10.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 148/16


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/981 VAN DE COMMISSIE

van 7 juni 2017

tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de raadpleging van andere bevoegde autoriteiten voordat een vergunning wordt verleend overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 84, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 84 van Richtlijn 2014/65/EU voorziet in raadpleging van de bevoegde autoriteiten voordat een vergunning wordt verleend overeenkomstig artikel 7 van die richtlijn. Richtlijn 2014/65/EU voorziet ook in de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor die raadpleging.

(2)

Om de communicatie tussen de bevoegde autoriteiten te vergemakkelijken, dienen zij specifiek voor de communicatie voordat een vergunning wordt verleend een contactpunt aan te wijzen.

(3)

Om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten elkaar op een efficiënte en tijdige manier kunnen raadplegen voordat een vergunning wordt verleend, is het noodzakelijk de procedures vast te stellen voor verzoeken om raadpleging, ontvangstbevestigingen en antwoorden op verzoeken om raadpleging.

(4)

De standaardformulieren, templates en procedures moeten mogelijk maken dat de uitgewisselde of doorgegeven informatie vertrouwelijk wordt behandeld overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU, en dat de in Uniewetgeving vastgestelde voorschriften over de verwerking van persoonsgegevens en de doorgifte van die gegevens in acht worden genomen.

(5)

Om redenen van consistentie en om voor de soepele werking van de financiële markten te zorgen, is het noodzakelijk dat de in deze verordening vastgestelde bepalingen en de gerelateerde nationale bepalingen tot omzetting van Richtlijn 2014/65/EU vanaf dezelfde datum van toepassing zijn.

(6)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

(7)

De ESMA heeft geen openbare publieksraadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, en evenmin de potentiële kosten en baten geanalyseerd die gerelateerd zijn aan de invoering van de standaardformulieren en -procedures voor de betrokken bevoegde autoriteiten, omdat dat gezien het toepassingsgebied en de impact ervan onevenredig zou zijn geweest, rekening houdend met het feit dat de adressaten van de technische uitvoeringsnormen alleen de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten en geen marktdeelnemers zouden zijn.

(8)

De ESMA heeft het advies ingewonnen van de Stakeholdergroep effecten en markten die overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad is opgericht (2),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Contactpunten

1.   De bevoegde autoriteiten wijzen contactpunten aan voor de communicatie op grond van deze verordening en publiceren de informatie over hun contactpunten op hun website.

2.   De bevoegde autoriteiten zenden de informatie over hun contactpunten aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA). De ESMA houdt ten behoeve van de bevoegde autoriteiten een lijst actueel van de contactpunten en maakt deze bekend op haar website.

Artikel 2

Verzoek om raadpleging

1.   De verzoekende bevoegde autoriteit dient het verzoek om raadpleging op papier of langs elektronische weg in bij het contactpunt van de bevoegde autoriteit die wordt geraadpleegd.

2.   De verzoekende bevoegde autoriteit dient haar verzoek om raadpleging in door invulling van het formulier vervat in bijlage I. De verzoekende bevoegde autoriteit kan bij het verzoek om raadpleging elk document of bewijsstuk voegen dat noodzakelijk geacht wordt om het verzoek te onderbouwen.

Artikel 3

Ontvangstbevestiging

De bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt, zendt door invulling van het formulier vervat in bijlage II binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek om raadpleging een ontvangstbevestiging aan het contactpunt van de verzoekende bevoegde autoriteit.

Artikel 4

Antwoord op een verzoek om raadpleging

1.   De bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt, beantwoordt een verzoek om raadpleging op papier of in elektronische vorm. Het wordt gericht aan het contactpunt van de verzoekende bevoegde autoriteit, tenzij anders aangegeven door die autoriteit.

2.   De bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt, stelt de verzoekende bevoegde autoriteit in kennis van elke verduidelijking die zij met betrekking tot de gevraagde informatie behoeft.

3.   De bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt, verstrekt door invulling van het formulier vervat in bijlage III zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 60 werkdagen na ontvangst van het verzoek om raadpleging aan de verzoekende bevoegde autoriteit de volgende informatie:

a)

de in het verzoek om raadpleging gevraagde informatie en alle standpunten of voorbehouden in verband met de verlening van de vergunning;

b)

alle andere essentiële informatie die van invloed zou kunnen zijn op het verlenen van de vergunning.

4.   Indien de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt het waarschijnlijk acht dat zij de in lid 3 vervatte termijn niet zal kunnen respecteren, stelt zij de verzoekende bevoegde autoriteit daar onmiddellijk van in kennis, onder opgave van de redenen voor de vertraging en een verwachte datum van antwoord. Zij verstrekt ook regelmatig informatie over de voortgang bij de opstelling van haar antwoord.

5.   Indien de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt niet in staat is de termijn vervat in lid 3 van dit artikel na te leven, verstrekt zij de informatie op een manier die waarborgt dat alle noodzakelijke maatregelen snel genomen kunnen worden, waarbij de termijn vervat in artikel 7, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU in acht wordt genomen.

Artikel 5

Procedures voor raadpleging

1.   De bevoegde autoriteiten communiceren in verband met het verzoek om raadpleging en het antwoord onder gebruikmaking van de snelste van de in artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, vervatte manieren, waarbij zij naar behoren rekening houden met vertrouwelijkheidsoverwegingen, briefwisselingstijd, het volume aan materiaal dat moet worden gecommuniceerd en het gemak waarmee de verzoekende bevoegde autoriteit toegang tot de informatie verkrijgt. Met name antwoordt de verzoekende bevoegde autoriteit onmiddellijk op elk verzoek om toelichting van de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt.

2.   Als de gevraagde informatie zich bij een andere bevoegde autoriteit van een lidstaat dan de bevoegde autoriteit van de lidstaat die het verzoek ontvangt bevindt of kan bevinden, verzamelt de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt de informatie onmiddellijk bij de andere bevoegde autoriteit en geeft zij deze overeenkomstig artikel 4 aan de verzoekende bevoegde autoriteit door.

3.   De bevoegde autoriteiten werken samen om alle moeilijkheden op te lossen die zich bij de uitvoering van een verzoek kunnen voordoen.

4.   Indien tijdens de procedure voor het verlenen of weigeren van de vergunning nieuwe informatie opduikt of een behoefte aan nadere informatie ontstaat, werken de bevoegde autoriteiten samen om ervoor te zorgen dat alle relevante informatie wordt uitgewisseld. Daartoe wordt van de in de bijlagen I en II vervatte formulieren gebruikgemaakt.

5.   In afwijking van artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, kan, indien de verzoekende bevoegde autoriteit gedurende de periode van de laatste 30 werkdagen vóór het einde van de beoordeling van de vergunningsaanvraag een verzoek om raadpleging indient, zij dat verzoek mondeling indienen, op voorwaarde dat het verzoek om raadpleging vervolgens schriftelijk wordt bevestigd, tenzij de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt iets anders overeenkomt.

Artikel 6

Gebruik van informatie

1.   Als de informatie verstrekt door de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt wordt gereproduceerd in het antwoord van de verzoekende bevoegde autoriteit op de vergunningsaanvraag, stelt de verzoekende bevoegde autoriteit alvorens de aanvrager in kennis te stellen de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt in kennis.

2.   Bij een verzoek om bekendmaking van informatie die een bevoegde autoriteit van een andere bevoegde autoriteit heeft ontvangen, stelt de bevoegde autoriteit die het verzoek ontvangt de andere bevoegde autoriteit in kennis vóór bekendmaking van de informatie en doet zij de eventuele passende wettelijke vrijstellingen of voorrechten met betrekking tot die informatie gelden.

Artikel 7

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 juni 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

(2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).


BIJLAGE I

Formulier voor een verzoek om raadpleging

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

BIJLAGE II

Formulier voor de bevestiging van ontvangst van een verzoek om raadpleging

Image Tekst van het beeld

BIJLAGE III

Formulier voor een antwoord op een verzoek om raadpleging

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld