18.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 185/29


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1329 VAN DE COMMISSIE

van 17 juli 2017

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 32/2000 van de Raad wat betreft de voorwaarden voor het gebruik van een in de GATT geconsolideerd tariefcontingent van de Unie voor producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, aan de Verenigde Staten van Amerika

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 32/2000 van de Raad van 17 december 1999 betreffende de opening en het beheer van de in de GATT geconsolideerde communautaire tariefcontingenten en van enkele andere communautaire tariefcontingenten alsmede tot vaststelling van de voorwaarden voor de wijziging of aanpassing van die contingenten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1808/95 van de Raad (1), en met name artikel 9, lid 1, onder b), eerste streepje,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Als gevolg van een krachtens Besluit 2013/125/EU van de Raad (2) gesloten overeenkomst tussen de Unie en de Verenigde Staten van Amerika is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 624/2013 van de Commissie (3) bijlage I bij Verordening (EG) nr. 32/2000 met ingang van 1 juli 2013 gewijzigd om een nieuw in de GATT geconsolideerd tariefcontingent van 1 550 ton te openen voor de invoer in de Unie van producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, van GN-code 2106 90 98 van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika.

(2)

Aangezien landspecifieke tariefcontingenten op basis van de oorsprong van goederen worden toegekend, is het passend geacht om een verplichting in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 32/2000 in te voeren om een certificaat van oorsprong over te leggen, overeenkomstig de toepasselijke wetgeving van de Unie inzake niet-preferentiële oorsprong, wanneer een aangifte voor het vrije verkeer wordt gedaan met betrekking tot producten voor menselijke consumptie die voor het nieuwe tariefcontingent in aanmerking zullen komen.

(3)

Bij brief van 26 april 2016 hebben de Verenigde Staten van Amerika echter gevraagd deze verplichting te schrappen. In hun brief wordt uitgelegd dat de producten die in aanmerking komen voor het tariefcontingent, vanuit de gehele Verenigde Staten worden uitgevoerd, en hoewel de taak van het afgeven van certificaten van oorsprong is gedecentraliseerd, is deze taak zeer belastend door de middelen die nodig zijn om aan een dergelijk papieren certificeringssysteem te voldoen.

(4)

Wat het risico betreft dat producten die niet van oorsprong zijn uit de Verenigde Staten, in het kader van een tariefcontingent kunnen worden ingevoerd als de verplichting wordt opgeheven, maakt artikel 61 van Verordening (EU) nr. 952/2013 (4) het reeds mogelijk dat douaneautoriteiten van de aangever eisen dat hij de oorsprong van goederen aantoont door middel van een ander bewijs dan het overleggen van een certificaat van oorsprong overeenkomstig de artikelen 57, 58 en 59 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 (5). De correcte toepassing van de regels kan aldus worden gewaarborgd, ook als de verplichting om een certificaat over te leggen wordt geschrapt om de administratieve last voor exporteurs te verlichten.

(5)

Daarom is het gegeven deze uitzonderlijke omstandigheden passend om importeurs van deze producten toe te staan het tariefcontingent te gebruiken zonder dat zij een certificaat van oorsprong hoeven over te leggen.

(6)

Verordening (EG) nr. 32/2000 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 32/2000 wordt in de rij voor volgnummer 09.0096 in de kolom „Recht (in %)” de voetnoot met de tekst „Om van het tariefcontingent gebruik te kunnen maken, dient een door de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika afgegeven certificaat van oorsprong te worden overgelegd in overeenstemming met de artikelen 55 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93” geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 5 van 8.1.2000, blz. 1.

(2)  Besluit 2013/125/EU van de Raad van 25 februari 2013 betreffende de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies die vervat zijn in de lijsten van verbintenissen van de Republiek Bulgarije en Roemenië, in verband met hun toetreding tot de Europese Unie (PB L 69 van 13.3.2013, blz. 4).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 624/2013 van de Commissie van 27 juni 2013 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 32/2000 van de Raad wat betreft de toewijzing van een nieuw in de GATT geconsolideerd tariefcontingent van de Unie voor producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, aan de Verenigde Staten van Amerika (PB L 177 van 28.6.2013, blz. 21).

(4)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).