4.5.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 115/18 |
BESLUIT (EU) 2017/770 VAN DE RAAD
van 25 april 2017
betreffende de bekrachtiging door de lidstaten, in het belang van de Europese Unie, van het Protocol van 2010 bij het Internationaal Verdrag inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen, en betreffende de toetreding tot dat protocol, met betrekking tot aspecten in verband met justitiële samenwerking in burgerlijke zaken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 81, in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Internationaal Verdrag van 1996 inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen (het „HNS-verdrag van 1996”) heeft tot doel personen die schade ondervinden van verliezen van gevaarlijke en schadelijke stoffen tijdens het vervoer over zee, van een passende, snelle en doeltreffende vergoeding te verzekeren. Het HNS-verdrag van 1996 vulde een belangrijke leemte in de internationale regelgeving betreffende de aansprakelijkheid in de context van zeevervoer. |
(2) |
De Raad stelde in 2002 Besluit 2002/971/EG (2) vast. Overeenkomstig dat besluit werden de lidstaten geacht de nodige maatregelen nemen om binnen een redelijke termijn en indien mogelijk vóór 30 juni 2006, het HNS-verdrag van 1996 te bekrachtiging of tot dat verdrag toe te treden. Vier lidstaten hebben vervolgens het verdrag bekrachtigd. Het HNS-verdrag van 1996 is niet in werking getreden. |
(3) |
Het HNS-verdrag van 1996 is gewijzigd bij het Protocol van 2010 bij het HNS-verdrag van 1996 (het „Protocol van 2010”). Overeenkomstig artikel 2 en artikel 18, lid 1, van het Protocol van 2010 moeten het HNS-verdrag van 1996 en het Protocol van 2010 worden gelezen, geïnterpreteerd en toegepast als één enkel instrument tussen de partijen bij het Protocol van 2010. |
(4) |
Het secretariaat van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) heeft een geconsolideerde tekst opgesteld van het HNS-verdrag van 1996 en het Protocol van 2010 (het „HNS-verdrag van 2010”), die de Juridische Commissie van de IMO tijdens haar 98e vergadering heeft goedgekeurd. Het HNS-verdrag van 2010 is geen instrument dat kan worden ondertekend of bekrachtigd. Het HNS-verdrag van 2010 wordt van kracht zodra het Protocol van 2010 in werking treedt in de lidstaten. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 20, lid 8, van het Protocol van 2010 doet de verklaring van een staat dat hij ermee instemt gebonden te zijn door het Protocol van 2010, elke voorafgaande verklaring van instemming van die staat gebonden te zijn door het HNS-verdrag van 1996 teniet. Bijgevolg zijn de staten die verdragsluitende partij zijn bij het HNS-verdrag van 1996 dat niet langer vanaf het moment waarop zij verklaren dat zij ermee instemmen gebonden te zijn door het Protocol van 2010, overeenkomstig artikel 20 en, in het bijzonder, de leden 2, 3, en 4 van dat protocol. |
(6) |
Het HNS-verdrag van 2010 is net als het verdrag van 1996 bijzonder belangrijk voor de belangen van de Unie en haar lidstaten, aangezien het een betere bescherming biedt voor de slachtoffers van schade in verband met HNS-vervoer over zee, ook in de context van milieuschade, overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties van 1982 inzake het recht van de zee. |
(7) |
Als staten verdragsluitende partij willen worden bij het Protocol van 2010 en bijgevolg het HNS-verdrag van 2010, moeten zij aan de secretaris-generaal van de IMO, tegelijk met hun akte van goedkeuring, relevante gegevens voorleggen over de totale hoeveelheid bijdragende lading als bedoeld in het HNS-verdrag tijdens het voorafgaande kalenderjaar, overeenkomstig artikel 20, lid 4, van het HNS-verdrag van 2010. Daartoe moeten staten een systeem opzetten voor de rapportage van bijdragende lading als bedoeld in het HNS-verdrag vóór ze uiting geven aan hun instemming door het Protocol van 2010 gebonden te zijn. |
(8) |
De artikelen 38, 39 en 40 van het HNS-verdrag van 2010 hebben gevolgen voor de secundaire Unie-wetgeving betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, als vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(9) |
Daarom is uitsluitend de Unie bevoegd wat de artikelen 38, 39 en 40 van het HNS-verdrag betreft, voor zover dat verdrag van invloed is op de in Verordening (EU) nr. 1215/2012 vastgestelde regels. |
(10) |
Het uitwisselen van beste praktijken tussen de lidstaten met betrekking tot het opzetten van het rapportagesysteem voor bijdragende lading op HNS-gebied zou de inspanningen van de lidstaten bij het ontwikkelen van dit rapportagesysteem kunnen vergemakkelijken. |
(11) |
Net als bij het HNS-verdrag van 1996 kunnen bij gebrek aan een clausule voor de toetreding van regionale organisaties voor economische integratie (REIO-clausule) alleen soevereine staten partij worden bij het Protocol van 2010. Daarom kan de Unie niet tot het Protocol van 2010, en derhalve het HNS-verdrag van 2010, toetreden of dat protocol of verdrag bekrachtigen. |
(12) |
De bekrachtiging van het Protocol van 2010 door alle lidstaten binnen een bepaalde termijn moet binnen de Unie gelijke voorwaarden garanderen voor alle actoren die betrokken zijn bij de toepassing van het HNS-verdrag van 2010. |
(13) |
Gelet op het internationale karakter van de HNS-regeling moet er gestreefd worden naar gelijke voorwaarden voor alle actoren die betrokken zijn bij de toepassing van het HNS-verdrag van 2010. Daarom moet het Protocol van 2010 de hele wereld bestrijken. |
(14) |
De lidstaten moeten daarom worden gemachtigd om het Protocol van 2010 te bekrachtigen of tot het protocol toe te treden, al naargelang het geval, wat betreft de aspecten in verband met justitiële samenwerking in burgerlijke zaken waarvoor de Unie exclusief bevoegd is. De bepalingen van het HNS-verdrag van 2010 die onder de bevoegdheid van de Unie vallen, anders dan de bepalingen met betrekking tot de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken, zullen het voorwerp uitmaken van een besluit dat parallel aan dit besluit wordt vastgesteld. |
(15) |
Als de lidstaten het Protocol van 2010 bekrachtigen of tot dat protocol toetreden, moeten zij een verklaring afleggen over de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen die binnen het toepassingsgebied van het HNS-verdrag van 2010 vallen. |
(16) |
Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 1215/2012 en nemen bijgevolg deel aan de vaststelling en toepassing van dit besluit. |
(17) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit. Dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De lidstaten worden hierbij gemachtigd om het Protocol van 2010 in het belang van de Unie te bekrachtigen of tot het protocol toe te treden, naargelang het geval, met betrekking tot aspecten in verband met de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken waarvoor de Unie exclusief bevoegd is, overeenkomstig de voorwaarden van dit besluit.
Artikel 2
1. De lidstaten streven ernaar de nodige maatregelen te nemen om binnen een redelijke termijn en indien mogelijk uiterlijk op 6 mei 2021, de akten van bekrachtiging van of toetreding tot het Protocol van 2010 neer te leggen.
2. De lidstaten stellen elkaar en de Raad en de Commissie op passende wijze in kennis zodra het rapportagesysteem voor bijdragende lading op HNS-gebied operationeel wordt.
3. De lidstaten streven ernaar beste praktijken uit te wisselen, met name over het rapportagesysteem voor bijdragende lading op HNS-gebied in het kader van het Protocol van 2010.
Artikel 3
Bij de bekrachtiging van of de toetreding tot het Protocol van 2010 leggen de lidstaten ook de verklaring als bedoeld in de bijlage bij dit besluit neer.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de lidstaten, overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Luxemburg, 25 april 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
I. BORG
(1) Goedkeuring verleend op 5 april 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Besluit 2002/971/EG van de Raad van 18 november 2002 waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap het Internationaal Verdrag van 1996 inzake aansprakelijkheid en vergoeding voor schade in samenhang met het vervoer over zee van gevaarlijke en schadelijke stoffen (HNS-verdrag) te bekrachtigen of tot dit verdrag toe te treden (PB L 337 van 13.12.2002, blz. 55).
(3) Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).
BIJLAGE
Verklaring die door de lidstaten moet worden neergelegd bij de bekrachtiging van of de toetreding tot het Protocol van 2010, overeenkomstig artikel 3.
„Wanneer ze door een gerecht van … (1) zijn gegeven, worden beslissingen over aangelegenheden die vallen onder het verdrag, als gewijzigd bij het Protocol van 2010, in … (2) erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig de toepasselijke regelgeving ter zake van de Europese Unie (3).
Beslissingen over aangelegenheden die vallen onder het verdrag, als gewijzigd bij het Protocol van 2010, worden, als ze gegeven zijn door een gerecht in het Koninkrijk Denemarken, in … (4) erkend en ten uitvoer gelegd volgens de Overeenkomst van 2005 tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (5).
Beslissingen over aangelegenheden die vallen onder het verdrag, als gewijzigd bij het Protocol van 2010, worden, als ze zijn gegeven door een gerecht van een derde staat die is gebonden door het Verdrag van Lugano van 30 oktober 2007 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (6), in … (7) erkend en ten uitvoer gelegd overeenkomstig dat verdrag.