18.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 127/32 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/770 VAN DE COMMISSIE
van 14 april 2016
tot vaststelling van een gemeenschappelijk formulier voor de indiening van informatie over de werking van de procedures overeenkomstig Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 2068)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (1), en met name artikel 22, lid 1,
Na raadpleging van het comité dat is ingesteld bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om ervoor te zorgen dat informatie door de lidstaten in een consistente gestandaardiseerde vorm wordt verstrekt, is het passend een gemeenschappelijk formulier vast te stellen dat de lidstaten moeten gebruiken om hun rapportageverplichtingen krachtens Verordening (EU) nr. 649/2012 te vervullen. |
(2) |
Het is passend de precieze rapportageperioden te bepalen teneinde duidelijkheid en samenhang te garanderen aangezien in Verordening (EU) nr. 649/2012 is vereist dat de lidstaten om de drie jaar informatie over de werking van de ingevoerde procedures zenden, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij dit besluit bevat het gemeenschappelijk formulier voor de indiening door de lidstaten van de krachtens artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 649/2012 vereiste informatie.
Artikel 2
Het eerste verslag over de informatie die door de lidstaten krachtens artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) nr. 649/2012 moet worden ingediend, heeft betrekking op de kalenderjaren 2014, 2015 en 2016. De daaropvolgende verslagen hebben telkens betrekking op een periode van drie jaar.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 april 2016.
Voor de Commissie
Karmenu VELLA
Lid van de Commissie
(1) PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60.
(2) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.
BIJLAGE
VRAGENLIJST
Deel 1: Algemene informatie
1. Lidstaat waarvoor u rapporteert:
2. Naam van de voornaamste contactpersoon:
3. E-mailadres van de voornaamste contactpersoon:
4. Rapportageperiode:
Deel 2: Informatie over de aangewezen nationale instantie (artikel 4 van Verordening (EU) nr. 649/2012)
5. Hoeveel aangewezen nationale instanties zijn er in uw lidstaat?
6. Indien er meer is dan één, geef precies aan hoe de verantwoordelijkheden tussen deze instanties verdeeld zijn.
7. Wat is/zijn de naam/namen van de aangewezen nationale instantie(s)?
8. Vermeld het aantal personen (in voltijdequivalent) die in de aangewezen nationale instantie(s) werken aan de tenuitvoerlegging van de PIC-verordening.
Indien er verschillende aangewezen nationale instanties zijn, vermeld voor elke instantie het aantal.
9. Is/zijn de aangewezen nationale instantie(s) ook betrokken bij de uitvoering van andere Europese/internationale wetgeving/verdragen/programma's inzake chemische stoffen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef aan bij welke wetgeving/verdragen/programma's en hoe de coördinatie met andere bevoegde instanties in uw land is georganiseerd.
10. Hoeveel kennisgevingen van uitvoer en speciale RIN-verzoeken hebben de aangewezen nationale instantie(s) jaarlijks aanvaard (en aan het ECHA toegezonden voor verdere verwerking)?
|
Kennisgevingen van uitvoer |
Speciale RIN-verzoeken |
Jaar 1 |
|
|
Jaar 2 |
|
|
Jaar 3 |
|
|
Totaal |
|
|
Deel 3: Ondersteuning van exporteurs en importeurs
11. Hebben de aangewezen nationale instantie(s) bewustmakings- en voorlichtingsactiviteiten georganiseerd om exporteurs en importeurs te ondersteunen bij de naleving van de PIC-verordening?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef aan welke activiteiten. (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
online technische en wetenschappelijke richtsnoeren (andere dan die van het ECHA) |
☐ |
verwijzing naar de webpagina's van het ECHA over PIC en ePIC |
☐ |
specifieke webpagina met informatie over de PIC-verordening |
☐ |
bewustmakingscampagne |
☐ |
sociale media |
☐ |
bezoeken aan bedrijven |
☐ |
specifiek e-mailadres voor verzoeken om informatie |
☐ |
nationale helpdesk |
☐ |
workshops en vergelijkbare opleidingsactiviteiten |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
Zo nee, geef aan waarom dergelijke ondersteuning niet nodig is.
12. Bent u van oordeel dat deze bewustmakings- en voorlichtingsactiviteiten de naleving van Verordening (EU) nr. 649/2012 door exporteurs en importeurs hebben verbeterd?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
13. Voor welke twee onderwerpen verzoeken uitvoerders en invoerders de aangewezen nationale instantie(s) het vaakst om ondersteuning? Kruis twee onderwerpen aan.
☐ |
kennisgeving van uitvoer |
☐ |
uitdrukkelijke toestemming |
☐ |
ontheffing |
☐ |
speciaal RIN |
☐ |
rapportering overeenkomstig artikel 10 |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
14. Geef bij schatting aan hoeveel tijd de aangewezen nationale instantie(s) aan dergelijke ondersteuning besteden.
☐ |
tot 10 % van de werklast |
☐ |
20 % van de werklast |
☐ |
30 % van de werklast |
☐ |
40 % van de werklast |
☐ |
meer dan 40 % van de werklast |
☐ |
niet kwantificeerbaar |
Deel 4: Coördinatie tussen aangewezen nationale instanties/het ECHA en de Commissie
15. Bent u tevreden over de coördinatie tussen uw aangewezen nationale instantie(s) en de Commissie?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
16. Geef, indien van toepassing, aan op welke gebieden verbetering mogelijk is inzake coördinatie. (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
artikel 8, lid 5: uitvoer in geval van een noodsituatie |
☐ |
artikel 8, lid 7: op verzoek te verstrekken aanvullende informatie over de uitgevoerde chemische stof |
☐ |
artikel 11, lid 6: verplichting van de lidstaten om de Commissie te assisteren bij het inwinnen van informatie |
☐ |
artikel 11, lid 7: beoordeling van de noodzaak om maatregelen op het niveau van de Unie voor te stellen |
☐ |
artikel 11, lid 8: procedure wanneer een lidstaat definitieve nationale regelgeving vaststelt |
☐ |
artikel 13, lid 6: beoordeling van de noodzaak om maatregelen op het niveau van de Unie voor te stellen |
☐ |
artikel 14, lid 1: verplichting om van het secretariaat ontvangen informatie door te zenden |
☐ |
artikel 14, lid 5: advies en hulp aan invoerende partijen op verzoek |
☐ |
artikel 14, lid 6: beslissing van een lidstaat dat geen uitdrukkelijke toestemming is vereist |
☐ |
artikel 14, lid 7: beslissing van een lidstaat dat de uitvoer doorgang kan vinden |
☐ |
artikel 14, lid 7: beoordeling van een lidstaat van de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid of het milieu |
☐ |
artikel 14, lid 8: periodieke toetsing van de geldigheid van de uitdrukkelijke toestemming |
☐ |
artikel 18, lid 1: verplichting van de Commissie, de lidstaten en het ECHA om toe te zien op de naleving door de exporteurs |
☐ |
artikel 20: uitwisseling van informatie |
☐ |
artikel 21: technische bijstand |
☐ |
artikel 23: bijwerking van de bijlagen |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
17. Bent u tevreden over de coördinatie tussen uw aangewezen nationale instantie(s) en het ECHA?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
18. Geef, indien van toepassing, aan op welke gebieden verbetering mogelijk is inzake coördinatie. (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
artikel 6, lid 1, onder c): bijstand en technische en wetenschappelijke richtsnoeren en hulpmiddelen aan de industrie |
☐ |
artikel 8, lid 7: op verzoek te verstrekken aanvullende informatie over de uitgevoerde chemische stof |
☐ |
artikel 11, lid 6: verplichting van de lidstaten om de Commissie te assisteren bij het inwinnen van informatie |
☐ |
artikel 11, lid 7: beoordeling van de noodzaak om maatregelen op het niveau van de Unie voor te stellen |
☐ |
artikel 13, lid 6: beoordeling van de noodzaak om maatregelen op het niveau van de Unie voor te stellen |
☐ |
artikel 20: uitwisseling van informatie |
☐ |
artikel 21: technische bijstand |
☐ |
artikel 23: bijwerking van de bijlagen |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
Deel 5: Aan partijen en andere landen toegezonden kennisgevingen van uitvoer
(Enkel van toepassing voor lidstaten die tijdens de rapportageperiode kennisgevingen van uitvoer hebben verwerkt)
19. Aan welke van de in het formulier voor kennisgeving van uitvoer gevraagde informatievereisten is het voor exporteurs moeilijk te voldoen? (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
de identiteit van de uit te voeren stof |
☐ |
de identiteit van het uit te voeren mengsel |
☐ |
de identiteit van het uit te voeren artikel |
☐ |
informatie over de uitvoer (bv. contactgegevens van importeurs) |
☐ |
informatie over de gevaren of risico's van de chemische stof en voorzorgsmaatregelen |
☐ |
overzicht van de fysisch-chemische, toxicologische en ecotoxicologische eigenschappen |
☐ |
informatie over de definitieve regelgeving door de Europese Unie |
☐ |
door de uitvoerende partij verstrekte aanvullende informatie |
☐ |
de beschikbaarheid van GN-codes of CUS-nummers |
☐ |
het voorgenomen gebruik van de chemische stof door het invoerende land |
☐ |
overzicht van en redenen voor de definitieve regelgeving en datum van inwerkingtreding |
☐ |
geen |
Geef hierover indien nodig aanvullende informatie.
20. Wat is het aantal naar de exporteur teruggezonden kennisgevingen van uitvoer voor de redenen in de onderstaande tabel?
Reden/Aantal per jaar |
Jaar 1 |
Jaar 2 |
Jaar 3 |
Verzoek om herindiening |
|
|
|
Verworpen |
|
|
|
Geef, indien van toepassing, aan welke de meest voorkomende redenen zijn voor verzoeken om herindiening en voor de verwerping van kennisgevingen van uitvoer.
Redenen voor verzoeken om herindiening van kennisgevingen van uitvoer:
Redenen voor de verwerping van kennisgevingen van uitvoer:
21. Heeft u moeilijkheden ondervonden om het tijdskader voor het doorzenden van de kennisgevingen aan het ECHA na te leven?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, licht nader toe en geef hierover indien nodig aanvullende informatie.
Artikel 8, lid 5: uitvoer van een chemische stof in verband met een noodsituatie
22. Heeft u te maken gehad met een noodsituatie overeenkomstig artikel 8, lid 5?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, omschrijf de voornaamste gevallen (bv. gebruikte chemische stof, invoerend land, voorgenomen gebruik, aard van de noodsituatie).
23. Heeft u moeilijkheden ondervonden bij de toepassing van de procedure voor een noodsituatie?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
er heeft zich geen dergelijke situatie voorgedaan |
Zo ja, licht nader toe.
Artikel 8, lid 7: verstrekken van beschikbare aanvullende informatie over uitgevoerde chemische stoffen
24. Is u verzocht aan invoerende partijen of invoerende andere landen aanvullende informatie te verstrekken over uitgevoerde chemische stoffen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, omschrijf deze gevallen (bv. naam van de chemische stof, contactgegevens van de importeur, invoerend land, aard van de verstrekte aanvullende informatie).
25. Heeft u, indien u een dergelijk verzoek ontving, moeilijkheden ondervonden om de aanvullende informatie te verstrekken?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, licht nader toe.
Artikel 8, lid 8: administratieve vergoedingen voor kennisgevingen van uitvoer
26. Vraagt/vragen de aangewezen nationale instantie(s) in uw land een administratieve vergoeding voor kennisgevingen van uitvoer?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
afhankelijk van de aangewezen nationale instantie |
Indien het antwoord afhangt van de aangewezen nationale instantie, geef aanvullende informatie.
Indien een vergoeding wordt gevraagd, beantwoord de vragen 27 tot en met 30. Indien niet, ga verder met vraag 31.
27. Wat is het bedrag van deze administratieve vergoeding? (Indien niet in euro uitgedrukt, vermeld de munteenheid.)
28. Wat is de datum van inwerkingtreding van de administratieve vergoeding?
29. Heeft u klachten ontvangen van exporteurs met betrekking tot het bedrag van de administratieve vergoedingen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, licht de aard van de klachten nader toe en geef het aantal per jaar.
30. Heeft de administratieve vergoeding volgens u een invloed gehad op het aantal kennisgevingen? (facultatief)
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
weet niet |
Zo ja, licht nader toe.
31. Vraagt/vragen de aangewezen nationale instantie(s) in uw land een administratieve vergoeding voor verzoeken om uitdrukkelijke toestemming?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
afhankelijk van de aangewezen nationale instantie |
Indien het antwoord afhangt van de aangewezen nationale instantie, geef aanvullende informatie.
Indien een administratieve vergoeding wordt gevraagd, geef het bedrag aan (en de munteenheid, indien niet in euro uitgedrukt).
Deel 6: Informatie betreffende de invoer en uitvoer van chemische stoffen
Exporteurs (artikel 10)
32. Heeft u vertragingen ondervonden bij de indiening door exporteurs van informatie over de hoeveelheid chemische stof, als zodanig of als mengsel of in artikelen, die tijdens de rapportageperiode naar elke partij of ander land is vervoerd?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing |
Zo ja, geef hierover aanvullende informatie.
Importeurs (artikel 10)
33. Heeft u vertragingen ondervonden bij de indiening door importeurs van informatie over de hoeveelheid chemische stof, als zodanig of als mengsel of in artikelen, die zij tijdens de rapportageperiode hebben ontvangen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing |
Zo ja, geef hierover aanvullende informatie.
34. Worden de gegevens of de informatie over de invoer gebruikt door de aangewezen nationale instantie(s), de douane of andere handhavingsautoriteiten in uw land?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
weet niet |
Zo ja, geef aan hoe deze worden gebruikt.
Rapportering door lidstaten aan het ECHA
35. Heeft u moeilijkheden ondervonden bij het rapporteren van geaggregeerde informatie via ePIC overeenkomstig artikel 10 en bijlage III?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef een nauwkeurige beschrijving van de ondervonden moeilijkheden.
36. Heeft u vertragingen ondervonden bij het indienen van informatie via ePIC overeenkomstig bijlage III?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef de redenen voor deze vertragingen aan.
Deel 7: Verplichtingen met betrekking tot de uitvoer van chemische stoffen anders dan de kennisgeving van uitvoer
Mededeling van informatie en besluiten aan de belanghebbenden in het rechtsgebied van uw lidstaat (artikel 14, lid 3)
37. Op welke wijze heeft u aan de belanghebbenden in het rechtsgebied van uw lidstaat informatie meegedeeld over besluiten en/of voorwaarden van invoerende landen? (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
|
☐ |
website |
☐ |
nieuwsbrieven |
☐ |
op andere wijze |
Indien op andere wijze, geef aan hoe.
Naleving van de besluiten door exporteurs in elke reactie inzake de invoer (artikel 14, lid 4)
38. Heeft u problemen ondervonden met betrekking tot de naleving door exporteurs van reacties inzake de invoer die door partijen worden verstrekt?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, licht nader toe.
Ondersteuning van invoerende partijen (artikel 14, lid 5)
39. Heeft u op verzoek advies en/of hulp verleend aan invoerende partijen bij het verkrijgen van nadere informatie die nodig is voor de voorbereiding van een reactie betreffende de invoer van een bepaalde chemische stof bij het secretariaat van het verdrag?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef hierover aanvullende informatie.
Stoffen die niet kunnen worden uitgevoerd tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan (artikel 14, lid 6)
40. Heeft u tijdens de rapportageperiode de procedure voor uitdrukkelijke toestemming toegepast overeenkomstig artikel 14, lid 6, onder a)?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef het aantal verzoeken om uitdrukkelijke toestemming en het aantal ontvangen reacties per jaar aan.
|
Aantal verzoeken |
Aantal reacties |
Jaar 1 |
|
|
Jaar 2 |
|
|
Jaar 3 |
|
|
Totaal |
|
|
41. Heeft u de procedure voor uitdrukkelijke toestemming toegepast overeenkomstig artikel 14, lid 6, onder b)?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef het aantal speciale RIN-verzoeken per jaar aan waarvoor de invoerende partij toestemming voor invoer heeft gegeven aan de hand van de in de PIC-circulaire gepubliceerde reactie inzake de invoer.
Jaar 1 |
|
Jaar 2 |
|
Jaar 3 |
|
Totaal |
|
42. Heeft u moeilijkheden ondervonden bij de toepassing van de procedure voor uitdrukkelijke toestemming?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing |
Zo ja, licht nader toe.
43. Heeft u moeten beslissen over de vraag of geen uitdrukkelijke toestemming nodig was voor naar OESO-landen uit te voeren chemische stoffen opgenomen in deel 2 van bijlage I?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing, aangezien uw aangewezen nationale instantie geen dergelijke kennisgeving van uitvoer heeft ontvangen |
Zo ja, geef het aantal gevallen per jaar aan.
Jaar 1 |
|
Jaar 2 |
|
Jaar 3 |
|
Totaal |
|
44. Heeft u moeilijkheden ondervonden bij het nemen van een beslissing over de vraag of geen uitdrukkelijke toestemming nodig was voor naar OESO-landen uit te voeren chemische stoffen opgenomen in deel 2 van bijlage I?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing aangezien een dergelijk geval zich niet heeft voorgedaan |
Zo ja, licht nader toe.
Beslissing van een aangewezen nationale instantie dat de uitvoer doorgang kan vinden 60 dagen nadat om uitdrukkelijke toestemming is verzocht (artikel 14, lid 7)
45. Heeft u verzoeken om ontheffing ontvangen overeenkomstig artikel 14, lid 7?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing aangezien uw aangewezen nationale instantie geen verzoeken om uitdrukkelijke toestemming heeft ontvangen |
Zo ja, geef het aantal gevallen per jaar aan.
Jaar 1 |
|
Jaar 2 |
|
Jaar 3 |
|
Totaal |
|
46. Heeft u moeilijkheden ondervonden bij het toepassen van de procedure uit hoofde van artikel 14, lid 7?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing aangezien een dergelijk geval zich niet heeft voorgedaan |
Zo ja, licht nader toe.
Geldigheid van de uitdrukkelijke toestemming (artikel 14, lid 8)
47. Heeft u ervaring met gevallen waarin de uitvoer doorgang heeft gevonden in afwachting van een reactie op een nieuw verzoek om uitdrukkelijke toestemming overeenkomstig de tweede alinea van artikel 14, lid 8?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing, aangezien uw aangewezen nationale instantie geen kennisgeving van uitvoer heeft ontvangen waarvoor uitdrukkelijke toestemming was vereist |
Zo ja, geef aan in hoeveel gevallen.
Jaar 1 |
|
Jaar 2 |
|
Jaar 3 |
|
Totaal |
|
Deel 8: Verplichtingen met betrekking tot de invoer van chemische stoffen
Invoerbesluiten beschikbaar gesteld aan de belanghebbenden (artikel 13, lid 5)
48. Hoe worden invoerbesluiten van de Europese Unie beschikbaar gesteld aan de belanghebbenden in uw rechtsgebied? (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
|
☐ |
websites van aangewezen nationale instanties |
☐ |
nieuwsbrieven |
☐ |
op andere wijze |
Indien op andere wijze, geef aan hoe.
Deel 9: Informatie over douanevervoer
Informatie over het eerste douanevervoer en vereisten voor het tijdskader (artikel 16)
49. Heeft u tijdens de rapportageperiode artikel 16 moeten toepassen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef het aantal gevallen, de betrokken partijen bij het Verdrag van Rotterdam en de vereiste informatie aan.
50. Bent u op de hoogte van problemen die exporteurs hebben ondervonden bij de toepassing van artikel 16?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing aangezien een dergelijk geval zich niet heeft voorgedaan |
Zo ja, licht nader toe.
Deel 10: Vereisten die verband houden met uitgevoerde chemische stoffen en bij deze stoffen te voegen informatie
51. Hebben nationale handhavingsinstanties in uw lidstaat problemen ondervonden met de naleving van de vereisten met betrekking tot de bij de chemische stoffen te voegen informatie?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
weet niet |
Zo ja, beantwoord de vragen 52 tot en met 54 en geef aan of deze nalevingskwesties verband hielden met de volgende verplichtingen:
52. De toepassing van de vereisten betreffende de verpakking en etikettering krachtens:
☐ |
Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (1) (gewasbeschermingsmiddelen) |
☐ |
Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) (biocidenverordening) |
☐ |
Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) (CLP-verordening) |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
53. De toepassing van de vereisten betreffende veiligheidsinformatiebladen krachtens:
☐ |
Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH-verordening) |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
54. De verplichting informatie te verstrekken:
☐ |
op het etiket in één of meer van de officiële talen/hoofdtalen van het land van bestemming |
☐ |
op de veiligheidsinformatiebladen in één of meer van de officiële talen/hoofdtalen van het land van bestemming |
55. Heeft u enig probleem ondervonden met de naleving van de informatie- en verpakkingsvereisten die verband houden met de uitgevoerde producten?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
niet van toepassing |
Zo ja, geef aan of deze nalevingskwesties verband hielden met:
☐ |
de toepassing van de zuiverheidsspecificatie overeenkomstig de wetgeving van de Unie (bv. de wetgeving betreffende gewasbeschermingsmiddelen en biociden) |
☐ |
de optimalisatie van houders om het risico van het ontstaan van verouderde voorraden te beperken |
☐ |
de uiterste gebruiksdatum |
☐ |
de opslagomstandigheden op het etiket |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
Deel 11: Technische bijstand (facultatief)
Samenwerking
56. Bent u betrokken geweest bij samenwerking met ontwikkelingslanden, landen met een overgangseconomie of niet-gouvernementele organisaties om het goede beheer van chemische stoffen te verbeteren en met name om het Verdrag van Rotterdam ten uitvoer te leggen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, in welke vorm? (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
het verstrekken van technische informatie |
☐ |
het bevorderen van de uitwisseling van deskundigen |
☐ |
het verlenen van steun voor het oprichten of in stand houden van aangewezen nationale instanties |
☐ |
het verlenen van technische deskundigheid voor de identificatie van gevaarlijke bestrijdingsmiddelformuleringen |
☐ |
het verlenen van technische deskundigheid voor het opstellen van kennisgevingen aan het secretariaat |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
Geef aan welke de begunstigde landen zijn van deze samenwerking.
Activiteitsopbouw
57. Heeft u deelgenomen aan projecten/internationale activiteiten die verband houden met activiteitsopbouw op het gebied van het beheer van chemische stoffen of heeft u niet-gouvernementele organisaties ondersteund die bij dergelijke activiteiten betrokken zijn?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, beschrijf deze activiteiten.
Deel 12: Handhaving van Verordening (EU) nr. 649/2012
Algemene informatie
58. Welke zijn de handhavingsautoriteiten die betrokken zijn bij de handhaving van Verordening (EU) nr. 649/2012 in uw lidstaat?
☐ |
douane |
☐ |
andere handhavingsautoriteiten |
Indien andere handhavingsautoriteiten betrokken zijn, geef aan welke.
59. Indien de handhavingsautoriteiten (andere dan de douane) ook andere EU-wetgeving handhaven, geef aan welke:
☐ |
Verordening (EG) nr. 1907/2006 |
☐ |
Verordening (EG) nr. 1272/2008 |
☐ |
Verordening (EU) nr. 528/2012 |
☐ |
Verordening (EG) nr. 1107/2009 |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
60. Beschikken de handhavingsautoriteiten over voldoende middelen? (facultatief)
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
61. Worden inspecteurs of andere personen die belast zijn met handhaving regelmatig opgeleid over Verordening (EU) nr. 649/2012?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, licht nader toe (bv. aard van de opleiding, onderwerpen die aan bod komen, frequentie van de opleiding).
Zo nee, geef aan waarom deze personen niet regelmatig opgeleid worden.
Handhavingsstrategie
62. Heeft uw instantie (of enige andere relevante autoriteit) een handhavingsstrategie voor Verordening (EU) nr. 649/2012?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Gelieve als volgt toe te lichten:
62.a) zo ja, is deze handhavingsstrategie reeds uitgevoerd?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
62.b) zo nee, zijn er plannen om een handhavingsstrategie te ontwikkelen?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
Rapportering over handhavingsactiviteiten
63. Kruis de handhavingsactiviteiten aan die in uw lidstaat zijn uitgevoerd. (Er kunnen meerdere vakjes worden aangekruist.)
☐ |
conformiteitscontroles |
☐ |
bezoeken ter plaatse |
☐ |
steekproeven |
☐ |
andere |
Indien andere, geef aan welke.
64. Geef het totale aantal officiële controles aan op de uitvoer (zoals inspecties of onderzoeken of andere handhavingsmaatregelen die de handhavingsautoriteiten hebben uitgevoerd) waarin Verordening (EU) nr. 649/2012 is toegepast of gehandhaafd tijdens de rapportageperiode.
|
Douane |
Inspecteurs |
Overige |
Jaar 1 |
|
|
|
Jaar 2 |
|
|
|
Jaar 3 |
|
|
|
Totaal |
|
|
|
Geef indien nodig aanvullende informatie.
65. Geef het totale aantal officiële controles aan op de invoer (zoals inspecties of onderzoeken of andere handhavingsmaatregelen die de handhavingsautoriteiten hebben uitgevoerd) waarin Verordening (EU) nr. 649/2012 is toegepast of gehandhaafd tijdens de rapportageperiode.
|
Douane |
Inspecteurs |
Overige |
Jaar 1 |
|
|
|
Jaar 2 |
|
|
|
Jaar 3 |
|
|
|
Totaal |
|
|
|
Geef indien nodig aanvullende informatie.
Bevoegdheden van de handhavingsautoriteiten
66. Geef een beschrijving van de maatregelen die handhavingsautoriteiten kunnen nemen om de naleving van Verordening (EU) nr. 649/2012 te waarborgen (bv. inbeslagneming, ingebrekestelling, stopzetting van de activiteiten).
Nadere gegevens met betrekking tot inbreuken
67. Aantal vastgestelde inbreuken op Verordening (EU) nr. 649/2012 door:
|
Douane |
Inspecteurs |
Overige |
Jaar 1 |
|
|
|
Jaar 2 |
|
|
|
Jaar 3 |
|
|
|
Totaal |
|
|
|
68. Aard van de door de douane vastgestelde inbreuken en aantal per jaar:
Vastgestelde inbreuk |
Jaar 1 |
Jaar 2 |
Jaar 3 |
Etikettering |
|
|
|
Veiligheidsinformatiebladen |
|
|
|
Uiterste gebruiksdatum van de chemische stof |
|
|
|
Chemische stof niet in overeenstemming met de kennisgeving van uitvoer |
|
|
|
Andere (in te voegen in nieuwe rijen) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
69. Aard van de door inspecteurs vastgestelde inbreuken en aantal per jaar:
Vastgestelde inbreuk |
Jaar 1 |
Jaar 2 |
Jaar 3 |
Etikettering |
|
|
|
Veiligheidsinformatiebladen |
|
|
|
Uiterste gebruiksdatum van de chemische stof |
|
|
|
Chemische stof niet in overeenstemming met de kennisgeving van uitvoer |
|
|
|
Andere (in te voegen in nieuwe rijen) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Sancties
70. Beschrijf de sanctieregeling in geval van inbreuken op Verordening (EU) nr. 649/2012 (bv. strafrechtelijke/administratieve sancties, vangnetbepalingen of specifieke sancties voor specifieke inbreuken).
71. Voor hoeveel inbreuken op Verordening (EU) nr. 649/2012 zijn sancties opgelegd tijdens de rapportageperiode?
|
Aantal sancties |
Jaar 1 |
|
Jaar 2 |
|
Jaar 3 |
|
Totaal |
|
Samenwerking
72. Wordt tussen de aangewezen nationale instantie(s) en de handhavingsautoriteiten op regelmatige basis informatie uitgewisseld?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
73. Heeft u suggesties voor een verbetering van de samenwerking tussen de aangewezen nationale instantie(s) en de handhavingsautoriteiten?
74. Wordt tussen de aangewezen nationale instantie(s) en de leden uit uw land van het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie („het Forum”) op regelmatige basis informatie uitgewisseld?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Licht nader toe.
75. Is de aangewezen nationale instantie tevreden over de samenwerking met de leden van het Forum?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo ja, geef aanvullende informatie.
76. Heeft u suggesties voor een verbetering van de samenwerking tussen de aangewezen nationale instantie(s) en de leden van het Forum?
Rol van het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie (zie artikel 18, lid 2)
77. Is de aangewezen nationale instantie tevreden over de activiteiten die het Forum heeft uitgevoerd? (facultatief)
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
geen ervaring met de activiteiten van het Forum |
Zo nee, licht nader toe.
78. Heeft u suggesties voor een verbetering van de activiteiten van het Forum met betrekking tot de handhaving van Verordening (EU) nr. 649/2012? (facultatief)
Deel 13: IT-gerelateerde aspecten
Aangewezen nationale instanties en het ePIC-systeem
79. Ervaren de aangewezen nationale instanties het ePIC-systeem als gebruiksvriendelijk voor, met name:
a) |
kennisgevingen van uitvoer (artikel 8)?
Zo nee, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
b) |
verzoeken om uitdrukkelijke toestemming (artikel 14)?
Zo nee, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
c) |
speciale RIN-verzoeken (artikel 19, lid 2)?
Zo nee, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
d) |
ontheffingen (artikel 14, leden 6 en 7)?
Zo nee, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
e) |
rapportering overeenkomstig artikel 10?
Zo nee, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
f) |
andere PIC-procedures?
Licht de aard van de procedure toe en geef, indien van toepassing, aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
Exporteurs en het ePIC-systeem
80. Geef, indien mogelijk, feedback van exporteurs over de gebruiksvriendelijkheid van het ePIC-systeem voor (facultatief):
a) |
kennisgevingen van uitvoer
Indien niet gebruiksvriendelijk, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
b) |
speciale RIN-verzoeken
Indien niet gebruiksvriendelijk, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
c) |
ontheffingen (artikel 14, leden 6 en 7)
Indien niet gebruiksvriendelijk, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
d) |
rapportering overeenkomstig artikel 10
Indien niet gebruiksvriendelijk, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
e) |
het beheer van mengsels/artikelen via ePIC
Indien niet gebruiksvriendelijk, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
f) |
het ePIC-systeem in het algemeen
Indien niet gebruiksvriendelijk, geef aan welk probleem/welke problemen zich gesteld heeft/hebben. |
Douane, andere handhavingsautoriteiten en het ePIC-systeem (facultatief)
81. Maken douaneautoriteiten in uw land gebruik van het ePIC-systeem?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
Zo nee, gelieve uit te leggen op welke wijze de douaneautoriteiten in uw land toezicht houden op de uitvoer van chemische stoffen waarop de PIC-procedure van toepassing is.
82. Beschouwt de douane het ePIC-systeem volgens u als gebruiksvriendelijk?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
geen informatie beschikbaar |
83. Beschouwt de douane het ePIC-systeem volgens u als een adequaat instrument om hen te ondersteunen bij de controle van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 649/2012?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
geen informatie beschikbaar |
84. Maken andere handhavingsautoriteiten volgens u gebruik van het ePIC-systeem?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
geen informatie beschikbaar |
85. Beschouwen deze andere handhavingsautoriteiten het ePIC-systeem volgens u als gebruiksvriendelijk?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
geen informatie beschikbaar |
86. Beschouwen deze andere handhavingsautoriteiten het ePIC-systeem volgens u als een adequaat instrument voor de controle van de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 649/2012?
☐ |
ja |
☐ |
neen |
☐ |
geen informatie beschikbaar |
Deel 14: Aanvullende opmerkingen
87. Hier kunt u andere informatie of opmerkingen geven die verband houden met de werking van de procedures overeenkomstig Verordening (EU) nr. 649/2012 en die u relevant acht binnen het kader van de rapportering overeenkomstig artikel 22.
(1) Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).
(2) Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).