12.12.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 336/7


BESLUIT (GBVB) 2016/2231 VAN DE RAAD

van 12 december 2016

tot wijziging van Besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 20 december 2010 heeft de Raad Besluit 2010/788/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Op 17 oktober 2016 heeft de Raad conclusies aangenomen waarin diepe bezorgdheid wordt geuit over de politieke situatie in de Democratische Republiek Congo (DRC). In het bijzonder veroordeelde hij met klem het extreme geweld dat op 19 en 20 september in Kinshasa had plaatsgevonden en wees hij erop dat dit de impasse waarin het land zich reeds bevond doordat de kiezers niet binnen de grondwettelijke termijn (20 december 2016) waren opgeroepen voor de presidentsverkiezingen, nog had verergerd.

(3)

De Raad onderstreepte dat de regering van de DRC, met het oog op het scheppen van een gunstig klimaat voor dialoog en het houden van verkiezingen, duidelijk moet toezeggen dat zij ervoor zal zorgen dat de mensenrechten en de rechtsstaat worden geëerbiedigd en dat zij moet ophouden justitie als politiek instrument te gebruiken. Ook drong hij er bij alle actoren op aan het gebruik van geweld af te wijzen.

(4)

De Raad toonde zich tevens bereid gebruik te maken van alle middelen waarover hij beschikt, waaronder beperkende maatregelen tegen diegenen die ernstige mensenrechtenschendingen op hun geweten hebben, die oproepen tot geweld of die een obstakel vormen voor een breed gedragen en vreedzame oplossing voor de crisis waarbij de wens van de bevolking van de DRC om haar eigen vertegenwoordigers te kiezen, wordt geëerbiedigd.

(5)

Besluit 2010/788/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

(6)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is een bijkomend optreden van de Unie vereist,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2010/788/GBVB van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3 wordt vervangen door:

„Artikel 3

1.   De in artikel 4, lid 1, en artikel 5, leden 1 en 2, voorziene beperkende maatregelen worden opgelegd aan personen en entiteiten die door het Sanctiecomité zijn aangewezen als betrokken bij of steun verlenend aan handelingen die de vrede, stabiliteit of veiligheid van de DRC ondermijnen. Dergelijke handelingen omvatten:

a)

het schenden van het wapenembargo en de aanverwante maatregelen als genoemd in artikel 1;

b)

actief zijn als politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de DRC opereren en de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren;

c)

actief zijn als politieke en militaire leiders van Congolese milities, waaronder degenen die steun van buiten de DRC ontvangen, die de deelneming van hun strijders aan het ontwapenings-, demobilisatie- en re-integratieproces belemmeren;

d)

het in strijd met het vigerende internationale recht rekruteren of gebruiken van kinderen in gewapende conflicten in de DRC;

e)

betrokkenheid bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen in de DRC die inhouden dat mensenrechten worden misbruikt of geschonden of, naargelang het geval, het internationale humanitaire recht wordt geschonden, daaronder begrepen handelingen gericht tegen burgers, onder meer met het oog op doding of verminking, verkrachting en ander seksueel geweld, ontvoering of gedwongen verplaatsing, en aanvallen op scholen en ziekenhuizen;

f)

het belemmeren van de toegang tot of de verdeling van humanitaire hulp in de DRC;

g)

het steunen van personen of entiteiten, waaronder gewapende groeperingen of criminele netwerken, die betrokken zijn bij destabiliserende activiteiten in de DRC via illegale exploitatie van of handel in natuurlijke bronnen, zoals goud of wilde dieren of van wilde dieren afkomstige producten;

h)

het handelen namens of onder leiding van een op een lijst geplaatste persoon of entiteit, dan wel namens of onder leiding van een entiteit die eigendom is van of onder zeggenschap staat van een aangewezen persoon of entiteit;

i)

het plannen, aansturen of steunen van aanvallen tegen vredeshandhavers van MONUSCO of personeel van de Verenigde Naties of aan die aanvallen deelnemen;

j)

het verlenen van financiële, materiële of technologische steun voor of het verstrekken van goederen of diensten aan een aangewezen persoon of entiteit.

De onder dit lid vallende betrokken personen en entiteiten staan op de lijst in bijlage I.

2.   De in artikel 4, lid 1, en artikel 5, leden 1 en 2, genoemde beperkende maatregelen worden opgelegd aan personen en entiteiten die:

a)

een breed gedragen en vreedzame oplossing voor verkiezingen in de DRC belemmeren, onder meer door daden van geweld, onderdrukking of aanzetten tot geweld, of door ondermijning van de rechtsstaat;

b)

betrokken zijn bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen of misbruik van de mensenrechten in de DRC inhouden;

c)

banden hebben met de onder a) en b) bedoelde personen en entiteiten;

op de lijst in bijlage II.”.

2)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

1.   De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied van de in artikel 3 bedoelde personen te beletten.

2.   Lid 1 verplicht lidstaten niet de binnenkomst op hun grondgebied van eigen onderdanen te weigeren.

3.   Met betrekking tot in artikel 3, lid 1, bedoelde personen is lid 1 van dit artikel niet van toepassing:

a)

wanneer het Sanctiecomité vooraf en per geval bepaalt dat de binnenkomst of doorreis op humanitaire gronden, die ook een geloofsplicht kunnen inhouden, gewettigd is;

b)

wanneer het Sanctiecomité concludeert dat een ontheffing zou bijdragen aan de doelstellingen van de betrokken resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, te weten vrede en nationale verzoening in de DRC en stabiliteit in de regio;

c)

wanneer het Sanctiecomité vooraf en per geval toestemming geeft voor de doorreis van personen die terugkeren naar het grondgebied van de staat waarvan zij onderdaan zijn of die deelnemen aan inspanningen om plegers van ernstige schendingen van de mensenrechten of het internationale humanitaire recht voor de rechter te brengen, of

d)

wanneer binnenkomst of doorreis noodzakelijk is in verband met een gerechtelijk proces.

In de gevallen waarin een lidstaat krachtens dit lid machtiging verleent tot binnenkomst in of doorreis via zijn grondgebied van door het Sanctiecomité aangewezen personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor zij is verleend en alleen voor de personen waarop zij betrekking heeft.

4.   Met betrekking tot in artikel 3, lid 2, bedoelde personen laat lid 1 van dit artikel de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

a)

als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

b)

als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

c)

krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent, of

d)

krachtens het Concordaat van 1929 (Verdrag van Lateranen) dat tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië werd gesloten.

5.   Lid 4 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

6.   Wanneer een lidstaat een ontheffing verleent krachtens lid 4 of lid 5, dan informeert hij de Raad daaromtrent naar behoren.

7.   Met betrekking tot in artikel 3, lid 2, bedoelde personen kunnen de lidstaten ontheffingen van de krachtens lid 1 van dit artikel opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om intergouvernementele vergaderingen, door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen, vergaderingen waarvoor de Unie als gastheer optreedt of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van de beperkende maatregelen, waaronder de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat, in de DRC rechtstreeks worden bevorderd.

8.   Een lidstaat die de in lid 7 bedoelde ontheffing wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De ontheffing wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij een of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde ontheffing schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien een of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad, met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen, besluiten de voorgestelde ontheffing te verlenen.

9.   Wanneer een lidstaat krachtens lid 4, 5, 6, 7 of 8 machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de op de lijst in bijlage II geplaatste personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de rechtstreeks daarbij betrokken personen.”.

3)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

1.   Alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die rechtstreeks of onrechtstreeks in bezit zijn of onder zeggenschap staan van de in artikel 3 bedoelde personen of entiteiten, of die worden gehouden door entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap rechtstreeks of onrechtstreeks berust bij die personen of entiteiten, dan wel bij personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, als genoemd in de bijlagen I en II, worden bevroren.

2.   Tegoeden, andere financiële activa of economische middelen worden rechtstreeks noch onrechtstreeks aan of ten behoeve van de in lid 1 bedoelde personen of entiteiten ter beschikking gesteld.

3.   Met betrekking tot in artikel 3, lid 1, bedoelde personen en entiteiten mogen lidstaten ontheffingen van de in de leden 1 en 2 genoemde maatregelen toestaan voor tegoeden of andere financiële activa en economische middelen die:

a)

noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten, overeenkomstig het nationaal recht, voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of andere financiële activa en economische middelen;

d)

noodzakelijk zijn ter dekking van uitzonderlijke uitgaven, na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité en goedkeuring door dit comité, of

e)

het voorwerp zijn van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht of uitspraak; in dat geval kunnen de tegoeden, andere financiële activa en economische middelen worden gebruikt om het retentierecht uit te oefenen of de uitspraak ten uitvoer te leggen mits het retentierecht of de uitspraak vóór de aanwijzing van de betrokken persoon of entiteit door het Sanctiecomité is ingegaan, respectievelijk is gedaan, en niet ten goede komt aan een in artikel 3 genoemde persoon of entiteit, een en ander na kennisgeving door de betrokken lidstaat aan het Sanctiecomité.

4.   De in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde ontheffingen kunnen worden verleend na kennisgeving aan het Sanctiecomité door de betrokken lidstaat van zijn voornemen om, waar van toepassing, toestemming te verlenen voor de toegang tot dergelijke tegoeden, andere financiële activa en economische middelen en bij uitblijven van een negatief besluit van het Sanctiecomité binnen vier werkdagen na deze kennisgeving.

5.   Met betrekking tot in artikel 3, lid 2, bedoelde personen en entiteiten kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend acht, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van personen en entiteiten en de afhankelijke gezinsleden van deze natuurlijke personen, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het louter houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit, ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis heeft gesteld van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

6.   In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen voor op de lijst in bijlage II geplaatste personen en entiteiten indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de persoon of entiteit op de lijst in bijlage II is geplaatst, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing;

b)

de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die bij een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van dergelijke vorderingen;

c)

de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in bijlage I of II geplaatste persoon of entiteit, en

d)

de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

7.   Ten aanzien van op de lijst in bijlage II geplaatste personen en entiteiten kunnen er ook uitzonderingen worden gemaakt voor tegoeden en economische middelen die noodzakelijk zijn voor humanitaire doeleinden, zoals de verlening of het vergemakkelijken van de verlening van hulp, met inbegrip van medicijnen en levensmiddelen, of de overbrenging van humanitaire werkers en daarmee verband houdende hulp, of voor evacuatie uit de DRC.

8.   De leden 1 en 2 beletten een op de lijst in bijlage II geplaatste persoon of entiteit niet betalingen te verrichten uit hoofde van een overeenkomst die is gesloten vóór de datum waarop de persoon of entiteit op die lijst werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een op de lijst in bijlage I of II geplaatste persoon of entiteit.

9.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen;

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop beperkende maatregelen op de betrokken rekeningen van toepassing werden, of

c)

in artikel 3, lid 2, bedoelde betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing die in de Unie is gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.”.

4)

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   De Raad wijzigt de lijst in bijlage I op basis van de vaststellingen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité.

2.   Op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid stelt de Raad de lijst in bijlage II vast en past hij deze aan.”.

5)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

1.   Wanneer de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité een persoon of entiteit op de lijst plaatst, neemt de Raad die persoon of entiteit op in bijlage I. De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

2.   De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van het in artikel 6, lid 2, bedoelde besluit en de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat de betrokken persoon of entiteit daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit daarvan op de hoogte.”.

6)

Artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

1.   Bijlage I vermeldt de door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité opgegeven redenen waarom personen of entiteiten op de lijst zijn geplaatst.

2.   Bijlage I bevat tevens, wanneer beschikbaar, door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of het Sanctiecomité verstrekte informatie die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. Bijlage I bevat tevens de datum van aanwijzing door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties of door het Sanctiecomité.

3.   Bijlage II vermeldt de redenen waarom de daarin opgenomen betrokken personen en entiteiten op de lijst zijn geplaatst.

4.   Bijlage II bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken personen of entiteiten. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.”.

7)

Artikel 9 wordt vervangen door:

„Artikel 9

1.   Dit besluit wordt zo nodig herzien, gewijzigd of ingetrokken, met name in het licht van de toepasselijke besluiten van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

2.   De in artikel 3, lid 2, bedoelde maatregelen zijn van toepassing tot en met 12 december 2017. Zij worden zo nodig verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn bereikt.”.

8)

De bijlage bij besluit 2010/788/GBVB wordt bijlage I en de opschriften in die bijlage worden vervangen door „a) Lijst van personen als bedoeld in artikel 3, lid 1”, en „b) Lijst van entiteiten als bedoeld in artikel 3, lid 1”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 12 december 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit 2010/788/GBVB van de Raad van 20 december 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB (PB L 336 van 21.12.2010, blz. 30).


BIJLAGE

De volgende bijlage wordt toegevoegd:

„BIJLAGE II

LIJST VAN PERSONEN EN ENTITEITEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3, LID 2

A.   PERSONEN

 

Naam

Identificatiegegevens

Motivering

Datum van opneming op de lijst

1.

Ilunga Kampete

alias Gaston Hughes Ilunga Kampete; alias Hugues Raston Ilunga Kampete.

Geboren op 24.11.1964 in Lubumbashi, militair identiteitsnr.: 1-64-86-22311-29. Nationaliteit: DRC.

Als bevelhebber van de Republikeinse Garde (GR) was Ilunga Kampete verantwoordelijk voor de eenheden van de GR die werden gebruikt op de grond en was hij betrokken bij het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ilunga Kampete derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

12.12.2016

2.

Gabriel Amisi Kumba

alias Gabriel Amisi Nkumba; alias „Tango Fort”; alias „Tango Four”.

Geboren op 28.5.1964 in Malela, militair identiteitsnr.: 1-64-87-77512-30. Nationaliteit: DRC.

Bevelhebber van de 1e defensiezone van het Congolese leger (FARDC) waarvan de manschappen deelnamen aan het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Gabriel Amisi Kumba derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

12.12.2016

3.

Ferdinand Ilunga Luyoyo

Geboren op 8.3.1973 in Lubumbashi.

Paspoortnr.: OB0260335 (geldig van 15.4.2011 tot en met 14.4.2016). Nationaliteit: DRC.

Als bevelhebber van de oproerbestrijdingsinstantie Légion nationale d'intervention van de Congolese nationale politie (PNC) was Ferdinand Ilunga Luyoyo verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Ferdinand Ilunga Luyoyo derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

12.12.2016

4.

Celestin Kanyama

alias Kanyama Tshisiku Celestin; alias Kanyama Celestin Cishiku Antoine, alias Kanyama Cishiku Bilolo Célestin, alias Esprit de mort.

Geboren op 4.10.1960 in Kananga. Nationaliteit: DRC. Paspoortnr.: OB0637580 (geldig van 20.5.2014 tot en met 19.5.2019).

Aan hem werd Schengenvisum nr. 011518403 verleend, afgegeven op 2.7.2016.

Als commissaris van de PNC in Kinshasa was Celestin Kanyama verantwoordelijk voor het buitensporig gebruik van geweld en de gewelddadige repressie in september 2016 in Kinshasa. In deze hoedanigheid was Celestin Kanyama derhalve betrokken bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen die ernstige schendingen vormen van de mensenrechten in de DRC.

12.12.2016

5.

John Numbi

alias John Numbi Banza Tambo; alias John Numbi Banza Ntambo; alias Tambo Numbi.

Geboren op 16.8.1962 in Jadotville-Likasi-Kolwezi. Nationaliteit: DRC.

Als voormalig nationaal inspecteur-generaal van de Congolese nationale politie is John Numbi nog altijd een invloedrijke persoon die met name betrokken was bij de campagne van gewelddadige intimidatie tijdens de gouverneursverkiezingen in maart 2016 in de vier provincies van ex-Katanga in de DRC, en als zodanig is hij verantwoordelijk voor het belemmeren van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC.

12.12.2016

6.

Roger Kibelisa

alias Roger Kibelisa Ngambaswi.

Nationaliteit: DRC.

Als directeur binnenlandse zaken van ANR is Roger Kibelisa betrokken bij de intimidatiecampagne die is gevoerd door personeelsleden van de ANR tegen leden van de oppositie, waaronder willekeurige arrestaties en detenties. Roger Kibelisa heeft derhalve de rechtsstaat ondermijnd en een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC belemmerd.

12.12.2016

7.

Delphin Kaimbi

alias Delphin Kahimbi Kasagwe; alias Delphin Kayimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Kasangwe; alias Delphin Kahimbi Demba Kasangwe; alias Delphin Kasagwe Kahimbi.

Geboren op 15.1.1969 (of: 15.7.1969) in Kiniezire/Goma. Nationaliteit: DRC. Diplomatiek paspoort nr. DB0006669 (geldig van 13.11.2013 tot en met 12.11.2018).

Hoofd van de militaire inlichtingendienst (ex-DEMIAP), lid van het Centrum voor Nationale Operaties, de structuur voor leiding en controle die verantwoordelijk is voor willekeurige arrestaties en detenties en gewelddadige onderdrukking in Kinshasa in september 2016 en voor manschappen die deelnamen aan intimidatie en willekeurige arrestaties, hetgeen een belemmering vormt van een op consensus gebaseerde en vreedzame oplossing op weg naar verkiezingen in de DRC.

12.12.2016

B.   ENTITEITEN”.