13.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 244/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1638 VAN DE COMMISSIE

van 6 september 2016

tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is een goederennomenclatuur vastgesteld, hierna „gecombineerde nomenclatuur” of „GN” genoemd, die in bijlage I bij die verordening is opgenomen.

(2)

De tekst van aanvullende aantekening (GN) 2 op hoofdstuk 15 van deel twee van de gecombineerde nomenclatuur bevat een omschrijving van de kenmerken van olie die uitsluitend afkomstig is van de behandeling van olijven, die onder de posten 1509 en 1510 moeten worden ingedeeld. De tekst van deze aanvullende aantekening is gebaseerd op Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie (2), waarin de fysisch-chemische en organoleptische kenmerken van olijfolie en van olie uit perskoeken van olijven zijn vastgesteld, alsmede de methoden om die kenmerken te beoordelen. Deze methoden en de grenswaarden voor het bepalen van de kenmerken van de oliën worden regelmatig bijgewerkt op basis van het advies van chemisch deskundigen en het werk dat in de Internationale Olijfraad (IOR) is verricht.

(3)

Als gevolg van verscheidene wijzigingen van Verordening (EEG) nr. 2568/91 sluit de huidige tekst van aanvullende aantekening (GN) 2 op hoofdstuk 15 van deel twee van de gecombineerde nomenclatuur niet langer aan op de thans geldende versie van Verordening (EEG) nr. 2568/91, en moet deze tekst dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om te vermijden dat de relevante parameters in aanvullende aantekening (GN) 2 op hoofdstuk 15 herhaaldelijk gewijzigd moeten worden om in overeenstemming te blijven met Verordening (EEG) nr. 2568/91, is het passend een nieuwe tekst van de aanvullende aantekening vast te stellen waarin rechtstreeks wordt verwezen naar de relevante delen van die verordening.

(5)

Aangezien bepaalde nieuwe GN-codes met ingang van 1 januari 2017 worden opgenomen in hoofdstuk 15, moet de nieuwe tekst van aanvullende aantekening (GN) 2 op dat hoofdstuk, waarin rekening wordt gehouden met deze nieuwe GN-codes, op 1 januari 2017 in werking treden.

(6)

Bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In hoofdstuk 15 van deel twee van de gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87, wordt aanvullende aantekening (GN) 2 vervangen door:

„2.

A.

Als olijfolie in de zin van de posten 1509 en 1510 wordt enkel aangemerkt olie die uitsluitend afkomstig is van de behandeling van olijven en die, wat het gehalte aan vetzuren en sterolen betreft, de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie  (*) vermelde kenmerken heeft. Hun aanwezigheid kan worden vastgesteld met behulp van de in de bijlagen V en X bij die verordening beschreven methoden.

Tot olijfolie in de zin van de posten 1509 en 1510 worden niet gerekend chemisch gewijzigde olijfolie (met name opnieuw veresterde olijfolie) en mengsels van olijfolie met olie van een andere soort. De aanwezigheid van opnieuw veresterde olijfolie wordt vastgesteld met behulp van de in bijlage VII bij Verordening (EEG) nr. 2568/91 beschreven methode.

B.

Als olijfolie in de zin van onderverdeling 1509 10 worden enkel aangemerkt de onder 1, 2 en 3 hierna gedefinieerde oliën uit olijven die uitsluitend zijn verkregen langs mechanische weg of via andere fysische methoden onder omstandigheden waardoor de kwaliteit van de olie niet wordt aangetast, en die geen andere behandeling hebben ondergaan dan wassen, decanteren, centrifugeren en filtreren. De olijfoliën verkregen met gebruikmaking van oplosmiddelen of met gebruikmaking van een hulpstof met chemische of biochemische werking of met herverestering, en alle mengsels met olie van een andere soort, zijn uitgesloten van deze onderverdeling.

1.

Als „olijfolie voor verlichting (lampolie)” in de zin van onderverdeling 1509 10 10 wordt aangemerkt olijfolie met de kenmerken van olijfoliën van categorie 3 zoals beschreven in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91.

2.

Als „extra olijfolie verkregen bij de eerste persing” in de zin van onderverdeling 1509 10 20 wordt aangemerkt olijfolie met de kenmerken van olijfoliën van categorie 1 zoals beschreven in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91.

3.

Als olijfolie in de zin van onderverdeling 1509 10 80 wordt aangemerkt andere olijfolie verkregen bij de eerste persing met de kenmerken van olijfoliën van categorie 2 zoals beschreven in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91.

C.

Als olijfolie in de zin van onderverdeling 1509 90 wordt aangemerkt olijfolie die is verkregen door behandeling van olie van de onderverdelingen 1509 10 10, 1509 10 20 en/of 1509 10 80, ook indien versneden met olijfolie verkregen bij de eerste persing, en met de kenmerken van olijfoliën van de categorieën 4 en 5 zoals beschreven in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91.

D.

Als „ruwe oliën” in de zin van onderverdeling 1510 00 10 worden aangemerkt de oliën met de kenmerken van olijfoliën van categorie 6 zoals beschreven in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91.

E.

Als oliën van onderverdeling 1510 00 90 worden aangemerkt zowel de oliën die zijn verkregen door behandeling van de oliën van onderverdeling 1510 00 10, ook indien versneden met olijfolie verkregen bij de eerste persing, als de oliën die niet de kenmerken hebben als bedoeld in deze aanvullende aantekening, onder B, C en D.

Oliën van deze onderverdeling moeten de kenmerken hebben van de olijfoliën van de categorieën 7 en 8 zoals beschreven in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2568/91.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 september 2016.

Voor de Commissie,

namens de voorzitter,

Stephen QUEST

Directeur-generaal Belastingen en Douane-unie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2568/91 van de Commissie van 11 juli 1991 inzake de kenmerken van olijfoliën en oliën uit afvallen van olijven en de desbetreffende analysemethoden (PB L 248 van 5.9.1991, blz. 1).