9.4.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 93/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/561 VAN DE COMMISSIE

van 7 april 2015

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 70, artikel 72 en artikel 145, lid 3,

Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 62, lid 2, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Deel II, titel I, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bevat voorschriften inzake een vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, waarbij de in deel II, titel I, hoofdstuk III, sectie IV bis, subsectie II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (3) vastgestelde overgangsregeling inzake aanplantrechten met ingang van 1 januari 2016 wordt ingetrokken en vervangen. In deel II, titel I, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld inzake de looptijd, het beheer en de controle van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken en wordt de Commissie gemachtigd uitvoeringshandelingen vast te stellen met betrekking tot het beheer en de controle van het stelsel. De in deel II, titel I, hoofdstuk III, sectie IV bis, subsectie II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde overgangsregeling inzake aanplantrechten blijft overeenkomstig artikel 230, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van toepassing tot en met 31 december 2015.

(2)

In artikel 62 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is als algemene vereiste gesteld dat de lidstaten een vergunning voor de aanplant van wijnstokken verlenen wanneer producenten die wijnstokken wensen aan te planten of opnieuw aan te planten, bij hen een aanvraag indienen. Artikel 63 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 voorziet in een vrijwaringsmechanisme voor nieuwe aanplant, waarbij de lidstaten elk jaar vergunningen voor nieuwe aanplant moeten toekennen voor 1 % van de totale werkelijk met wijnstokken beplante oppervlakte op hun grondgebied; in naar behoren gemotiveerde gevallen kan echter worden beslist een lagere grenswaarde te hanteren. In artikel 64 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld voor het verlenen van vergunningen voor nieuwe aanplant, alsook subsidiabiliteits- en prioriteitscriteria die de lidstaten kunnen toepassen.

(3)

Op het niveau van de Unie moeten voorschriften worden vastgesteld voor de procedure die de lidstaten moeten volgen ten aanzien van de besluiten over het vrijwaringsmechanisme en de keuze van subsidiabiliteits- en prioriteitscriteria. Die voorschriften moeten onder meer betrekking hebben op de termijnen waarbinnen de besluiten moeten worden genomen en de gevolgen wanneer bepaalde besluiten niet worden genomen.

(4)

Met het oog op de duidelijkheid en een consequente toepassing in alle lidstaten en wijngebieden moeten de voorschriften die verband houden met het verlenen van vergunningen voor nieuwe aanplant, ook betrekking hebben op de verwerking van aanvragen, de selectieprocedure en de jaarlijkse verlening van de vergunningen. Op die manier gelden voor producenten die een vergunning voor nieuwe aanplant aanvragen, soortgelijke voorschriften in heel de Unie. Deze voorschriften beogen een transparant, billijk en tijdig functioneren van het systeem, aangepast aan de behoeften van de wijnsector. Zij moeten ook voorkomen dat aanvragers te maken krijgen met ongerechtvaardigde ongelijkheden, buitensporige vertragingen of onevenredige administratieve lasten. Door met name uiterlijk op 1 augustus, de datum waarop het wijnoogstjaar begint, vergunningen te verlenen wordt terdege rekening gehouden met de behoeften van de wijnsector en wordt ervoor gezorgd dat nog in hetzelfde kalenderjaar wijnstokken kunnen worden aangeplant. Er moet een passende datum worden vastgesteld waarmee ervoor wordt gezorgd dat alle desbetreffende door een lidstaat genomen besluiten tijdig vóór de bekendmaking van de oproep tot het indienen van aanvragen openbaar worden gemaakt en dat de producenten zich goed op de hoogte kunnen stellen van de geldende voorschriften alvorens een aanvraag in te dienen.

(5)

Wanneer het totale aantal in de subsidiabele aanvragen gevraagde hectaren groter is dan het aantal door de lidstaten beschikbaar gestelde hectaren, kan dit tot gevolg hebben dat een groot aantal afzonderlijke aanvragers slechts een fractie van de gevraagde hectaren krijgt en om die reden geen gebruik maakt van de desbetreffende vergunningen, waardoor zij sancties kunnen opgelegd krijgen. Om dergelijke situaties te voorkomen, is het gepast dat geen sancties worden opgelegd wanneer slechts vergunningen worden verleend voor minder dan een bepaald percentage van wat is aangevraagd. Om bovendien te vermijden dat de overeenkomstige vergunningen verloren gaan, moeten de lidstaten de mogelijkheid krijgen die vergunningen naar het volgende jaar over te dragen of ze binnen hetzelfde jaar te herverdelen onder de aanvragers die hun aanvraag niet volledig ingewilligd zagen, maar de verleende vergunning niet hebben geweigerd.

(6)

In artikel 66 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en de artikelen 3 en 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie (4) zijn voorschriften vastgesteld voor het verlenen van vergunningen voor herbeplanting binnen eenzelfde bedrijf. Op het niveau van de Unie moeten eveneens voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de procedure die de lidstaten moeten volgen bij het verlenen van die vergunningen voor herbeplanting, en tot de termijn waarbinnen de lidstaten die vergunningen moeten verlenen. Om de producenten in staat te stellen het hoofd te bieden aan beperkingen waarmee herbeplanting binnen eenzelfde bedrijf om fytosanitaire, ecologische of operationele redenen gepaard gaat, moet het voor de lidstaten mogelijk zijn om de producenten toe te staan een aanvraag in te dienen binnen een redelijke, maar beperkte termijn na het rooien. Gezien de administratieve belasting die de indiening en verwerking van aanvragen voor een herbeplantingsvergunning met zich brengt voor de lidstaten en de producenten, moet voorts een vereenvoudigde procedure kunnen worden toegepast in het specifieke geval waarin de opnieuw te beplanten oppervlakte overeenkomt met de gerooide oppervlakte of waarin geen beperkingen op de herbeplanting zijn vastgesteld.

(7)

In artikel 68 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zijn voorschriften vastgesteld voor het verlenen van vergunningen op basis van de omzetting van vóór 31 december 2015 verleende aanplantrechten. Op het niveau van de Unie moeten eveneens voorschriften worden vastgesteld met betrekking tot de procedure die de lidstaten bij het verlenen van die vergunningen moeten volgen. Er moeten termijnen voor de indiening en de behandeling van de aanvragen worden vastgesteld, zodat de lidstaten de omzettingsaanvragen op passende wijze en tijdig kunnen ontvangen en verwerken.

(8)

Op grond van artikel 62, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 moeten vergunningen worden verleend voor een specifieke, in een aanvraag geïdentificeerde oppervlakte op het bedrijf van de producent. In naar behoren gemotiveerde gevallen moeten de aanvragers, zolang de vergunning geldig is, die specifieke oppervlakte kunnen wijzigen. Die mogelijkheid moet echter in bepaalde gevallen worden uitgesloten om te voorkomen dat het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken wordt omzeild.

(9)

Krachtens artikel 63, lid 4, artikel 64, lid 3, artikel 71, lid 3, en artikel 145 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van bepaalde aspecten van de uitvoering van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken. Er moeten voorschriften worden vastgesteld die het de lidstaten gemakkelijker maken om informatie over alle relevante aspecten van het beheer en de controle van het stelsel mee te delen, zodat de uitvoering ervan naar behoren kan worden gemonitord.

(10)

Op grond van artikel 62 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten controlemaatregelen worden vastgesteld die betrekking hebben op de uitvoering van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken. Er zijn algemene controlevoorschriften nodig om te verduidelijken dat het wijnbouwkadaster het voornaamste instrument is om de naleving van het stelsel te verifiëren en dat de controles moeten worden verricht in overeenstemming met de algemene beginselen van artikel 59 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Die voorschriften moeten de lidstaten een algemeen kader bieden waarbinnen zij op nationaal niveau meer gedetailleerde voorschriften kunnen uitwerken om niet-toegestane aanplant te voorkomen en ervoor te zorgen dat de voorschriften van het vergunningenstelsel in acht worden genomen, met inbegrip van de naleving van de termijn voor het gebruik van de vergunningen en voor het rooien in geval van vervroegde herbeplanting en de naleving van de verbintenissen die de producenten voor het verkrijgen van de vergunningen zijn aangegaan.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vergunningen voor het aanplanten van wijnstokken

Vergunningen voor het aanplanten van wijnstokken als bedoeld in deel II, titel I, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden vanaf 2016 verleend overeenkomstig de onderhavige verordening.

De vergunningen hebben betrekking op nieuwe aanplant, herbeplantingen en om te zetten aanplantrechten.

De in artikel 64 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde vergunningen voor nieuwe aanplant worden jaarlijks toegekend.

Artikel 2

Voorafgaande besluiten inzake oppervlakten die beschikbaar worden gesteld voor nieuwe aanplant

1.   Een lidstaat die besluit de totale middels vergunningen toe te wijzen oppervlakte die beschikbaar is voor nieuwe aanplant, overeenkomstig artikel 63, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 te beperken, maakt dat besluit, alsook de desbetreffende motivering, uiterlijk op 1 maart openbaar.

2.   Wanneer een lidstaat rekening houdt met de aanbevelingen van beroepsorganisaties of belanghebbende producentengroeperingen, als bedoeld in artikel 65 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, moeten die aanbevelingen voldoende tijdig worden gepresenteerd om te kunnen worden onderzocht voordat de betrokken lidstaat het in lid 1 bedoelde besluit neemt. De aanbevelingen worden eveneens openbaar gemaakt.

Artikel 3

Criteria voor het verlenen van vergunningen voor nieuwe aanplant

Indien een lidstaat besluit gebruik te maken van de in artikel 64, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde criteria voor het verlenen van vergunningen voor nieuwe aanplant, wordt dat besluit uiterlijk op 1 maart openbaar gemaakt.

De in de eerste alinea bedoelde besluiten hebben betrekking op:

a)

de toepassing van één of meer van de criteria in artikel 64, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, met inbegrip van de passende motivering indien een lidstaat besluit artikel 64, lid 1, onder d), toe te passen, en van één of meer van de criteria in artikel 2, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560;

b)

het aantal hectaren dat op nationaal niveau beschikbaar is voor de verlening van vergunningen:

i)

op basis van een verhoudingsgewijze verdeling;

ii)

overeenkomstig de prioriteitscriteria in artikel 64, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 2, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560.

Indien een lidstaat de prioriteitscriteria als bedoeld in de tweede alinea, onder b), ii), van dit artikel wenst toe te passen, preciseert hij welke van deze criteria zullen worden toegepast. De lidstaten mogen ook besluiten een verschillend gewicht toe te kennen aan elk van de gekozen prioriteitscriteria. Die besluiten stellen de lidstaten in staat om voor de verlening van het onder b), ii), bedoelde aantal hectaren de afzonderlijke aanvragen op nationaal niveau te rangschikken, op basis van de mate waarin die aanvragen voldoen aan de gekozen prioriteitscriteria.

Artikel 4

Standaardregels voor nieuwe aanplant

Indien een lidstaat de desbetreffende besluiten niet vóór de in de artikelen 2 en 3 vastgestelde uiterste data openbaar maakt, zijn voor het verlenen van vergunningen voor nieuwe aanplant voor het overeenkomstige jaar de volgende regels van toepassing:

a)

de beschikbare vergunningen voor nieuwe aanplant hebben betrekking op 1 % van de totale werkelijk met wijnstokken beplante oppervlakte op het grondgebied van de lidstaat, zoals bepaald in artikel 63, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, zonder andere beperkingen;

b)

verhoudingsgewijze verdeling van de hectaren over alle subsidiabele aanvragers op basis van de oppervlakte waarvoor zij een vergunning hebben gevraagd, wanneer de aanvragen betrekking hebben op een grotere oppervlakte dan die welke beschikbaar is gesteld.

De lidstaten zorgen ervoor dat de informatie over de krachtens de eerste alinea toepasselijke regels openbaar wordt gemaakt.

Artikel 5

Indiening van aanvragen voor nieuwe aanplant

1.   De lidstaten laten de indieningstermijn voor individuele aanvragen, die ten minste één maand bedraagt, ingaan wanneer de in de artikelen 2 en 3 bedoelde besluiten of de in artikel 4, tweede alinea, bedoelde informatie openbaar zijn gemaakt en uiterlijk op 1 mei.

2.   De aanvraag vermeldt de omvang en de ligging in het bedrijf van de aanvrager van de oppervlakte waarvoor een vergunning wordt gevraagd. Een lidstaat die geen beperkingen overeenkomstig artikel 2 of criteria overeenkomstig artikel 3 heeft vastgesteld, kan de aanvragers vrijstellen van de verplichting om in de aanvraag de ligging in het bedrijf van de aanvrager te vermelden van de oppervlakte waarvoor een vergunning wordt gevraagd. De lidstaten kunnen de aanvragers om aanvullende informatie verzoeken, indien dat relevant is voor de uitvoering van het vergunningenstelsel.

3.   Wanneer een lidstaat besluit om bepaalde criteria voor de verlening van vergunningen voor nieuwe aanplant toe te passen, gelden de volgende voorschriften:

a)

subsidiabiliteitscriteria in artikel 64, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 2, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560: de aanvrager geeft in de aanvraag aan welk(e) wijnbouwproduct(en) hij op de voor het eerst te beplanten oppervlakte(n) wil produceren en of hij van plan is een of meer van de volgende producten te produceren:

i)

wijn met een beschermde oorsprongsbenaming;

ii)

wijn met een beschermde geografische aanduiding;

iii)

wijn zonder geografische aanduiding, waaronder wijn met aanduiding van het gebruikte druivenras;

b)

prioriteitscriterium in artikel 64, lid 2, onder e), van Verordening (EU) nr. 1308/2013: in de aanvraag wordt informatie van economische aard opgenomen die de economische duurzaamheid van het betrokken project aantoont op basis van een of meer van de standaardmethoden voor financiële analyse van landbouwinvesteringsprojecten als vermeld in bijlage II, deel E, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560;

c)

prioriteitscriterium in artikel 64, lid 2, onder f), van Verordening (EU) nr. 1308/2013: in de aanvraag wordt informatie van economische aard opgenomen die het potentieel voor verhoging van het concurrentievermogen aantoont op basis van de overwegingen in bijlage II, deel F, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560;

d)

prioriteitscriterium in artikel 64, lid 2, onder g), van Verordening (EU) nr. 1308/2013: in de aanvraag wordt informatie opgenomen die het potentieel voor verbetering van producten met geografische aanduidingen aantoont op basis van een van de voorwaarden in bijlage II, deel G, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560;

e)

prioriteitscriterium in artikel 64, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 1308/2013: in de aanvraag wordt informatie opgenomen waaruit blijkt dat de omvang van het bedrijf van de aanvrager op het moment van de aanvraag voldoet aan de drempels die de lidstaten op basis van de bepalingen in bijlage II, deel H, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 moeten vaststellen;

f)

indien een lidstaat eist dat de aanvragers de verbintenissen als bedoeld in bijlage I, delen A en B, en bijlage II, delen A, B, D, E, F en G en deel I, afdeling II, bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 aangaan met betrekking tot de overeenkomstige criteria, moeten die verbintenissen in de aanvraag worden vermeld.

Indien een lidstaat een van de in de eerste alinea, onder a) tot en met f), vermelde gegevens rechtstreeks kan verzamelen, mag die lidstaat de aanvragers ervan vrijstellen die gegevens in hun aanvraag te vermelden.

4.   Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde indieningstermijn stellen de lidstaten de niet-subsidiabele aanvragers ervan op de hoogte dat hun aanvraag niet subsidiabel is op grond van het door de lidstaat overeenkomstig artikel 3 genomen besluit over de subsidiabiliteitscriteria. Die aanvragen worden uitgesloten van de volgende procedurefasen.

Artikel 6

Verlening van vergunningen voor nieuwe aanplant

1.   Indien de totale oppervlakte waarop de ingediende subsidiabele aanvragen betrekking hebben, niet groter is dan de oppervlakte(n) die overeenkomstig artikel 2, lid 1, beschikbaar wordt (worden) gesteld, verleent de lidstaat vergunningen voor de volledige door de producenten aangevraagde oppervlakte.

2.   Indien de totale oppervlakte waarop de ingediende subsidiabele aanvragen betrekking hebben, groter is dan de oppervlakte(n) die overeenkomstig artikel 2, lid 1, beschikbaar wordt (worden) gesteld, past de lidstaat de in bijlage I vastgestelde selectieprocedure toe.

De lidstaten verlenen uiterlijk op 1 augustus vergunningen aan de aanvragers die op basis van de uitslag van die selectieprocedure zijn geselecteerd. Wanneer subsidiabele aanvragen niet volledig zijn ingewilligd, worden de aanvragers op de hoogte gebracht van de redenen daarvoor.

3.   Wanneer de verleende vergunning betrekking heeft op minder dan 50 % van de in de aanvraag gevraagde oppervlakte, kan de aanvrager die vergunning binnen één maand na de datum van de verlening ervan weigeren.

In dat geval wordt de aanvrager geen administratieve sanctie als bedoeld in artikel 62, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 opgelegd. De lidstaten kunnen besluiten het overeenkomstige aantal hectaren uiterlijk op 1 oktober van hetzelfde jaar beschikbaar te stellen voor vergunningen die worden verleend aan de aanvragers die overeenkomstig de uitslag van de in lid 2 bedoelde selectieprocedure slechts een vergunning hebben gekregen voor een deel van de door hen gevraagde oppervlakte en die die vergunning niet hebben geweigerd. De lidstaten kunnen ook besluiten die hectaren het volgende jaar beschikbaar te stellen bovenop de 1 % van de totale met wijnstokken beplante oppervlakte die beschikbaar wordt gesteld overeenkomstig artikel 63, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

Artikel 7

Beperkingen op het verlenen van vergunningen voor herbeplanting

1.   Een lidstaat die besluit overeenkomstig artikel 66, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 beperkingen in te stellen op het verlenen van vergunningen voor herbeplanting in gebieden die in aanmerking komen voor de productie van wijn met een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding, maakt die besluiten uiterlijk op 1 maart openbaar.

De beroepsorganisaties of belanghebbende producentengroeperingen als bedoeld in artikel 65 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 presenteren de aanbevelingen waar de lidstaat uit hoofde van dat artikel rekening mee zal houden, voldoende tijdig opdat die kunnen worden onderzocht voordat de betrokken lidstaat het in de eerste alinea bedoelde besluit neemt. De betrokken lidstaat maakt die aanbevelingen openbaar.

2.   De in lid 1 bedoelde besluiten zijn van toepassing gedurende één jaar vanaf de datum waarop zij openbaar zijn gemaakt.

Wanneer een aanbeveling van een beroepsorganisatie of een belanghebbende producentengroepering geldt voor een periode van meer dan één jaar, maar niet meer dan drie jaar overeenkomstig artikel 65, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, mogen die besluiten eveneens voor een periode van ten hoogste drie jaar van toepassing zijn.

Wanneer die beroepsorganisaties of belanghebbende producentengroeperingen de desbetreffende aanbevelingen niet overeenkomstig lid 1 voldoende tijdig indienen voor het onderzoek ervan of wanneer de lidstaat de desbetreffende besluiten niet uiterlijk op 1 maart openbaar maakt, staat de lidstaat de herbeplanting automatisch toe overeenkomstig artikel 8.

Artikel 8

Procedure voor het verlenen van vergunningen voor herbeplanting

1.   Een vergunning voor herbeplanting als bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag worden aangevraagd op elk moment van het wijnoogstjaar waarin wordt gerooid. De lidstaten kunnen echter besluiten dat een vergunning voor herbeplanting mag worden aangevraagd tot het einde van het tweede wijnoogstjaar na datgene waarin is gerooid. Wanneer die termijnen niet worden gerespecteerd, verlenen de lidstaten geen vergunning voor herbeplanting.

De aanvraag vermeldt de omvang en de ligging in hetzelfde bedrijf van de aanvrager van de gerooide oppervlakte(n) en van de opnieuw te beplanten oppervlakte(n) waarop de te verlenen vergunning betrekking heeft. Wanneer geen beperkingen zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 7 en de aanvrager geen enkele van de verbintenissen als bedoeld in punt 2, onder b), van de delen A en B van bijlage I en in deel B, punt 4, en deel D van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 is aangegaan, kan de lidstaat de aanvragers vrijstellen van de verplichting om in de aanvraag de ligging te vermelden van de opnieuw te beplanten oppervlakte(n) waarop de te verlenen vergunning betrekking heeft. De lidstaten kunnen de aanvragers om aanvullende informatie verzoeken, indien dat relevant is voor de uitvoering van het vergunningenstelsel.

De lidstaten verlenen binnen drie maanden na de indiening van een aanvraag automatisch een vergunning. De lidstaten kunnen evenwel besluiten de termijnen toe te passen als vermeld in de artikelen 5 en 6 voor respectievelijk de indiening van aanvragen en de verlening van vergunningen voor nieuwe aanplant.

2.   Wanneer de opnieuw te beplanten oppervlakte samenvalt met de gerooide oppervlakte of wanneer geen beperkingen overeenkomstig artikel 7, lid 1, zijn vastgesteld, mag een vereenvoudigde procedure worden toegepast op nationaal niveau of voor bepaalde gebieden binnen het grondgebied van de betrokken lidstaat. In dat geval mag de vergunning voor herbeplanting geacht worden te zijn verleend op de datum waarop de oppervlakte is gerooid. Daartoe verstrekt de betrokken producent vóór het einde van het wijnoogstjaar waarin is gerooid, een mededeling achteraf die geldt als aanvraag voor een vergunning.

3.   Een vergunning voor herbeplanting als bedoeld in artikel 66, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mag worden aangevraagd op elk moment van het jaar.

De aanvraag vermeldt de omvang en de ligging in hetzelfde bedrijf van de aanvrager van de gerooide oppervlakte(n) en van de opnieuw te beplanten oppervlakte(n) waarop de te verlenen vergunning betrekking heeft. De aanvragen vermelden eveneens de verbintenis om de met wijnstokken beplante oppervlakte uiterlijk aan het einde van het vierde jaar vanaf de datum waarop de nieuwe wijnstokken zijn aangeplant, te rooien. De lidstaten kunnen de aanvragers om aanvullende informatie verzoeken, indien dat relevant is voor de uitvoering van het vergunningenstelsel.

De lidstaten verlenen binnen drie maanden na de indiening van een aanvraag automatisch een vergunning. De lidstaten kunnen evenwel besluiten de termijnen toe te passen als vermeld in de artikelen 5 en 6 voor respectievelijk de indiening van aanvragen en de verlening van vergunningen voor nieuwe aanplant.

Artikel 9

Procedure voor het verlenen van vergunningen op basis van de overgangsbepalingen

1.   De producenten dienen de aanvragen voor de omzetting van aanplantrechten in vergunningen als bedoeld in artikel 68, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 in vanaf 15 september 2015.

De aanvraag vermeldt de omvang en de ligging in het bedrijf van de aanvrager van de oppervlakte waarvoor een vergunning wordt gevraagd. De lidstaten kunnen de aanvragers vrijstellen van de verplichting om in de aanvraag de ligging in het bedrijf van de aanvrager te vermelden van de oppervlakte waarop de te verlenen vergunning betrekking heeft. De lidstaten kunnen de aanvragers om aanvullende informatie verzoeken, indien dat relevant is voor de uitvoering van het vergunningenstelsel.

2.   Een lidstaat die overeenkomstig artikel 68, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 besluit om de termijn voor het indienen van een aanvraag voor de omzetting van aanplantrechten in vergunningen te verlengen tot na 31 december 2015, maakt dit besluit uiterlijk op 14 september 2015 openbaar.

In dat geval mogen de producenten een verzoek tot omzetting indienen op elk moment vanaf 15 september 2015 tot aan het einde van de termijn die overeenkomstig de eerste alinea door de lidstaat is vastgesteld.

3.   Na te hebben geverifieerd dat de aanplantrechten waarvoor overeenkomstig de leden 1 en 2 om omzetting wordt gevraagd, nog steeds geldig zijn, verlenen de lidstaten de vergunningen automatisch. Tussen de indiening van een verzoek tot omzetting en de verlening van een vergunning mag niet meer dan drie maanden verlopen. Wanneer het verzoek wordt ingediend vóór 31 december 2015, vangt de termijn van drie maanden echter aan op 1 januari 2016.

Artikel 10

Wijziging van de specifieke oppervlakte waarvoor een vergunning is verleend

In naar behoren gemotiveerde gevallen kunnen de lidstaten, op verzoek van de aanvrager, besluiten dat wijnstokken mogen worden aangeplant op een oppervlakte in het bedrijf die verschilt van de specifieke oppervlakte waarvoor de vergunning is verleend, op voorwaarde dat de nieuwe oppervlakte evenveel hectaren telt en dat de vergunning nog steeds geldig is overeenkomstig artikel 62, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

De eerste alinea is niet van toepassing indien de vergunning is verleend op basis van de naleving van specifieke subsidiabiliteits- of prioriteitscriteria die verband houden met de in de aanvraag aangegeven ligging en het verzoek om wijziging een nieuwe specifieke oppervlakte aangeeft die daarbuiten ligt.

Artikel 11

Kennisgevingen

1.   Met ingang van 2016 dienen de lidstaten uiterlijk op 1 maart van elk jaar bij de Commissie het volgende in:

a)

de mededeling over het wijnbouwareaal als bedoeld in artikel 145, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 die betrekking heeft op de situatie op 31 juli van het voorafgaande wijnoogstjaar. Voor deze mededeling wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage II bij deze verordening;

b)

de kennisgevingen als bedoeld in artikel 63, lid 4, en artikel 64, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Voor deze kennisgevingen wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage III bij deze verordening;

c)

een kennisgeving inzake de door de lidstaten vastgestelde beperkingen in verband met herbeplantingen binnen eenzelfde bedrijf als bedoeld in artikel 7 van deze verordening. Voor deze kennisgeving wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage VI (tabel A) bij deze verordening;

d)

een bijgewerkte nationale lijst van beroepsorganisaties of belanghebbende producentengroeperingen als bedoeld in de artikelen 2 en 7 van deze verordening;

e)

de in artikel 71, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde mededeling over de totale omvang van de oppervlakten waarvan is vastgesteld dat zij zonder vergunning met wijnstokken zijn beplant, en van de niet-toegestane oppervlakten die gerooid zijn. Die mededeling heeft betrekking op het voorafgaande wijnoogstjaar. De eerste mededeling wordt uiterlijk op 1 maart 2017 ingediend en heeft betrekking op de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 juli 2016. Voor de mededeling wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage IV bij deze verordening;

f)

indien een lidstaat besluit het in artikel 64, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vermelde prioriteitscriterium toe te passen: de drempels die zijn vastgesteld voor de minimale en de maximale omvang van de bedrijven, als bedoeld in bijlage II, deel H, bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560.

2.   Vanaf 2016 dienen de lidstaten uiterlijk op 1 november van elk jaar bij de Commissie het volgende in:

a)

een kennisgeving inzake de gevraagde vergunningen voor nieuwe aanplant, de vergunningen die gedurende het voorafgaande wijnoogstjaar effectief zijn verleend overeenkomstig artikel 6, lid 1 of 2, van deze verordening, en de vergunningen die overeenkomstig artikel 6, lid 3, van deze verordening door de aanvragers zijn geweigerd en die welke overeenkomstig artikel 6, lid 3, van deze verordening vóór 1 oktober aan andere aanvragers zijn verleend. Voor deze kennisgevingen wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage V bij deze verordening;

b)

een kennisgeving inzake de gedurende het voorafgaande wijnoogstjaar verleende vergunningen voor herbeplanting als bedoeld in artikel 8 van deze verordening. De eerste kennisgeving geschiedt uiterlijk op 1 november 2016 en heeft betrekking op de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 juli 2016. Voor de kennisgeving wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage VI (tabel B) bij deze verordening;

c)

een kennisgeving inzake de vergunningen die gedurende het voorafgaande wijnoogstjaar op basis van de omzetting van geldige aanplantrechten zijn verleend, als bedoeld in artikel 9 van deze verordening. Voor die kennisgeving wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage VII (tabel B); de kennisgeving geschiedt uiterlijk op 1 november van het jaar volgend op het einde van de termijn voor omzetting als bedoeld in artikel 68, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 of op het einde van de door de lidstaten overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de onderhavige verordening vastgestelde termijn.

3.   De lidstaten die voldoen aan de bij artikel 67, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde voorwaarden, stellen de Commissie uiterlijk op 31 juli 2015 in kennis van hun besluit om overeenkomstig artikel 67, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 het vergunningenstelsel voor aanplant van wijnstokken niet toe te passen.

4.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 15 september 2015 in kennis van de in artikel 9, lid 2, van deze verordening bedoelde termijn voor de omzetting van aanplantrechten in vergunningen. Voor deze kennisgeving wordt gebruikgemaakt van het formulier in bijlage VII (tabel A) bij deze verordening.

5.   De in dit artikel bedoelde kennisgevingen, mededelingen en indiening van lijsten gebeuren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie (5).

6.   Indien een lidstaat niet voldoet aan de leden 1 tot en met 4 of indien de desbetreffende informatie onjuist lijkt, kan de Commissie de in artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde maandelijkse betalingen die betrekking hebben op de wijnsector, geheel of gedeeltelijk schorsen totdat de kennisgeving correct is gedaan.

7.   De lidstaten bewaren de overeenkomstig dit artikel verstrekte informatie gedurende ten minste tien wijnoogstjaren na het wijnoogstjaar waarin de informatie is verstrekt.

8.   De in dit artikel vastgestelde verplichtingen doen geen afbreuk aan de verplichtingen van de lidstaten die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1337/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

Artikel 12

Controles

1.   De lidstaten voeren controles uit voor zover dat nodig is voor de correcte toepassing van de voorschriften voor het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken die zijn vastgesteld in deel II, titel I, hoofdstuk III, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 en in de onderhavige verordening.

2.   Om de naleving van de in lid 1 bedoelde voorschriften te toetsen, maken de lidstaten gebruik van het wijnbouwkadaster als bedoeld in artikel 145 van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

3.   Artikel 59 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 is van overeenkomstige toepassing op het vergunningenstelsel voor de aanplant van wijnstokken.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(3)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van 15 december 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(5)  Verordening (EG) nr. 792/2009 van de Commissie van 31 augustus 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de kennisgeving door de lidstaten aan de Commissie van de informatie en de documenten ter uitvoering van de gemeenschappelijke marktordening, de regeling voor rechtstreekse betalingen, de afzetbevordering voor landbouwproducten en de regelingen voor de ultraperifere gebieden en de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 228 van 1.9.2009, blz. 3).

(6)  Verordening (EU) nr. 1337/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende Europese statistieken van meerjarige teelten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 357/79 van de Raad en Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 7).


BIJLAGE I

Selectieprocedure als bedoeld in artikel 6, lid 2

A.   TOEWIJZING OP BASIS VAN VERHOUDINGSGEWIJZE VERDELING

Het totale aantal voor nieuwe aanplant beschikbare hectaren dat een lidstaat besluit op nationaal niveau aan alle aanvragers toe te wijzen op basis van een verhoudingsgewijze verdeling als bedoeld in artikel 3, onder b), i), wordt aan de hand van de volgende formule verdeeld over de afzonderlijke subsidiabele aanvragen, zonder afbreuk te doen aan de eventuele beperkingen als bedoeld in artikel 2:

A1 = Ar * (%Pr * Tar/Tap)

A1

=

aan een individuele aanvrager verleende vergunning op basis van verhoudingsgewijze verdeling (in hectare)

Ar

=

in de aanvraag van de producent gevraagde oppervlakte (in hectare)

%Pr

=

percentage van de totale beschikbare oppervlakte dat op basis van verhoudingsgewijze verdeling wordt verleend

Tar

=

totale oppervlakte die middels vergunningen beschikbaar wordt gesteld (in hectare)

Tap

=

totaal van alle aanvragen van de producenten (in hectare)

B.   TOEWIJZING OVEREENKOMSTIG DE PRIORITEITSCRITERIA

Het gedeelte van het totale aantal voor nieuwe aanplant beschikbare hectaren dat een lidstaat besluit op nationaal niveau toe te wijzen op basis van de prioriteitscriteria, als bedoeld in artikel 3, onder b), ii), wordt op de volgende manier verdeeld over de afzonderlijke subsidiabele aanvragen:

a)

De lidstaten kiezen de prioriteitscriteria op nationaal niveau; zij kunnen aan de verschillende criteria hetzelfde dan wel een verschillend gewicht toekennen. De lidstaten kunnen het aan de criteria toegekende gewicht eenvormig op nationaal niveau toepassen of afhankelijk maken van de ligging binnen het grondgebied van de lidstaat.

Wanneer de lidstaten aan alle op nationaal niveau gekozen criteria hetzelfde gewicht toekennen, krijgt elk van die criteria de waarde één (1).

Wanneer de lidstaten aan de op nationaal niveau gekozen criteria een verschillend gewicht toekennen, krijgt elk van die criteria een waarde tussen nul (0) en één (1), waarbij de som van alle afzonderlijke waarden steeds gelijk moet zijn aan één (1).

Indien het aan die criteria toegekende gewicht afhankelijk is van de ligging binnen het grondgebied van de lidstaat, krijgt elk criterium per betrokken gebied een individuele waarde tussen nul (0) en één (1). In dat geval moet voor elk gebied de som van alle afzonderlijke gewichten die aan de gekozen criteria zijn toegekend, steeds gelijk zijn aan één (1).

b)

De lidstaten beoordelen elke afzonderlijke subsidiabele aanvraag op basis van de mate waarin de gekozen prioriteitscriteria worden nageleefd. Om te beoordelen in hoeverre elk prioriteitscriterium wordt nageleefd, stellen de lidstaten één enkele schaal op nationaal niveau vast die wordt gebruikt om voor elk criterium aan de aanvragen een bepaald aantal punten toe te kennen.

Die schaal omvat het vooraf bepaalde aantal punten dat moet worden toegekend naargelang van de mate waarin aan elk van de criteria wordt voldaan, alsook het aantal punten dat moet worden toegekend voor elk van de verschillende onderdelen van elk specifiek criterium.

c)

De lidstaten stellen op nationaal niveau een rangschikking op van de afzonderlijke aanvragen aan de hand van het totale aantal punten dat aan de afzonderlijke aanvragen is toegekend op basis van de naleving of de mate van naleving zoals bedoeld in punt b) en, in voorkomend geval, het gewicht dat aan de criteria is toegekend zoals bedoeld in punt a). Daartoe gebruiken zij de volgende formule:

Pt = W1 * Pt1 + W2 * Pt2 + … + Wn * Ptn

Pt

=

totaal aantal punten van een specifieke afzonderlijke aanvraag

W1, W2…, Wn

=

gewicht van criterium 1, 2, …, n

Pt1, Pt2…, Ptn

=

mate waarin de aanvraag voldoet aan criterium 1, 2, … n

In gebieden waar het toegekende gewicht voor elk prioriteitscriterium nul is, krijgen alle subsidiabele aanvragen de maximumwaarde van de schaal voor wat de mate van naleving betreft.

d)

De lidstaten verlenen vergunningen aan de afzonderlijke aanvragers in de volgorde die op basis van de in punt c) bedoelde rangschikking is vastgesteld, totdat de hectaren die op basis van de prioriteitscriteria moeten worden toegewezen, zijn uitgeput. Er worden vergunningen afgegeven voor het volledige aantal door een aanvrager gevraagde hectaren vóór er een vergunning wordt verleend aan de volgende aanvrager in de rangschikking.

Indien op een bepaalde positie in de rangschikking verschillende aanvragen evenveel punten hebben zonder dat er voldoende hectaren beschikbaar zijn, worden de overgebleven hectaren verhoudingsgewijs aan die aanvragen toegewezen.

e)

Wanneer vergunningen worden afgeleverd volgens het bepaalde in deel A en deel B, onder a) tot en met d), en de limiet voor een bepaalde regio, voor een gebied dat in aanmerking komt voor een beschermde oorsprongsbenaming of een beschermde geografische aanduiding, of voor een gebied zonder geografische aanduiding, is bereikt, worden geen verdere aanvragen voor die regio of dat gebied ingewilligd.


BIJLAGE II

Mededeling als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder a)

Tabel

Inventaris van het wijnbouwareaal

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Wijnoogstjaar:

 

Gebieden/regio's

Werkelijk met wijnstokken beplante oppervlakten (ha) die in aanmerking komen voor de productie van (3)

wijn met een beschermde oorsprongsbenaming (BOB) (1)

wijn met een beschermde geografische aanduiding (BGA) (2)

wijn zonder BOB/BGA en in een gebied met BOB/BGA liggen

wijn zonder BOB/BGA en niet in een gebied met BOB/BGA liggen

Totaal

en die zijn opgenomen in kolom (2)

en die niet zijn opgenomen in kolom (2)

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volledige lidstaat

 

 

 

 

 

 

NB: Waarde die moet worden vermeld in kolom (7) = (2) + (4) + (5) + (6).

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart (de eerste keer: uiterlijk op 1 maart 2016).


(1)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn met BGA of wijn zonder geografische aanduiding.

(2)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn met BOB en wijn zonder geografische aanduiding (kolom (3)) of komen uitsluitend in aanmerking voor wijn met BGA en wijn zonder geografische aanduiding (kolom (4)). Geen van de gebieden die zijn opgegeven in de kolommen (3) en (4), mogen worden opgegeven in de kolommen (5) en (6).

(3)  De gegevens hebben betrekking op 31 juli van het vorige wijnoogstjaar.


BIJLAGE III

Kennisgevingen als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder b)

Tabel A

Vergunningen voor nieuwe aanplant — percentage

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Jaar:

 

Totale daadwerkelijk beplante oppervlakte (ha) (op 31 juli laatstleden):

 

Op nationaal niveau toe te passen percentage:

 

Totale oppervlakte (ha) voor nieuwe aanplant op nationaal niveau, op basis van het percentage waartoe is besloten:

 

Motivering voor de beperking van het percentage op nationaal niveau (indien minder dan 1 %):

Totale oppervlakte (ha) die overeenkomstig artikel 6, lid 3, uit het voorafgaande jaar is overgedragen:

 

Totale oppervlakte (ha) die op nationaal niveau beschikbaar moet worden gesteld voor nieuwe aanplant:

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 maart (de eerste keer: 1 maart 2016).

Tabel B

Vergunningen voor nieuwe aanplant — geografische beperkingen

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Jaar:

 

Beperkingen waartoe op het desbetreffende geografische niveau is besloten (indien van toepassing):

A.

Per regio (indien van toepassing)

Beperkte oppervlakte

regio 1

 

regio 2

 

 

B.

Per „subregio”, (indien van toepassing)

Beperkte oppervlakte

subregio 1

 

subregio 2

 

 

C.

Per gebied met BOB/BGA, (indien van toepassing)

Beperkte oppervlakte

gebied met BOB/BGA 1

 

gebied met BOB/BGA 2

 

 

D.

Per gebied zonder BOB/BGA, (indien van toepassing)

Beperkte oppervlakte

gebied zonder BOB/BGA 1

 

gebied zonder BOB/BGA 2

 

 

NB:

Deze tabel moet vergezeld gaan van de overeenkomstige motiveringen als bedoeld in artikel 63, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1308/2013.

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 maart (de eerste keer: 1 maart 2016).

Tabel C

Vergunningen voor nieuwe aanplant — openbaar gemaakte besluiten inzake subsidiabiliteitscriteria op het desbetreffende geografische niveau

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Jaar:

 

Subsidiabiliteitscriteria (indien van toepassing):

Subsidiabiliteitscriteria artikel 64, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560

Gekozen door de LS: J/N

Indien „ja”, vermeld het desbetreffende geografische niveau (indien van toepassing):

Artikel 64, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013

 

gebied met BOB 1;

gebied met BOB 2;

Artikel 2, lid 1, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560

 

gebied met BGA 1;

gebied met BGA 2;

Artikel 64, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013

Gekozen door de LS: J/N

Indien „ja” voor artikel 64, lid 1, onder d), vermeld het specifieke geografische niveau (indien van toepassing):

Prioriteitscriteria artikel 64, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

Artikel 64, lid 2, onder a)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder b)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder c)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder d)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder e)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder f)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder g)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

Artikel 64, lid 2, onder h)

 

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 1;

regio, subregio, gebied met/zonder BOB/BGA 2;

NB:

Indien „ja” voor artikel 64, lid 1, onder d), moet deze tabel vergezeld gaan van de overeenkomstige motiveringen als bedoeld in artikel 64, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 2, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560:

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 maart (de eerste keer: 1 maart 2016).

Tabel D

Vergunningen voor nieuwe aanplant — openbaar gemaakte besluiten inzake verhoudingsgewijze verdeling en prioriteitscriteria op het desbetreffende geografische niveau

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Jaar:

 

Totale oppervlakte (ha) die op nationaal niveau beschikbaar moet worden gesteld voor nieuwe aanplant:

 

1.   Verhoudingsgewijze verdeling (indien van toepassing):

Percentage van de oppervlakte dat op nationaal niveau wordt verleend op basis van verhoudingsgewijze verdeling:

 

Aantal hectaren:

 

2.   Prioriteitscriteria (indien van toepassing):

Percentage van de oppervlakte dat op nationaal niveau wordt verleend op basis van prioriteitscriteria:

 

Aantal hectaren:

 

Informatie over de op nationaal niveau vastgestelde schaal voor de beoordeling van de mate waarin afzonderlijke aanvragen voldoen aan de gekozen prioriteitscriteria (bereik van de waarden, min. en max., …):

2.1.   Indien op nationaal niveau prioriteitscriteria worden toegepast zonder differentiatie per gebied

Gekozen prioriteitscriteria en overeenkomstig gewicht:

Prioriteitscriteria artikel 64, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

en

artikel 2,lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560:

Artikel 64, lid 2, onder a) (1)

Artikel 64, lid 2, onder a) (2)

Artikel 64, lid 2, onder b)

Artikel 64, lid 2, onder c)

Artikel 64, lid 2, onder d)

Artikel 64, lid 2, onder e)

Artikel 64, lid 2, onder f)

Artikel 64, lid 2, onder g)

Artikel 64, lid 2, onder h)

Artikel 2, lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 (3)

Artikel 2, lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 (4)

Gewicht (tussen 0 en 1):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.2.   Indien op nationaal niveau prioriteitscriteria worden toegepast met differentiatie per gebied

2.2.1.   Gebied 1: (beschrijf de territoriale grenzen van gebied 1)

Gekozen prioriteitscriteria en overeenkomstig gewicht:

(Indien er voor dit specifieke gebied geen criteria zijn gekozen, in alle kolommen hieronder nul vermelden)

Prioriteitscriteria artikel 64, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

en

artikel 2,lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560:

Artikel 64, lid 2, onder a) (5)

Artikel 64, lid 2, onder a) (6)

Artikel 64, lid 2, onder b)

Artikel 64, lid 2, onder c)

Artikel 64, lid 2, onder d)

Artikel 64, lid 2, onder e)

Artikel 64, lid 2, onder f)

Artikel 64, lid 2, onder g)

Artikel 64, lid 2, onder h)

Artikel 2, lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 (7)

Artikel 2,lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 (8)

Gewicht (tussen 0 en 1):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.2.n.   Gebied n: (beschrijf de territoriale grenzen van gebied n)

Gekozen prioriteitscriteria en overeenkomstig gewicht:

(Indien er voor dit specifieke gebied geen criteria zijn gekozen, in alle kolommen hieronder nul vermelden)

Prioriteitscriteria artikel 64, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013

en

artikel 2,lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560:

Artikel 64, lid 2, onder a) (9)

Artikel 64, lid 2, onder a) (10)

Artikel 64, lid 2, onder b)

Artikel 64, lid 2, onder c)

Artikel 64, lid 2, onder d)

Artikel 64, lid 2, onder e)

Artikel 64, lid 2, onder f)

Artikel 64, lid 2, onder g)

Artikel 64, lid 2, onder h)

Artikel 2, lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 (11)

Artikel 2,lid 3, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 (12)

Gewicht (tussen 0 en 1):

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 maart (de eerste keer: 1 maart 2016).


(1)  Nieuwkomer (NB: de criteria „nieuwkomer” en „jonge producent” kunnen niet tegelijkertijd worden gekozen, slechts een van beide kan van toepassing zijn.)

(2)  Jonge producent

(3)  Voorafgaand gedrag van de producent

(4)  Non-profitorganisaties met een maatschappelijk doel die grond hebben gekregen die wegens terrorisme of andere vormen van misdaad was geconfisqueerd.

(5)  Nieuwkomer (NB: de criteria „nieuwkomer” en „jonge producent” kunnen niet tegelijkertijd worden gekozen, slechts een van beide kan van toepassing zijn.)

(6)  Jonge producent

(7)  Voorafgaand gedrag van de producent

(8)  Non-profitorganisaties met een maatschappelijk doel die grond hebben gekregen die wegens terrorisme of andere vormen van misdaad was geconfisqueerd.

(9)  Nieuwkomer (NB: de criteria „nieuwkomer” en „jonge producent” kunnen niet tegelijkertijd worden gekozen, slechts een van beide kan van toepassing zijn)

(10)  Jonge producent

(11)  Voorafgaand gedrag van de producent

(12)  Non-profitorganisaties met een maatschappelijk doel die grond hebben gekregen die wegens terrorisme of andere vormen van misdaad was geconfisqueerd.


BIJLAGE IV

Mededeling als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder e)

Tabel

Oppervlakten die na 31 december 2015 zonder overeenkomstige vergunning beplant zijn en oppervlakten die gerooid zijn, overeenkomstig artikel 71, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1308/2013

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Wijnoogstjaar of periode (1):

 

Gebieden/regio's

Oppervlakten (ha) die na 31 december 2015 zonder overeenkomstige vergunning beplant zijn:

Oppervlakten die tijdens het wijnoogstjaar gerooid zijn door de producenten

Oppervlakten die tijdens het wijnoogstjaar gerooid zijn door de lidstaat

Inventaris van alle oppervlakten met niet-toegestane aanplant die aan het einde van het wijnoogstjaar nog niet gerooid zijn

(1)

(2)

(3)

(4)

1

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

Volledige lidstaat

 

 

 

Uiterste datum voor de mededeling: 1 maart.


(1)  Voor de eerste mededeling, die uiterlijk op 1 maart 2017 moet worden ingediend, hebben de gegevens betrekking op de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 juli 2016; voor alle daaropvolgende mededelingen, hebben zij betrekking op het wijnoogstjaar dat aan de mededeling voorafgaat.


BIJLAGE V

Kennisgevingen als bedoeld in artikel 11, lid 2, onder a)

Tabel A

Gevraagde vergunningen voor nieuwe aanplant

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Jaar:

 

Gebieden/regio's

Aantal hectaren dat is gevraagd voor nieuwe aanplant in een gebied dat in aanmerking komt voor de productie van:

wijn met BOB (1)

wijn met BGA (2)

uitsluitend wijn zonder BOB/BGA

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

1

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

Volledige lidstaat

 

 

 

 

Indien beperkingen van toepassing zijn op het desbetreffende geografische niveau (artikel 63, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013):

per desbetreffend gebied met/zonder BOB/BGA:

Gevraagde oppervlakte (ha)

(1)

(2)

gebied met/zonder BOB/BGA 1

 

gebied met/zonder BOB/BGA 2

 

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 november (de eerste keer: uiterlijk op 1 november 2016).

Tabel B

Daadwerkelijk verleende vergunningen voor nieuwe aanplant en geweigerde oppervlakten

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Betrokken jaar:

 

Gebieden/regio's

Aantal hectaren dat daadwerkelijk is toegewezen voor nieuwe aanplant in een gebied dat in aanmerking komt voor de productie van:

Door aanvragers geweigerde oppervlakte (artikel 6, lid 3) (ha)

wijn met BOB (3)

wijn met BGA (4)

uitsluitend wijn zonder BOB/BGA

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

1

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Volledige lidstaat

 

 

 

 

 

Door aanvragers geweigerde oppervlakte (artikel 6, lid 3):

 

 

 

 

 

Indien beperkingen van toepassing zijn op het desbetreffende geografische niveau (artikel 63, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013):

per desbetreffend gebied met/zonder BOB/BGA:

Toegewezen oppervlakte (ha)

Door aanvragers geweigerde oppervlakte (artikel 6, lid 3) (ha)

Gevraagde oppervlakten waarvoor de lidstaat geen vergunning heeft verleend (ha) omdat:

zij buiten de vastgestelde grenzen vallen

zij niet voldoen aan de subsidiabiliteitscriteria

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

gebied met/zonder BOB/BGA 1

 

 

 

 

gebied met/zonder BOB/BGA 2

 

 

 

 

 

 

 

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 november (de eerste keer: uiterlijk op 1 november 2016).


(1)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn met BGA of wijn zonder geografische aanduiding; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (2), mag worden opgegeven in kolom (3).

(2)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn zonder geografische aanduiding, maar niet voor wijn met BOB; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (3), mag worden opgegeven in kolom (4).

(3)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn met BGA of wijn zonder geografische aanduiding; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (2), mag worden opgegeven in kolom (3).

(4)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn zonder geografische aanduiding, maar niet voor wijn met BOB; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (3), mag worden opgegeven in kolom (4).


BIJLAGE VI

Kennisgevingen als bedoeld in artikel 11, lid 1, onder c), en in artikel 11, lid 2, onder b)

Tabel A

Vergunningen voor herbeplanting — toegepaste beperkingen

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Jaar:

 

Indien van toepassing, vermeld de door de lidstaat vastgestelde beperkingen op herbeplanting voor de desbetreffende gebieden met BOB/BGA als bedoeld in artikel 66, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en in artikel 4 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560:

gebied met BOB (indien van toepassing)

Mate van beperking (T (1)/P (2))

gebied met BOB 1

 

gebied met BOB 2

 

 

gebied met BGA (indien van toepassing)

Mate van beperking (T (1)/P (2))

gebied met BGA 1

 

gebied met BGA 2

 

 

Verdere gegevens die nuttig worden geacht ter verduidelijking van de toepassing van die beperkingen:

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 maart (de eerste keer: uiterlijk op 1 maart 2016).

Tabel B

Daadwerkelijk verleende vergunningen voor herbeplanting

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Wijnoogstjaar:

 

Gebieden/regio's

Aantal hectaren dat daadwerkelijk is toegewezen voor herbeplantingen in gebieden die in aanmerking komen voor de productie van:

wijn met BOB (3)

wijn met BGA (4)

wijn zonder BOB/BGA

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

1

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

Volledige lidstaat

 

 

 

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 november (de eerste keer: uiterlijk op 1 november 2016).

NB:

Voor de eerste mededeling, die uiterlijk op 1 november 2016 moet plaatsvinden, hebben de gegevens betrekking op de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 juli 2016; voor alle daaropvolgende mededelingen, hebben zij betrekking op het wijnoogstjaar dat aan de mededeling voorafgaat.


(1)  

Totaal (T): de beperking is absoluut, herbeplantingen die niet verenigbaar zijn met de vastgestelde beperkingen, zijn geheel verboden.

(2)  

Partieel (P): de beperking is niet absoluut, herbeplantingen die niet verenigbaar zijn met de vastgestelde beperkingen, zijn gedeeltelijk toegestaan in de mate die door de lidstaat is bepaald.

(3)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn met BGA of wijn zonder geografische aanduiding; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (2), mag worden opgegeven in kolom (3).

(4)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn zonder geografische aanduiding, maar niet voor wijn met BOB; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (3), mag worden opgegeven in kolom (4).


BIJLAGE VII

Kennisgevingen als bedoeld in artikel 11, lid 4, en artikel 11, lid 2, onder c)

Tabel A

Aanplantrechten die zijn verleend vóór 31 december 2015 en die zijn omgezet in vergunningen — uiterste datum voor omzetting

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Uiterste datum voor omzetting:

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: slechts één mededeling, uiterlijk op 15 september 2015.

Tabel B

Aanplantrechten die zijn verleend vóór 31 december 2015 en die zijn omgezet in vergunningen — daadwerkelijk verleende vergunningen

Lidstaat:

Datum van de mededeling:

 

Wijnoogstjaar:

 

Gebieden/regio's

Aantal hectaren waarvoor daadwerkelijk een vergunning is verleend in gebieden die in aanmerking komen voor de productie van:

wijn met BOB (1)

wijn met BGA (2)

wijn zonder BOB/BGA

Totaal

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

1

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

Volledige lidstaat

 

 

 

 

Uiterste datum voor de kennisgeving: 1 november (de eerste keer: 1 november 2016).

NB:

Deze tabel moeten worden verstrekt voor elk wijnoogstjaar (vanaf 1 augustus van het jaar n-1 tot en met 31 juli van het jaar van de mededeling) tot en met 1 november van het jaar volgend op het einde van de in artikel 68, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde termijn of het einde van de door de lidstaat overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de onderhavige verordening vastgestelde en in tabel A van deze bijlage vermelde termijn.


(1)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn met BGA of wijn zonder geografische aanduiding; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (2), mag worden opgegeven in kolom (3).

(2)  Deze gebieden komen mogelijk ook in aanmerking voor de productie van wijn zonder geografische aanduiding, maar niet voor wijn met BOB; geen van de gebieden die zijn opgegeven in kolom (3), mag worden opgegeven in kolom (4).