21.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/18


BESLUIT (GBVB) 2016/993 VAN DE RAAD

van 20 juni 2016

houdende wijziging van Besluit (GBVB) 2015/778 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED operation SOPHIA)

DE RAAD VAN DE EUROPEE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 42, lid 4, en artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 18 mei 2015 Besluit (GBVB) 2015/778 (1) vastgesteld.

(2)

Op 23 mei 2016 heeft de Raad in zijn conclusies over EUNAVFOR MED operation SOPHIA de bereidheid toegejuicht van de voorzitter van de presidentiële raad van de Libische regering van nationale eenheid om op basis van die conclusies met de Europese Unie samen te werken, en ingestemd met de verlenging van het mandaat van EUNAVFOR MED operation SOPHIA met één jaar en met de toevoeging van twee extra ondersteunende taken, waarbij de nadruk op de kernopdracht behouden blijft:

de capaciteitsopbouw en opleiding van, en informatie-uitwisseling met, de Libische kustwacht en marine, zulks gebaseerd op een verzoek van de legitieme Libische autoriteiten en rekening houdend met de noodzaak van Libische eigen verantwoordelijkheid;

het bijdragen aan informatie-uitwisseling, alsmede het uitvoeren van het VN-wapenembargo in volle zee voor de kust van Libië op basis van een nieuwe resolutie van de VN-Veiligheidsraad.

(3)

De VN-Veiligheidsraad heeft een wapenembargo tegen Libië ingesteld, gewijzigd en opnieuw bekrachtigd door middel van de Resoluties 1970 (2011), 1973 (2011), 2009 (2011), 2040 (2012), 2095 (2013), 2144 (2014), 2174 (2014), 2213 (2015), 2214 (2015) en 2278 (2016).

(4)

Op 14 juni 2016 heeft de VN-Veiligheidsraad Resolutie 2292 (2016) over het wapenembargo tegen Libië aangenomen, waarin met name bezorgdheid wordt geuit over het feit dat de situatie in Libië wordt verergerd door de smokkel van illegale wapens en aanverwant materiaal.

(5)

De Raad benadrukt dat dringend moet worden begonnen met de operationele uitvoering van de twee ondersteunende taken voordat het initiële mandaat van EUNAVFOR MED operation Sophia afloopt.

(6)

Besluit (GBVB) 2015/778 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit (GBVB) 2015/778 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 1, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De Unie voert een militaire crisisbeheersingsoperatie uit die bijdraagt tot de ontwrichting van het bedrijfsmodel van netwerken voor mensensmokkel en -handel in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED operation SOPHIA), door systematisch te trachten vaartuigen en middelen die worden gebruikt, of waarvan wordt vermoed dat ze worden gebruikt, door smokkelaars of handelaars, te identificeren, in beslag te nemen of te vernietigen overeenkomstig het toepasselijk internationaal recht, met inbegrip van het UNCLOS en elke resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Daartoe verschaft EUNAVFOR MED operation SOPHIA ook opleiding aan de Libische kustwacht en marine. Voorts draagt de operatie in haar overeengekomen inzetgebied, overeenkomstig Resolutie 1970 (2011) van de VN-Veiligheidsraad en daaropvolgende resoluties over het wapenembargo tegen Libië, met inbegrip van Resolutie 2292 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, bij aan het voorkomen van wapenhandel.”.

2)

De eerste zin van artikel 2, lid 2, wordt vervangen door:

„Met betrekking tot haar kerntaken betreffende mensensmokkel en -handel, verloopt EUNAVFOR MED operation SOPHIA in opeenvolgende fasen en overeenkomstig het internationaal recht.”.

3)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 2 bis

Capaciteitsopbouw en opleiding van de Libische kustwacht en marine

1.   Als een ondersteunende taak verleent EUNAVFOR MED operation SOPHIA bijstand bij de capaciteitsopbouw en de opleiding van de Libische kustwacht en marine voor wetshandhaving op zee, met name ter voorkoming van mensensmokkel en -handel.

2.   Als het PVC beslist dat de nodige voorbereidingen zijn getroffen, met name wat betreft de opbouw van de troepenmacht en de doorlichtingsprocedures voor de leerlingen, wordt de in lid 1 bedoelde ondersteunende taak uitgevoerd in volle zee in het overeengekomen inzetgebied van EUNAVFOR MED operation SOPHIA zoals gedefinieerd in de relevante planningsdocumenten.

3.   De in lid 1 bedoelde ondersteunende taak kan ook worden uitgevoerd op het grondgebied, met inbegrip van de territoriale wateren, van Libië of van een derde gaststaat die een buurland van Libië is, indien het PVC daartoe besluit na een beoordeling door de Raad op grond van een uitnodiging van Libië of de betrokken gaststaat, en overeenkomstig het internationaal recht.

4.   Gelet op de uitzonderlijke operationele vereisten kunnen onderdelen van de in lid 1 bedoelde ondersteunende taak, op uitnodiging, in een lidstaat, daaronder begrepen relevante opleidingscentra, worden uitgevoerd.

5.   Voor zover vereist in het kader van de in lid 1 bedoelde ondersteunende taak, kan EUNAVFOR MED operation SOPHIA de informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, die is verzameld ten behoeve van de doorlichtingsprocedures inzake mogelijke leerlingen, verzamelen, opslaan en uitwisselen met de lidstaten, de UNSMIL, Europol en Frontex, mits de betrokkenen hun schriftelijk toestemming hebben gegeven. Bovendien kan EUNAVFOR MED operation SOPHIA noodzakelijke medische informatie en biometrische gegevens van leerlingen met hun schriftelijke toestemming verzamelen en opslaan.

Artikel 2 ter

Bijdragen tot de uitwisseling van informatie en de uitvoering van het VN-wapenembargo in volle zee voor de kust van Libië

1.   Als onderdeel van haar ondersteunende taak om bij te dragen tot de uitvoering van het VN-wapenembargo in volle zee voor de kust van Libië, verzamelt EUNAVFOR MED operation SOPHIA informatie en wisselt zij deze met de betrokken partners en agentschappen uit via de mechanismen in de planningsdocumenten om aldus bij te dragen tot een alomvattend maritiem situationeel bewustzijn in het overeengekomen inzetgebied zoals gedefinieerd in de relevante planningsdocumenten. Indien dergelijke informatie is gerubriceerd tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED”, kan die met de betrokken partners en agentschappen worden gedeeld overeenkomstig Besluit 2013/488/EU en op basis van regelingen tussen de HV en die partners, met volledige inachtneming van de beginselen wederkerigheid en inclusiviteit. Ontvangen gerubriceerde informatie wordt door EUNAVFOR MED operation SOPHIA verwerkt zonder enig onderscheid tussen haar personeelsleden en uitsluitend op basis van operationele vereisten.

2.   Indien het PVC besluit dat aan de relevante voorwaarden is voldaan, begint EUNAVFOR MED operation SOPHIA, binnen het overeengekomen inzetgebied, zoals gedefinieerd in de relevante planningsdocumenten, in volle zee voor de kust van Libië, met inspecties van vaartuigen naar of vanuit Libië, indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat die vaartuigen rechtstreeks of onrechtstreeks wapens of aanverwant materieel naar of vanuit Libië vervoeren en daarmee het wapenembargo tegen Libië schenden; voorts onderneemt EUNAVFOR MED operation SOPHIA relevante acties om dergelijke goederen in beslag te nemen en te vernietigen, alsook teneinde dergelijke vaartuigen en hun bemanning naar een geschikte haven af te leiden om die vernietiging te faciliteren, met toestemming van de havenstaat, in overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, waaronder Resolutie 2292 (2016).

3.   In overeenstemming met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad, met inbegrip van Resolutie 2292 (2016) van de VN-Veiligheidsraad, kan EUNAVFOR MED operation SOPHIA in het kader van inspecties als bedoeld in lid 2 bewijsmateriaal vergaren dat rechtstreeks verband houdt met het vervoer van goederen die onder het wapenembargo tegen Libië vallen. Zij kan dergelijk bewijsmateriaal toezenden aan de betrokken wetshandhavingsinstanties van de lidstaten en/of de bevoegde organen van de Unie.”.

4)

Artikel 11, lid 2, wordt vervangen door:

„2.   Voor de periode van 18 mei 2015 tot en met 27 juli 2016 bedraagt het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUNAVFOR MED operation SOPHIA 11,82 miljoen EUR. Het in artikel 25, lid 1, van Besluit (GBVB) 2015/528 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 70 % aan vastleggingskredieten en 40 % aan betalingskredieten.”.

5)

In artikel 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Voor de periode van 28 juli 2016 tot en met 27 juli 2017 bedraagt het referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van EUNAVFOR MED operation SOPHIA 6 700 000 EUR. Het in artikel 25, lid 1, van Besluit (GBVB) 2015/528 bedoelde percentage van het referentiebedrag bedraagt 0 % aan vastleggingskredieten en 0 % aan betalingskredieten.”.

6)

In artikel 12 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3 bis.   Als er een specifieke operationele behoefte ontstaat, is de HV gemachtigd om gerubriceerde gegevens van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE/EU RESTRICTED” die ten behoeve van EUNAVFOR MED operation SOPHIA zijn opgesteld, overeenkomstig Besluit 2013/488/EU vrij te geven aan de legitieme Libische autoriteiten. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde autoriteiten van Libië opgesteld.”.

7)

In artikel 13 wordt de tweede alinea vervangen door:

„EUNAVFOR MED operation SOPHIA eindigt op 27 juli 2017.”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 20 juni 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

F. MOGHERINI


(1)  Besluit (GBVB) 2015/778 van de Raad van 18 mei 2015 inzake een militaire operatie van de Europese Unie in het zuidelijke deel van het centrale Middellandse Zeegebied (EUNAVFOR MED operation SOPHIA) (PB L 122 van 19.5.2015, blz. 31).