7.11.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 288/36 |
BESLUIT (EU) 2017/1995 VAN DE COMMISSIE
van 6 november 2017
tot handhaving in het Publicatieblad van de Europese Unie van de referentie van geharmoniseerde norm EN 13341:2005 + A1:2011 betreffende niet-verplaatsbare thermoplastische tanks voor bovengrondse opslag van huisbrandstookolie, kerosine en dieselbrandstof overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (1), en met name artikel 18, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 moeten de in artikel 17 van die verordening bedoelde geharmoniseerde normen voldoen aan de vereisten van het geharmoniseerde systeem die in of op grond van die verordening zijn vastgesteld. |
(2) |
In januari 2011 heeft het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) de geharmoniseerde norm EN 13341:2005 + A1: 2011 „Niet-verplaatsbare thermoplastische tanks voor bovengrondse opslag van huisbrandstookolie, kerosine en dieselbrandstof — Spuit- en rotatiegegoten polyetheen tanks en rotatiegegoten tanks van anionisch gepolymeriseerd polyamide 6 — Eisen en beproevingsmethoden” vastgesteld. De referentie van de norm is vervolgens bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). De referentie van de norm is meermaals opnieuw gepubliceerd, en het recentst in 2017 (3). |
(3) |
Op 21 augustus 2015 heeft Duitsland formeel bezwaar gemaakt met betrekking tot geharmoniseerde norm EN 13341:2005 + A1:2011. Het formele bezwaar was gebaseerd op het ontbreken van geharmoniseerde methoden in die norm die de mechanische weerstand, het draagvermogen, de stabiliteit en de breukvastheid van de desbetreffende producten waarborgen wanneer zij worden geïnstalleerd in gebieden waar aardbevingen of overstromingen voorkomen. Bijgevolg verzocht Duitsland om beperking van de in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerde referentie van die norm door gebieden waar aardbevingen of overstromingen voorkomen, uit te sluiten van het toepassingsgebied van de norm, dan wel om schrapping van de referentie van die norm. |
(4) |
Volgens Duitsland bevat die norm geen bepalingen voor de waarborging van de prestaties van de desbetreffende bouwproducten wanneer zij worden geïnstalleerd in gebieden waar een risico op aardbevingen of overstromingen bestaat. De daarvoor noodzakelijke risicobeoordelingsmethoden wat het ontwerp, de ondersteunende constructie of het verankeren van de tanks betreft, ontbreken volledig. Bovendien kan evenmin worden beoordeeld in hoeverre de tanks bestand zijn tegen de krachten die kunnen optreden als gevolg van aardbevingen of overstromingen. |
(5) |
Duitsland beschouwde deze tekortkomingen als een schending van artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 305/2011, aangezien de norm in kwestie niet geheel voldoet aan de in het desbetreffende mandaat beschreven eisen, zoals bepaald in artikel 18 van die verordening. |
(6) |
Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek moet worden opgemerkt dat de aanvullende eisen die volgens Duitsland noodzakelijk zijn, verband houden met de installatie en het gebruik van de desbetreffende producten in gebieden waar een risico op aardbevingen of overstromingen bestaat. |
(7) |
Overeenkomstig artikel 17, lid 3, van Verordening (EU) nr. 305/2011 moeten geharmoniseerde normen evenwel voorzien in de methoden en criteria om de prestaties van de betrokken producten te beoordelen. Het geharmoniseerde systeem dat bij of krachtens die verordening is vastgesteld, heeft tot doel om geharmoniseerde voorwaarden vast te leggen voor het in de handel brengen van bouwproducten, en niet om regels vast te stellen voor de installatie en het gebruik van die producten. |
(8) |
Het recht om formeel bezwaar te maken overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. 305/2011 kan echter niet worden uitgebreid tot verzoeken die betrekking hebben op andere zaken dan de inhoud van de desbetreffende normen. Dergelijke verzoeken moeten derhalve niet-ontvankelijk worden geacht in het kader van formele bezwaren. |
(9) |
Daarom moet het eerste verzoek van Duitsland, om de referentie van de norm te beperken door gebieden waar aardbevingen of overstromingen voorkomen van het toepassingsgebied van de norm uit te sluiten, niet-ontvankelijk worden geacht, aangezien dat verzoek betrekking heeft op andere zaken dan de inhoud van de desbetreffende norm. |
(10) |
Het subsidiaire verzoek van Duitsland, om de referentie van de norm in haar geheel te schrappen, is hoofdzakelijk gebaseerd de ontoereikendheid van de norm in de huidige vorm, met name wat betreft de installatie en het gebruik van de desbetreffende producten in gebieden waar aardbevingen of overstromingen voorkomen. |
(11) |
De lidstaten blijven evenwel volledig gerechtigd om de specifieke installatie- en gebruiksvoorwaarden voor bouwproducten te reguleren, op voorwaarde dat die specifieke voorwaarden geen vereisten behelzen voor de beoordeling van de prestatie van producten die in strijd zijn met het geharmoniseerde systeem. De lidstaten zijn dus in staat om de installatie of het gebruik van de desbetreffende producten te beperken of verbieden in gebieden waar aardbevingen of overstromingen voorkomen, zoals nu het geval is in Duitsland. |
(12) |
Op basis van de inhoud van EN 13341:2005 + A1:2011 en van de informatie die door Duitsland, het CEN en het bedrijfsleven is verstrekt, en na raadpleging van de comités die zijn opgericht bij artikel 64 van Verordening (EU) nr. 305/2011 en bij artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4), heerst er een brede consensus dat de referentie van die norm in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden gehandhaafd. |
(13) |
De gestelde onvolledigheid van de norm in kwestie kan dus geen voldoende reden zijn voor de volledige schrapping van de referentie van norm EN 13341:2005 + A1:2011 uit het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(14) |
De referentie van norm EN 13341:2005 + A1:2011 moet daarom in het Publicatieblad van de Europese Unie worden gehandhaafd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De referentie van geharmoniseerde norm EN 13341:2005 + A1: 2011 „Niet-verplaatsbare thermoplastische tanks voor bovengrondse opslag van huisbrandstookolie, kerosine en dieselbrandstof — Spuit- en rotatiegegoten polyetheen tanks en rotatiegegoten tanks van anionisch gepolymeriseerd polyamide 6 — Eisen en beproevingsmethoden” wordt gehandhaafd in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 6 november 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5.
(2) Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde produkten (PB C 246 van 24.8.2011, blz. 1).
(3) Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB C 267 van 11.8.2017, blz. 16).
(4) Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).