17.8.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 222/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1380 VAN DE COMMISSIE

van 16 augustus 2016

betreffende een afwijking van artikel 55, lid 2, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de oorsprongsregels die van toepassing zijn op regionale cumulatie voor tonijn van oorsprong uit Ecuador

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 64, lid 6, en artikel 66, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie heeft Ecuador bij Verordening (EU) nr. 1384/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016 bij wijze van tijdelijke wederkerigheidsregeling tariefpreferenties toegekend om te voorkomen dat de handel tussen de Unie en Ecuador onnodig zou worden verstoord na de parafering van het Protocol betreffende de toetreding van Ecuador tot de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds (3), op 12 december 2014.

(2)

Voor de toepassing van de bij Verordening (EU) nr. 1384/2014 toegekende preferenties gelden de oorsprongsregels vastgelegd in deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (4), inclusief de regels betreffende regionale cumulatie van oorsprong binnen een groep landen, waaronder Bolivia, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela. Sinds 1 januari 2014 kan regionale cumulatie in dezelfde regionale groep slechts toepassing vinden op landen die, op het moment van uitvoer naar de Unie, begunstigden zijn van het stelsel van algemene preferenties (SAP) overeenkomstig Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad (5).

(3)

Met ingang van 1 mei 2016 is Verordening (EEG) nr. 2454/93 ingetrokken en sinds die datum zijn de oorsprongsregels die gelden voor de toekenning van de tariefpreferenties aan goederen van oorsprong uit Ecuador, neergelegd in titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, onderafdelingen 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (6) en titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, onderafdelingen 2 tot en met 9, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (7). Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 voorziet in dezelfde regels inzake cumulatie als Verordening (EEG) nr. 2454/93.

(4)

Sinds 1 januari 2016 zijn Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama, die alle tot dezelfde regionale groep als Ecuador behoren, niet langer SAP-begunstigde landen. Bijgevolg kunnen sinds 1 januari 2016 bereidingen en conserven van tonijn en boniet, ingedeeld onder onderverdeling 1604 14 van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS), alsook bereidingen en conserven van tonijn, boniet of andere vis van het geslacht Euthynnus van onderverdeling 1604 20 70 van de gecombineerde nomenclatuur (GN) niet meer worden aangemerkt als zijnde van oorsprong uit Ecuador krachtens de regionale cumulatie met deze landen voor de toepassing van de bij Verordening (EU) nr. 1384/2014 toegekende tariefpreferenties.

(5)

Ecuador heeft op 4 april 2016 een verzoek tot afwijking van de preferentiële oorsprongsregels ingediend, zodat de Ecuadoraanse visverwerkende sector materialen van oorsprong uit Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama op grond van de regionale cumulatie zou kunnen aanmerken als materialen van oorsprong uit Ecuador bij het bepalen van de oorsprong van bereidingen en conserven van tonijn en boniet, ingedeeld onder GS-onderverdeling 1604 14, en bereidingen en conserven van tonijn, boniet of andere vis van het geslacht Euthynnus van GN-onderverdeling 1604 20 70. Gevraagd werd dat de afwijking met ingang van 1 januari 2016 van toepassing zou zijn. Aanvullende informatie over dit oorspronkelijke verzoek werd op 30 juni 2016 ingediend.

(6)

In het verzoek om afwijking heeft Ecuador uitgelegd dat voor de productie van door Ecuador naar de Unie uitgevoerde bereidingen en conserven van tonijn gebruik wordt gemaakt van grote hoeveelheden rauwe tonijn afkomstig uit de Midden-Amerikaanse landen en de Andeslanden. Indien Ecuador niet mag cumuleren met deze landen van dezelfde regionale groep, zal de Ecuadoraanse uitvoer naar de Unie van bereidingen en conserven van tonijn van oorsprong met 30 % dalen.

(7)

Intussen werd op 16 april 2016 het Ecuadoraanse kustgebied getroffen door een aardbeving met een kracht van 7,8. De provincie Manabí en het kanton Manta, waar het grootste deel van de Ecuadoraanse visserijsector actief is, zijn zwaar getroffen. Er is ook sprake van enorme materiële schade, onder meer aan belangrijke infrastructuur, wat de toestand in de Ecuadoraanse visverwerkende industrie nog verergert.

(8)

Gezien de omstandigheden, de in het verzoek van Ecuador aangevoerde argumenten en de nadelige gevolgen van de aardbeving voor de visverwerkende industrie zou Ecuador moeten kunnen genieten van een tijdelijke afwijking van het bepaalde in artikel 55, lid 2, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446, in overeenstemming met artikel 64, lid 6, tweede alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 952/2013. Bijgevolg moeten de materialen van oorsprong uit Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama die worden gebruikt voor de productie van bereidingen en conserven van tonijn en boniet, ingedeeld onder GS-onderverdeling 1604 14, en van bereidingen en conserven van tonijn, boniet of andere vis van het geslacht Euthynnus van GN-onderverdeling 1604 20 70, worden beschouwd als van oorsprong uit Ecuador, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

(9)

Om verstoring van het handelsverkeer te voorkomen en bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de op grond van Verordening (EU) nr. 1384/2014 aan Ecuador verleende tariefpreferenties, moet de tijdelijke afwijking gelden voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016.

(10)

Gelet op het bewijs van oorsprong dat mag worden gebruikt voor de materialen van oorsprong uit Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama, kan de cumulatie ook worden toegepast op basis van het bewijs van oorsprong, zoals bedoeld in respectievelijk de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, of de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds (8).

(11)

Om te garanderen dat de vereiste maatregelen voor de toepassing van cumulatie met Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama naar behoren functioneren, moet Ecuador ervoor zorgen dat de maatregelen op het gebied van administratieve samenwerking van kracht zijn.

(12)

Om efficiënt toezicht te kunnen uitoefenen op de wijze waarop de afwijking wordt toegepast, moeten de Ecuadoraanse autoriteiten de Commissie aan het einde van de toepassing van de afwijking nadere informatie verstrekken over de binnen het kader van de afwijking afgegeven certificaten van oorsprong, formulier A.

(13)

Om verdere vertraging bij de uitvoering van de afwijking te voorkomen, moet deze verordening met spoed in werking treden.

(14)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Met het oog op cumulatie als bedoeld in artikel 86, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2454/93 en in afwijking van artikel 86, lid 2, onder a), van die verordening mag Ecuador van 1 januari 2016 tot en met 30 april 2016 materialen van oorsprong uit Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua of Panama gebruiken voor de productie van bereidingen en conserven van tonijn en boniet, ingedeeld onder GS-onderverdeling 1604 14, en bereidingen en conserven van tonijn, boniet of andere vis van het geslacht Euthynnus, ingedeeld onder GN-onderverdeling 1604 20 70.

Het bewijs van oorsprong voor de in de eerste alinea bedoelde producten wordt opgesteld overeenkomstig artikel 97 terdecies van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

2.   Met het oog op cumulatie als bedoeld in artikel 55, lid 1, onder b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 en in afwijking van artikel 55, lid 2, onder a), van die verordening heeft Ecuador het recht om van 1 mei 2016 tot en met 31 december 2016 materialen van oorsprong uit Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua of Panama te gebruiken voor de productie van bereidingen en conserven van tonijn en boniet, ingedeeld onder GS-onderverdeling 1604 14, en bereidingen en conserven van tonijn, boniet of andere vis van het geslacht Euthynnus, ingedeeld onder GN-onderverdeling 1604 20 70.

Het bewijs van oorsprong voor de in de eerste alinea bedoelde producten wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 76 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

3.   De bevoegde Ecuadoraanse autoriteiten die een certificaat van oorsprong, formulier A, moeten afgeven voor de in de leden 1 en 2 bedoelde producten, kunnen zich ook baseren op een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua of Panama overeenkomstig respectievelijk de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds, of de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Midden-Amerika, anderzijds.

4.   Ecuador moet ervoor zorgen dat de vereiste maatregelen voor de toepassing van cumulatie met Colombia, Peru, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama op het gebied van administratieve samenwerking van kracht zijn.

5.   De verwijzing naar „bijzondere omstandigheden” in artikel 74, lid 2, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wordt geacht van toepassing te zijn op de in de leden 1 en 2 vermelde producten waarvoor op het moment van uitvoer geen certificaat van oorsprong, formulier A, is afgegeven.

Artikel 2

Uiterlijk op 31 januari 2017 zenden de bevoegde Ecuadoraanse autoriteiten de Commissie een overzicht toe van de hoeveelheden en de waarde waarvoor certificaten van oorsprong, formulier A, zijn afgegeven in het kader van de afwijking als bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2, alsmede van de volgnummers van die certificaten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 augustus 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1384/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2014 betreffende de tariefbehandeling van goederen van oorsprong uit Ecuador (PB L 372 van 30.12.2014, blz. 5).

(3)  PB L 354 van 21.12.2012, blz. 3.

(4)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1).

(6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

(7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(8)  PB L 346 van 15.12.2012, blz. 3.