20.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 131/70 |
BESLUIT (EU) 2016/784 VAN DE RAAD
van 12 mei 2016
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 04 03 01 03)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 46 en 48, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan, onder meer, Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst („Protocol nr. 31”) bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd. |
(3) |
Protocol nr. 31 bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden. |
(4) |
Het is wenselijk om de samenwerking voort te zetten tussen de partijen bij de EER-overeenkomst en ze uit te breiden tot samenwerking inzake het vrije verkeer van werknemers, de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen. |
(5) |
Protocol nr. 31 moet derhalve worden gewijzigd, teneinde voortzetting van deze uitgebreide samenwerking na 31 december 2015 mogelijk te maken. |
(6) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 12 mei 2016.
Voor de Raad
De voorzitter
F. MOGHERINI
(1) PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
(2) PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2016 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER
van …
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is wenselijk om de samenwerking voort te zetten tussen de partijen bij de EER-overeenkomst en ze uit te breiden tot samenwerking inzake het vrije verkeer van werknemers, de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen. |
(2) |
Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2016 mogelijk te maken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 5, leden 5 en 13, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden „en 2015” vervangen door de zinsnede „, 2015 en 2016”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving krachtens artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*).
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
De secretarissen
van het Gemengd Comité van de EER
(*) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]