30.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 206/44


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/1239 VAN DE COMMISSIE

van 18 mei 2016

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 178 en artikel 223, lid 3, onder a), b) en c),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (2) is ingetrokken bij en vervangen door Verordening (EU) nr. 1308/2013, waarin regels zijn vastgesteld betreffende invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten. Ook wordt bij deze laatste verordening de Commissie de bevoegdheid verleend om in dit verband gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Om de soepele werking van het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten binnen het nieuwe rechtskader te garanderen, moeten bepaalde regels door middel van dergelijke handelingen worden vastgesteld. Aangezien het doel van die handelingen erin bestaat de bepalingen die van toepassing zijn op het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten, te vereenvoudigen en aan te passen aan het nieuwe, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013 gestelde rechtskader, worden Verordeningen (EG) nr. 2535/2001 (3), (EG) nr. 1342/2003 (4), (EG) nr. 2336/2003 (5), (EG) nr. 951/2006 (6), (EG) nr. 341/2007 (7) en (EG) nr. 382/2008 (8) van de Commissie gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 van de Commissie (9) en worden de Verordeningen (EG) nr. 2390/98 (10), (EG) nr. 1345/2005 (11), (EG) nr. 376/2008 (12) en (EG) nr. 507/2008 (13) van de Commissie bij diezelfde gedelegeerde handeling ingetrokken.

(2)

Met het oog op een degelijke en uniforme toepassing van het certificatenstelsel dienen gemeenschappelijke bepalingen te worden vastgesteld betreffende de aanvraag en de afgifte van certificaten.

(3)

Om een aanvrager van een certificaat en een titularis van een certificaat ondubbelzinnig te identificeren, dient daartoe het registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (EORI-nr.) te worden gebruikt.

(4)

De passende hoogte van de zekerheid voor de af te geven certificaten moet worden vastgesteld om te garanderen dat de producten tijdens de periode van geldigheid van het certificaat worden in- of uitgevoerd.

(5)

Om de gelijktijdige uitvoering van verscheidene transacties op basis van eenzelfde certificaat mogelijk te maken, moet worden voorzien in de mogelijkheid om uittreksels van certificaten af te geven die dezelfde rechtsgevolgen hebben als de certificaten waaraan zij zijn ontleend.

(6)

De geldigheidsduur van de invoer- en uitvoercertificaten moet worden vastgesteld. Deze geldigheid kan verschillen naargelang van het product en moet worden vastgesteld om te kunnen bepalen wanneer moet worden voldaan aan de verplichting om in of uit te voeren.

(7)

Gezien de gebruiken in de internationale handel in de betrokken landbouwproducten dient voor de in- of uitgevoerde hoeveelheid te worden vastgesteld welke tolerantie ten opzichte van de in het certificaat vermelde hoeveelheid wordt aanvaard.

(8)

Het invoer- of uitvoercertificaat kent een recht toe en houdt een verplichting in om producten in het vrije verkeer te brengen of uit te voeren. Bepaald dient te worden op welk tijdstip de verplichting tot in- of uitvoer is nagekomen en hoe dit moet worden bewezen.

(9)

Er dienen bepalingen te worden vastgesteld inzake de procedure die moet worden gevolgd wanneer een certificaat vernietigd of verloren is.

(10)

Om de administratieve last te beperken in gevallen waar het bedrag van de voor een certificaat vereiste zekerheid relatief laag ligt, dient te worden vastgesteld onder welke drempel geen zekerheid vereist is.

(11)

Om de administratieve last te beperken, moeten voor specifieke producten maximumhoeveelheden worden vastgesteld waarvoor geen certificaat vereist is.

(12)

In gevallen waarin de verplichting om in of uit te voeren niet is nagekomen, met name in geval van erkende overmacht, dienen maatregelen te worden genomen. In dergelijke gevallen kan de verplichting als geannuleerd worden beschouwd of kan de geldigheidsduur van het certificaat worden verlengd.

(13)

Er moet een aantal extra kennisgevingsverplichtingen worden vastgesteld voor invoercertificaten voor hennep, knoflook en ethylalcohol uit landbouwproducten teneinde rekening te houden met de specifieke kenmerken van deze sectoren.

(14)

Met het oog op een soepele overgang van de huidige voorschriften naar de bij deze verordening ingevoerde voorschriften dient een aantal overgangsbepalingen te worden vastgesteld.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van „aangever” als omschreven in artikel 5, punt 15, van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (14), van „risicobeheer” als omschreven in artikel 5, punt 25, van diezelfde verordening en van „exporteur” als omschreven in artikel 1, punt 19, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (15). Voorts gelden de definities die zijn vastgesteld in artikel 1 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237.

Artikel 2

Aanvraag en afgifte van certificaten

1.   Certificaten worden aangevraagd en afgegeven via informatietechnologietoepassingen („IT-toepassingen”) met inachtneming van de integriteit en de kwaliteitsnormen die zijn beschreven in bijlage I, deel 3B, bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (16).

Wanneer dergelijke IT-toepassingen niet beschikbaar of niet effectief zijn of wanneer ze niet werken, mogen certificaten ook worden aangevraagd en afgegeven door middel van een afdruk van het model in bijlage I bij de onderhavige verordening en met inachtneming van de in die bijlage vermelde instructies.

2.   In elke lidstaat worden de namen en de adressen van de autoriteiten die bevoegd zijn voor het ontvangen van aanvragen en voor de afgifte van certificaten, bekendgemaakt op de officiële website van deze autoriteiten of op de officiële website voor handel in landbouwproducten.

3.   Aanvragen en certificaten worden in getypte vorm ingevuld en afgegeven in een van de officiële talen van de Unie, als nader bepaald door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van afgifte.

4.   Zo nodig kunnen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten eisen dat niet-geharmoniseerde teksten in certificaataanvragen of begeleidende documenten op kosten van de aanvrager worden vertaald in de officiële taal of in een van de officiële talen van de betrokken lidstaat.

5.   De certificaataanvraag wordt ingevuld in overeenstemming met de doelstelling van het certificaat en met de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten (17).

6.   De met afgifte van certificaten belaste autoriteit aanvaardt geen aanvragen die niet stroken met de desbetreffende voorschriften van de Unie. Zij geeft het certificaat onverwijld af en maakt daarbij gebruik van de aanvaarde informatie als ingevuld door de aanvrager en vult de informatie in overeenkomstig de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten. Op papieren certificaten valideert de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de afgifte door middel van een handtekening en een stempel of een droogstempel. Elektronische certificaten worden gevalideerd volgens de in lid 1 bedoelde normen.

Artikel 3

Termijnen

1.   In afwijking van artikel 5 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (18) wordt onder de dag van indiening van de certificaataanvraag verstaan de werkdag waarop de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de aanvraag ontvangt, mits deze uiterlijk om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) is ontvangen.

Aanvragen die zijn ontvangen op een werkdag na 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel), worden geacht te zijn ingediend op de eerste werkdag na de dag waarop zij feitelijk zijn ontvangen.

2.   Een verzoek om annulering van een certificaataanvraag kan enkel elektronisch of schriftelijk gebeuren en dient door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit op de dag van ontvangst van de aanvraag uiterlijk om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) te worden ontvangen.

3.   Wanneer in de onderhavige verordening een termijn is vastgesteld voor bepaalde procedures en de eerste of de laatste dag van die periode een zaterdag, een zondag of een feestdag als gedefinieerd in Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 is:

a)

geldt als eerste dag de volgende werkdag vanaf 00.00 uur, rekening houdend met de officiële kantooruren van die autoriteit;

b)

geldt als laatste dag, in afwijking van artikel 3, lid 2, onder b), en artikel 4, van die verordening, de volgende werkdag tot 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel).

De eerste alinea is in voorkomende gevallen van toepassing op officiële nationale en regionale feestdagen die door de lidstaat naar behoren zijn bekendgemaakt.

Artikel 4

Registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer

1.   Het aan de aanvrager, de titularis of de cessionaris krachtens artikel 9 van Verordening (EU) nr. 952/2013 toegekende registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer („EORI-nummer”) wordt ingevuld in vak 4 of, waar van toepassing, in vak 6 van de aanvraag en van het certificaat.

Aanvragers of met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten kunnen het EORI-nummer van de aanvrager, de titularis of de cessionaris op basis van nationale instructies vermelden in vak 20, mits de naam of het identiteitsnummer in vak 4 of 6 kan worden gelinkt aan het EORI-nummer in vak 20.

2.   Wanneer producten worden aangegeven voor het vrije verkeer of voor uitvoer door een douanevertegenwoordiger als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EU) nr. 952/2013, wordt het EORI-nummer van de titularis of de cessionaris vermeld in het juiste veld van de elektronische douaneaangifte.

Artikel 5

Bedrag van de zekerheid

1.   Wanneer op grond van artikel 4, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 een zekerheid vereist is, wordt het bedrag van die zekerheid bepaald in bijlage II bij deze verordening.

2.   Wanneer de op de certificaten te vermelden bedragen die voortvloeien uit de omrekening van in EUR uitgedrukte bedragen in nationale valuta, decimalen bevatten, wordt het bedrag van de zekerheid naar beneden afgerond tot het eerste bedrag zonder decimalen in de betrokken nationale valuta.

Artikel 6

Uittreksels

1.   Wanneer de in een certificaat vermelde hoeveelheid om procedurele of logistieke redenen moet worden onderverdeeld, of indien de titularis of de cessionaris een in een bepaalde lidstaat in elektronische vorm afgegeven certificaat moet gebruiken in een andere lidstaat die niet is aangesloten op de IT-toepassingen van de lidstaat van afgifte, kan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit op verzoek van de titularis of de cessionaris uittreksels van de certificaten (hierna „uittreksels” genoemd) afgeven.

2.   Uittreksels hebben voor de hoeveelheid waarvoor zij zijn afgegeven, dezelfde rechtsgevolgen als de certificaten waaraan zij zijn ontleend.

3.   De procedures voor de aanvraag, de afgifte en het terugzenden van certificaten zijn eveneens van toepassing op de uittreksels. De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan voorzien in een vereenvoudigde aanvraagprocedure.

4.   De met afgifte van certificaten belaste autoriteit brengt de in het uittreksel vermelde hoeveelheid in mindering op de hoeveelheid van het oorspronkelijke certificaat, eventueel vermeerderd met de tolerantie en op het oorspronkelijke certificaat wordt het woord „uittreksel” aangebracht naast die in mindering gebrachte hoeveelheid.

5.   Uittreksels worden onverwijld en zonder extra kosten afgegeven, hetzij elektronisch, hetzij op papier volgens het model in bijlage I.

6.   Van een uittreksel mag niet nog een ander uittreksel worden gemaakt.

7.   Het exemplaar van het uittreksel van de titularis dat is gebruikt of dat vervallen is, wordt door de titularis naar de met afgifte van certificaten belaste autoriteit teruggezonden, samen met zijn exemplaar van het oorspronkelijke certificaat.

Artikel 7

Geldigheidsduur

1.   Voor de in bijlage II vermelde producten is de in die bijlage weergegeven geldigheidsduur van certificaten van toepassing.

2.   Een certificaat is geldig vanaf de feitelijke dag van afgifte zoals vermeld in vak 25 van het invoercertificaat of vak 23 van het uitvoercertificaat, zoals gevalideerd door middel van een code of het stempel van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit. Die dag wordt in de geldigheidsduur van het certificaat meegerekend.

Indien de geldigheidsduur krachtens specifieke wetgeving op een andere dag aanvangt, dan vermeldt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit die dag, voorafgegaan door de woorden „geldig met ingang van”, in de in de eerste alinea bedoelde velden van de certificaten.

Artikel 8

Tolerantie en afronding

1.   De in artikel 5, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde positieve of negatieve tolerantie mag niet meer dan 5 % bedragen.

2.   Bij de berekening van de hoeveelheden zijn de volgende afrondingsregels van toepassing:

a)

indien de eerste decimaal gelijk is aan of hoger is dan vijf, wordt de hoeveelheid naar boven afgerond tot de eerstvolgende meeteenheid als bedoeld in vak 17 van het certificaat. Indien de eerste decimaal minder dan vijf bedraagt, worden de decimalen geschrapt;

b)

hoeveelheden die op het aantal dieren zijn gebaseerd, worden afgerond op het volgende hogere gehele getal aan dieren.

Artikel 9

Douaneaangifte

1.   Op de douaneaangifte wordt naar het certificaat of uittreksel verwezen door middel van een specifieke code en het nummer van afgifte van het certificaat dat staat vermeld in vak 25 van het invoercertificaat of in vak 23 van het uitvoercertificaat, als bepaald in bijlage B, titel II, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (19) of, waar van toepassing, in vak 2, overeenkomstig bijlage I, punt 4.

2.   De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan het douanekantoor via haar IT-toepassingen rechtstreekse toegang bieden tot het elektronische certificaat of uittreksel. Indien er geen rechtstreekse toegang beschikbaar is, zendt de aangever of de met afgifte van certificaten belaste autoriteit het certificaat of het uittreksel in elektronisch formaat aan het douanekantoor toe.

Indien de IT-toepassingen van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit of van het douanekantoor niet geschikt zijn voor toepassing van de eerste alinea, mag een papieren versie van de certificaten of uittreksels worden bezorgd.

3.   De aangever dient het papieren exemplaar van het certificaat of uittreksel van de titularis in bij het douanekantoor of houdt het overeenkomstig artikel 163 van Verordening (EU) nr. 952/2013 ter beschikking van de douaneautoriteiten.

Artikel 10

Afschrijving en visering

1.   In de voorschriften inzake de procedure voor afgifte van elektronische certificaten wordt de autoriteit aangewezen die de in het vrije verkeer gebrachte of uitgevoerde hoeveelheid moet vermelden op het certificaat, en wordt bepaald hoe de aangever en de met afgifte van certificaten belaste autoriteit toegang krijgen tot die informatie.

2.   Op een papieren certificaat vermeldt en valideert het douanekantoor de in het vrije verkeer gebrachte of uitgevoerde hoeveelheid, of, indien de nationale administratieve voorschriften daarin voorzien, valideert het de door de aangever vermelde hoeveelheid, in de vakken 29 en 30 van het exemplaar van de titularis, viseert het deze en bezorgt het dat exemplaar terug aan de aangever of, indien zo vastgesteld in specifieke wetgeving, aan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit.

3.   Indien de in het vrije verkeer gebrachte of uitgevoerde hoeveelheid niet overeenstemt met de op het certificaat vermelde hoeveelheid, corrigeert de douaneautoriteit de gegevens op het certificaat door, binnen de grenzen van de hoeveelheid waarvoor het certificaat is afgegeven, de daadwerkelijk in het vrije verkeer gebrachte of uitgevoerde hoeveelheid te vermelden.

4.   Indien de ruimte voor afschrijvingen op de papieren certificaten of uittreksels niet voldoende is, kunnen de autoriteiten één of meer met een stempel gevalideerde verlengstroken toevoegen.

5.   Onder afschrijvingsdatum wordt verstaan de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer of voor uitvoer.

6.   De lidstaten beslissen welke autoriteit de in dit artikel vermelde taken betreffende elektronische certificaten uitvoert, en maken die informatie bekend op hun openbare website.

Artikel 11

Overdracht

Indien door de titularis om overdracht wordt verzocht, worden de gegevens van de cessionaris vermeld op het certificaat, samen met de datum van die vermelding, overeenkomstig de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten. De overdracht wordt gevalideerd door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit.

In geval van retrocessie valideert de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de retrocessie en de datum ervan op het certificaat, overeenkomstig de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten.

De overdracht of retrocessie is van kracht met ingang van de datum van validatie door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit.

Artikel 12

Bewaring

1.   De lidstaten kunnen toestaan dat het certificaat wordt bewaard bij de met afgifte van certificaten belaste autoriteit, het betaalorgaan of het douanekantoor, of dat het beschikbaar blijft in de IT-toepassingen.

2.   De met afgifte van certificaten belaste autoriteit bepaalt in welke gevallen bewaring van een certificaat bij de autoriteiten die belast zijn met de procedure voor het in het vrije verkeer brengen of voor uitvoer, van toepassing is, evenals de voorwaarden waaraan de titularis of cessionaris moet voldoen.

3.   De lidstaten wijzen de met de regeling voor bewaring belaste autoriteit aan die de in artikel 10 vermelde taken uitvoert, en maken die informatie bekend op hun openbare website.

4.   In vak 44 van de papieren douaneaangifte of in het juiste veld van de elektronische douaneaangifte voegt de aangever de woorden „in bewaring” toe aan het nummer van afgifte van het certificaat. Voor elektronische certificaten kunnen de lidstaten vrijstelling verlenen van deze verplichting of een specifieke code toepassen.

Artikel 13

Integriteit en controle van het certificaat, wederzijdse bijstand

1.   De vermeldingen op de certificaten en op de uittreksels mogen na afgifte niet worden gewijzigd.

2.   Indien een bevoegde douaneautoriteit twijfels heeft over de juistheid van de vermeldingen op het certificaat of op het uittreksel, zendt zij het certificaat of het uittreksel terug naar de met afgifte van certificaten belaste autoriteit. Indien een met de afgifte van certificaten belaste autoriteit twijfels heeft over de juistheid van de vermeldingen op het certificaat of op het uittreksel, zendt zij het certificaat of het uittreksel terug naar de bevoegde douaneautoriteit.

De eerste alinea is niet van toepassing indien het om een minimale of kennelijke fout gaat die kan worden rechtgezet door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit of door de bevoegde douaneautoriteit door een correcte toepassing van de wetgeving.

3.   Indien de met afgifte van certificaten belaste autoriteit oordeelt dat rectificatie noodzakelijk is, trekt zij het certificaat of het uittreksel in en geeft zij onverwijld een verbeterd certificaat of uittreksel af.

4.   Voor elektronische certificaten of uittreksels valideert de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de gerectificeerde versie, die de oorspronkelijke versie vervolgens vervangt. Op de papieren certificaten of uittreksels brengt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de vermelding „op … (datum) verbeterd certificaat” of „op … (datum) verbeterd uittreksel” aan. Op elk exemplaar worden alle eventuele vroegere vermeldingen overgenomen.

5.   Indien de met afgifte van certificaten belaste autoriteit rectificatie niet noodzakelijk acht, bevestigt zij dit in de IT-toepassingen. Op papieren certificaten of uittreksels bevestigt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de juistheid door middel van de visering „geverifieerd op … (datum)” en brengt zij haar stempel, initialen en de datum aan of past ze een vergelijkbare methode toe.

6.   Op verzoek van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit zendt de titularis of de cessionaris het certificaat of het uittreksel terug.

Indien op basis van risicobeheer blijkt dat de echtheid van een papieren certificaat of uittreksel of van de daarop aangebrachte vermeldingen of viseringen moet worden geverifieerd of dat er twijfel over bestaat, zendt de betrokken autoriteit het certificaat of uittreksel, of een fotokopie daarvan, voor controle aan de betrokken autoriteiten terug.

Het verzoek om controle en het antwoord over het resultaat worden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad (20) elektronisch meegedeeld door middel van het standaardformulier als opgenomen in de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten. De betrokken autoriteiten kunnen onderling een verdere vereenvoudiging overeenkomen, met onder meer rechtstreeks overleg via de op de officiële website van de Commissie bekendgemaakte lijst van douanekantoren (LDK) (21).

De aangezochte autoriteit zorgt ervoor dat binnen twintig kalenderdagen een antwoord aan de verzoekende autoriteit wordt verzonden, indien beide in dezelfde lidstaat gevestigd zijn. Indien verschillende lidstaten betrokken zijn, wordt het antwoord binnen zestig kalenderdagen verzonden.

7.   Wanneer een certificaat of uittreksel wordt teruggezonden, geeft de bevoegde autoriteit de betrokken partij op diens verzoek een ontvangstbewijs af of noteert en stempelt zij een ontvangstdatum op een door de belanghebbende gemaakte fotokopie.

Artikel 14

Nakoming van de verplichting en bewijs

1.   De zekerheid voor een certificaat wordt vrijgegeven indien is voldaan aan de in artikel 24 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 en in dit artikel vastgestelde verplichtingen.

2.   Er wordt van uitgegaan dat van het recht om producten in het vrije verkeer te brengen of uit te voeren gebruik is gemaakt en dat de desbetreffende verplichting is nagekomen op de dag waarop de betrokken douaneaangifte tijdens de geldigheidsduur van het certificaat is aanvaard en mits:

a)

in geval van in het vrije verkeer brengen, de producten daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht;

b)

in geval van uitvoer, de producten het douanegebied van de Unie hebben verlaten binnen een termijn van 150 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van aanvaarding van de douaneaangifte.

3.   Als bewijs dat de verplichting om de producten in het vrije verkeer te brengen is nagekomen, geldt het naar behoren door de douane geviseerde exemplaar van het certificaat of uittreksel van de titularis of de cessionaris, of het elektronische equivalent daarvan.

4.   Als bewijs dat de verplichting tot uitvoer is nagekomen, geldt:

a)

het naar behoren door de douane geviseerde exemplaar van het certificaat of uittreksel van de titularis of de cessionaris, of het elektronische equivalent daarvan, en

b)

de in artikel 334 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde bevestiging van het uitgaan van goederen aan de exporteur of de aangever door het douanekantoor van uitvoer.

5.   Het in lid 4, onder b), bedoelde bewijs wordt als volgt ingediend en gecontroleerd:

a)

de in lid 4, onder b), bedoelde exporteur of aangever bezorgt de bevestiging van het uitgaan van goederen aan de titularis, die het bewijs in elektronisch formaat indient bij de met afgifte van certificaten belaste autoriteit. Indien de bevestiging van het uitgaan van goederen wordt geannuleerd wegens rectificaties door het douanekantoor van uitvoer, stelt het douanekantoor van uitvoer de exporteur of zijn douanevertegenwoordiger daarvan in kennis en brengt de exporteur of zijn douanevertegenwoordiger de titularis op de hoogte, die op zijn beurt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit op de hoogte brengt;

b)

de onder a) beschreven procedure omvat de mededeling van het betrokken masterreferentienummer (MRN) als omschreven in artikel 1, punt 22, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 aan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit

indien meer dan één lidstaat betrokken is in de regeling uitvoer, of

indien het douanekantoor van uitvoer zich in een andere lidstaat bevindt dan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit, of

indien het MRN wordt gebruikt in de regeling uitvoer die is voltooid in de lidstaat waar de uitvoeraangifte werd ingediend;

c)

de met afgifte van certificaten belaste autoriteit controleert de ontvangen informatie, waaronder de juistheid van de datum waarop de producten het douanegebied van de Unie hebben verlaten, op basis van risicobeheer. Indien passende controles op basis van het MRN en de MRN-databank (22) niet mogelijk zijn, bevestigt dan wel corrigeert de douane de datum van uitgang op verzoek van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit op basis van het betrokken MRN.

Indien het douanekantoor van uitvoer in een andere lidstaat is gevestigd dan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit, zijn de in artikel 13, lid 6, tweede alinea, beschreven procedures mutatis mutandis van toepassing.

De autoriteiten kunnen overeenkomen dat de in de eerste alinea bedoelde procedures rechtstreeks tussen de betrokken autoriteiten worden uitgevoerd. De met afgifte van certificaten belaste autoriteiten kunnen voor de toepassing van punt a) vereenvoudigde procedures overeenkomen.

6.   Het bewijs dat de producten in het vrije verkeer zijn gebracht moet binnen zestig kalenderdagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit worden ontvangen.

Het bewijs van uitvoer en van het verlaten van het douanegebied van de Unie moet binnen 180 kalenderdagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit worden ontvangen.

Indien de in de eerste en de tweede alinea vastgestelde termijnen door technische problemen niet kunnen worden nageleefd, kan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit deze termijnen, op verzoek van en mits bewezen door de titularis — zo nodig naderhand — verlengen tot maximaal 730 kalenderdagen, met inachtneming van artikel 23, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014.

7.   De met afgifte van certificaten belaste autoriteiten kunnen ontheffing verlenen van de verplichting om de in de leden 2, 3 en 4, bedoelde bewijzen te leveren, indien zij reeds in het bezit zijn van de benodigde informatie.

Artikel 15

Vervangings- en duplicaatcertificaten of -uittreksels

1.   Indien een papieren certificaat of uittreksel dat is afgegeven voor in artikel 2, lid 1, onder a), of artikel 2, lid 2, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten, gedeeltelijk of volledig vernietigd of verloren is, kan de titularis of de cessionaris de met afgifte van certificaten belaste autoriteit om afgifte van een vervangingscertificaat of -uittreksel verzoeken. Het vervangingscertificaat of -uittreksel vervangt het oorspronkelijke certificaat of uittreksel, met inbegrip van alle betrokken rechten en verplichtingen.

Voor vervangingscertificaten op grond van dit lid wordt een zekerheid gesteld als vastgesteld in artikel 5.

Indien het verloren of gedeeltelijk vernietigde oorspronkelijke certificaat wordt teruggevonden, zendt de titularis het oorspronkelijke certificaat terug naar de met afgifte van certificaten belaste autoriteit, die het resterende bedrag van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat onverwijld vrijgeeft.

2.   Een vervangingscertificaat of -uittreksel mag slechts éénmaal worden afgegeven en enkel voor de geldigheidsduur en voor de nog beschikbare hoeveelheid van het oorspronkelijke certificaat of uittreksel.

Een vervangingscertificaat of -uittreksel mag niet worden afgegeven indien voor het betrokken product de afgifte van certificaten of uittreksels is geschorst of indien het gaat om een certificaat in het kader van een tariefcontingent voor in- of uitvoer.

3.   De zekerheid voor het vervangingscertificaat wordt samen met de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat (indien het niet is teruggevonden) vrijgegeven overeenkomstig artikel 14.

4.   Wanneer het verzoek betrekking heeft op een gedeeltelijk of volledig vernietigd certificaat of uittreksel dat is afgegeven voor andere dan de in artikel 2, lid 1, onder a), en artikel 2, lid 2, onder a) van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

a)

de titularis of de cessionaris bewijst ten genoegen van de met afgifte van certificaten belaste autoriteit dat het certificaat of uittreksel volledig of gedeeltelijk is vernietigd;

b)

het vervangingscertificaat of -uittreksel wordt niet afgegeven indien de titularis of de cessionaris niet heeft aangetoond dat hij de nodige voorzorgen had genomen om de vernietiging van het certificaat of van het uittreksel te voorkomen of indien het door de titularis verschafte bewijs niet afdoende is;

c)

de voor het vervangingscertificaat of -uittreksel te stellen zekerheid bedraagt 150 % van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat, met een minimum van 3 EUR per 100 kg of per hectoliter of per stuk, rekening houdend met de op het moment van de vernietiging nog beschikbare hoeveelheid en, waar van toepassing, met de positieve tolerantie. Het resterende bedrag van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat mag worden gebruikt bij het stellen van de zekerheid voor het vervangingscertificaat. Indien het resterende bedrag van de zekerheid voor het oorspronkelijke certificaat groter is dan de zekerheid voor het vervangingscertificaat, rekening houdend met de nog beschikbare hoeveelheid, wordt het teveel onverwijld vrijgegeven.

5.   Wanneer vervangingscertificaten of -uittreksels worden afgegeven, stelt de met afgifte van certificaten belaste autoriteit de Commissie onverwijld in kennis van:

a)

het nummer van afgifte van vervangingscertificaten of -uittreksels evenals het nummer van afgifte van de vervangen certificaten of uittreksels;

b)

de betrokken producten met hun code van de gecombineerde nomenclatuur („GN-code”) en hun hoeveelheid.

De Commissie stelt de lidstaten daarvan in kennis.

6.   Wanneer een papieren certificaat of uittreksel verloren of vernietigd is en het verloren of vernietigde document geheel of gedeeltelijk is gebruikt, gelden de volgende bepalingen met als enig doel de vrijgave van de op het oorspronkelijke certificaat geregistreerde uitstaande zekerheid betreffende het in het vrije verkeer brengen of de uitvoer:

a)

de titularis of de cessionaris kan de met afgifte van certificaten belaste autoriteit verzoeken om afgifte van een duplicaatcertificaat of -uittreksel, dat op dezelfde wijze moet worden opgesteld en geviseerd als het oorspronkelijke document. Een duplicaatcertificaat of -uittreksel mag slechts eenmaal worden afgegeven;

b)

de met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan de titularis of de cessionaris een duplicaatcertificaat of -uittreksel verstrekken, waarbij op elk exemplaar duidelijk de vermelding „duplicaat” is aangebracht;

c)

het duplicaatcertificaat of -uittreksel wordt overgelegd aan de douaneautoriteit die bevoegd is voor de aangifte voor het vrije verkeer of voor uitvoer, waar die aangifte onder dekking van het verloren certificaat of uittreksel is aanvaard. Die douaneautoriteit neemt op het duplicaat de vermeldingen over betreffende de producten die in het kader van het oorspronkelijke certificaat of uittreksel in het vrije verkeer zijn gebracht of zijn uitgevoerd, en viseert het.

Artikel 16

Overmacht

1.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat die het certificaat of uittreksel heeft afgegeven, kan, rekening houdend met artikel 50 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie (23) een geval van overmacht erkennen en besluiten:

a)

hetzij tot de annulering van de in artikel 14, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde verplichting om de op het certificaat vermelde producten en de op het certificaat vermelde hoeveelheid tijdens de geldigheidsduur van het certificaat in het vrije verkeer te brengen of uit te voeren, waarbij dan de zekerheid wordt vrijgegeven, hetzij tot de verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat met de termijn die op grond van alle ter zake dienende omstandigheden nodig wordt geacht, zonder dat hierbij een termijn van 180 dagen na afloop van de oorspronkelijke geldigheidsduur van het certificaat wordt overschreden;

b)

hetzij tot de verlenging van de periode voor de indiening van het bewijs dat producten in het vrije verkeer zijn gebracht of uitgevoerd, als bedoeld in artikel 14, lid 6, van de onderhavige verordening, binnen de in dat artikel vastgestelde grenzen, zonder over te gaan tot gedeeltelijke verbeurdverklaring van de zekerheid.

Een krachtens punt a) genomen besluit geldt uitsluitend voor de hoeveelheid producten die als gevolg van het geval van overmacht niet in het vrije verkeer kon worden gebracht, respectievelijk uitgevoerd.

2.   In hun kennisgeving op grond van artikel 50, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 delen de bevoegde autoriteiten de Commissie mee om welke producten het gaat, samen met hun GN-code, en om welke hoeveelheden en geven daarbij aan of het gaat om in het vrije verkeer brengen of om uitvoer; ook geven ze aan of het een annulering van het certificaat of een verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat betreft dan wel een verlenging van de periode voor indiening van het bewijs dat producten in het vrije verkeer zijn gebracht of uitgevoerd, waarbij de nieuwe periode wordt vermeld. De Commissie stelt de andere bevoegde autoriteiten daarvan op de hoogte via haar specifieke website die toegankelijk is voor met de afgifte van certificaten belaste autoriteiten en voor douaneautoriteiten.

3.   Indien de titularis of de cessionaris hangende een besluit inzake overmacht verder gebruik wenst te maken van het certificaat voor de hoeveelheid waarvoor niet om erkenning van overmacht wordt verzocht, geeft de met afgifte van certificaten belaste autoriteit een uittreksel af voor die resterende hoeveelheid en vermeldt zij daarop de informatie als vastgesteld in de mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten voor landbouwproducten.

Dat uittreksel kan niet worden overgedragen.

Artikel 17

Informatie en kennisgevingen betreffende hennep

1.   Indien de in artikel 9, lid 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde werkzaamheden worden uitgevoerd in een andere lidstaat dan die waar de importeur is erkend voor de invoer van niet voor inzaai bestemd hennepzaad, zendt de autoriteit die de erkenning heeft verleend, de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat, met het oog op de controle van die werkzaamheden, een kopie van de door erkende importeurs ingediende documenten die betrekking hebben op de op diens grondgebied uitgevoerde werkzaamheden.

Indien bij de in artikel 9, lid 4, vierde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde controles onregelmatigheden aan het licht komen, deelt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat dit mee aan de met de verlening van erkenningen belaste autoriteit in de lidstaat waar de betrokken importeur erkend is.

2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de bepalingen die zijn vastgesteld voor de toepassing van artikel 9, leden 1, 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 en van artikel 9, lid 4, eerste, tweede en derde alinea, van die verordening.

Uiterlijk op 31 januari van elk jaar delen de bevoegde autoriteiten de Commissie de sancties of maatregelen mee die zijn genomen ingevolge in het voorafgaande verkoopseizoen geconstateerde onregelmatigheden.

De bevoegde autoriteiten verstrekken de Commissie de namen en adressen van de autoriteiten die belast zijn met de in artikel 9, lid 4, vierde alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde controles. De Commissie bezorgt deze namen en adressen aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.

Artikel 18

Kennisgevingen betreffende knoflook

De lidstaten stellen de Commissie elke week uiterlijk op woensdag in kennis van de totale hoeveelheden waarvoor een „B”-certificaat is afgegeven met betrekking tot aanvragen die de voorgaande week werden ontvangen.

De betrokken hoeveelheden worden uitgesplitst naar datum van indiening van de invoercertificaataanvraag, oorsprong en GN-code. Voor andere producten dan de in de afdelingen E en F van bijlage II vermelde knoflook wordt ook de naam van het product, als vermeld in vak 14 van de invoercertificaataanvraag, meegedeeld.

Artikel 19

Kennisgevingen betreffende invoercertificaten voor ethylalcohol uit landbouwproducten

1.   De lidstaten stellen de Commissie iedere donderdag, of — als deze op een feestdag valt — de eerste daaropvolgende werkdag, in kennis van de hoeveelheden van de in bijlage II, deel I, afdeling H, bedoelde producten waarvoor in de voorgaande week invoercertificaten zijn afgegeven, uitgesplitst naar GN-code en naar land van oorsprong.

2.   Indien een lidstaat van mening is dat de hoeveelheden waarvoor in die lidstaat invoercertificaten zijn aangevraagd, de markt dreigen te verstoren, brengt hij de Commissie daarvan onmiddellijk op de hoogte en deelt hij daarbij per soort product de betrokken hoeveelheden mee. De Commissie onderzoekt de situatie en stelt de lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 20

Uitwisseling van informatie en kennisgevingen aan de Commissie

1.   Voor zover dit voor de juiste toepassing van deze verordening nodig is, wisselen de bevoegde autoriteiten informatie uit over de certificaten en uittreksels, alsmede over de daarop betrekking hebbende onregelmatigheden en inbreuken.

2.   De bevoegde autoriteiten brengen de Commissie van de onregelmatigheden en inbreuken met betrekking tot deze verordening op de hoogte, zodra zij daarvan kennis hebben gekregen.

3.   De lidstaten delen de Commissie informatie mee over de URL van de autoriteiten die bevoegd zijn voor het ontvangen van aanvragen en voor de afgifte van certificaten en uittreksels als bedoeld in artikel 2, lid 2, en zij werken die informatie voortdurend bij en zenden ze zo nodig opnieuw toe. De Commissie maakt de betrokken URL's bekend op haar openbare website.

4.   De lidstaten verstrekken de Commissie eveneens afdrukken van de officiële stempels en, in voorkomend geval, de droogstempels van de betrokken autoriteiten. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan onmiddellijk in kennis op een beveiligde website die enkel voor de autoriteiten van de lidstaten toegankelijk is.

5.   De in deze verordening bedoelde kennisgevingen aan de Commissie worden verricht overeenkomstig Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie (24).

Artikel 21

Overgangsbepalingen

1.   De bevoegde autoriteiten mogen voor aanvragen en voor certificaten de papieren versies van de in artikel 17 van Verordening (EG) nr. 376/2008 vastgestelde modellen, als opgenomen in bijlage I bij die verordening, blijven gebruiken tot de bestaande voorraden uitgeput zijn. Aanvragen en certificaten die overeenkomstig artikel 3, lid 1, van de onderhavige verordening in een andere lidstaat zijn opgesteld volgens het model in bijlage I bij de onderhavige verordening, zijn in elk geval in elke fase van de procedure aanvaardbaar.

2.   Het in artikel 14, lid 4, onder b), en lid 5, bedoelde bewijs van het verlaten van het douanegebied van de Unie wordt aanvaard in alle gevallen waarin dat bewijs moest worden geleverd met behulp van het controle-exemplaar T5 als bedoeld in de artikelen 912 bis tot en met 912 octies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (25).

Artikel 22

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 6 november 2016.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 mei 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29).

(4)  Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie van 28 juli 2003 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst (PB L 189 van 29.7.2003, blz. 12).

(5)  Verordening (EG) nr. 2336/2003 van de Commissie van 30 december 2003 houdende vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 670/2003 van de Raad tot vaststelling van specifieke maatregelen betreffende de markt voor ethylalcohol uit landbouwproducten (PB L 346 van 31.12.2003, blz. 19).

(6)  Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24).

(7)  Verordening (EG) nr. 341/2007 van de Commissie van 29 maart 2007 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten en instelling van een stelsel van invoercertificaten en certificaten van oorsprong voor uit derde landen ingevoerde knoflook en bepaalde andere landbouwproducten (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 12).

(8)  Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10).

(9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 van de Commissie van 18 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten en tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorschriften inzake de vrijgave en de verbeurdverklaring van voor dergelijke certificaten gestelde zekerheden, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2535/2001, (EG) nr. 1342/2003, (EG) nr. 2336/2003, (EG) nr. 951/2006, (EG) nr. 341/2007 en (EG) nr. 382/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2390/98, (EG) nr. 1345/2005, (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 507/2008 van de Commissie (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(10)  Verordening (EG) nr. 2390/98 van de Commissie van 5 november 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1706/98 van de Raad ten aanzien van de regeling voor de invoer van bepaalde graansubstituten en verwerkte producten op basis van granen en rijst, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) of uit de landen en gebieden overzee (LGO), en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 2245/90 (PB L 297 van 6.11.1998, blz. 7).

(11)  Verordening (EG) nr. 1345/2005 van de Commissie van 16 augustus 2005 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoercertificatenregeling in de sector olijfolie (PB L 212 van 17.8.2005, blz. 13).

(12)  Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3).

(13)  Verordening (EG) nr. 507/2008 van de Commissie van 6 juni 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (PB L 149 van 7.6.2008, blz. 38).

(14)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(15)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

(16)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).

(17)  Mededeling inzake invoer- en uitvoercertificaten (PB C 278 van 30.7.2016).

(18)  Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1).

(19)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

(20)  Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).

(21)  http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/col/col_home.jsp?Lang=nl&Screen=0

(22)  http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/ecs/ecs_home.jsp?Lang=nl

(23)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).

(24)  Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie van 31 augustus 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de kennisgeving door de lidstaten aan de Commissie van de informatie en de documenten ter uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening, de regeling voor rechtstreekse betalingen, de afzetbevordering voor landbouwproducten en de regelingen voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3).

(25)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair wetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).


BIJLAGE I

IN ARTIKEL 2, LID 1, BEDOELD MODEL

GEBRUIKSAANWIJZING

1.

De certificaatformulieren hebben de vorm van een set bestaande uit, in deze volgorde, exemplaar nr. 1, exemplaar nr. 2, de aanvraag en de eventuele extra exemplaren van het certificaat.

De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan echter voorschrijven dat de aanvragers in plaats van de in de eerste alinea bedoelde set enkel de aanvraag invullen.

2.

Indien de hoeveelheid waarvoor het certificaat wordt afgegeven, op grond van een maatregel van de Unie, kleiner kan zijn dan de oorspronkelijk gevraagde hoeveelheid, worden de gevraagde hoeveelheid en het bedrag van de daarop betrekking hebbende zekerheid uitsluitend in de certificaataanvraag vermeld.

3.

De formulieren voor uittreksels van certificaten hebben de vorm van een set bestaande uit, in deze volgorde, exemplaar nr. 1 en exemplaar nr. 2.

4.

In vak 2 wordt de lidstaat van afgifte van het document aangegeven met de desbetreffende landcode. De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan nummers toevoegen ter identificatie van het document.

Lidstaat

Landcode

België

BE

Bulgarije

BG

Tsjechië

CZ

Denemarken

DK

Duitsland

DE

Estland

EE

Ierland

IE

Griekenland

EL

Spanje

ES

Frankrijk

FR

Kroatië

HR

Italië

IT

Cyprus

CY

Letland

LV

Litouwen

LT

Luxemburg

LU

Hongarije

HU

Malta

MT

Nederland

NL

Oostenrijk

AT

Polen

PL

Portugal

PT

Roemenië

RO

Slovenië

SI

Slowakije

SK

Finland

FI

Zweden

SE

Verenigd Koninkrijk

UK

5.

Op het moment van afgifte kunnen certificaten en uittreksels een door de met afgifte van certificaten belaste autoriteit toegekend afgiftenummer bevatten in vak 23 (uitvoercertificaat) of vak 25 (invoercertificaat).

6.

De aanvragen, certificaten en uittreksels worden met een schrijfmachine of elektronisch ingevuld.

7.

De met afgifte van certificaten belaste autoriteit kan toestaan dat de aanvragen met de hand worden ingevuld, met inkt en in hoofdletters.

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

Image

Tekst van het beeld

BIJLAGE II

DEEL I

CERTIFICAATVERPLICHTING — BIJ INVOER

Lijst van de in artikel 2, lid 1, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten

A.   Rijst (artikel 1, lid 2, onder b), van en bijlage I, deel II, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

1006 20

Gedopte rijst, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten

30 EUR/t

tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2

1006 30

Halfwitte of volwitte rijst, ook indien gepolijst of geglansd, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten

30 EUR/t

tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2

1006 40 00

Breukrijst, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten

1 EUR/t

tot het einde van de tweede maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2


B.   Suiker (artikel 1, lid 2, onder c), van en bijlage I, deel III, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

1701

Alle producten die worden ingevoerd in het kader van een andere preferentiële regeling dan een tariefcontingent (1)  (2)

20 EUR/t

tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2


C.   Zaaizaad (artikel 1, lid 2, onder e), van en bijlage I, deel V, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

ex 1207 99 20

Zaaizaad voor de inzaai van henneprassen

 (3)

tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald


D.   Vlas en hennep (artikel 1, lid 2, onder h), van en bijlage I, deel VIII, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

5302 10 00

Hennep, ruw of geroot

 (4)

tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald


E.   Groenten en fruit (artikel 1, lid 2, onder i), van en bijlage I, deel IX, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

0703 20 00

Knoflook, vers of gekoeld, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (5)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2

ex 0703 90 00

Andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (5)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2


F.   Verwerkte groenten en verwerkt fruit (artikel 1, lid 2, onder j), van en bijlage I, deel X, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

ex 0710 80 95

Knoflook (6) en Allium ampeloprasum, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (7)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2

ex 0710 90 00

Mengsels van groenten die knoflook (6) en/of Allium ampeloprasum bevatten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (7)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2

ex 0711 90 80

Knoflook (6) en Allium ampeloprasum, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (7)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2

ex 0711 90 90

Mengsels van groenten die knoflook (6) en/of Allium ampeloprasum bevatten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (7)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2

ex 0712 90 90

Gedroogde knoflook (6) en Allium ampeloprasum en mengsels van gedroogde groenten die knoflook (6) en/of Allium ampeloprasum bevatten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid, met inbegrip van producten die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 2, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde tariefcontingenten (7)

50 EUR/t

drie maanden vanaf de dag van afgifte overeenkomstig artikel 7, lid 2


G.   Andere producten (artikel 1, lid 2, onder x), van en bijlage I, deel XXIV, afdeling 1, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

1207 99 91

Hennepzaad, ander dan voor zaaidoeleinden

 (8)

tot het einde van de zesde maand volgende op de maand van de dag van de feitelijke afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2, tenzij door de lidstaten anders is bepaald


H.   Ethylalcohol uit landbouwproducten (artikel 1, lid 2, onder u), van en bijlage I, deel XXI, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

ex 2207 10 00

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol. of meer, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 EUR/hl

tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2

ex 2207 20 00

Ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 EUR/hl

tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2

ex 2208 90 91

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol., verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 EUR/hl

tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2

ex 2208 90 99

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol., verkregen uit in bijlage I bij het Verdrag vermelde landbouwproducten

1 EUR/hl

tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2

DEEL II

CERTIFICAATVERPLICHTING BIJ UITVOER

Lijst van de in artikel 2, lid 2, onder a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 bedoelde producten

A.   Rijst (artikel 1, lid 2, onder b), van en bijlage I, deel II, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

1006 20

Gedopte rijst

3 EUR/t

tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2

1006 30

Halfwitte of volwitte rijst, ook indien gepolijst of geglansd

3 EUR/t

tot het einde van de vierde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat in de zin van artikel 7, lid 2


B.   Suiker (artikel 1, lid 2, onder c), van en bijlage I, deel III, bij Verordening (EU) nr. 1308/2013)

GN-code

Beschrijving

Bedrag van de zekerheid

Geldigheidsduur

1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm (9)

11 EUR/100 kg

tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 (10)

1702 60 95

1702 90 95

Andere suiker in vaste vorm en suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen, met uitzondering van lactose, glucose, maltodextrine en isoglucos (9)

4,2 EUR/100 kg

tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 (10)

2106 90 59

Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen, andere dan stroop van isoglucose, van lactose, van glucose en van maltodextrine (9)

4,2 EUR/100 kg

tot het einde van de derde maand volgende op de maand van de dag van afgifte van het certificaat overeenkomstig artikel 7, lid 2 (10)


(1)  De certificaatverplichting bij invoer is van toepassing tot en met 30 september 2017.

(2)  Met uitzondering van de invoer van preferentiële suiker van GN-code 1701 99 10 van oorsprong uit de Republiek Moldavië als bedoeld in Besluit 2014/492/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (PB L 260 van 30.8.2014, blz. 1) en de preferentiële invoer van suiker van GN-code 1701 van oorsprong uit Georgië als bedoeld in Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 1).

(3)  Er wordt geen zekerheid geëist.

(4)  Er wordt geen zekerheid geëist.

(5)  De certificaatverplichting bij invoer is van toepassing tot en met 30 september 2017.

(6)  Het betreft tevens producten waarbij het woord „knoflook” slechts een onderdeel is van de benaming. Voorbeelden daarvan, niet als limitatieve opsomming bedoeld, zijn „soloknoflook”, „olifantenknoflook”, „éénteensknoflook” en „reuzenknoflook”.

(7)  De certificaatverplichting bij invoer is van toepassing tot en met 30 september 2017.

(8)  Er wordt geen zekerheid geëist.

(9)  De certificaatverplichting bij uitvoer is van toepassing tot en met 30 september 2017.

(10)  Voor hoeveelheden van ten hoogste 10 t mag de betrokkene niet meer dan één dergelijk certificaat per uitvoertransactie gebruiken.