20.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/14


BESLUIT (EU) 2017/1565 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 13 september 2017

tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De betrekkingen tussen de Europese Unie (hierna „de Unie” genoemd) en de Republiek Moldavië blijven zich ontwikkelen in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en het Oostelijk Partnerschap. De Republiek Moldavië is in 2009 toegetreden tot het Oostelijk Partnerschap, gevolgd door de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië. Die overeenkomst (2) (hierna „de associatieovereenkomst” genoemd), waarin de geleidelijke invoering van een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA, Deep and Comprehensive Free Trade Area) is opgenomen, werd op 27 juni 2014 ondertekend en is op 1 juli 2016 in werking getreden.

(2)

De economie van de Republiek Moldavië heeft sterk te lijden gehad onder de politieke instabiliteit in de periode tussen de verkiezingen van november 2014 en januari 2016, alsook onder een bankfraudeschandaal, de zwakke economische activiteit in de regio en het door Rusland ingestelde invoerverbod. Die situatie heeft bijgedragen tot een recessie, een toenemend handelstekort en een aanzienlijke achteruitgang van de buitenlandse deviezenreserves in het afgelopen jaar.

(3)

Nadat begin 2016 een nieuwe regering was aangetreden en een nieuwe gouverneur van de nationale bank van Moldavië was aangesteld, hebben de autoriteiten blijk gegeven van een hernieuwd engagement om vooruitgang te boeken met de nodige politieke hervormingen en om de bestuursproblemen in de financiële sector en op het gebied van het beheer van de overheidsfinanciën aan te pakken.

(4)

Ter ondersteuning van het nieuwe hervormingstraject is naar aanleiding van de conclusies van de Raad Buitenlandse Zaken van 15 februari 2016 een routekaart voor prioritaire hervormingen overeengekomen tussen de Unie en de Republiek Moldavië. De Republiek Moldavië heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt met de uitvoering van die routekaart.

(5)

In een context van politieke transitie en economische problemen hebben de autoriteiten van de Republiek Moldavië en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in juli 2016 overeenstemming bereikt over een driejarige regeling voor een uitgebreide kredietfaciliteit en een uitgebreide financieringsfaciliteit (ECF/EFF) ten bedrage van 178,7 miljoen USD. Die regeling werd op 7 november 2016 door de raad van bestuur van het IMF goedgekeurd. In het kader van dit IMF-programma wordt verwacht dat de autoriteiten van de Republiek Moldavië het bestuur en het toezicht in de financiële sector spoedig verbeteren, het beleid met het oog op macro-economische en financiële stabiliteit versterken en duurzame en inclusieve groei bevorderen.

(6)

Gelet op de verslechterende economische situatie en vooruitzichten heeft de Republiek Moldavië de Unie in augustus 2015 om aanvullende macrofinanciële bijstand verzocht en dat verzoek in maart 2016 herhaald.

(7)

Het indicatieve budget van de Unie voor de Republiek Moldavië in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) bedraagt 610-746 miljoen EUR, inclusief begrotingssteun en technische bijstand. De betalingen door de Unie ter ondersteuning van de begroting werden begin 2015 echter geschorst en de hervatting ervan werd onderworpen aan de voorwaarde van de goedkeuring van een nieuw IMF-programma en van de vervulling van alle voorwaarden voor begrotingssteun.

(8)

Omdat de Republiek Moldavië onder het Europees nabuurschapsbeleid valt, moet het worden beschouwd als een land dat voor macrofinanciële bijstand van de Unie in aanmerking komt.

(9)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een uitzonderlijk financieel instrument zijn van ongebonden en niet-toegewezen betalingsbalanssteun, dat gericht is op het lenigen van de onmiddellijke externe financieringsbehoeften van de begunstigde, en moet de uitvoering ondersteunen van een beleidsprogramma met krachtige directe aanpassingsmaatregelen en structurele hervormingsmaatregelen die strekken tot verbetering van de betalingsbalans op korte termijn.

(10)

Aangezien er nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van de Republiek Moldavië dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, wordt de door de Unie aan de Republiek Moldavië toe te kennen macrofinanciële bijstand in de huidige uitzonderlijke omstandigheden aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van de Republiek Moldavië om in samenhang met het IMF-programma de economische stabilisatie te ondersteunen. De macrofinanciële bijstand van de Unie zou de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van de Republiek Moldavië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling met het IMF beschikbaar worden gesteld.

(11)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet gericht zijn op het helpen herstellen van een houdbare externe financieringspositie voor de Republiek Moldavië en moet bijdragen aan de grotere politieke en macro-economische stabiliteit van het land, aan versterking van de economische en financiële governance, onder meer via een grondig en resultaatgericht onderzoek naar bankfraude, aan goed energiebeheer en aan de politieke onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

(12)

De macrofinanciële bijstand van de Unie zal naar verwachting gepaard gaan met de uitvoering van betalingen van maatregelen ter ondersteuning van de begroting in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument.

(13)

De vaststelling van het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een volledige kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van de Republiek Moldavië, en bij de vaststelling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land om zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. De macrofinanciële bijstand van de Unie moet een aanvulling vormen op de programma's van het IMF en de Wereldbank en de door hen verstrekte middelen. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in de Republiek Moldavië en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden.

(14)

Rekening houdend met de resterende externe financieringsbehoeften van de Republiek Moldavië, met zijn economische ontwikkelingspeil, gemeten naar het inkomen per hoofd van de bevolking en armoedepercentages, met zijn vermogen om zichzelf te financieren met eigen middelen, in het bijzonder de internationale reserves die het ter beschikking heeft, en met zijn vermogen tot terugbetaling op basis van een analyse van de houdbaarheid van zijn schulden, moet een deel van de bijstand in de vorm van subsidies worden verstrekt.

(15)

De Commissie moet ervoor zorgen dat de macrofinanciële bijstand van de Unie juridisch en materieel verenigbaar is met de kernbeginselen en -doelstellingen op de verschillende gebieden van het externe optreden, met de maatregelen die met betrekking tot die gebieden zijn vastgesteld en met andere relevante beleidsdomeinen van de Unie.

(16)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet het externe beleid van de Unie jegens de Republiek Moldavië ondersteunen. De diensten van de Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden („EDEO”) moeten gedurende de hele macrofinanciële-bijstandsoperatie nauw samenwerken om het externe beleid van de Unie te coördineren en de samenhang ervan te waarborgen.

(17)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet de Republiek Moldavië ondersteunen in zijn engagement met betrekking tot waarden die het land met de Unie deelt, waaronder democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur, een verantwoordingsplichtig, transparant en op verdiensten gebaseerd ambtenarenapparaat, een onafhankelijke rechterlijke macht, eerbiediging van de mensenrechten, vrijheid, onafhankelijkheid en pluralisme van de media, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding, en ook in zijn engagement met betrekking tot de beginselen van open, op regels gebaseerde en eerlijke handel.

(18)

Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie en voor de uitbetaling van elk van de drie tranches ervan moet zijn dat de Republiek Moldavië doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair stelsel met meerdere partijen — en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert. Daarnaast moeten de specifieke doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie de doelmatigheid, transparantie en controleerbaarheid van de beheersystemen voor de overheidsfinanciën versterken, zorgen voor een doeltreffende aanpak van corruptie en witwaspraktijken, het bestuur en het toezicht in de financiële sector en de bankensector in de Republiek Moldavië versterken, de governance van de energiesector verbeteren en bijdragen aan structurele hervormingen die gericht zijn op de bevordering van duurzame en inclusieve groei, het scheppen van werkgelegenheid, een goed ondernemingsklimaat en begrotingsconsolidatie. De macrofinanciële bijstand van de Unie aan de Republiek Moldavië moet tevens maatregelen omvatten ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst, met inbegrip van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. Om te waarborgen dat deze specifieke doelstellingen op deugdelijke wijze kunnen worden getoetst, moeten ze op een verifieerbare en meetbare manier worden geformuleerd. De Commissie en de EDEO moeten regelmatig controleren of aan de randvoorwaarde is voldaan en of die doelstellingen worden verwezenlijkt. Indien niet aan de randvoorwaarde wordt voldaan, de doelstellingen niet worden verwezenlijkt of de doelstellingen en beginselen van de associatieovereenkomst in het algemeen worden veronachtzaamd, moet de uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk worden geschorst of worden ingetrokken.

(19)

Met het oog op een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de Unie in het kader van de macrofinanciële bijstand van de Unie, moet de Republiek Moldavië passende maatregelen ten uitvoer leggen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot deze bijstand. De Republiek Moldavië moet de Commissie geregeld informeren over de tenuitvoerlegging van de macrofinanciële bijstand op basis van volledige openheid en strikte naleving van de financiële regels van de Unie. Daarnaast moet erin worden voorzien dat de Commissie controles verricht en de Europese Rekenkamer audits uitvoert.

(20)

De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie laat de bevoegdheden van het Europees Parlement en de Raad (als begrotingsautoriteit) onverlet.

(21)

De in de vorm van een subsidie verstrekte bedragen aan macrofinanciële bijstand en de bedragen van voorzieningen voor in de vorm van leningen verstrekte macrofinanciële bijstand moeten sporen met de in het meerjarig financieel kader vastgestelde begrotingskredieten.

(22)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet door de Commissie worden beheerd. Om ervoor te zorgen dat het Europees Parlement en de Raad de uitvoering van dit besluit kunnen volgen, moet de Commissie hen regelmatig inlichten over ontwikkelingen met betrekking tot de bijstand en hun relevante documenten daarover verstrekken.

(23)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit besluit te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(24)

De macrofinanciële bijstand van de Unie moet onderworpen zijn aan voorwaarden, die in een memorandum van overeenstemming moeten worden vastgesteld. Deze voorwaarden moeten gekoppeld zijn aan de uitbetaling van elk van de drie tranches. Om eenvormige uitvoeringsvoorwaarden te waarborgen en ter wille van de efficiëntie moet de Commissie worden gemachtigd om met de autoriteiten van de Republiek Moldavië onderhandelingen over dergelijke voorwaarden te voeren onder toezicht van het comité van vertegenwoordigers van de lidstaten waarin Verordening (EU) nr. 182/2011 voorziet. Krachtens die verordening moet in de regel de raadplegingsprocedure worden gebruikt in alle andere gevallen dan die waarin die verordening voorziet. Gezien de mogelijk belangrijke gevolgen van bijstand van meer dan 90 miljoen EUR, is het passend dat de onderzoeksprocedure wordt gebruikt voor verrichtingen boven die drempel. Gezien het bedrag van de macrofinanciële bijstand van de Unie aan de Republiek Moldavië moet op de goedkeuring van het memorandum van overeenstemming en voor het verlagen, schorsen of intrekken van de bijstand de onderzoeksprocedure worden toegepast,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De Unie stelt de Republiek Moldavië macrofinanciële bijstand (hierna „de macrofinanciële bijstand van de Unie” genoemd) beschikbaar voor een maximumbedrag van 100 miljoen EUR, teneinde de economische stabilisatie van de Republiek Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 60 miljoen EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 40 miljoen EUR in de vorm van subsidies. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na goedkeuring van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van de Republiek Moldavië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.

2.   Met het oog op de financiering van de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie is de Commissie bevoegd om namens de Unie op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen de nodige middelen te lenen en deze aan de Republiek Moldavië door te lenen. De leningen hebben een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.

3.   De uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie wordt door de Commissie beheerd op een wijze die strookt met de overeenkomsten of afspraken tussen het IMF en de Republiek Moldavië, en met de kernbeginselen en -doelstellingen van de economische hervormingen die zijn vastgelegd in de in het kader van het ENB gesloten associatieovereenkomst, met inbegrip van de DCFTA.

De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad regelmatig in over de ontwikkelingen met betrekking tot de macrofinanciële bijstand van de Unie, onder meer de uitbetalingen daarvan, en verstrekt die instellingen tijdig de relevante documenten.

4.   De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt voor een periode van tweeënhalf jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van het in artikel 3, lid 1, bedoelde memorandum van overeenstemming.

5.   Indien de financieringsbehoeften van de Republiek Moldavië tijdens de periode van uitbetaling van de macrofinanciële bijstand van de Unie aanzienlijk verminderen ten opzichte van de oorspronkelijke prognoses, verlaagt de Commissie, handelend volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, het bedrag van de bijstand of schorst zij deze of trekt zij deze in.

Artikel 2

1.   Een randvoorwaarde voor de toekenning van de macrofinanciële bijstand van de Unie is dat de Republiek Moldavië doeltreffende democratische mechanismen — waaronder een parlementair meerpartijenstelsel — en de rechtsstaat eerbiedigt, en eerbiediging van de mensenrechten garandeert.

2.   Tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand van de Unie controleren de Commissie en de EDEO of aan de in lid 1 uiteengezette randvoorwaarde is voldaan.

3.   De leden 1 en 2 van dit artikel worden toegepast overeenkomstig Besluit 2010/427/EU van de Raad (4).

Artikel 3

1.   De Commissie bereikt, overeenkomstig de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure, met de autoriteiten van de Republiek Moldavië overeenstemming over duidelijke voorwaarden inzake economisch beleid en financiële voorwaarden, gericht op structurele hervormingen en gezonde overheidsfinanciën, waaraan de macrofinanciële bijstand van de Unie onderworpen moet zijn en die worden vastgelegd in een memorandum van overeenstemming (hierna „het memorandum van overeenstemming” genoemd), dat een tijdschema bevat voor het voldoen aan die voorwaarden. De in het memorandum van overeenstemming gestelde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 3, bedoelde overeenkomsten of afspraken, met inbegrip van de programma's voor macro-economische aanpassing en structurele hervorming die door de Republiek Moldavië met de steun van het IMF worden uitgevoerd.

2.   De in lid 1 bedoelde voorwaarden zijn er in het bijzonder op gericht de doelmatigheid, transparantie en verantwoording van de beheersystemen voor de overheidsfinanciën in de Republiek Moldavië te bevorderen, met inbegrip van de systemen voor het gebruik van de macrofinanciële bijstand van de Unie. Bij het vaststellen van de beleidsmaatregelen wordt ook naar behoren rekening gehouden met vooruitgang op het gebied van het wederzijds openstellen van markten, de ontwikkeling van op regels gebaseerde prioriteiten, eerlijke-handelsprioriteiten en andere prioriteiten in het kader van het externe beleid van de Unie. De Commissie controleert regelmatig de vooruitgang die bij het bereiken van die doelstellingen is geboekt.

3.   De gedetailleerde financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie worden vastgelegd in een tussen de Commissie en de overheid van de Republiek Moldavië te sluiten leningovereenkomst en subsidieovereenkomst.

4.   De Commissie onderzoekt op gezette tijden of de in artikel 4, lid 3, bedoelde voorwaarden vervuld blijven, onder meer of het economische beleid van de Republiek Moldavië verenigbaar is met de doelstellingen van de macrofinanciële bijstand van de Unie. De Commissie werkt daarbij nauw samen met het IMF en de Wereldbank en, indien nodig, met het Europees Parlement en de Raad.

Artikel 4

1.   Met inachtneming van de in lid 3 vermelde voorwaarden wordt de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie beschikbaar gesteld in drie tranches, die elk bestaan uit een lening- en een subsidiecomponent. De omvang van elke tranche wordt in het memorandum van overeenstemming vastgelegd.

2.   De in de vorm van een lening verstrekte bedragen van macrofinanciële bijstand van de Unie worden, indien voorgeschreven, beschikbaar gesteld overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (5).

3.   De Commissie besluit tot uitbetaling van de tranches mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de in artikel 2 vastgestelde randvoorwaarde;

b)

een bevredigende voortgang bij de uitvoering van een beleidsprogramma met krachtige aanpassings- en structurele hervormingsmaatregelen, ondersteund door een niet uit voorzorg getroffen kredietregeling met het IMF, en

c)

de bevredigende uitvoering van de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde economische beleidsvoorwaarden en financiële voorwaarden.

4.   De tweede tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de eerste tranche uitbetaald. De derde tranche wordt in beginsel niet vroeger dan drie maanden na de uitbetaling van de tweede tranche uitbetaald.

5.   Indien de in lid 3 bedoelde voorwaarden niet zijn vervuld, wordt de uitkering van de macrofinanciële bijstand van de Unie door de Commissie tijdelijk geschorst of ingetrokken. In die gevallen licht zij het Europees Parlement en de Raad in over de redenen voor die schorsing of intrekking.

6.   De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitbetaald aan de Nationale Bank van de Republiek Moldavië. Met inachtneming van de in het memorandum van overeenstemming vast te leggen bepalingen, waaronder een bevestiging van de resterende budgettaire financieringsbehoeften, kunnen de middelen van de Unie aan het ministerie van Financiën van de Republiek Moldavië als eindbegunstigde worden overgemaakt.

Artikel 5

1.   De op de leningcomponent van de macrofinanciële bijstand van de Unie betrekking hebbende verrichtingen tot het opnemen en verstrekken van leningen worden uitgevoerd in euro met dezelfde valutadatum en mogen de Unie niet blootstellen aan enige looptijdtransformatie, enig valuta- of renterisico, of enig ander commercieel risico.

2.   Indien de omstandigheden dit mogelijk maken en de Republiek Moldavië daarom verzoekt, kan de Commissie de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat in de leningsvoorwaarden een clausule inzake vervroegde aflossing is opgenomen en dat in de aan de opgenomen leningen verbonden voorwaarden een overeenkomstige clausule voorkomt.

3.   De Commissie kan, indien de omstandigheden een gunstiger rente op de verstrekte lening mogelijk maken en indien de Republiek Moldavië daarom verzoekt, besluiten de oorspronkelijk door haar opgenomen leningen geheel of gedeeltelijk te herfinancieren of de overeenkomstige financiële voorwaarden te herstructureren. De herfinancieringen of herstructureringen geschieden onder de in lid 1 en in lid 4 gestelde voorwaarden en mogen niet leiden tot een verlenging van de looptijd van de betrokken opgenomen leningen of tot een verhoging van het op de datum van die herfinancieringen of herstructureringen nog uitstaande bedrag.

4.   Alle kosten die de Unie met betrekking tot de uit hoofde van dit besluit opgenomen of verstrekte leningen maakt, komen ten laste van de Republiek Moldavië.

5.   De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van de ontwikkelingen met betrekking tot de in de leden 2 en 3 bedoelde verrichtingen.

Artikel 6

1.   De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgevoerd in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6) en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie (7).

2.   De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt onder direct beheer uitgevoerd.

3.   De met de autoriteiten van de Republiek Moldavië te sluiten leningovereenkomst en subsidieovereenkomst bevatten bepalingen die het volgende verzekeren:

a)

de Republiek Moldavië gaat regelmatig na of de uit de Uniebegroting verstrekte financiering naar behoren is gebruikt, neemt passende maatregelen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude, en onderneemt zo nodig gerechtelijke stappen om de uit hoofde van dit besluit verstrekte middelen waaraan geen wettige bestemming is gegeven, terug te vorderen;

b)

de financiële belangen van de Unie worden beschermd, in het bijzonder met specifieke maatregelen met het oog op de preventie en de bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met de macrofinanciële bijstand van de Unie, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad (8), Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (9) en Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10);

c)

de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, of haar vertegenwoordigers worden uitdrukkelijk gemachtigd tot het uitvoeren van controles, waaronder controles en inspecties ter plaatse;

d)

de Commissie en de Rekenkamer worden uitdrukkelijk gemachtigd om tijdens en na de periode waarin de macrofinanciële bijstand van de Unie beschikbaar is, audits uit te voeren, waaronder documentaudits en audits ter plaatse, zoals operationele beoordelingen;

e)

de Unie heeft recht op vervroegde terugbetaling van de lening en/of volledige terugbetaling van de subsidie indien is vastgesteld dat de Republiek Moldavië met betrekking tot het beheer van de macrofinanciële bijstand van de Unie fraude, corruptie of een andere onrechtmatige activiteit heeft gepleegd die afbreuk doet aan de financiële belangen van de Unie.

4.   Vóór de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie beoordeelt de Commissie door middel van een operationele beoordeling de deugdelijkheid van de voor de bijstand geldende financiële regelingen van de Republiek Moldavië, de administratieve procedures, en de interne en externe controlemechanismen die van belang zijn voor die bijstand.

Artikel 7

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 8

1.   De Commissie dient jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar, met inbegrip van een evaluatie van die uitvoering. In dit verslag:

a)

wordt de geboekte vooruitgang bij de uitvoering van de macrofinanciële bijstand van de Unie onderzocht;

b)

worden de economische situatie en de vooruitzichten van de Republiek Moldavië, alsook de bij de uitvoering van de in artikel 3, lid 1, bedoelde beleidsmaatregelen gemaakte vorderingen beoordeeld;

c)

wordt het verband gespecificeerd tussen de in het memorandum van overeenstemming vastgelegde voorwaarden inzake economisch beleid, de actuele economische en budgettaire prestaties van de Republiek Moldavië en de besluiten van de Commissie tot uitbetaling van de tranches van de macrofinanciële bijstand van de Unie.

2.   Uiterlijk twee jaar na het verstrijken van de in artikel 1, lid 4, bedoelde beschikbaarheidsperiode dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag achteraf in met een beoordeling van de resultaten en de doelmatigheid van de voltooide macrofinanciële bijstand van de Unie en van de mate waarin die tot de doelstellingen van de bijstand heeft bijgedragen.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Straatsburg, 13 september 2017.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

M. MAASIKAS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 4 juli 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 juli 2017.

(2)  Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (PB L 260 van 30.8.2014, blz. 4).

(3)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(4)  Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30).

(5)  Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

(6)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

(7)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

(8)  Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1).

(9)  Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

(10)  Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie

In het licht van de initiatieven in verband met de veranderingen van het kiesstelsel in de Republiek Moldavië benadrukken het Europees Parlement, de Raad en de Commissie dat voor toekenning van macrofinanciële bijstand als randvoorwaarde geldt dat het begunstigde land doeltreffende democratische mechanismen, waaronder een parlementair meerpartijenstelsel en de rechtsstaat, eerbiedigt, en de eerbiediging van de mensenrechten waarborgt. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden controleren of tijdens de volledige duur van de macrofinanciële bijstand aan die randvoorwaarde is voldaan en houden in dat verband nauwlettend in het oog of de autoriteiten van de Republiek Moldavië uitvoering geven aan de aanbevelingen van de relevante internationale partners (in het bijzonder de Commissie van Venetië en de OVSE/het ODIHR).