13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 329/55 |
BESLUIT (GBVB) 2017/2303 VAN DE RAAD
van 12 december 2017
ter ondersteuning van de verdere uitvoering van Resolutie 2118 (2013) van de VN-Veiligheidsraad en Besluit EC-M-33/DEC.1 van de uitvoerende raad van de OPCW inzake de vernietiging van de Syrische chemische wapens, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De uitvoerende raad (Executive Council — EC) van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons — OPCW) heeft op 27 september 2013 in zijn 33e zitting (EC-M-33) een besluit over de vernietiging van de Syrische chemische wapens („EC-M-33/DEC.1”) vastgesteld. |
(2) |
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 27 september 2013 Resolutie 2118 (2013) („UNSCR 2118 (2013)”) aangenomen, waarin EC-M-33/DEC.1 werd overgenomen. |
(3) |
De Europese Raad heeft op 12 december 2003 de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (de „strategie”) vastgesteld, die de cruciale rol benadrukt van zowel het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens als de OPCW bij het totstandbrengen van een wereld zonder chemische wapens. |
(4) |
De Unie geeft momenteel actief uitvoering aan de strategie en aan de in hoofdstuk III ervan genoemde maatregelen, in het bijzonder door financiële middelen vrij te maken ter ondersteuning van specifieke projecten die worden uitgevoerd door multilaterale instellingen zoals de OPCW. |
(5) |
De Raad heeft op 9 december 2013 Besluit 2013/726/GBVB (1) vastgesteld, waarbij steun werd verleend aan het bezorgen van situatiebewustzijnsproducten die verband houden met de beveiliging van de gezamenlijke OPCW-VN-missie inzake de ontmanteling van de Syrische chemische wapens door het leveren van satellietbeelden en daarmee verband houdende informatieproducten van het satellietcentrum van de Europese Unie (Satcen) aan de OPCW. Besluit 2013/726/GBVB is op 30 september 2015 verstreken. |
(6) |
De Raad heeft op 30 november 2015 Besluit (GBVB) 2015/2215 (2) vastgesteld, ter ondersteuning van de OPCW en van het op grond van UNSCR 2235 (2015) ingestelde gezamenlijk onderzoeksmechanisme van de OPCW en van de VN. |
(7) |
Het technisch secretariaat van de OPCW heeft op 10 juli 2017 de Unie verzocht om de levering van satellietbeelden ten behoeve van hun activiteiten in Syrië te hervatten. Volgens de OPCW is deze dienst zeer nuttig gebleken voor de inzet in Syrië van de onderzoeksmissie van de OPCW (Fact-Finding Mission — FFM) en andere teams, zoals het team voor de beoordeling van verklaringen, met betrekking tot de veiligheid van het personeel en de goede uitvoering van de missies. |
(8) |
De Unie heeft de OPCW steeds krachtig en consequent gesteund bij de uitvoering van haar mandaat. In de verklaring van de Unie van 7 april 2017 staat dat de Unie de inspanningen en werkzaamheden van de OPCW, met name in Syrië, en met inbegrip van de FFM en het gezamenlijk onderzoeksmechanisme van de OPCW en van de VN, zal blijven steunen in verband met het onderzoek naar het gebruik van chemische wapens. |
(9) |
De technische uitvoering van dit besluit moet worden toevertrouwd aan de OPCW. De door de Unie gesteunde projecten kunnen enkel worden gefinancierd via vrijwillige bijdragen aan het technisch secretariaat van de OPCW. Dergelijke bijdragen van de Unie zullen van doorslaggevend belang zijn om de OPCW in staat te stellen de in de relevante besluiten van de uitvoerende raad van de OPCW en in UNSCR 2118 (2013) vermelde taken te blijven vervullen. |
(10) |
Het toezicht op de correcte uitvoering van de financiële bijdrage van de Unie moet worden toevertrouwd aan de Commissie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
1. De Unie steunt de activiteiten van de OPCW door bij te dragen in de kosten die verband houden met de inspectie en verificatie van de vernietiging van de Syrische chemische wapens, alsmede in de kosten die verband houden met activiteiten die complementair zijn aan de opgedragen kerntaken ter ondersteuning van UNSCR 2118 (2013) en EC-M-33/DEC.1 en latere, daarmee verband houdende resoluties en besluiten.
2. Het project dat ondersteund wordt middels dit besluit is het bezorgen van situatiebewustzijnsproducten die verband houden met de beveiliging van de FFM, met inbegrip van de toestand van het wegennet door het leveren van satellietbeelden van Satcen aan de OPCW.
In de bijlage is een nadere omschrijving van het project opgenomen.
Artikel 2
1. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de „HV”) is belast met de uitvoering van dit besluit.
2. De technische uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project wordt toevertrouwd aan de OPCW. Zij voert deze taak uit onder verantwoordelijkheid van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met de OPCW.
Artikel 3
1. Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project bedraagt 1 003 717,00 EUR.
2. Voor het beheer van de uitgaven die worden gefinancierd uit het in lid 1 genoemde bedrag, gelden de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.
3. De Commissie ziet erop toe dat de in lid 1 bedoelde uitgaven correct worden beheerd. Hiertoe sluit zij een financieringsovereenkomst met de OPCW. In de financieringsovereenkomst wordt bepaald dat de OPCW er zorg voor moet dragen dat de bijdrage van de Unie zichtbaar is in een mate die overeenstemt met haar omvang.
4. De Commissie streeft ernaar om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden in dat verband, en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomst.
Artikel 4
1. De HV brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit besluit, op basis van de geregelde verslagen die worden opgesteld door de OPCW. Deze verslagen vormen de basis voor een evaluatie door de Raad.
2. De Commissie brengt aan de Raad verslag uit over de financiële aspecten van de uitvoering van het in artikel 1, lid 2, bedoelde project.
Artikel 5
1. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
2. Dit besluit verstrijkt twaalf maanden na de datum van sluiting van de in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomst tussen de Commissie en de OPCW, of zes maanden na de inwerkingtreding ervan indien er op die datum nog geen financieringsovereenkomst is gesloten.
Gedaan te Brussel, 12 december 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
S. MIKSER
(1) Besluit 2013/726/GBVB van de Raad van 9 december 2013 ter ondersteuning van UNSCR2118 (2013) en van EC-M-33/Dec 1 van de uitvoerende raad van de OPCW, in het kader van de tenuitvoerlegging van de EU-strategie tegen de verspreiding van massa vernietigingswapens (PB L 329 van 10.12.2013, blz. 41).
(2) Besluit (GBVB) 2015/2215 van de Raad van 30 november 2015 ter ondersteuning van UNSCR 2235 (2015) tot instelling van een gezamenlijk onderzoeksmechanisme van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens en van de VN (OPCW-VN) om de daders te identificeren van chemische aanslagen in de Arabische Republiek Syrië (PB L 314, 1.12.2015, blz. 51).
BIJLAGE
1. Achtergrond
Na een vermeend gebruik van chemische wapens in de wijk Ghouta in Damascus in augustus 2013 leidden diplomatieke inspanningen ter beëindiging van het programma voor chemische wapens van de Arabische Republiek Syrië tot het tussen de Russische Federatie en de Verenigde Staten van Amerika overeengekomen kader voor de ontmanteling van Syrische chemische wapens, dat dateert van 14 september 2013.
De Uitvoerende Raad van de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW) keurde op 27 september 2013 een historisch besluit goed over de vernietiging van de Syrische chemische wapens („EC-M-33/DEC.1”), dat een versneld programma voor het verwezenlijken van de ontmanteling van Syrische chemische wapens bevatte. Syrië werd op 14 oktober 2013 officieel een verdragsluitende partij bij het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens. Op 16 oktober 2013 werd er formeel een gezamenlijke missie van de OPCW en van de VN inzake de ontmanteling van de Syrische chemische wapens (de „gezamenlijke missie”) ingesteld, met als voornaamste taak toe te zien op de tijdige beëindiging van het Syrische programma voor chemische wapens op een zo veilig en zeker mogelijke wijze. De Unie droeg 12 miljoen EUR bij aan het speciaal daarvoor opgerichte speciale trustfonds voor Syrië van de OPCW ter financiering van de activiteiten met het oog op de volledige vernietiging van het door Syrië opgeslagen chemische materiaal.
Dankzij de gezamenlijke missie werden, met medewerking van de Syrische regering, alle door Syrië aangegeven chemische wapens verwijderd en in augustus 2014 buiten het Syrische grondgebied vernietigd. De gezamenlijke missie volbracht haar taak, en haar activiteiten kwamen op 30 september 2014 ten einde. Ondanks deze inspanningen kwamen er evenwel nog steeds berichten over vermeend gebruik van chemische wapens in Syrië, en de OPCW handhaafde haar resterende inspectie- en controleactiviteiten.
Op 29 april 2014 bracht de directeur-generaal van de OPCW een OPCW-onderzoeksmissie („Fact-Finding Mission” — FFM) tot stand om de feiten te constateren in verband met de beschuldigingen inzake het gebruik van giftige chemische stoffen voor vijandelijkheden in de Arabische Republiek Syrië. De FFM ondersteunt het gezamenlijk onderzoeksmechanisme dat bij Resolutie 2235 (2015) van de VN-Veiligheidsraad („UNSCR 2235 (2015)”) is ingesteld ter opsporing van daders, organisatoren en sponsors of personen die anderszins betrokken waren bij het gebruik van chemische stoffen als wapen in de Arabische Republiek Syrië. Aangezien er twijfels waren gerezen over de vraag of de aangifte van Syrië over zijn programma voor chemische wapens aan de OPCW volledig en waarheidsgetrouw was, zette de directeur-generaal van de OPCW tegelijkertijd een team deskundigen op — bekend als het Declaration Assessment Team (het „DAT”) — om in dialoog te gaan met de bevoegde Syrische instanties om een oplossing te vinden voor de geconstateerde leemten en tegenstrijdigheden in de Syrische aangifte. Zowel de activiteiten van het DAT als die van de FFM zijn nog aan de gang. De missies van de OPCW in Syrië gaan voort zolang er wordt bericht over incidenten in verband met vermeend gebruik van chemische wapens; deze missies zullen ondersteuning via satellietbeelden vergen met het oog op visueel bewustzijn en veiligheidsbeoordelingen vóór de inzet van teams.
In het kader van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens verleende de Unie bij Besluit 2013/726/GBVB van de Raad, ter ondersteuning van UNSCR 2118 (2013) en van EC-M-33/Dec 1, steun aan de missies van de OPCW in Syrië. Besluit 2013/726/GBVB verleende steun aan het bezorgen van situatiebewustzijnsproducten die verband houden met de beveiliging van de gezamenlijke missie, met inbegrip van de toestand van het wegennet door het leveren van satellietbeelden en daarmee verband houdende informatieproducten van het satellietcentrum van de Europese Unie (Satcen). Satcen heeft de OPCW ondersteuning via satellietbeelden verleend tot en met 30 september 2015. Deze dienst is zeer nuttig gebleken voor de inzet van de FFM en andere teams in Syrië (bv. het DAT), met betrekking tot de veiligheid van het personeel en de goede uitvoering van de missies.
De OPCW heeft op 10 juli 2017 in het kader van de follow-up van Besluit 2013/726/GBVB verzocht om het herstel van de levering van Unie-satellietbeelden.
2. Algemene doelstellingen van het project
De algemene doelstelling van het project is het ondersteunen van de met de Syrische Arabische Republiek verband houdende OPCW-missies, met inbegrip van de FFM en het DAT.
Het project heeft de volgende specifieke doelstellingen:
— |
het beoordelen van de toestand van het wegennet, met name het in kaart brengen van wegblokkades en zones waar het wegverkeer problemen ondervindt; |
— |
het verifiëren van de juistheid van de Syrische verslagen aan de OPCW; |
— |
het beoordelen van de faciliteiten en de omgeving; |
— |
het versterken van het situatiebewustzijn ter plaatse met betrekking tot de beveiliging van de veldmissie en de permanente missie die in de Arabische Republiek Syrië actief zijn, en met betrekking tot de te bezoeken/inspecteren locaties. |
3. Beschrijving van de activiteiten
Ad-hocopdrachten aan het Satcen, conform Besluit 2014/401/GBVB van de Raad, binnen het aandachtsgebied (belangrijke locaties in de soevereine staat Syrië) en binnen het mandaat van de EDEO — met inbegrip van het bijbehorende beheer en de bijbehorende verslaglegging — met betrekking tot:
— |
producten en diensten met betrekking tot inlichtingen uit beelden (IMINT) en geospatiale inlichtingen (GEOINT), zoals beschreven in de Satcen Products and Services Portfolio (1), met het oog op crisisrespons, situatiebeoordeling, gedetailleerde analyse, noodplanning en cartografie, bijvoorbeeld:
|
— |
steun aan OPCW-personeel op veldmissies: producten op basis van satellietbeelden met het oog op geplande routes (bv. producten op basis van de analyse van routes, waarbij de toestand van het wegennet wordt beoordeeld). |
— |
opleiding van OPCW-personeel in de Satcen-gebouwen: technische GEOINT-opleiding, opleiding inzake de ArcGIS-software en opleiding inzake het gebruik van IMINT. Er kan ook worden overwogen opleidingen te organiseren in de gebouwen van de OPCW, indien dit haalbaar wordt geacht. |
Steun aan Satcen zal worden verstrekt door het leveren van maximaal vijf FIR's (of een gelijkwaardige inspanning (3)) per week voor de totale duur van het project, als nader beschreven in punt 8.
4. Verwachte resultaten
De verwachte resultaten van het project zijn:
— |
de toestand van het wegennet is beoordeeld, en met name de wegblokkades en de zones waar het wegverkeer problemen ondervindt, zijn in kaart gebracht; |
— |
een betere veiligheid langs de route voor ingezette inspectie- en verificatieteams; |
— |
de Syrische verslagen zijn geverifieerd; |
— |
de faciliteiten en omgevingen zijn beoordeeld; |
— |
een beter situatiebewustzijn voor ingezette inspectie- en verificatieteams; |
— |
steun aan het DAT en de FFM is verleend; |
— |
een beter vermogen om specifieke faciliteiten en omgevingen te beoordelen; |
— |
een versterkte capaciteit van het personeel van de OPCW wat betreft het gebruik van producten via satellietbeelden, het beheren van een databank van satellietbeelden, en het gebruiken van ArcGIS voor het creëren van OPCW-specifieke producten op basis van de analyse van satellietbeelden. |
5. Begunstigden van het project
De OPCW zal de begunstigde zijn van het project voor visueel bewustzijn en veiligheidsbeoordelingen vóór de inzet van teams in Syrië.
Het gezamenlijk OPCW-VN-onderzoeksmechanisme zal ook profiteren van het project, aangezien het een beroep doet op de werkzaamheden van de FFM.
6. Team voor de uitvoering van het project
Het project zal worden uitgevoerd door de OPCW met medewerking van het Satcen, dat zich in Torrejon de Ardoz (Spanje) bevindt.
Het team voor de uitvoering van het project zal bestaan uit een inhoudelijke functionaris van de OPCW en een projectfunctionaris van het Satcen. Het team voor de uitvoering van het project zal verantwoordelijk zijn voor het beheer van de gehele projectcyclus, met inbegrip van het opzetten van het juridisch, bestuurlijk, monitoring- en controlekader, met het oog op de daadwerkelijke verwezenlijking van de projectresultaten en met het oog op verslaglegging.
7. Zichtbaarheid van de Unie
Zichtbaarheid van de steun van de Unie tijdens evenementen of vergaderingen van de OPCW: de financiële steun van de Unie wordt vermeld in verslagen van de directeur-generaal van de OPCW en de Uitvoerende Raad over bovengenoemde werkzaamheden. Op alle projectdocumentatie wordt de vlag van de Unie weergegeven. Wanneer een dergelijke weergave de voorrechten en immuniteiten van de OPCW of de veiligheid van het personeel ervan of van de eindbegunstigden in gevaar kan brengen, zullen passende alternatieve regelingen worden getroffen.
8. Geschatte looptijd
De looptijd van het project wordt geschat op twaalf maanden.
9. Stuurcomité
Het stuurcomité voor dit project zal worden samengesteld uit vertegenwoordigers van de EDEO, de OPCW en het Satcen. Het stuurcomité zal de uitvoering van dit besluit regelmatig evalueren, ten minste om de zes maanden, ook met behulp van elektronische communicatiemiddelen.
10. Verslaglegging
De OPCW zal na zes maanden inhoudelijke verslagen ter beschikking stellen om de vorderingen op weg naar de voltooiing van de projectresultaten te kunnen evalueren. De OPCW zal uiterlijk zes maanden na het einde van de uitvoeringsperiode een narratief verslag en een financieel verslag indienen.
(1) Satcen Products and Services Portfolio, versie 2.4 — 5 april 2017.
(2) De gebruikelijke maximale geografische reikwijdte van een LOI is 100 km2.
(3) De producten van het Satcen zijn „omgezet of vertaald” in gelijkwaardige eenheden op basis van de rechtstreekse kosten voor gegevens en werkdruk die nodig zijn om een product met betrekking tot een FIR tot stand te brengen. Nota aan de leden van de raad van bestuur, „COST RECOVERY historical and proposal for modification of Implementation Procedures” van 30 maart 2017.