20.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 271/34


UITVOERINGSRICHTLIJN (EU) 2017/1920 VAN DE COMMISSIE

van 19 oktober 2017

tot wijziging van bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad wat betreft het in het verkeer brengen van zaden van Solanum tuberosum L. van oorsprong uit de Unie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 14, tweede alinea, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, in samenhang met bijlage IV, deel A, rubriek II, punt 18.3, bij die richtlijn, voorziet in bijzondere eisen voor het in het verkeer brengen van planten van stolonen- of knollenvormende soorten van Solanum L. of hybriden daarvan, bestemd voor opplant, met uitzondering van knollen van Solanum tuberosum L. als bedoeld in bijlage IV, deel A, rubriek II, punt 18.1, 18.1.1 of 18.2, bij die richtlijn, en van instandhoudingsmateriaal dat is opgeslagen in genenbanken of in collecties van genetisch materiaal.

(2)

Sommige lidstaten hebben verzocht om specifiekere eisen voor het in het verkeer brengen van zaden van Solanum tuberosum L., ook „aardappelzaad” genoemd, van oorsprong uit de Unie (hierna „de nader omschreven zaden”). Die eisen moeten de fytosanitaire bescherming van het grondgebied van de Unie tegen schadelijke organismen die mogelijk op de nader omschreven zaden verblijven, waarborgen.

(3)

Zaden die planten zijn van stolonen- of knollenvormende soorten van Solanum L. of hybriden daarvan, bestemd voor opplant, die zijn opgeslagen in genenbanken of in collecties van genetisch materiaal, moeten niet als de nader omschreven zaden worden beschouwd, aangezien die zaden zijn bestemd voor onderzoeks- of instandhoudingsdoeleinden.

(4)

Aangezien Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival, Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al., Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. en potato spindle tuber viroid (aardappelspoelknolviroïde) het voornaamste fytosanitaire risico voor de nader omschreven zaden vormen, en rekening houdend met de in 2015 door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit uitgevoerde analyse van het fytosanitaire risico (2), is het passend om te bepalen dat ofwel de nader omschreven zaden van oorsprong moeten zijn uit gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van die organismen, ofwel de nader omschreven zaden en de terreinen waar zij worden geproduceerd aan specifieke voorschriften moeten voldoen.

(5)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 31 maart 2018 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 1 april 2018.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PRA EU internal movement of True Potato Seeds of official varieties, NVWA, juni 2015.


BIJLAGE

Bijlage IV, deel A, rubriek II, bij Richtlijn 2000/29/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Punt 18.3 wordt vervangen door:

„18.3.

Planten van stolonen- of knollenvormende soorten van Solanum L. of hybriden daarvan, bestemd voor opplant, met uitzondering van knollen van Solanum tuberosum L. als bedoeld in punt 18.1, 18.1.1 of 18.2, van instandhoudingsmateriaal dat is opgeslagen in genenbanken of in collecties van genetisch materiaal, en van zaden van Solanum tuberosum L. als bedoeld in punt 18.3.1.

a)

De planten moeten onder quarantaineomstandigheden zijn gehouden en moeten bij quarantainetoetsingen vrij zijn bevonden van schadelijke organismen

b)

De onder a) bedoelde quarantainetoetsing:

aa)

moet worden uitgevoerd onder toezicht van de officiële gewasbeschermingsdienst van de betrokken lidstaat en door wetenschappelijk opgeleid personeel van die dienst of een officieel erkend orgaan;

bb)

moet worden verricht op een plaats waar de nodige voorzieningen aanwezig zijn om de verspreiding van schadelijke organismen te voorkomen en het materiaal inclusief de indicatorplanten zo te behandelen dat er voor de verspreiding van schadelijke organismen geen gevaar bestaat;

cc)

omvat voor ieder individueel stuk van het materiaal:

een visueel onderzoek op door schadelijke organismen veroorzaakte symptomen en dit op gezette tijden gedurende, afhankelijk van de aard van het materiaal en het ontwikkelingsstadium ervan tijdens het toetsingsprogramma, tenminste één volledige vegetatiecyclus;

een onderzoek volgens aan het in artikel 18 bedoelde comité medegedeelde methoden, welk onderzoek betrekking moet hebben:

voor al het aardappelmateriaal, ten minste op:

Andean potato latent virus

Arracacha virus B. oca strain

Potato black ringspot virus

Potato spindle tuber viroid

aardappelvirus T

Andean potato mottle virus

de veel voorkomende aardappelvirussen A, M, S, V, X en Y (inclusief Yo, Yn en Yc) en Potato leaf roll virus

Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al.

Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.;

voor zaden van Solanum tuberosum L., andere dan die bedoeld in punt 18.3.1, ten minste op de hierboven vermelde virussen en viroïden;

dd)

omvat adequate tests met betrekking tot de bij het visueel onderzoek waargenomen symptomen om uit te maken welke schadelijke organismen deze symptomen hebben veroorzaakt;

c)

al het materiaal dat bij de onder b) bedoelde tests niet vrij is gebleken van de onder b) genoemde schadelijke organismen, moet onmiddellijk worden vernietigd of adequaat worden behandeld met het oog op de uitroeiing van het (de) schadelijke organisme(n);

d)

elke dienst of onderzoekcentrum dat dergelijk materiaal in zijn bezit heeft, moet de officiële plantenziektenkundige dienst van de lidstaat daarvan in kennis stellen.”.

2)

Na punt 18.3 wordt het volgende punt 18.3.1 ingevoegd:

„18.3.1.

Zaden van Solanum tuberosum L., andere dan die bedoeld in punt 18.4

Officiële verklaring dat:

de zaden afkomstig zijn van planten die voldoen aan de voorschriften van de punten 18.1, 18.1.1, 18.2 en 18.3, naargelang de toepasselijkheid

en

a)

de zaden van oorsprong zijn uit gebieden waarvan bekend is dat zij vrij zijn van Synchytrium endobioticum (Schilbersky) Percival, Clavibacter michiganensis ssp. sepedonicus (Spieckermann et Kotthoff) Davis et al., Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al. en Potato spindle tuber viroid

of

b)

de zaden voldoen aan alle volgende voorschriften:

i)

zij zijn geproduceerd op een terrein waar sinds het begin van de laatste vegetatiecyclus geen symptomen van door de onder a) bedoelde schadelijke organismen veroorzaakte ziekten zijn waargenomen;

ii)

zij zijn geproduceerd op een terrein waar alle volgende maatregelen zijn getroffen:

1.

het terrein is afgezonderd van andere nachtschadeachtigen en andere gastheerplanten van Potato spindle tuber viroid;

2.

contact met werkers en voorwerpen, zoals gereedschap, machines, voertuigen, containers en verpakkingsmateriaal, van andere terreinen waar nachtschadeachtigen en andere gastheerplanten van Potato spindle tuber viroid worden geproduceerd, wordt vermeden, of passende hygiënische maatregelen worden getroffen ten aanzien van werkers en voorwerpen van andere terreinen waar nachtschadeachtigen en andere gastheerplanten van Potato spindle tuber viroid worden geproduceerd, om infecties te voorkomen;

3.

er wordt alleen water gebruikt dat vrij is van alle in dit punt bedoelde schadelijke organismen.”