie, dat wil zeggen zonder dat er sprake is van invoer met dumping, kan worden bereikt.

(164)

Voor de bepaling van de streefwinst heeft de Commissie de winst op de niet-verbonden verkoop in aanmerking genomen die wordt gebruikt om het schade opheffend prijsniveau vast te stellen. Zij heeft vastgesteld dat de winstgevendheid van de bedrijfstak van de Unie gedurende de hele beoordelingsperiode negatief was. Bovendien was er in deze periode veel laaggeprijsde invoer uit de VRC op de markt van de Unie. Daarom heeft de Commissie geconcludeerd dat de streefwinst niet op basis van de beoordelingsperiode kon worden vastgesteld. In de klacht heeft de klager de Commissie verzocht om ten minste 10 % van de omzet als redelijke geen schade veroorzakende winstmarge te hanteren. In het kader van de beoordeling van dit argument heeft de Commissie de winstgevendheid van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie voor een periode van tien jaar geanalyseerd om vast te stellen welke representatieve winstmarge zonder dumping was behaald. Zij heeft vastgesteld dat het meest recente winstgevende jaar 2008 was, met een winstmarge van 7,4 %. Op grond hiervan heeft de Commissie geconcludeerd dat de meest adequate streefwinst de daadwerkelijk gemaakte winst in 2008 was.

(165)

De Commissie heeft dus voor de bedrijfstak van de Unie een geen schade veroorzakende prijs van het soortgelijke product berekend door aan de productiekosten van de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie tijdens het onderzoektijdvak de hierboven genoemde winstmarge van 7,4 % toe te voegen.

(166)

Zij heeft vervolgens het schade opheffend prijsniveau bepaald door de gewogen gemiddelde invoerprijs van de medewerkende producenten-exporteurs in het betrokken land, naar behoren gecorrigeerd voor invoerkosten en douanerechten, zoals vastgesteld voor de berekening van de prijsonderbieding, te vergelijken met de gewogen gemiddelde, geen schade veroorzakende prijs van het soortgelijke product dat in het onderzoektijdvak door de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie op de markt van de Unie werd verkocht. Als uit deze vergelijking een verschil naar voren kwam, werd dit uitgedrukt als percentage van de gewogen gemiddelde cif-waarde bij invoer.

7.2.   Voorlopige maatregelen

(167)

Er moeten voorlopige antidumpingmaatregelen worden ingesteld met betrekking tot de invoer van het betrokken product van oorsprong uit het betrokken land, in overeenstemming met de regel van het laagste recht in artikel 7, lid 2, van de basisverordening. De Commissie heeft de schademarges en de dumpingmarges vergeleken. Het bedrag van de rechten moet worden vastgesteld op het niveau van de dumpingmarge, of van de schademarge indien die lager is.

(168)

Gelet op het voorgaande moeten de voorlopige antidumpingrechten, uitgedrukt in cif-prijs, grens Unie, vóór inklaring, als volgt worden vastgesteld:

Onderneming

Dumpingmarge (%)

Schademarge (%)

Voorlopig antidumpingrecht (%)

HBIS:

Hesteel Co., Ltd Handan Branch

Handan Iron & Steel Group Han-Bao Co., Ltd

Hesteel Co., Ltd Tangshan Branch

Tangshan Iron & Steel Group High Strength Automotive Strip Co., Ltd

61,2

23,5

23,5

Shougang Group:

Beijing Shougang Cold Rolling Co., Ltd

Shougang Jingtang United Iron and Steel Co., Ltd

46,2

17,2

17,2

Shagang Group:

Zhangjiagang Shagang Dongshin Galvanized Steel Sheet Co., Ltd

Zhangjiagang Yangtze River Cold Rolled Sheet Co., Ltd

56,7

28,5

28,5

Andere in de bijlage genoemde medewerkende ondernemingen

57,4

23,4

23,4

Alle andere ondernemingen

61,2

28,5

28,5

(169)

De bij deze verordening voor de afzonderlijke ondernemingen vastgestelde individuele antidumpingrechten zijn gebaseerd op de bevindingen van dit onderzoek. Zij weerspiegelen dan ook de situatie die bij het onderzoek voor die ondernemingen werd geconstateerd. Deze rechten zijn uitsluitend van toepassing op de invoer van het betrokken product van oorsprong uit het betrokken land en vervaardigd door de genoemde juridische entiteiten. Op de invoer van het betrokken product dat is vervaardigd door andere ondernemingen die in het dispositief van deze verordening niet specifiek worden genoemd, met inbegrip van entiteiten die met de specifiek genoemde ondernemingen verbonden zijn, is het recht van toepassing dat voor „alle andere ondernemingen” geldt. Die invoer mag niet worden onderworpen aan de individuele antidumpingrechten.

(170)

Een onderneming die haar naam wijzigt, kan verzoeken om toepassing van deze individuele antidumpingrechten. Dit verzoek moet worden ingediend bij de Commissie (6). Het verzoek moet alle relevante informatie bevatten waaruit blijkt dat de wijziging niet van invloed is op het recht van de onderneming om in aanmerking te komen voor het recht dat op haar van toepassing is. Wanneer de naamswijziging van de onderneming niet van invloed is op haar recht om in aanmerking te komen voor het recht dat op haar van toepassing is, zal een bericht over de naamswijziging worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(171)

Om het gevaar van ontwijking als gevolg van het grote verschil in rechten zo veel mogelijk te beperken, zijn speciale maatregelen nodig om de toepassing van de individuele antidumpingrechten te garanderen. De ondernemingen met individuele antidumpingrechten moeten een geldige handelsfactuur overleggen aan de douaneautoriteiten van de lidstaten. De factuur moet voldoen aan de voorschriften van artikel 1, lid 3, van deze verordening. Ingevoerde producten die niet vergezeld gaan van een dergelijke factuur, worden onderworpen aan het antidumpingrecht dat op „alle andere ondernemingen” van toepassing is.

(172)

Om een goede toepassing van het antidumpingrecht te garanderen, moet het voor alle andere ondernemingen vastgestelde antidumpingrecht niet alleen gelden voor de niet-medewerkende producenten-exporteurs in dit onderzoek, maar ook voor de producenten die in het onderzoektijdvak geen producten naar de Unie hebben uitgevoerd.

8.   REGISTRATIE

(173)

Zoals in overweging 3 vermeld, heeft de Commissie de invoer van het betrokken product van oorsprong uit of verzonden uit de VRC bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1238 aan een registratieplicht onderworpen. Dit geschiedde met het oog op de eventuele toepassing met terugwerkende kracht van antidumpingmaatregelen uit hoofde van artikel 10, lid 4, van de basisverordening. In dit stadium van de procedure kan nog geen besluit worden genomen over de eventuele toepassing met terugwerkende kracht van antidumpingmaatregelen.

9.   SLOTBEPALINGEN

(174)

Met het oog op een behoorlijk bestuur nodigt de Commissie de belanghebbenden uit schriftelijk te reageren en/of binnen een vaste termijn een hoorzitting met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures aan te vragen.

(175)

De bevindingen betreffende de instelling van voorlopige rechten zijn voorlopig en kunnen in het definitieve stadium van het onderzoek worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Er wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op gewalste platte producten van ijzer of gelegeerd staal of niet-gelegeerd staal; al-rustig; thermisch geplateerd of bekleed met zink en/of aluminium, en geen ander metaal; chemisch gepassiveerd; bevattende 0,015 of meer doch niet meer dan 0,170 gewichtspercent koolstof, 0,015 of meer doch niet meer dan 0,100 gewichtspercent aluminium, niet meer dan 0,045 gewichtspercent niobium, niet meer dan 0,010 gewichtspercent titaan en niet meer dan 0,010 gewichtspercent vanadium; opgerold, als op maat gesneden platen en als bandstaal aangeboden.

De volgende producten blijven buiten beschouwing:

producten van roestvrij staal, van siliciumstaal en van sneldraaistaal,

producten die enkel warm of koud gewalst zijn.

Het betrokken product wordt momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7210 41 00, ex 7210 49 00, ex 7210 61 00, ex 7210 69 00, ex 7212 30 00, ex 7212 50 61, ex 7212 50 69, ex 7225 92 00, ex 7225 99 00, ex 7226 99 30 en ex 7226 99 70 (Taric-codes: 7210410020, 7210490020, 7210610020, 7210690020, 7212300020, 7212506120, 7212506920, 7225920020, 7225990022, 7225990035, 7225990092, 7226993010, 7226997094) en is van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

2.   Het voorlopige antidumpingrecht dat van toepassing is op de nettoprijs, franco grens Unie, vóór inklaring, van het in lid 1 omschreven en door de hieronder vermelde ondernemingen vervaardigde product is als volgt:

Onderneming

Voorlopig recht (%)

Aanvullende Taric-code

Hesteel Co., Ltd Handan Branch

23,5

C227

Handan Iron & Steel Group Han-Bao Co., Ltd

23,5

C158

Hesteel Co., Ltd Tangshan Branch

23,5

C159

Tangshan Iron & Steel Group High Strength Automotive Strip Co., Ltd

23,5

C228

Beijing Shougang Cold Rolling Co., Ltd

17,2

C229

Shougang Jingtang United Iron and Steel Co., Ltd

17,2

C164

Zhangjiagang Shagang Dongshin Galvanized Steel Sheet Co., Ltd

28,5

C230

Zhangjiagang Yangtze River Cold Rolled Sheet Co., Ltd

28,5

C112

Andere in de bijlage genoemde medewerkende ondernemingen

23,4

C231

Alle andere ondernemingen

28,5

C999

3.   De individuele rechten die zijn vastgesteld voor de in lid 2 vermelde ondernemingen zijn uitsluitend van toepassing indien aan de douaneautoriteiten van de lidstaten een geldige handelsfactuur wordt overgelegd die naast naam en functie volgende, door een medewerker van de entiteit die deze factuur heeft opgesteld gedateerde en ondertekende verklaring bevat: „Ondergetekende verklaart dat de (hoeveelheid) (betrokken product) die naar de Europese Unie wordt uitgevoerd en waarop deze factuur betrekking heeft, is vervaardigd door (naam en adres van de onderneming) (aanvullende Taric-code) in (betrokken land). Ondergetekende verklaart dat de in deze factuur verstrekte informatie juist en volledig is.”. Als een dergelijke factuur niet wordt overgelegd, wordt het recht toegepast dat voor „alle andere ondernemingen” geldt.

4.   Bij het in het vrije verkeer brengen in de Unie van het in lid 1 genoemde product wordt een zekerheid gesteld die gelijk is aan het bedrag van het voorlopige recht.

5.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten van toepassing.

Artikel 2

1.   Binnen 25 kalenderdagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening kunnen belanghebbenden:

a)

verzoeken om mededeling van de belangrijkste feiten en overwegingen op grond waarvan deze verordening werd vastgesteld;

b)

hun schriftelijke opmerkingen indienen bij de Commissie, en

c)

een hoorzitting aanvragen met de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures.

2.   Binnen 25 kalenderdagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening kunnen de partijen als bedoeld in artikel 21, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 opmerkingen doen toekomen over de toepassing van de voorlopige maatregelen.

Artikel 3

1.   De douaneautoriteiten wordt opgedragen de bij artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1238 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.

2.   Gegevens die zijn verzameld met betrekking tot producten die ten hoogste 90 dagen vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn aangegeven, moeten worden bewaard tot eventuele definitieve maatregelen in werking treden of tot deze procedure is beëindigd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1 is gedurende een periode van zes maanden van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 augustus 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  PB C 459 van 9.12.2016, blz. 17.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1238 van de Commissie van 7 juli 2017 tot onderwerping van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China aan registratie (PB L 177 van 8.7.2017, blz. 39).

(4)  Besluit 2009/106/EG van de Commissie van 6 februari 2009 tot beëindiging van de antidumpingprocedure betreffende bepaalde via de dompelmethode gemetalliseerde gewalste platte producten van ijzer of van staal, van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 38 van 7.2.2009, blz. 34).

(5)  Het Gerecht heeft deze methode bevestigd in zijn arrest van 16 december 2011, Dashiqiao/Raad, T-423/09, ECLI:EU:T:2011:764, punten 34-50.

(6)  Europese Commissie, directoraat-generaal Handel, directoraat H, Wetstraat 170, 1040 Brussel, België.


BIJLAGE

NIET IN DE STEEKPROEF OPGENOMEN MEDEWERKENDE PRODUCENTEN-EXPORTEURS

AANVULLENDE TARIC-CODE C231

Maanshan Iron & Steel Co., Ltd

Maanshan, Anhui

Angang Steel Company Limited

Anshan, Liaoning

TKAS Auto Steel Company Ltd

Dalian, Liaoning

JiangYin ZongCheng Steel CO., Ltd

Jiangyin, Jiangsu

Bengang Steel Plates Co., Ltd

Benxi, Liaoning

BX STEEL POSCO Cold Rolled Sheet Co., Ltd

Benxi, Liaoning

Wuhan Iron & Steel Co., Ltd

Wuhan, Hubei

Shandong Kerui Steel Plate Co., Ltd

Binzhou, Shandong

Inner Mongolia Baotou Steel Union Co. Ltd

Baotou, Inner Mongolia

Hunan Valin Liangang Steel Sheet Co., Ltd

Loudi, Hunan

Shandong Huifu Color Steel Co., Ltd

Linyi, Shadong

Fujian Kaijing Greentech Material Co., Ltd

Longhai, Fujian

Baoshan Iron & Steel Co., Ltd

Shanghai

Baosteel Zhanjiang Iron & Steel Co., Ltd

Zhanjiang, Guandong

Yieh Phui (China) Technomaterial Co.

Changshu, Jiangsu

Rizhao Baohua New Materials Co., Ltd

Rizhao, Shandong

Jiangsu Gangzheng Steel Sheet Science and Technology Co., Ltd

Nantong, Jiangsu