19.5.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 123/50


VERORDENING (EU) 2015/756 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 29 april 2015

tot schorsing van bepaalde concessies betreffende de invoer in de Unie van landbouwproducten van oorsprong uit Turkije

(codificatie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1506/98 van de Raad (3) is ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

(2)

In het kader van de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Gemeenschap en Turkije (5) („de overeenkomst”), zijn aan dit land voor bepaalde landbouwproducten concessies verleend.

(3)

Bij besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije (6) wordt de preferentiële regeling voor de invoer in de Unie van landbouwproducten van oorsprong uit Turkije verbeterd en geconsolideerd en wordt een reeks preferentiële concessies vastgesteld voor de uitvoer uit de Unie van vlees en levende dieren naar Turkije.

(4)

Turkije handhaaft sinds 1996 een verbod op de invoer van levende runderen (GN-code 0102) en past beperkingen toe op de invoer van rundvlees (GN-codes 0201 en 0202). Deze maatregelen, die kwantitatieve beperkingen zijn, zijn onverenigbaar met de overeenkomst en beletten de Unie de concessies die haar zijn toegekend in het kader van besluit nr. 1/98, te benutten. Ondanks de onderhandelingen die zijn gevoerd om dit probleem in overleg met Turkije op te lossen, zijn de kwantitatieve beperkingen gehandhaafd.

(5)

De uitvoer naar Turkije van de betrokken producten van oorsprong uit de Unie is ten gevolge van die maatregelen geblokkeerd. Om de handelsbelangen van de Unie te beschermen, moeten tegenover deze maatregelen gelijkwaardige maatregelen worden gesteld. Het blijkt dus dienstig de in bijlage I bij deze verordening genoemde concessies te schorsen.

(6)

Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Beide in bijlage I vermelde tariefcontingenten worden geschorst.

Artikel 2

De Commissie beëindigt door middel van uitvoeringshandelingen de in artikel 1 bedoelde schorsingsmaatregel zodra de belemmeringen voor de preferentiële uitvoer van de Unie naar Turkije zijn opgeheven. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 3, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 3

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dat is ingesteld bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3.   Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.

Artikel 4

Verordening (EG) nr. 1506/98 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 29 april 2015.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA


(1)  Advies van 10 december 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 11 maart 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 april 2015.

(3)  Verordening (EG) nr. 1506/98 van de Raad van 13 juli 1998 tot vaststelling van een concessie in de vorm van een communautair tariefcontingent voor hazelnoten ten gunste van Turkije (1998) en tot schorsing van bepaalde concessies (PB L 200 van 16.7.1998, blz. 1).

(4)  Zie bijlage II.

(5)  PB 217 van 29.12.1964, blz. 3687/64.

(6)  Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten (PB L 86 van 20.3.1998, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(8)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).


BIJLAGE I

Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Volume van het contingent per jaar of per aangegeven periode (in ton)

Voor het contingent geldend recht

09.0217

ex 0807 11 00

Watermeloenen, verse:

14 000

Vrij

van 16 juni tot en met 31 maart

09.0207

2002 90 31

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan hele tomaten of stukken, met een gehalte aan droge stof van meer dan 12 gewichtspercenten

30 000 , met een gehalte aan droge stof van 28 tot 30 gewichtspercenten

Vrij

09.0209

2002 90 39

2002 90 91

2002 90 99


BIJLAGE II

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

Verordening (EG) nr. 1506/98 van de Raad

(PB L 200 van 16.7.1998, blz. 1)

 

Verordening (EU) nr. 255/2014 van het Europees Parlement en de Raad

(PB L 84 van 20.3.2014, blz. 57)

Uitsluitend artikel 3


BIJLAGE III

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 1506/98

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 1

Artikel 3

Artikel 2

Artikel 3 bis

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4

Artikel 5

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage III