12.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 209/53 |
BESLUIT (EU) 2017/1471 VAN DE COMMISSIE
van 10 augustus 2017
tot wijziging van Besluit 2013/162/EU om de jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de periode 2017 tot en met 2020 te herzien
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 5556)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de inspanningen van de lidstaten om hun broeikasgasemissies te verminderen om aan de verbintenissen van de Gemeenschap op het gebied van het verminderen van broeikasgassen tot 2020 te voldoen (1), en met name artikel 3, lid 2, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit 2013/162/EU van de Commissie (2) is de jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de periode 2013 tot en met 2020 bepaald op basis van de op het tijdstip van de vaststelling van dat besluit beschikbare gegevens van de broeikasgasinventarissen van de lidstaten die in overeenstemming met de door de Intergouvernementele Werkgroep inzake klimaatverandering (Intergovernmental Panel on Climate Change, IPCC) opgestelde richtsnoeren voor nationale broeikasgasinventarissen uit 1996 waren opgesteld. |
(2) |
Na de vaststelling van Besluit 2013/162/EU waren de lidstaten overeenkomstig artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 666/2014 van de Commissie (3) verplicht om broeikasgasinventarissen, die zijn opgesteld in overeenstemming met de IPCC-richtsnoeren uit 2006 voor nationale broeikasgasinventarissen en de UNFCCC-richtsnoeren voor rapportage over jaarlijkse inventarissen als vastgesteld in Besluit 24/CP.19 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC, te rapporteren. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) moet de Commissie de effecten van de toepassing van de IPCC-richtsnoeren van 2006, of van wijzigingen in de gebruikte UNFCCC-methoden, op de totale broeikasgasemissies van een lidstaat die relevant zijn voor artikel 3 van Beschikking nr. 406/2009/EG, uiterlijk in december 2016 onderzoeken, om de samenhang tussen de methoden die worden gebruikt voor de vaststelling van de jaarlijkse emissieruimte en voor de jaarlijkse rapportage door de lidstaten na dat onderzoek te kunnen waarborgen. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 27 van Verordening (EU) nr. 525/2013 en op basis van de overeenkomstig artikel 19 van die verordening beoordeelde broeikasgasinventarisgegevens heeft de Commissie de effecten van de toepassing van de IPCC-richtsnoeren van 2006 en van wijzigingen in de gebruikte UNFCCC-methoden op de broeikasgasinventarissen van de lidstaten onderzocht. Het verschil in totale broeikasgasemissies die relevant zijn voor artikel 3 van Beschikking nr. 406/2009/EG bedraagt voor de meeste lidstaten meer dan 1 %. In het licht van dit onderzoek moet voor alle lidstaten de jaarlijkse emissieruimte voor de periode 2017 tot en met 2020 zoals opgenomen in bijlage II bij Besluit 2013/162/EU worden herzien om rekening te houden met de bijgewerkte inventarisgegevens die in 2016 zijn gerapporteerd en beoordeeld overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 525/2013. Die herziening moet worden uitgevoerd volgens dezelfde methode als die welke in Besluit 2013/162/EU is gebruikt voor de vaststelling van de jaarlijkse emissieruimte. |
(5) |
De herziening van de jaarlijkse emissieruimte moet worden beperkt tot die welke voor de periode 2017 tot en met 2020 is toegekend, aangezien lidstaten hun beleid en maatregelen met betrekking tot de broeikasgasemissies voor de periode 2013 tot en met 2016 niet meer kunnen wijzigen. Omwille van de duidelijkheid moet de bijlage II bij Besluit 2013/162/EU echter in haar geheel worden vervangen, zonder daarbij de jaarlijkse emissieruimte voor de periode 2013 tot en met 2016 te wijzigen. |
(6) |
In artikel 2 van Besluit 2013/162/EU wordt verwezen naar de GWP-waarden (Global Warming Potential, aardopwarmingsvermogen) van het vierde IPCC-evaluatierapport zoals aangenomen bij Besluit 15/CP.17 van de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC. Inmiddels heeft de Conferentie van de Partijen bij het UNFCCC een nieuw Besluit 24/CP.19 aangenomen, waarin aan Besluit 15/CP.17 wordt herinnerd en de waarden van het vierde IPCC-evaluatierapport worden bevestigd. Overeenkomstig artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 666/2014 moeten de lidstaten en de Commissie van de in bijlage III bij Besluit 24/CP.19 genoemde aardopwarmingsvermogens gebruikmaken voor de bepaling en rapportage van broeikasgasinventarissen overeenkomstig artikel 7, leden 1 tot en met 5, van Verordening (EU) nr. 525/2013. Omwille van de duidelijkheid moet de verwijzing naar Besluit 15/CP.17 in artikel 2 van Besluit 2013/162/EU daarom worden vervangen door een verwijzing naar Besluit 24/CP.19. |
(7) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit 2013/162/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 2 wordt „Besluit 15/CP.17” vervangen door „Besluit 24/CP.19”. |
2) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit. |
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 10 augustus 2017.
Voor de Commissie
Miguel ARIAS CAÑETE
Lid van de Commissie
(1) PB L 140 van 5.6.2009, blz. 136.
(2) Besluit 2013/162/EU van de Commissie van 26 maart 2013 tot vaststelling van de jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de periode 2013 tot en met 2020 overeenkomstig Beschikking nr. 406/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 90 van 28.3.2013, blz. 106).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 666/2014 van de Commissie van 12 maart 2014 tot vaststelling van de materiële voorschriften voor een inventarisatiesysteem van de Unie en teneinde rekening te houden met wijzigingen in de aardopwarmingsvermogens en internationaal overeengekomen richtsnoeren voor inventarisering overeenkomstig Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 26).
(4) Verordening (EU) nr. 525/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende een bewakings- en rapportagesysteem voor de uitstoot van broeikasgassen en een rapportagemechanisme voor overige informatie op nationaal niveau en op het niveau van de Unie met betrekking tot klimaatverandering, en tot intrekking van Beschikking nr. 280/2004/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 13).
BIJLAGE
BIJLAGE II
Jaarlijkse emissieruimte van de lidstaten voor de jaren 2013 tot en met 2020, berekend aan de hand van de GWP-waarden (aardopwarmingsvermogen) als vermeld in het vierde IPCC-evaluatieverslag
Lidstaat |
Jaarlijkse emissieruimte (ton kooldioxide-equivalent) |
|||||||
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
België |
82 376 327 |
80 774 027 |
79 171 726 |
77 569 425 |
76 190 376 |
74 703 759 |
73 217 143 |
71 730 526 |
Bulgarije |
28 661 817 |
28 897 235 |
29 132 652 |
29 368 070 |
27 481 112 |
27 670 637 |
27 860 163 |
28 049 688 |
Tsjechië |
65 452 506 |
66 137 845 |
66 823 185 |
67 508 524 |
67 971 770 |
68 581 207 |
69 190 644 |
69 800 080 |
Denemarken |
36 829 163 |
35 925 171 |
35 021 179 |
34 117 187 |
34 775 642 |
33 871 444 |
32 967 246 |
32 063 048 |
Duitsland |
495 725 112 |
488 602 056 |
481 479 000 |
474 355 944 |
453 842 854 |
446 270 289 |
438 697 724 |
431 125 160 |
Estland |
6 296 988 |
6 321 312 |
6 345 636 |
6 369 960 |
5 928 965 |
5 960 550 |
5 992 135 |
6 023 720 |
Ierland |
47 226 256 |
46 089 109 |
44 951 963 |
43 814 816 |
41 194 830 |
40 110 780 |
39 026 731 |
37 942 682 |
Griekenland |
61 003 810 |
61 293 018 |
61 582 226 |
61 871 434 |
61 029 668 |
61 298 009 |
61 566 349 |
61 834 690 |
Spanje |
235 551 490 |
233 489 390 |
231 427 291 |
229 365 191 |
225 664 376 |
223 560 157 |
221 455 939 |
219 351 720 |
Frankrijk |
408 762 813 |
403 877 606 |
398 580 044 |
393 282 481 |
371 789 603 |
366 284 473 |
360 779 342 |
355 274 211 |
Kroatië |
21 196 005 |
21 358 410 |
21 520 815 |
21 683 221 |
20 147 020 |
20 330 287 |
20 513 553 |
20 696 819 |
Italië |
317 768 849 |
315 628 134 |
313 487 419 |
311 346 703 |
307 153 729 |
304 562 057 |
301 970 385 |
299 378 714 |
Cyprus |
5 919 071 |
5 922 555 |
5 926 039 |
5 929 524 |
4 196 633 |
4 122 837 |
4 049 042 |
3 975 247 |
Letland |
9 279 248 |
9 370 072 |
9 460 897 |
9 551 721 |
9 747 135 |
9 834 273 |
9 921 411 |
10 008 549 |
Litouwen |
17 153 997 |
17 437 556 |
17 721 116 |
18 004 675 |
18 033 267 |
18 327 321 |
18 621 376 |
18 915 430 |
Luxemburg |
9 814 716 |
9 610 393 |
9 406 070 |
9 201 747 |
8 992 800 |
8 780 781 |
8 568 762 |
8 356 742 |
Hongarije |
50 796 264 |
51 906 630 |
53 016 996 |
54 127 362 |
50 432 363 |
51 347 175 |
52 261 987 |
53 176 800 |
Malta |
1 168 514 |
1 166 788 |
1 165 061 |
1 163 334 |
1 174 524 |
1 173 666 |
1 172 808 |
1 171 950 |
Nederland |
125 086 859 |
122 775 394 |
120 463 928 |
118 152 462 |
116 032 216 |
113 763 728 |
111 495 240 |
109 226 752 |
Oostenrijk |
54 643 228 |
54 060 177 |
53 477 125 |
52 894 074 |
51 372 672 |
50 751 430 |
50 130 188 |
49 508 946 |
Polen |
204 579 390 |
205 621 337 |
206 663 283 |
207 705 229 |
210 107 929 |
211 642 729 |
213 177 529 |
214 712 329 |
Portugal |
49 874 317 |
50 139 847 |
50 405 377 |
50 670 907 |
48 431 756 |
48 811 632 |
49 191 508 |
49 571 384 |
Roemenië |
83 080 513 |
84 765 858 |
86 451 202 |
88 136 547 |
90 958 677 |
92 739 954 |
94 521 231 |
96 302 508 |
Slovenië |
12 278 677 |
12 309 309 |
12 339 941 |
12 370 573 |
12 161 170 |
12 196 719 |
12 232 267 |
12 267 816 |
Slowakije |
25 877 815 |
26 203 808 |
26 529 801 |
26 855 793 |
26 759 746 |
27 028 129 |
27 296 513 |
27 564 896 |
Finland |
33 497 046 |
32 977 333 |
32 457 619 |
31 937 905 |
31 771 327 |
31 185 203 |
30 599 079 |
30 012 956 |
Zweden |
43 386 459 |
42 715 001 |
42 043 544 |
41 372 087 |
39 377 620 |
38 772 710 |
38 167 800 |
37 562 890 |
Verenigd Koninkrijk |
358 980 526 |
354 455 751 |
349 930 975 |
345 406 200 |
360 630 247 |
357 464 952 |
354 299 657 |
351 134 362 |