25.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 289/20


BESLUIT (EU) 2016/1883 VAN DE RAAD

van 18 oktober 2016

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie over het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zodat de Verenigde Staten kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel IX, leden 3 en 4, van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie („WTO-overeenkomst”) worden de procedures vastgesteld voor de verlening van ontheffingen van aan een lid door de WTO-overeenkomst of andere multilaterale handelsovereenkomsten opgelegde verplichtingen.

(2)

Overeenkomstig artikel IX, lid 3, van de WTO-overeenkomst heeft de Verenigde Staten een verzoek ingediend om een ontheffing tot en met 31 december 2025 van de verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994, zodat de VS kan voorzien in een preferentiële behandeling voor in aanmerking komende producten van oorsprong uit Nepal die worden ingevoerd in het douanegebied van de Verenigde Staten.

(3)

Het inwilligen van het verzoek van de Verenigde Staten om een WTO-ontheffing zal geen negatieve invloed hebben op de economie van de Unie, noch op de handelsbetrekkingen met de begunstigden van de ontheffing.

(4)

Daarom moet worden vastgesteld dat namens de Unie in de Algemene Raad van de WTO ten aanzien van het ontheffingsverzoek van de Verenigde Staten een positief standpunt moet worden ingenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie in de Algemene Raad van de Wereldhandelsorganisatie moet worden ingenomen, is dat zij het door de Verenigde Staten ingediende verzoek om een ontheffing van hun verplichtingen uit hoofde van artikel I, lid 1, en artikel XIII, leden 1 en 2, van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 tot en met 31 december 2025, in overeenstemming met de voorwaarden in dat verzoek, steunt.

Dit standpunt zal door de Commissie tot uitdrukking worden gebracht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 18 oktober 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

M. LAJČÁK