20.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 13/46


VERORDENING (EU) 2016/56 VAN DE COMMISSIE

van 19 januari 2016

tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van extracten van rozemarijn (E 392) in smeerbare vetproducten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (1), en met name artikel 10, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 is een EU-lijst vastgesteld van voor gebruik in levensmiddelen goedgekeurde levensmiddelenadditieven en van de gebruiksvoorwaarden daarvoor.

(2)

Die lijst kan volgens de uniforme procedure van artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2) hetzij op initiatief van de Commissie, hetzij ingevolge een aanvraag worden bijgewerkt.

(3)

Op 18 april 2013 is een aanvraag ingediend voor de goedkeuring van het gebruik van extracten van rozemarijn (E 392) als antioxidant in smeerbare vetproducten, d.w.z. in levensmiddelen van categorie 02.2.2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008. Deze aanvraag is vervolgens door de Commissie toegankelijk gemaakt voor de lidstaten overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1331/2008.

(4)

Volgens de aanvraag is het gebruik van extracten van rozemarijn (E 392) nodig om, door bescherming tegen bederf door oxidatie, de kwaliteit en de stabiliteit te bewaren van smeerbare vetproducten met een vetgehalte van minder dan 80 % waarin het aandeel meervoudig onverzadigde vetzuren hoger is dan 15 % m/m van het totale vetzuurgehalte en/of waarin het aandeel visolie of algenolie hoger is dan 2 % m/m van het totale vetzuurgehalte.

(5)

Op 7 maart 2008 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een advies (3) goedgekeurd over het gebruik van extracten van rozemarijn als levensmiddelenadditief. Op grond van de onder gebruikmaking van de NOAEL's (4) uit de verschillende studies geïdentificeerde veiligheidsmarges, waarbij de NOAEL's over het algemeen de hoogste geteste dosisniveaus waren, en onder gebruikmaking van de voorzichtige schattingen van de blootstelling via de voeding, is geconcludeerd dat het gebruik van extracten van rozemarijn, als beschreven in dat wetenschappelijke advies, voor de voorgestelde gebruiksdoeleinden en gebruiksniveaus geen veiligheidsproblemen oplevert. Het gebruik van extracten van rozemarijn (E 392) in smeerbare vetproducten was niet opgenomen in dat advies.

(6)

Op 7 mei 2015 heeft de EFSA een advies (5) uitgebracht over de uitbreiding van het gebruik van extracten van rozemarijn (E 392) in smeerbare vetproducten. Bij de beoordeling werd rekening gehouden met de consumptie van vetemulsies met een vetgehalte van minder dan 80 %. De EFSA heeft geconcludeerd dat de voorgestelde uitbreiding van het gebruik de geschatte blootstelling aan het levensmiddelenadditief niet zou veranderen in vergelijking met het reeds toegestane gebruik en dat de conclusies van het advies van 7 maart 2008 geldig blijven.

(7)

Daarom moet het gebruik van extracten van rozemarijn (E 392) als antioxidant in smeerbare vetproducten met een vetgehalte van minder dan 80 %, levensmiddelencategorie 02.2.2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, worden goedgekeurd.

(8)

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 januari 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16.

(2)  Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma's (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 1).

(3)  EFSA Journal (2008) 721, blz. 1-29.

(4)  NOAEL (No Observed Adverse Effect Level) — dosis of concentratie van een geteste stof waarbij geen schadelijk effect wordt gevonden.

(5)  EFSA Journal 2015;13(5):4090.


BIJLAGE

Deel E van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008, levensmiddelencategorie 02.2.2 „Andere emulsies van oliën en vetten, inclusief smeerbare producten als omschreven in Verordening (EG) nr. 1234/2007 en vloeibare emulsies”, wordt als volgt gewijzigd:

a)

na de vermelding voor additief E 385 wordt de volgende vermelding ingevoegd:

 

„E 392

Extracten van rozemarijn

100

(41) (46)

alleen smeerbare vetproducten met een vetgehalte van minder dan 80 %”

b)

na voetnoot 4 worden de volgende voetnoten toegevoegd:

 

 

„(41):

Uitgedrukt op vetbasis.

 

 

(46):

Uitgedrukt als de som van carnosol en carnosinezuur.”