22.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 314/11


RICHTLIJN (EU) 2016/2037 VAN DE COMMISSIE

van 21 november 2016

tot wijziging van Richtlijn 75/324/EEG van de Raad inzake de maximaal toelaatbare druk van aerosols en teneinde de etiketteringsvoorschriften ervan aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 75/324/EEG van de Raad van 20 mei 1975 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aerosols (1), en met name artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 75/324/EEG stelt voorschriften vast voor het in de handel brengen van aerosols. Zij harmoniseert de veiligheidseisen, met inbegrip van die met betrekking tot de nominale capaciteit, het afvullen en andere drukrisico's en etiketteringsvoorschriften, van aerosols die binnen haar werkingssfeer vallen en die in de handel zijn gebracht overeenkomstig de bepalingen van die richtlijn.

(2)

De recente technische vooruitgang en innovatie hebben geleid tot de ontwikkeling van aerosols met innovatieve niet-ontvlambare drijfgassen, waaronder met name samengeperste gassen zoals stikstof, lucht of kooldioxide. De ontwikkeling van aerosols met niet-ontvlambare drijfgassen wordt echter beperkt door de thans overeenkomstig Richtlijn 75/324/EEG geldende maximaal toelaatbare druk voor aerosols, als gevolg van de negatieve uitwerking die dit maximum heeft op de doeltreffendheid van de verstuiving van deze aerosols tijdens de levensduur ervan. Meer in het bijzonder leidt de drukdaling tijdens gebruik van dergelijke aerosols tot een minder efficiënte benutting van de inhoud en een duidelijke verslechtering van de prestaties ervan.

(3)

Bij Richtlijn 2008/47/EG van de Commissie (2) is de maximaal toelaatbare druk van aerosols met niet-ontvlambare drijfgassen verhoogd van 12 tot 13,2 bar; dit was destijds de maximumdruk waarbij de veiligheid gegarandeerd kon worden. Verdere technische vooruitgang en innovatie maakt het echter mogelijk dat maximum opnieuw bij te stellen zonder afbreuk te doen aan de veiligheid van de betrokken aerosols. Het is derhalve mogelijk om een nieuwe verhoging toe te staan, met het oog op een verbetering van de afgiftesnelheid en de kwaliteit van de op de markt gebrachte aerosols, waardoor de consument een ruimere en effectievere keuze heeft.

(4)

De verhoging van de toelaatbare druk van aerosols met een niet-ontvlambare drijfgas moet zorgen voor een ruimere keuze voor producenten en dus de mogelijkheid om dergelijke aerosols voor andere toepassingen te gebruiken. Dit zou het mogelijk maken zoveel mogelijk over te schakelen van ontvlambare naar niet-ontvlambare drijfgassen, de efficiëntie en milieuprestaties van aerosols te verbeteren en tegelijkertijd de huidige veiligheidsniveaus, zoals voorzien in Richtlijn 75/324/EEG, te handhaven.

(5)

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) harmoniseert de indeling en etikettering van stoffen en mengsels in de Unie. Hoewel de etiketteringsvoorschriften van Richtlijn 75/324/EEG reeds aan die verordening zijn aangepast bij Richtlijn 2013/10/EU van de Commissie (4), is een verdere aanpassing nodig om rekening te houden met de latere bij Verordening (EU) nr. 487/2013 van de Commissie (5) doorgevoerde wijzigingen. Het is daarom passend om te zorgen voor meer juridische duidelijkheid en samenhang met de etiketteringsvoorschriften van Verordening (EG) nr. 1272/2008 zonder echter nieuwe verplichtingen op te leggen.

(6)

Richtlijn 75/324/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

Het is niet nodig een overgangsperiode vast te stellen, aangezien de verhoging van de maximaal toelaatbare druk van aerosols met niet-ontvlambare drijfgassen niet zou leiden tot nieuwe verplichtingen voor fabrikanten, maar alleen een extra mogelijkheid biedt als gebruik wordt gemaakt van niet-ontvlambare drijfgassen.

(8)

Er moet op worden toegezien dat de nieuwe wetgeving vanaf dezelfde datum van toepassing is voor alle lidstaten, ongeacht de datum van omzetting.

(9)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijn betreffende aerosols,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 75/324/EEG

De bijlage bij Richtlijn 75/324/EEG wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt 2.2 wordt vervangen door:

„2.2.   Etikettering

Onverminderd Verordening (EG) nr. 1272/2008 moet op elke aerosol de volgende duidelijk leesbare en onuitwisbare vermelding worden aangebracht:

a)

wanneer de aerosol is ingedeeld als niet-ontvlambaar volgens de criteria van punt 1.9, het signaalwoord „Waarschuwing” en de andere etiketteringselementen voor aerosolen van categorie 3 zoals vastgesteld in tabel 2.3.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;

b)

wanneer de aerosol is ingedeeld als ontvlambaar volgens de criteria van punt 1.9, het signaalwoord „Waarschuwing” en de andere etiketteringselementen voor aerosolen van categorie 2 zoals vastgesteld in tabel 2.3.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;

c)

wanneer de aerosol is ingedeeld als zeer licht ontvlambaar volgens de criteria van punt 1.9, het signaalwoord „Gevaar” en de andere etiketteringselementen voor aerosolen van categorie 1 zoals vastgesteld in tabel 2.3.1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;

d)

wanneer de aerosol een consumentenproduct is, de voorzorgsmaatregel P102 die is vastgelegd in deel 1, tabel 6.1, van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;

e)

eventuele aanvullende waarschuwingen voor het gebruik waarbij de gebruiker wordt gewezen op de specifieke gevaren van het product; indien bij de aerosol afzonderlijke instructies zijn gevoegd, moeten daarin ook de aanvullende waarschuwingen voor het gebruik zijn opgenomen.”;

b)

punt 3.1.2 wordt vervangen door:

„3.1.2

Bij 50 °C mag, afhankelijk van de gasinhoud van de aerosol, de druk in de aërosol niet hoger zijn dan de waarden in de onderstaande tabel:

Gasinhoud

Druk bij 50 °C

Vloeibare gas of gasmengsels die bij 20 °C en een standaarddruk van 1,013 bar een ontvlambaarheidsinterval met lucht hebben

12 bar

Vloeibare gas of gasmengsels die bij 20 °C en een standaarddruk van 1,013 bar geen ontvlambaarheidsinterval met lucht hebben

13,2 bar

Samengeperste gassen of onder druk opgeloste gassen die bij 20 °C en een standaarddruk van 1,013 bar geen ontvlambaarheidsinterval met lucht hebben

15 bar”

Artikel 2

Omzetting

1.   De lidstaten stellen uiterlijk op 12 december 2017 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen, en maken deze bekend. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 12 februari 2018.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De lidstaten bepalen hoe deze verwijzing geschiedt.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 21 november 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 147 van 9.6.1975, blz. 40.

(2)  Richtlijn 2008/47/EG van de Commissie van 8 april 2008 tot wijziging, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang, van Richtlijn 75/324/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aerosols (PB L 96 van 9.4.2008, blz. 15).

(3)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

(4)  Richtlijn 2013/10/EU van de Commissie van 19 maart 2013 tot wijziging van Richtlijn 75/324/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende aerosols teneinde de etiketteringsvoorschriften ervan aan te passen aan Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels (PB L 77 van 20.3.2013, blz. 20).

(5)  Verordening (EU) nr. 487/2013 van de Commissie van 8 mei 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, met het oog op de aanpassing aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang (PB L 149 van 1.6.2013, blz. 1).