11.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 274/55

(1)

Overeenkomstig artikel 6, lid 6, van Verordening (EG) nr. 66/2010 wordt de EU-milieukeur niet toegekend aan waren die stoffen, preparaten of mengsels bevatten die beantwoorden aan de criteria voor classificatie als giftig, gevaarlijk voor het milieu, kankerverwekkend, mutageen of giftig voor de voortplanting volgens Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (2), noch aan waren die stoffen bevatten waarnaar wordt verwezen in artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(2)

Overeenkomstig artikel 6, lid 7, van Verordening (EG) nr. 66/2010 kan de Commissie voor bepaalde productcategorieën die deze stoffen bevatten, wanneer het technisch niet mogelijk is deze producten als zodanig of via gebruik van alternatieve materialen of alternatieve ontwerpen te vervangen, of wanneer het producten betreft met een significant hogere algemene milieuprestatie in vergelijking met andere producten van dezelfde categorie, maatregelen nemen om uitzonderingen te verlenen op artikel 6, lid 6, van die verordening.

(3)

Subtilisine is een gevaarlijke stof waarvoor een geharmoniseerde indeling is vastgelegd overeenkomstig bijlage VI van Verordening (EG) nr. 1272/2008. Deze omvat de volgende gevarenklassen: sensibilisatie van de luchtwegen, categorie 1; ernstig oogletsel, categorie 1; huidirritatie, categorie 2, en specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling voor de luchtwegen, categorie 3.

(4)

De bij Besluit 2012/49/EU van de Commissie (4) gewijzigde Besluiten 2011/263/EU (5) en 2011/264/EU (6) van de Commissie bevatten voor de vastgestelde milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan machineafwasmiddelen en wasmiddelen reeds een afwijking voor het als H400 (zeer giftig voor in het water levende organismen) ingedeelde enzym subtilisine, aangezien het belang van subtilisine als ingrediënt van deze detergentia was erkend en er eerder een afwijking voor was vastgesteld. Bovendien zijn, eveneens met het oog op de toelating van subtilisine in EU-milieukeurproducten, bij Besluiten 2012/720/EU (7) en 2012/721/EU (8) van de Commissie als H400 (zeer giftig voor in het water levende organismen) ingedeelde enzymen toegelaten in detergentia voor vaatwasmachines voor industrieel en institutioneel gebruik en wasmiddelen voor industrieel en institutioneel gebruik. Deze afwijkingen zijn vastgesteld op basis van de erkenning van de belangrijke functie van subtilisine in de hierboven vermelde groepen detergentia, evenals de hoge afbraak-/inactiveringsniveaus ervan in afvalwaterzuiveringsinstallaties en bij het gebruik van detergentia en het vervoer naar rioleringsstelsels. De afwijkingen waren noodzakelijk aangezien subtilisine bij de registratie ervan uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1907/2006 door zelfindeling als aquatisch acuut 1 (M-factor 1) (H400) was ingedeeld, hetgeen de opneming ervan in EU-milieukeurproducten belet zou hebben.

(5)

Verordening (EU) nr. 1272/2008 is gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 286/2011 van de Commissie (9). De wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1272/2008 zijn voor stoffen sinds 1 december 2012 en voor mengsels sinds 1 juni 2015 van toepassing. Bij Verordening (EU) nr. 286/2011 zijn nieuwe indelingscriteria voor aquatisch gevaar op lange termijn toegevoegd op basis van gegevens inzake de chronische aquatische toxiciteit en biologische afbreekbaarheid. Als gevolg van die nieuwe criteria moet volgens een recente studie van het informatie-uitwisselingsforum voor REACH-stoffen (REACH-SIEF) subtilisine ook als chronisch gevaarlijk voor het aquatisch milieu, categorie 2, worden ingedeeld. De stof is gemakkelijk biologisch afbreekbaar en zou geen gevaar voor het milieu moeten opleveren aangezien het in de zuiveringsinstallatie bijna volledig wordt gedeactiveerd. Ingevolge deze indeling zou het gebruik van subtilisine in EU-milieukeurproducten verboden zijn. Daardoor zouden de vastgestelde milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan machineafwasmiddelen, wasmiddelen, detergentia voor vaatwasmachines voor industrieel en institutioneel gebruik en wasmiddelen voor industrieel en institutioneel gebruik moeilijk bij wijze van indicatie overeen kunnen stemmen met de beste 10-20 % was- en reinigingsmiddelen op de markt van de Unie die gedurende de volledige levenscyclus de beste milieuprestaties hebben.

(6)

Subtilisine versterkt de reinigingsprestaties van detergentia aangezien het de proteïnecomponenten in vlekken doeltreffend afbreekt. Het enzym levert zelfs bij lage temperaturen uitstekende prestaties bij gebruik van de dosering waarmee aan de criteria van de EU-milieukeurregeling inzake lage temperatuur, samenpersing en prestatie wordt voldaan. Er bestaat momenteel geen alternatief ingrediënt of alternatieve technologie. Andere enzymen met verschillende katalytische eigenschappen, bv. alfa-amylase, lipase en pectaatlyase, kunnen andere soorten afzettingen en vlekken, bv. zetmeel-, vet- en pectinevlekken, verwijderen maar geen proteïnevlekken.

(7)

Bij de herziening van de criteria voor de bij de Besluiten 2011/263/EU en 2011/264/EU vastgestelde toekenning van de EU-milieukeur aan machineafwasmiddelen en wasmiddelen en de vaststelling van de criteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan detergentia voor vaatwasmachines voor industrieel en institutioneel gebruik en wasmiddelen voor industrieel en institutioneel gebruik en de bijbehorende wijzigingen is geen rekening gehouden met de nieuwe bij Verordening (EU) nr. 286/2011 geïntroduceerde criteria voor milieu-indeling.

(8)

Deze wijziging is met terugwerkende kracht van toepassing vanaf 1 december 2012 teneinde de geldigheid te blijven waarborgen van de EU-milieukeurcriteria voor machineafwasmiddelen, wasmiddelen, detergentia voor vaatwasmachines voor industrieel en institutioneel gebruik en wasmiddelen voor industrieel en institutioneel gebruik.

(9)

De Besluiten 2011/263/EU, 2011/264/EU, 2012/720/EU en 2012/721/EU van de Commissie moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 66/2010 ingestelde comité,