|
1.11.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 296/21 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/1918 VAN DE COMMISSIE
van 28 oktober 2016
betreffende bepaalde beschermende maatregelen met betrekking tot Chronic Wasting Disease
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 6815)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (1), met name artikel 4,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 999/2001 bepaalt dat de vrijwaringsmaatregelen met betrekking tot overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's) door de Commissie kunnen worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen en definities van artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad (2). |
|
(2) |
Overeenkomstig bijlage I, deel I, punt 1.1.2, bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”) (3) is artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG niet van toepassing ten behoeve van de EER-overeenkomst, en moet elke verwijzing naar die bepaling worden beschouwd als een verwijzing naar bijlage I, deel I, inleidend gedeelte, lid 3, bij de EER-overeenkomst. Overeenkomstig punt a) van dat lid moet de Unie, indien zij voornemens is vrijwaringsmaatregelen te treffen ten aanzien van een EVA-staat, die EVA-staat daarvan onverwijld in kennis stellen. Bovendien moeten de voorgestelde maatregelen onverwijld worden medegedeeld aan elke overeenkomstsluitende partij bij de EER-overeenkomst en aan de toezichthoudende autoriteit van de EVA. Op 17 juni 2016 stelde de Commissie Noorwegen in kennis van haar voornemen een vrijwaringsmaatregel vast te stellen betreffende levende hertachtigen uit Noorwegen als gevolg van diverse in Noorwegen geconstateerde gevallen van Chronic Wasting Disease. Op 28 juni 2016 maakte de Commissie de voorgestelde maatregel bekend aan de verdragsluitende partijen van de EER-overeenkomst en op 30 augustus 2016 maakte zij de maatregel bekend aan de toezichthoudende autoriteit van de EVA. |
|
(3) |
Chronic Wasting Disease is een TSE bij hertachtigen die besmettelijk is en dus kan leiden tot verstoring van de handel binnen de Unie, de invoer in de Unie en de uitvoer naar derde landen. |
|
(4) |
Bij een uitbraak van die ziekte bestaat het risico dat de ziekte zich verspreidt naar andere hertachtigenpopulaties en andere regio's. Bijgevolg kan de ziekte zich van de ene lidstaat of EVA-staat van de Europese Economische Ruimte („EER-EVA-staat”) naar een andere lidstaat of EER-EVA-staat en naar derde landen verspreiden door verplaatsingen van levende hertachtigen. |
|
(5) |
Noorwegen heeft de Commissie in kennis gesteld van verscheidene bevestigde gevallen van Chronic Wasting Disease op zijn grondgebied sedert begin april 2016 en heeft op 11 juli 2016 een tijdelijke maatregel vastgesteld om tot en met 1 januari 2017 de uitvoer van levende hertachtigen uit Noorwegen te verbieden, zonder afbreuk te doen aan specifieke afwijkingen. |
|
(6) |
Om te voorkomen dat de handel in de Unie en de Europese Economische Ruimte onnodig wordt verstoord, en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, is het noodzakelijk om op het niveau van de Unie een verbod vast te stellen op de verplaatsing van levende hertachtigen van Noorwegen naar de Unie, onverminderd specifieke afwijkingen. Om praktische redenen moet dat verbod van toepassing zijn op levende hertachtigen verplaatst in samenhang met menselijke activiteiten, maar niet op de verplaatsingen van wilde hertachtigen die de grens van Noorwegen overschrijden zonder menselijke interventie. |
|
(7) |
Vanwege het lage diergezondheidsrisico van de verplaatsingen van levende hertachtigen van Noorwegen naar Zweden of Finland voor onmiddellijke slacht in het land van bestemming, moet in een afwijking voor dergelijke verplaatsingen worden voorzien, op voorwaarde dat de lidstaat van bestemming daarvoor schriftelijke toestemming verleent. |
|
(8) |
De tradities van grensoverschrijdende seizoensgebonden begrazing van rendieren en verplaatsingen van rendieren voor gebruik in culturele of sportieve evenementen tussen Noorwegen en Zweden moeten in aanmerking worden genomen. In dit verband moeten bij wijze van uitzondering specifieke afwijkingen worden vastgesteld. Gezien het risico voor de diergezondheid dat door deze afwijkingen toegestane verplaatsingen vertegenwoordigen, met name in termen van milieuverontreiniging met Chronic Wasting Disease-prionen in het gebied van bestemming, moeten dergelijke verplaatsingen worden beperkt tot bepaalde gebieden in Zweden, en moet verzending van levende hertachtigen uit die gebieden worden verboden, met uitzondering van verzending naar de rest van Zweden, naar Noorwegen of naar Finland voor onmiddellijke slacht, voor zover de lidstaat van bestemming daarvoor toestemming verleent. |
|
(9) |
Het rendierenhek tussen Noorwegen en Finland biedt bescherming van de diergezondheid voor levende hertachtigen op het grondgebied van Finland. Dit hek volgt echter niet nauwgezet de Noors-Finse grens en ligt op bepaalde locaties enkele kilometers op het grondgebied van Finland of enkele kilometers op het grondgebied van Noorwegen. Het verbod op de verplaatsing van levende hertachtigen van Noorwegen naar de Unie mag daarom niet van toepassing zijn op verplaatsingen van hertachtigen van Noorwegen naar Finland tot aan het Noors-Finse rendierenhek om te grazen of verplaatsingen van rendieren van Finland die in Noorwegen tot aan het Noors-Finse rendierenhek gegraasd hebben en terugkeren naar Finland. Met het oog op de juridische samenhang moet de verzending van levende hertachtigen uit de gebieden in Finland tot aan het Noors-Finse rendierenhek worden verboden, met uitzondering van verzending naar de rest van Finland, naar Noorwegen of naar Zweden voor onmiddellijke slacht. |
|
(10) |
Het verbod moet tijdelijk zijn en afhankelijk zijn van de evaluatie, uiterlijk op 31 december 2017, van de epidemiologische situatie en van de noodzaak van het verbod. |
|
(11) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1. „levende hertachtigen”: levende dieren van de familie Cervidae;
2. „levende rendieren”: levende dieren van het geslacht Rangifer.
Artikel 2
1. De verplaatsing van levende hertachtigen uit Noorwegen naar de Unie is verboden.
2. In afwijking van lid 1, zijn de volgende verplaatsingen van levende hertachtigen toegestaan:
|
a) |
verplaatsingen van levende rendieren voor seizoensgebonden begrazing van Noorwegen naar de in de bijlage opgenomen gebieden in Zweden, of na seizoensgebonden begrazing in Noorwegen terug naar de in de bijlage opgenomen gebieden in Zweden, mits de bevoegde instantie van Zweden haar voorafgaande schriftelijke toestemming voor een dergelijke verplaatsing verleent; |
|
b) |
verplaatsingen van levende rendieren voor seizoensgebonden begrazing van Noorwegen naar de in de bijlage opgenomen gebieden in Finland; |
|
c) |
verplaatsingen van levende rendieren van Finland die in Noorwegen gegraasd hebben in de zone tussen de Noors-Finse grens en het Noors-Finse rendierenhek en terugkeren naar Finland; |
|
d) |
verplaatsingen van levende hertachtigen van Noorwegen naar Zweden of Finland voor onmiddellijke slacht, mits de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming haar voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend voor een dergelijke verplaatsing; |
|
e) |
verplaatsingen van levende rendieren voor sportieve of culturele evenementen of na deelname aan sportieve of culturele evenementen van Noorwegen naar de in de bijlage opgenomen gebieden in Zweden, mits de bevoegde instantie van Zweden haar voorafgaande schriftelijke toestemming verleent voor de verplaatsing van elke zending; |
|
f) |
doorvoer van levende hertachtigen van Noorwegen via Zweden of Finland naar Noorwegen, mits de bevoegde instantie van de lidstaat van doorvoer daarvoor haar voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend. |
Artikel 3
1. De betrokken lidstaten verbieden de verzending van levende hertachtigen uit de in de bijlage opgenomen gebieden.
2. In afwijking van lid 1 is de verzending van levende hertachtigen voor onmiddellijke slacht uit de in de bijlage opgenomen gebieden in Zweden naar de rest van Zweden of naar Finland toegestaan mits de bevoegde autoriteit van het land van bestemming haar voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend voor een dergelijke verplaatsing.
3. In afwijking van lid 1 is de verzending van levende hertachtigen voor onmiddellijke slacht uit de in de bijlage opgenomen gebieden in Finland naar Zweden toegestaan. Daarnaast is de verzending van levende hertachtigen voor onmiddellijke slacht uit de in de bijlage opgenomen gebieden in Finland naar de rest van Finland toegestaan mits de bevoegde autoriteit van Finland haar voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend voor een dergelijke verplaatsing.
4. In afwijking van lid 1 is de verzending van levende hertachtigen voor onmiddellijke slacht uit de in de bijlage opgenomen gebieden in Noorwegen toegestaan mits de bevoegde autoriteit van Noorwegen daarvoor haar voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend.
Artikel 4
Dit besluit is van toepassing tot en met 31 december 2017.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 28 oktober 2016.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1.
(2) Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29).
BIJLAGE
1. De gebieden van Zweden als bedoeld in artikel 2, punt 2, onder a) en e), en in artikel 3, punten 1, 2 en 4
|
— |
het district Norrbotten, |
|
— |
het district Västerbotten, |
|
— |
het district Jämtland, |
|
— |
het district Västernorrland, |
|
— |
de gemeente Älvdalen in het district Dalarna, |
|
— |
de gemeenten Nordanstig, Hudiksvall en Söderhamn in het district Gävleborg. |
2. De gebieden van Finland als bedoeld in artikel 2, punt 2, onder b), en in artikel 3, punten 1, 3 en 4
|
— |
het gebied tussen de Noors-Finse grens en het Noors-Finse rendierenhek. |