25.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 160/69


VERORDENING (EU) 2015/940 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 9 juni 2015

betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, en de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds

(codificatie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 594/2008 van de Raad (2) is ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

(2)

De Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (hierna „SAO” genoemd), is op 16 juni 2008 in Luxemburg ondertekend.

(3)

Op 16 juni 2008 heeft de Raad een Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (4) (hierna „interimovereenkomst” genoemd) gesloten, die voorzag in vervroegde inwerkingtreding van de handelsbepalingen en de handelsgerelateerde bepalingen van de SAO. De interimovereenkomst is op 1 juli 2008 in werking getreden.

(4)

Het is nodig procedures vast te stellen voor de tenuitvoerlegging van verschillende bepalingen van de interimovereenkomst. Aangezien de handelsbepalingen en de handelsgerelateerde bepalingen van die twee overeenkomsten tot op zeer grote hoogte identiek zijn, dient deze verordening tevens van toepassing te zijn op de tenuitvoerlegging van de SAO na de inwerkingtreding daarvan.

(5)

Op grond van de SAO en de interimovereenkomst kunnen visserijproducten van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina binnen de beperkingen van de tariefcontingenten tegen verlaagd recht in de Unie worden ingevoerd. Er moeten derhalve bepalingen worden vastgesteld om het beheer van die tariefcontingenten te regelen.

(6)

Indien handelsbeschermende maatregelen noodzakelijk zijn, moeten deze worden vastgesteld overeenkomstig de algemene bepalingen van Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad (5), Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad (6), Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (7), alsmede Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad (8).

(7)

Wanneer een lidstaat de Commissie informatie verstrekt over eventuele fraude of niet-verlening van administratieve medewerking, is de desbetreffende Uniewetgeving van toepassing, met name Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad (9).

(8)

Voor de tenuitvoerlegging van de relevante bepalingen van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het Comité douanewetboek, dat is ingesteld bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10).

(9)

De uitvoering van de bilaterale vrijwaringsclausules van de interimovereenkomst en van de SAO vereist eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van vrijwarings- en andere maatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (11).

(10)

De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 24, lid 5, onder b), en artikel 25, lid 4, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39, lid 5, onder b), en artikel 40, lid 4, van de SAO, om dwingende redenen van urgentie vereist is,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden bepaalde procedures vastgelegd voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor enkele bepalingen van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (hierna „SAO” genoemd), en de Interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (hierna „interimovereenkomst” genoemd).

Artikel 2

Concessies voor vis en visserijproducten

De uitvoeringsbepalingen voor artikel 13 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 28 van de SAO, betreffende tariefcontingenten voor vis en visserijproducten, worden door de Commissie vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 3

Rechtenverlagingen

1.   De preferentiële rechten worden, met inachtneming van lid 2, naar beneden afgerond op één decimaal.

2.   Het preferentiële recht wordt gelijkgesteld met volledige vrijstelling, indien de berekening van het preferentiële recht overeenkomstig lid 1 één van de volgende resultaten geeft:

a)

1 % of minder in het geval van rechten ad valorem, of

b)

1 EUR of minder per afzonderlijke hoeveelheid in het geval van specifieke rechten.

Artikel 4

Technische aanpassingen

Wijzigingen en technische aanpassingen van bepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden wanneer die noodzakelijk zijn ten gevolge van wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of vanwege de sluiting van nieuwe preferentiële overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen of andere rechtsinstrumenten die door de Unie en Bosnië en Herzegovina worden gesloten, vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 5

Algemene vrijwaringsclausule

Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 24 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 39 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, tenzij anders bepaald in artikel 24 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 39 van de SAO.

Artikel 6

Tekortclausule

Indien het noodzakelijk is dat de Unie een maatregel vaststelt als bedoeld in artikel 25 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 40 van de SAO, wordt die maatregel vastgesteld volgens de in artikel 9, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 7

Uitzonderlijke en kritieke omstandigheden

In uitzonderlijke en kritieke omstandigheden in de zin van artikel 24, lid 5, onder b), en artikel 25, lid 4, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39, lid 5, onder b), en artikel 40, lid 4, van de SAO, kan de Commissie onmiddellijk de maatregelen treffen waarin is voorzien in de artikelen 24 en 25 van de interimovereenkomst respectievelijk de artikelen 39 en 40 van de SAO.

Indien de Commissie een verzoek ontvangt van een lidstaat, neemt zij daarover binnen vijf werkdagen na ontvangst een besluit.

De Commissie neemt de in de eerste alinea bedoelde maatregelen volgens de in artikel 9, lid 3, van deze verordening of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 9, lid 4, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 8

Vrijwaringsclausule voor landbouw- en visserijproducten

1.   Wanneer de Unie vrijwaringsmaatregelen met betrekking tot landbouw- en visserijproducten moet nemen uit hoofde van artikel 24 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39 van de SAO, beslist de Commissie onverminderd de artikelen 5 en 6 van deze verordening, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, over de te nemen maatregelen na in voorkomend geval gebruik te hebben gemaakt van de voorleggingsprocedure van artikel 24 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39 van de SAO.

Indien de Commissie een verzoek ontvangt van een lidstaat, beslist zij hierover:

a)

binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoek, indien de voorleggingsprocedure van artikel 24 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39 van de SAO niet van toepassing is, of

b)

binnen drie dagen na het einde van de in artikel 24, lid 5, onder a), van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39, lid 5, onder a), van de SAO bedoelde termijn van 30 dagen, indien de voorleggingsprocedure van artikel 24 van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 39 van de SAO van toepassing is.

De Commissie deelt de Raad mee welke maatregelen zij heeft genomen.

2.   De Commissie neemt deze maatregelen volgens de in artikel 9, lid 3, of in spoedeisende gevallen, volgens de in artikel 9, lid 4, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 9

Comitéprocedure

1.   Voor de toepassing van de artikelen 2, 4 en 11 van deze verordening, wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 285 van Verordening (EU) nr. 952/2013 opgerichte Comité douanewetboek. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Voor de toepassing van de artikelen 5 tot en met 8 van deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het bij artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2015/478 opgerichte Comité vrijwaringsmaatregelen. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

3.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

4.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011 in samenhang met artikel 5 van toepassing.

Artikel 10

Dumping en subsidiëring

Wanneer zich praktijken voordoen die aanleiding kunnen geven tot toepassing door de Unie van de maatregelen waarin is voorzien in artikel 23, lid 2, van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 38, lid 2, van de SAO, wordt over de instelling van antidumpingmaatregelen of antisubsidiemaatregelen besloten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1225/2009 respectievelijk Verordening (EG) nr. 597/2009.

Artikel 11

Mededinging

1.   Praktijken die het nemen van maatregelen op grond van artikel 36 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 71 van de SAO door de Unie kunnen rechtvaardigen, worden door de Commissie op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat onderzocht, waarna zij besluit of die praktijken verenigbaar zijn met de SAO.

De maatregelen bedoeld in artikel 36, lid 10, van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 71, lid 10, van de SAO, worden in geval van steun genomen overeenkomstig de procedures van Verordening (EG) nr. 597/2009 en in andere gevallen volgens de procedure van artikel 207 van het Verdrag.

2.   Praktijken die aanleiding kunnen geven tot het nemen van maatregelen door Bosnië en Herzegovina ten aanzien van de Unie op grond van artikel 36 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 71 van de SAO, worden door de Commissie onderzocht, waarna zij besluit of die praktijken verenigbaar zijn met de beginselen van de interimovereenkomst, en in een later stadium de SAO. Indien nodig neemt zij passende besluiten op grond van criteria die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 101, 102 en 107 van het Verdrag.

Artikel 12

Fraude of niet-verlening van administratieve medewerking

Indien de Commissie, op grond van gegevens van een lidstaat of op eigen initiatief, vaststelt dat de omstandigheden bedoeld in artikel 29 van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 44 van de SAO, zich voordoen, doet zij onverwijld het volgende:

a)

zij informeert de Raad, en

b)

zij stelt het interimcomité, en in een later stadium het stabilisatie- en associatiecomité, in kennis van haar bevindingen en bijbehorende objectieve informatie, en pleegt overleg binnen het interimcomité en in een later stadium het stabilisatie- en associatiecomité.

Alle bekendmakingen op grond van artikel 29, lid 5, van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 44, lid 5, van de SAO, worden door de Commissie gedaan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De Commissie kan, volgens de in artikel 9, lid 3, van deze verordening bedoelde onderzoeksprocedure, de preferentiële behandeling van producten bedoeld in artikel 29, lid 4, van de interimovereenkomst, en in een later stadium artikel 44, lid 4, van de SAO, tijdelijk schorsen.

Artikel 13

Kennisgeving

De kennisgevingen aan het interimcomité, en in een later stadium de stabilisatie- en associatieraad en het stabilisatie- en associatiecomité, zoals bedoeld in de interimovereenkomst respectievelijk de SAO, worden namens de Unie gedaan door de Commissie.

Artikel 14

Intrekking

Verordening (EG) nr. 594/2008 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 9 juni 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 29 april 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 28 mei 2015.

(2)  Verordening (EG) nr. 594/2008 van de Raad van 16 juni 2008 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, en de Interimovereenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds (PB L 169 van 30.6.2008, blz. 1).

(3)  Zie bijlage I.

(4)  PB L 169 van 30.6.2008, blz. 13.

(5)  Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).

(6)  Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34).

(7)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).

(8)  Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7.2009, blz. 93).

(9)  Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(11)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).


BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

Verordening (EG) nr. 594/2008 van de Raad

(PB L 169 van 30.6.2008, blz. 1)

 

Verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 18 van 21.1.2014, blz. 1)

Uitsluitend punt 17 van de bijlage


BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 594/2008

De onderhavige verordening

Artikelen 1 tot en met 8

Artikelen 1 tot en met 8

Artikel 8 bis

Artikel 9

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14

Artikel 15

Bijlage I

Bijlage II