19.5.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 123/27 |
VERORDENING (EU) 2015/754 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 29 april 2015
houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten
(codificatie)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan. |
(2) |
De Unie heeft onderhandeld over tariefconcessies op grond van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) en in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde. Deze onderhandelingen hebben geleid tot overeenkomsten die zijn goedgekeurd bij Besluit 94/87/EG van de Raad (5) en Besluit 94/800/EG van de Raad (6). |
(3) |
Deze overeenkomsten bepalen dat, tegen bepaalde voorwaarden, jaarlijkse tariefcontingenten worden geopend voor kwaliteitsrundvlees van de GN-codes 0201 30 00, 0202 30 90, 0206 10 95 en 0206 29 91, varkensvlees van de GN-codes 0203 19 13 en 0203 29 15, slachtpluimvee van de GN-codes 0207 14 10, 0207 14 50, 0207 14 70, 0207 27 10, 0207 27 20 en 0207 27 80, tarwe en mengkoren van de GN-codes 1001 11 00, 1001 19 00 en 1001 99 00 en zemelen, slijpsel en andere resten van de GN-codes 2302 30 10, 2302 30 90, 2302 40 10 en 2302 40 90. |
(4) |
Deze overeenkomsten gelden voor een onbepaalde termijn. Het is dus verantwoord en doelmatig om de contingenten te openen op meerjarige basis. |
(5) |
Een regeling waarbij de aard, de herkomst en de oorsprong van de producten worden gegarandeerd, kan nuttig zijn. Daartoe dient, in voorkomend geval, voor de invoer in het kader van de overeengekomen tariefconcessies de overlegging van een echtheidscertificaat te worden geëist. |
(6) |
Het kan nuttig blijken deze invoer over het gehele jaar te spreiden naar gelang van de behoeften van de markt van de Unie. Het lijkt daartoe dienstig, een op de overlegging van invoercertificaten gebaseerd stelsel van gebruik van de contingenten op te zetten. |
(7) |
Teneinde bepaalde niet-essentiële elementen van deze verordening aan te vullen of te wijzigen, dient aan de Commissie de bevoegdheid te worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen betreffende de vaststelling van wijzigingen van deze verordening, ingeval de hoeveelheden of de andere voorwaarden betreffende de contingenten worden aangepast, met name naar aanleiding van een besluit van de Raad tot sluiting van een overeenkomst met één of meer derde landen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie dient er bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen voor te zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig aan het Europees Parlement en aan de Raad worden toegezonden. |
(8) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening ten aanzien van de regels voor de wijze van beheer van de in deze verordening bedoelde contingenten, dienen aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (7), |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Hierbij wordt er een jaarlijks tariefcontingent van de Unie van in totaal 20 000 ton (uitgedrukt in productgewicht) geopend voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit van de GN-codes 0201 en 0202, alsmede voor de producten van de GN-codes 0206 10 95 en 0206 29 91.
Voor dit tariefcontingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 20 %.
Artikel 2
Hierbij wordt er een jaarlijks tariefcontingent van de Unie van in totaal 7 000 ton geopend voor vers, gekoeld of bevroren varkensvlees van de GN-codes 0203 19 13 en 0203 29 15.
Voor dit tariefcontingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 0 %.
Artikel 3
Hierbij wordt er een jaarlijks tariefcontingent van de Unie van in totaal 15 500 ton geopend voor vlees van hanen of hennen van de GN-codes 0207 14 10, 0207 14 50 en 0207 14 70.
Voor dit tariefcontingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 0 %.
Artikel 4
Hierbij wordt er een jaarlijks tariefcontingent van de Unie van in totaal 2 500 ton geopend voor kalkoenvlees van de GN-codes 0207 27 10, 0207 27 20 en 0207 27 80.
Voor dit tariefcontingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 0 %.
Artikel 5
Hierbij wordt er een jaarlijks tariefcontingent van de Unie van in totaal 300 000 ton geopend voor kwaliteitstarwe van de GN-codes 1001 11 00, 1001 19 00 en 1001 99 00.
Voor dit contingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 0 %.
Artikel 6
Hierbij wordt er een jaarlijks tariefcontingent van de Unie van in totaal 475 000 ton geopend voor zemelen, slijpsel en andere resten van tarwe en van andere granen dan maïs en rijst, van de GN-codes 2302 30 10, 2302 30 90, 2302 40 10 en 2302 40 90.
Voor dit tariefcontingent bedraagt het recht van het gemeenschappelijk douanetarief 30,60 EUR per ton voor producten van de GN-codes 2302 30 10 en 2302 40 10 en 62,25 EUR per ton voor producten van de GN-codes 2302 30 90 en 2302 40 90.
Artikel 7
Teneinde te voldoen aan internationale verplichtingen en ingeval de hoeveelheden of de andere voorwaarden betreffende de in deze verordening bedoelde contingenten door het Europees Parlement en de Raad of door de Raad worden aangepast, met name bij een besluit van de Raad tot sluiting van een overeenkomst met één of meer derde landen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 9 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de hieruit voortvloeiende wijzigingen in deze verordening.
Artikel 8
De Commissie stelt door middel van uitvoeringshandelingen de nodige regels vast voor de wijze van beheer van de in deze verordening bedoelde contingenten en, in voorkomend geval, legt zij bepalingen vast:
a) |
voor het garanderen van de aard, de herkomst en de oorsprong van het product; |
b) |
betreffende de erkenning van het document waarmee de onder a) bedoelde garanties kunnen worden geverifieerd, en |
c) |
inzake de afgifte en de geldigheidsduur van de invoercertificaten. |
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 10, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 9
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 7 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 9 april 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 7 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Een overeenkomstig artikel 7 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie heeft medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of van de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 10
1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dat is opgericht bij artikel 229 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (8). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
3. Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door ten minste een vierde van de leden van het comité daarom wordt verzocht.
Artikel 11
Verordening (EG) nr. 774/94 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.
Artikel 12
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 29 april 2015.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
Z. KALNIŅA-LUKAŠEVICA
(1) Advies van 10 december 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 11 maart 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 april 2015.
(3) Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundsvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (PB L 91 van 8.4.1994, blz. 1).
(4) Zie bijlage I.
(5) Besluit 94/87/EG van de Raad van 20 december 1993 inzake het sluiten van Overeenkomsten in de vorm van een proces-verbaal van overeenkomst betreffende bepaalde oliehoudende zaden tussen de Europese Gemeenschap en respectievelijk Argentinië, Brazilië, Canada, Polen, Zweden en Uruguay op grond van artikel XXVIII van de GATT (PB L 47 van 18.2.1994, blz. 1).
(6) Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).
(7) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(8) Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).
BIJLAGE I
Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
|
Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad |
|
Verordening (EG) nr. 2198/95 van de Commissie |
|
Verordening (EU) nr. 252/2014 van het Europees Parlement en de Raad |
BIJLAGE II
Concordantietabel
Verordening (EG) nr. 774/94 |
De onderhavige verordening |
Artikel 1, lid 1 |
Artikel 1, eerste alinea |
Artikel 1, lid 2 |
Artikel 1, tweede alinea |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 2, eerste alinea |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 2, tweede alinea |
Artikel 3, lid 1 |
Artikel 3, eerste alinea |
Artikel 3, lid 2 |
Artikel 3, tweede alinea |
Artikel 4, lid 1 |
Artikel 4, eerste alinea |
Artikel 4, lid 2 |
Artikel 4, tweede alinea |
Artikel 5, lid 1 |
Artikel 5, eerste alinea |
Artikel 5, lid 2 |
Artikel 5, tweede alinea |
Artikel 6, lid 1 |
Artikel 6, eerste alinea |
Artikel 6, lid 2 |
Artikel 6, tweede alinea |
Artikel 7 |
Artikel 8 |
Artikel 8 |
Artikel 7 |
Artikel 8 bis |
Artikel 9 |
Article 8 ter |
Artikel 10 |
Artikel 9 |
— |
Artikel 10 |
Artikel 12 |
— |
Artikel 11 |
— |
Bijlage I |
— |
Bijlage II |