22.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 306/24 |
BESLUIT (EU) 2017/2172 VAN DE COMMISSIE
van 20 november 2017
tot wijziging van Besluit 2010/670/EU wat betreft het gebruik van niet-uitbetaalde inkomsten uit de eerste ronde van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 7656)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 10 bis, lid 8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG voorziet in een mechanisme voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten die zich bezighouden met het milieutechnisch veilig afvangen en geologisch opslaan van CO2 (hierna „CCS-demonstratieprojecten” genoemd) en demonstratieprojecten inzake technologieën voor hernieuwbare energie (hierna „RES-demonstratieprojecten” genoemd), waarvoor 300 miljoen emissierechten uit de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Unie (EU ETS) beschikbaar zijn, die voor nieuwkomers zijn gereserveerd maar niet zijn toegewezen. |
(2) |
Bij Besluit 2010/670/EU (2) heeft de Commissie de regels en criteria voor de selectie en de uitvoering van die projecten en de basisprincipes voor de tegeldemaking van de emissierechten en het beheer van de inkomsten vastgesteld. |
(3) |
Medio 2014 is naar aanleiding van een eerste en tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen financiering toegekend om de uitvoering van 39 RES- en CCS-demonstratieprojecten in twintig EU-lidstaten te ondersteunen. Vanwege de moeilijke economische omstandigheden in de wereld en in de EU bleek het voor enkele van de twintig projecten die in het kader van de eerste uitnodiging financiering waren geselecteerd, lastig om voldoende eigen vermogen bij elkaar te krijgen of aanvullende financiers te vinden. Daardoor waren er op 31 december 2016 voor slechts 14 projecten definitieve investeringsbeslissingen overeenkomstig artikel 9 van Besluit 2010/670/EU genomen en is voor de in het kader van de eerste uitnodiging geselecteerde projecten ten minste 436 miljoen EUR niet gebruikt. |
(4) |
De niet-uitbetaalde middelen moeten rechtstreeks worden gebruikt voor de financiering van projecten die binnen de in artikel 10 bis, lid 8, van Richtlijn 2003/87/EG omschreven gebieden vallen. Gezien de specifieke situatie van zeer innovatieve demonstratieprojecten op het gebied van hernieuwbare energie en CCS-demonstratieprojecten, moet een deel van de financiering voorts in de vorm van subsidies worden toegekend. |
(5) |
Om de investeringen in deze zeer innovatieve projecten in de energiesector in de EU te vergroten, een van de prioriteiten van de mededeling van de Commissie over „Versnelling van de innovatie op het gebied van schone energie” (3), moeten de niet-uitbetaalde inkomsten uit de eerste uitnodiging tot het indienen van voorstellen snel en met voorrang voor een ander doel worden ingezet met behulp van de EDP-financieringsfaciliteit InnovFin van Horizon 2020 (4). Deze steun vormt een aanvulling op de bestaande en de binnenkort beschikbare ondersteuning, zoals Horizon 2020-subsidies. |
(6) |
Om de investeringen in deze zeer innovatieve projecten in de vervoersector te vergroten, moeten de in aanmerking komende projecten alleen gericht zijn op bevordering van innovatief, reproduceerbaar en schaalbaar gebruik van duurzame energie met behulp van het schuldinstrument in de vervoersector van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (5). |
(7) |
In het kader van de eerste of tweede uitnodiging tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten waarvoor definitieve investeringsbeslissingen zijn genomen en die worden uitgevoerd, komen in aanmerking voor de indiening van een aanvraag voor het betrokken financieringsinstrument. |
(8) |
Om de betrokken financieringsinstrumenten ruim onder de aandacht van het publiek te brengen, zullen de Commissie en de Europese Investeringsbankgroep regelmatig speciale technische workshops voor de lidstaten en projectsponsors blijven organiseren. |
(9) |
De Commissie zal voldoende van tevoren aan het Comité klimaatverandering verslag uitbrengen over de ontwikkeling van desbetreffende delegatieovereenkomsten tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank, en met name over de daarin opgenomen subsidiabiliteitscriteria, alsook over de uitvoering van de betrokken financieringsinstrumenten, en met name over de kenmerken van de geplande projecten, de beoordeling van de projectaanvragen en het gebruik van inkomsten voor andere doeleinden, en terdege rekening houden met de standpunten van de lidstaten. |
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2010/670/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan artikel 2 wordt het volgende lid 4 toegevoegd: „4. Niet-uitbetaalde inkomsten uit de eerste ronde van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen kunnen worden gebruikt om CCS- en RES-demonstratieprojecten die baanbrekend, innovatief en reproduceerbaar zijn en direct op schaal gedemonstreerd kunnen worden, te ondersteunen met behulp van relevante financieringsinstrumenten die door de Europese Investeringsbankgroep worden beheerd, waarbij voorrang wordt gegeven aan de EDP-financieringsfaciliteit InnovFin en het schuldinstrument in de vervoersector van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen. De vorige alinea, de artikelen 6 en 8, artikel 11, leden 1 tot en met 5, artikel 11, lid 6, eerste en tweede alinea's, en artikel 13 zijn niet van toepassing op het gebruik van die inkomsten. De Commissie brengt voldoende van tevoren aan het Comité klimaatverandering verslag uit over de ontwikkeling van desbetreffende delegatieovereenkomsten tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank, en met name over de daarin opgenomen subsidiabiliteitscriteria, alsook over de uitvoering van de betrokken financieringsinstrumenten, en met name over de kenmerken van de geplande projecten, de beoordeling van de projectaanvragen en het gebruik van inkomsten voor andere doeleinden, en terdege rekening houden met de standpunten van de lidstaten.”. |
2) |
Aan artikel 14 wordt de volgende alinea toegevoegd: „De Commissie brengt regelmatig aan het Comité klimaatverandering verslag uit over het in artikel 2, lid 4, bedoelde gebruik van de inkomsten, waarbij vooraf informatie wordt gegeven over de geplande steun voor projecten, het deel van de steun dat in de vorm van subsidies ter beschikking wordt gesteld, de geografische spreiding van de projecten, de schaal van de projecten en de technologische dekking en achteraf informatie wordt gegeven over de voortgang bij de uitvoering van projecten, de vermijding van CO2-emissies, de financiële hefbomen, bewustmaking en de eventueel geleerde lessen.”. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 20 november 2017.
Voor de Commissie
Miguel ARIAS CAÑETE
Lid van de Commissie
(1) PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32.
(2) Besluit 2010/670/EU van de Commissie van 3 november 2010 tot vaststelling van criteria en maatregelen voor de financiering van commerciële demonstratieprojecten ter bevordering van de milieutechnisch veilige afvang en geologische opslag van CO2, alsook voor demonstratieprojecten ter bevordering van innovatieve technologieën voor hernieuwbare energie in het kader van de bij Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PB L 290 van 6.11.2010, blz. 39).
(3) COM(2016) 763 final.
(4) Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).
(5) Verordening (EU) nr. 1316/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 913/2010 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 680/2007 en (EG) nr. 67/2010 (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 129).