3.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/1


VERORDENING (EU) 2016/2094 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 november 2016

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad (3) is een langetermijnplan vastgesteld voor de kabeljauwbestanden in het Kattegat, de Noordzee, het Skagerrak en het oostelijke deel van het Kanaal, het gebied ten westen van Schotland en de Ierse Zee en voor de bevissing van deze bestanden. Verordening (EG) nr. 1342/2008 heeft ten doel een duurzame exploitatie van deze kabeljauwbestanden die hen terug boven een niveau brengt dat de maximale duurzame opbrengst (MDO) kan opleveren en dat niveau behoudt.

(2)

De wetenschappelijke evaluatie van de werking van Verordening (EG) nr. 1342/2008 door het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft een aantal problemen met de toepassing van die verordening aan het licht gebracht. De Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (International Council for the Exploration of the Sea — ICES) heeft voorgesteld de beheerstrategie opnieuw te evalueren, met name op basis van een veranderde kijk op het Noordzeebestand.

(3)

Met de toepassing sinds 1 januari 2014 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) is het beheerskader voor kabeljauw fundamenteel gewijzigd, in het bijzonder door middel van de invoering van een aanlandingsverplichting.

(4)

Op dit moment zijn er meerjarenplannen in voorbereiding voor de meersoortenvisserij in verschillende gebieden van de Atlantische Oceaan, gebaseerd op Verordening (EU) nr. 1380/2013. Verordening (EG) nr. 1342/2008 zal voor elk betrokken gebied worden vervangen door deze nieuwe meerjarenplannen voor de meersoortenvisserij. Verordening (EG) nr. 1342/2008 zal derhalve slechts korte tijd van toepassing blijven. Niettemin dienen er een aantal dringende wijzigingen te worden aangebracht in Verordening (EG) nr. 1342/2008 die gelden tot de nieuwe meerjarenplannen voor de meersoortenvisserij van toepassing worden.

(5)

De visserijinspanningsregeling die in Verordening (EG) nr. 1342/2008 is vastgesteld, heeft een aantal resultaten op het gebied van selectiviteit en andere maatregelen ter vermijding van kabeljauwvangst opgeleverd, maar is ook een obstakel geworden voor de implementatie van de aanlandingsverplichting, omdat zij een verdere aanpassing van de visserijpatronen, zoals de gebieds- en visserijtuigkeuze, belemmert. De visserijinspanningsregeling moet dan ook worden stopgezet. Aangezien Verordening (EG) nr. 1342/2008 heeft geleid tot aanzienlijke verbeteringen in selectiviteit en de vermijding van kabeljauwvangst, dankzij stimuli die samenhingen met de visserijinspanningsregeling en dankzij nationale maatregelen (plannen ter vermijding van kabeljauwvangsten of ter vermindering van de teruggooi van kabeljauw) is het van het allergrootste belang dat, in de periode waarin de aanlandingsverplichting wordt ingevoerd voor alle kabeljauwvangsten in overeenstemming met het tijdschema voor de invoering ervan dat in Verordening (EU) nr. 1380/2013 is vastgesteld, lidstaten die een rechtstreeks belang hebben bij de visserij die nationale maatregelen voortzetten of verder ontwikkelen.

(6)

In de overgangsfase waarin, in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1380/2013 meerjarenplannen voor de meersoortenvisserij worden voorbereid voor gebieden die nu onder Verordening (EG) nr. 1342/2008 vallen, moet in de beheersmaatregelen rekening worden gehouden met passende minimum- en voorzorgsbiomassaniveaus. Indien de bestanden onder de vrijwaringsniveaus voor de biomassa (MSY B-trigger) vallen die in wetenschappelijk advies overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1380/2013 beschikbaar zijn, moeten alle nodige maatregelen worden genomen om die situatie te verhelpen.

(7)

Voor sommige gebieden van Verordening (EG) nr. 1342/2008 is er mogelijk te weinig informatie over de bestanden en de visserijactiviteiten om de vangstmogelijkheden volgens het MDO-beginsel vast te stellen. In die gevallen moet de voorzorgsbenadering worden gevolgd.

(8)

In aanvulling op de visserijinspanningsregeling is bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 een systeem van speciale visdocumenten ingevoerd dat is gekoppeld aan een beperking van de totale capaciteit aan motorvermogen van de visservaartuigen in een bepaald gebied. Om een disruptieve dislocatie van visserijactiviteiten, die het herstel van de bestanden negatief zou kunnen beïnvloeden, te voorkomen, is het passend dat systeem in de periode waarin de visserijinspanningsregeling zelf volledig wordt stopgezet, te handhaven.

(9)

Bij Verordening (EG) nr. 1224/2009 (5) is een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1342/2008 die naar de bijlagen II en III ervan verwezen, ingetrokken. Aangezien Verordening (EG) nr. 1342/2008 geen andere verwijzingen naar die bijlagen bevat, zijn zij achterhaald en moeten zij worden geschrapt.

(10)

Derhalve dient Verordening (EG) nr. 1342/2008 dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1342/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*1).

(*1)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).”."

2)

Artikel 4 wordt geschrapt.

3)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

Doelstelling van het plan

1.   Het in artikel 1 bedoelde plan heeft ten doel een exploitatie van de kabeljauwbestanden te garanderen die de bestanden boven een niveau brengt en behoudt dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren.

2.   Beheersmaatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen, zijn in overeenstemming met de voorschriften van artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 en de beginselen en doelstellingen van die verordening.”.

4)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

Minimum- en voorzorgsbiomassaniveaus

Bij het treffen van beheersmaatregelen zijn het minimum- en het voorzorgsbiomassaniveau voor elk van de kabeljauwbestanden in overeenstemming met de doelstellingen van Verordening (EU) nr. 1380/2013.”.

5)

De artikelen 7 en 8 worden geschrapt.

6)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

Vaststelling van TAC's in geval van ontoereikende gegevens

Wanneer het, door een gebrek aan onvoldoende accurate en representatieve gegevens niet mogelijk is de vangstmogelijkheden in overeenstemming met artikel 5, lid 1, vast te stellen, worden de vangstmogelijkheden in overeenstemming met artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 volgens de voorzorgsbenadering vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met tendensen in de kabeljauwbestanden en de visserijactiviteiten, en voor de betrokken bestanden ten minste een gelijkwaardig instandhoudingsniveau wordt gegarandeerd.”.

7)

Na artikel 9 wordt een nieuw hoofd ingevoegd:

„HOOFDSTUK II bis

VERPLICHTINGEN VAN DE LIDSTATEN”.

8)

Artikel 10 wordt vervangen door:

„Artikel 10

Vismachtigingen en capaciteitsmaxima

1.   Voor elk van de in artikel 1 van deze verordening vermelde geografische gebieden geeft elke lidstaat vismachtigingen af overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (*2) voor vaartuigen die zijn vlag voeren, en die in dat gebied vissen, en een van de volgende vistuigen gebruiken:

a)

bodemtrawls en zegens (OTB, OTT, PTB, SDN, SSC, SPR) met een maaswijdte:

i)

TR1 gelijk aan of groter dan 100 mm;

ii)

TR2 gelijk aan of groter dan 70 mm en kleiner dan 100 mm;

iii)

TR3 gelijk aan of groter dan 16 mm en kleiner dan 32 mm;

b)

boomkorren (TBB) met een maaswijdte:

i)

BT1 gelijk aan of groter dan 120 mm;

ii)

BT2 gelijk aan of groter dan 80 mm en kleiner dan 120 mm;

c)

kieuwnetten, warrelnetten (GN);

d)

schakelnetten (GT);

e)

beuglijnen (LL).

2.   Onverminderd de in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde capaciteitsmaxima is voor elk van de in artikel 1 van deze verordening vermelde geografische gebieden de in kW uitgedrukte totale capaciteit van de vaartuigen die overeenkomstig lid 1 van dit artikel afgegeven vismachtigingen hebben, niet groter dan de maximumcapaciteit van de vaartuigen die in 2006 of 2007 met een van de in lid 1 vermelde vistuigen in het betrokken geografische gebied visten.

3.   Iedere lidstaat stelt een lijst op van de vaartuigen die een in lid 1 bedoelde vismachtiging hebben, houdt deze lijst bij en stelt deze via zijn officiële website beschikbaar voor de Commissie en de overige lidstaten.

(*2)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).”."

9)

Hoofdstuk III wordt geschrapt.

10)

De artikelen 30 en 31 worden geschrapt.

11)

De bijlagen I, II, III en IV worden geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de vierde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 23 november 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

I. KORČOK


(1)  PB C 44 van 15.2.2013, blz. 125.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 juni 2013 (PB C 65 van 19.2.2016, blz. 193) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 29 september 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van … november 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004 (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 20).

(4)  Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).

(5)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).