5.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 91/40 |
Rectificatie van Richtlijn (EU) 2016/1919 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende rechtsbijstand voor verdachten en beklaagden in strafprocedures en voor gezochte personen in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel
( Publicatieblad van de Europese Unie L 297 van 4 november 2016 )
Bladzijde 7, artikel 10, leden 1 en 2:
in plaats van:
„1. De lidstaten zenden de Commissie uiterlijk 25 mei 2021 en vervolgens om de drie jaar, beschikbare gegevens toe over de wijze waarop de in deze richtlijn vastgestelde rechten ten uitvoer zijn gelegd.
2. De Commissie brengt uiterlijk 25 mei 2022 en vervolgens om de drie jaar, aan het Europees Parlement en aan de Raad verslag uit over de toepassing van deze richtlijn. In dit verslag beoordeelt de Commissie de toepassing van deze richtlijn op het gebied van het recht op rechtsbijstand in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel.”,
lezen:
„1. De lidstaten zenden de Commissie uiterlijk 5 mei 2021 en vervolgens om de drie jaar, beschikbare gegevens toe over de wijze waarop de in deze richtlijn vastgestelde rechten ten uitvoer zijn gelegd.
2. De Commissie brengt uiterlijk 5 mei 2022 en vervolgens om de drie jaar, aan het Europees Parlement en aan de Raad verslag uit over de toepassing van deze richtlijn. In dit verslag beoordeelt de Commissie de toepassing van deze richtlijn op het gebied van het recht op rechtsbijstand in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel.”.
Bladzijde 8, artikel 12, lid 1:
in plaats van:
„1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 25 mei 2019 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.”,
lezen:
„1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 5 mei 2019 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.”.