14.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 70/12


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/428 VAN DE COMMISSIE

van 10 maart 2015

tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 en Verordening (EU) nr. 1063/2010 wat betreft de oorsprongsregels in het kader van het stelsel van algemene preferenties en preferentiële tariefmaatregelen voor bepaalde landen en gebieden

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), en met name artikel 247,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (2), als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1063/2010 (3) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 530/2013 (4), is voorzien in een hervorming van de wijze waarop de oorsprong van goederen wordt gecertificeerd voor de toepassing van het stelsel van algemene preferenties („SAP”) van de Unie. Met deze hervorming is een systeem ingevoerd van zelfcertificering van de oorsprong van goederen door exporteurs die voor dat doel door de begunstigde landen of door de lidstaten geregistreerd zijn. De uitvoering ervan is tot 1 januari 2017 uitgesteld. Het achterliggende beginsel achter de hervorming is dat, aangezien exporteurs in de beste positie verkeren om de oorsprong van hun producten te kennen, het aanbeveling verdient te eisen dat zij hun afnemers rechtstreeks voorzien van attesten van oorsprong. De Commissie dient een elektronisch systeem van geregistreerde exporteurs op te zetten („het REX-systeem”), zodat begunstigde landen en lidstaten exporteurs kunnen registreren.

(2)

Nadere vereisten van het REX-systeem zijn opgehelderd. Door deze vereisten moet een aantal bepalingen met betrekking tot de SAP-oorsprongsregels worden gewijzigd.

(3)

Noorwegen en Zwitserland staan ook unilaterale tariefpreferenties toe voor de invoer uit begunstigde landen. Tijdens de besprekingen die de Commissie heeft gevoerd overeenkomstig de machtiging die zij van de Raad heeft ontvangen voor de heronderhandeling van de bestaande overeenkomsten (5) met Noorwegen en Zwitserland ten aanzien van de wederzijdse aanvaarding van vervangende bewijzen van oorsprong en de uitbreiding van bilaterale cumulatie tot materialen van oorsprong uit Noorwegen en Zwitserland, is overeengekomen dat ook deze landen het systeem van geregistreerde exporteurs toepassen en het REX-systeem gebruiken. Turkije dient dezelfde mogelijkheid te worden geboden als het aan bepaalde voorwaarden voldoet die in Verordening (EEG) nr. 2454/93 zijn vastgelegd. Teneinde voor een goede samenwerking tussen de Unie, Noorwegen, Zwitserland en Turkije te zorgen, moet daarom een aantal noodzakelijke aanpassingen worden verricht.

(4)

Een importeur die een attest van oorsprong gebruikt, moet de geldigheid kunnen nagaan van het nummer van de geregistreerde exporteur die het attest heeft opgesteld. Daarom moeten de gegevens van het REX-systeem op een openbare website worden gepubliceerd.

(5)

De bestaande regels met betrekking tot het systeem van geregistreerde exporteurs zullen op 1 januari 2017 van toepassing worden. Om te voorkomen dat deze regels op het moment van de tenuitvoerlegging ervan worden beïnvloed, moeten de bij deze verordening ingevoerde wijzigingen vóór deze datum van toepassing worden.

(6)

Op grond van de bestaande regels komen alleen exporteurs in begunstigde landen en in de Unie in aanmerking voor registratie. Aangezien Noorwegen en Zwitserland en ook Turkije, als dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet, het systeem van geregistreerde exporteurs zullen toepassen, moeten hun exporteurs ook de mogelijkheid hebben zich te registreren om in het kader van bilaterale cumulatie attesten van oorsprong of in het kader van de wederverzending van goederen vervangende attesten van oorsprong te mogen opstellen.

(7)

De huidige regels met betrekking tot de termijnen om het REX-systeem op te zetten, houden onvoldoende rekening met de capaciteit van begunstigde landen om hun registratieprocedure te beheren en het systeem vanaf 2017 te implementeren. Daarom moet worden voorzien in overgangsmaatregelen en in een gefaseerde aanpak tot en met 31 december 2019, met een mogelijke verlenging van zes maanden. Met ingang van 30 juni 2020 zullen alle zendingen die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde hoger is dan 6 000 EUR, vergezeld moeten gaan van een attest van oorsprong dat is opgesteld door een geregistreerd exporteur, om in aanmerking te komen voor de preferentiële behandeling in het kader van het SAP.

(8)

De Commissie, de bevoegde autoriteiten van begunstigde landen en de douaneautoriteiten van de lidstaten en van Noorwegen, Zwitserland en Turkije, als dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet, moeten toegang hebben tot de in het systeem geregistreerde gegevens. Om een passende bescherming van persoonsgegevens te garanderen, moeten er nauwkeurige voorschriften over met name de toegangsmogelijkheden tot en het doel van de verwerking van deze gegevens worden opgenomen, evenals het recht van exporteurs om deze gegevens te laten wijzigen, wissen of blokkeren.

(9)

Deze verordening dient het niveau van bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van gegevens overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (6) en nationaal recht waarin deze richtlijn is omgezet, onverlet te laten, en zij houdt met name geen wijziging in van de verplichtingen van de lidstaten ten aanzien van de verwerking van gegevens overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG noch van de verplichtingen van de instellingen en organen van de Unie ten aanzien van de verwerking van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (7) in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden.

(10)

De bewaringstermijn voor gegevens aangaande een geregistreerde exporteur wiens registratie is ingetrokken, moet worden bepaald, rekening houdend met de daadwerkelijke behoefte om deze gegevens te bewaren en met de reeds in de wetgeving van de lidstaten vastgestelde bewaringstermijn.

(11)

De regels met betrekking tot het splitsen van zendingen moeten worden aangepast om duidelijk te maken dat zendingen alleen door exporteurs of onder hun verantwoordelijkheid mogen worden gesplitst.

(12)

De omstandigheden waarin achteraf een certificaat van oorsprong, formulier A, kan worden afgegeven, moeten worden uitgebreid tot het geval dat de eindbestemming van de producten pas wordt bepaald tijdens het vervoer of de opslag van de producten en na een mogelijke splitsing.

(13)

Aangezien de status van sommige landen in het SAP-stelsel op 1 januari 2015 is veranderd van die van begunstigd land naar die van een in aanmerking komend land, kunnen de bevoegde autoriteiten van die landen niet langer certificaten „formulier A” afgeven voor goederen van oorsprong uit een ander land van dezelfde regionale groep dat nog altijd een begunstigd land is, zoals gebruikelijk was overeenkomstig artikel 86, lid 4, tweede en derde alinea. Om ervoor te zorgen dat exporteurs van goederen uit begunstigde landen hun goederen tijdens de periode van 1 januari 2015 tot de inwerkingtreding van deze verordening zonder onderbreking via hun reguliere handelsroutes over de landen met gewijzigde status kunnen blijven vervoeren, dienen de wijzigingen op de regels met betrekking tot de afgifte achteraf van certificaten „formulier A” met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 van toepassing te zijn.

(14)

In de huidige regels, procedures en methoden van administratieve samenwerking die toepasselijk zijn tot het systeem van geregistreerde exporteurs wordt toegepast, is vastgelegd dat het begunstigde land van uitvoer, op eigen initiatief of op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten, een onderzoek instelt indien er bij de controle of op grond van andere beschikbare gegevens aanwijzingen zijn dat inbreuk wordt gemaakt op de oorsprongsregels. Deze verplichting moet ook na toepassing van het systeem van geregistreerde exporteurs blijven gelden.

(15)

Teneinde rechtszekerheid te garanderen, moeten de overgangsregels met betrekking tot de toepassing van het systeem van zelfcertificering van de oorsprong door geregistreerde exporteurs, die momenteel in de wijzigingsverordening (EU) nr. 1063/2010 zijn vastgelegd, rechtstreeks in Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden opgenomen.

(16)

In deel II van bijlage 13 bis moet een nieuwe post van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen met de bijbehorende regels worden opgenomen om rekening te houden met kleding die niet is gebreid of gehaakt (post 62), maar wel delen heeft die zijn gebreid of gehaakt.

(17)

Door de toevoeging van het Spaans als taal waarin een attest van oorsprong kan worden opgesteld, moet bijlage 13 quinquies, waarnaar in artikel 95, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt verwezen, worden aangevuld met een Spaanse versie van het attest van oorsprong.

(18)

Bijlage 17 moet worden aangepast om voor certificaten van oorsprong, formulier A, een maximale afwijking in de breedte van de vereiste afmetingen in te voeren. Tegelijkertijd moet Kroatië worden toegevoegd aan de lijst met landen die een certificaat van oorsprong, formulier A, aanvaarden voor de toepassing van het stelsel van algemene preferenties van de Unie.

(19)

Artikel 109 moet worden aangevuld met een bepaling betreffende de aantekening in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en factuurverklaringen, waarin aanvullende informatie moet worden vermeld ter verduidelijking van het rechtskader op grond waarvan dergelijke bewijzen worden afgegeven of opgesteld.

(20)

Verordening (EEG) nr. 2454/93 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(21)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel 66 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 66 bis

1.   De artikelen 68 tot en met 71 en 90 tot en met 97 undecies zijn van toepassing met ingang van de datum waarop de begunstigde landen en de lidstaten het systeem van zelfcertificering van de oorsprong door geregistreerde exporteurs („het systeem van geregistreerde exporteurs”) gebruiken.

2.   De artikelen 97 duodecies tot en met 97 quatervicies zijn overeenkomstig de artikelen 91 en 91 bis van toepassing zolang de begunstigde landen en de lidstaten respectievelijk certificaten van oorsprong, formulier A, en certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 afgeven of hun exporteurs factuurverklaringen opstellen.”

.

2)

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In lid 1 worden de punten m) en n) vervangen door:

„m)   „waarde van de materialen”: in de lijst in bijlage 13 bis: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in het land van productie is betaald; wanneer de waarde van de gebruikte materialen van oorsprong moet worden vastgesteld, is dit punt van overeenkomstige toepassing;

n)   „prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere aan de vervaardiging verbonden kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd.

Wanneer de betaalde prijs niet alle kosten dekt die verbonden zijn aan de vervaardiging van het product in het land van productie, is de prijs af fabriek de som van al die kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;”

.

b)

In lid 1 worden de punten u) en v) vervangen door:

„u)   „geregistreerde exporteur”:

i)

een exporteur die in een begunstigd land is gevestigd en bij de bevoegde autoriteiten van dat begunstigde land staat geregistreerd voor de uitvoer van producten in het kader van de regeling, zowel naar de Unie als naar een ander begunstigd land waarmee regionale cumulatie mogelijk is, of

ii)

een exporteur die in een lidstaat is gevestigd en bij de douaneautoriteiten van die lidstaat staat geregistreerd voor de uitvoer van producten van oorsprong uit de Unie die in het begunstigde land in het kader van bilaterale cumulatie als materialen zullen worden gebruikt, of

iii)

een wederverzender van goederen die in een lidstaat is gevestigd en bij de douaneautoriteiten van die lidstaat staat geregistreerd in verband met het opstellen van vervangende attesten van oorsprong om producten van oorsprong opnieuw te verzenden naar elders in het douanegebied van de Unie of, in voorkomend geval, naar Noorwegen, Zwitserland of Turkije („een geregistreerde wederverzender”);

v)   „attest van oorsprong”: een door de exporteur of de wederverzender van de goederen opgestelde verklaring dat de producten waarop het attest betrekking heeft aan de oorsprongsregels van het stelsel voldoen.”

.

c)

Het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

„3.   Voor de toepassing van lid 1, onder u), geldt dat wanneer de exporteur wordt vertegenwoordigd in verband met het vervullen van uitvoerformaliteiten, en de vertegenwoordiger van de exporteur eveneens een geregistreerd exporteur is, deze vertegenwoordiger niet zijn eigen nummer van geregistreerd exporteur gebruikt.”

.

3)

In artikel 68 wordt lid 3 vervangen door:

„3.   De begunstigde landen doen de Commissie ten minste drie maanden vóór de datum waarop zij voornemens zijn van start te gaan met de registratie van exporteurs de in lid 1 bedoelde verbintenis toekomen.”

.

4)

Artikel 69 wordt vervangen door:

„Artikel 69

1.   De begunstigde landen stellen de Commissie in kennis van de autoriteiten op hun grondgebied die:

a)

deel uitmaken van de overheidsdiensten van het betrokken land of die namens de overheid daarvan optreden en die bevoegd zijn exporteurs te registreren in het REX-systeem, geregistreerde gegevens te wijzigen en bij te werken en de registratie te schrappen;

b)

deel uitmaken van de overheidsdiensten van het betrokken land en verantwoordelijk zijn voor de administratieve samenwerking met de Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten als bedoeld in deze afdeling.

Zij stellen de Commissie in kennis van de namen en adressen en contactgegevens van deze autoriteiten. De kennisgeving moet ten laatste drie maanden vóór de datum waarop de begunstigde landen voornemens zijn van start te gaan met de registratie van exporteurs, aan de Commissie worden verzonden.

De begunstigde landen delen de Commissie onmiddellijk de wijzigingen mee die zich in de in de eerste alinea bedoelde gegevens voordoen.

2.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de namen en adressen en contactgegevens van hun douaneautoriteiten die:

a)

bevoegd zijn exporteurs en wederverzenders van goederen in het REX-systeem te registreren, geregistreerde gegevens te wijzigen en bij te werken en de registratie te schrappen;

b)

verantwoordelijk zijn voor de administratieve samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen als bedoeld in deze afdeling.

De kennisgeving wordt uiterlijk 30 september 2016 naar de Commissie verzonden.

De lidstaten delen de Commissie onmiddellijk de wijzigingen mee die zich in de in de eerste alinea bedoelde gegevens voordoen.”

.

5)

De volgende artikelen 69 bis, 69 ter en 69 quater worden ingevoegd:

„Artikel 69 bis

1.   De Commissie zet het REX-systeem op en stelt het uiterlijk 1 januari 2017 beschikbaar.

2.   De bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen en de douaneautoriteiten van de lidstaten zullen na ontvangst van het ingevulde aanvraagformulier als bedoeld in bijlage 13 quater onverwijld het nummer van geregistreerd exporteur aan de exporteur toekennen of in voorkomend geval de wederverzender van goederen, en het nummer van geregistreerd exporteur, de registratiegegevens en de datum vanaf wanneer de registratie geldig is, overeenkomstig artikel 92, lid 5, in het REX-systeem invullen.

Wanneer de bevoegde autoriteiten van mening zijn dat de informatie in de aanvraag onvolledig is, stellen zij de exporteur daarvan onverwijld in kennis.

De bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen en de douaneautoriteiten van de lidstaten werken de door hen geregistreerde gegevens bij. Zij passen deze gegevens aan zodra zij overeenkomstig artikel 93 in kennis zijn gesteld door de geregistreerde exporteur.

Artikel 69 ter

1.   De Commissie zorgt ervoor dat overeenkomstig dit artikel toegang tot het REX-systeem wordt geboden.

2.   De Commissie heeft toegang om alle gegevens te raadplegen.

3.   De bevoegde autoriteiten van een begunstigd land kunnen de gegevens van de door hen geregistreerde exporteurs raadplegen.

4.   De douaneautoriteiten van de lidstaten hebben toegang om de door hen, door de douaneautoriteiten van andere lidstaten en door de bevoegde autoriteiten van begunstigde landen evenals door Noorwegen, Zwitserland en Turkije geregistreerde gegevens te raadplegen. Deze toegang tot de gegevens dient voor het verifiëren van de juistheid van aangiften op grond van artikel 68 van het wetboek en voor het controleren van aangiften op grond van artikel 78, lid 2, van het wetboek.

5.   De Commissie biedt de bevoegde autoriteiten van begunstigde landen veilige toegang tot het REX-systeem.

Voor zover Noorwegen en Zwitserland in de in artikel 97 octies genoemde overeenkomst met de Unie overeengekomen zijn deel te nemen aan het REX-systeem, biedt de Commissie de douaneautoriteiten van deze landen veilige toegang tot het REX-systeem. Ook Turkije wordt veilige toegang tot het REX-systeem geboden als het land aan bepaalde voorwaarden voldoet.

6.   Indien een land of gebied uit bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 is geschrapt, blijven de bevoegde autoriteiten van het begunstigde land zolang als nodig toegang houden tot het REX-systeem om hun verplichtingen op grond van artikel 71 te kunnen nakomen.

7.   De Commissie stelt met toestemming van de exporteur, die dit aangeeft door vak 6 in het formulier in bijlage 13 quater te ondertekenen, de volgende gegevens beschikbaar aan het publiek:

a)

de naam van de geregistreerde exporteur;

b)

het adres van de plaats waar de geregistreerde exporteur is gevestigd;

c)

de contactgegevens zoals vermeld in vak 2 van het formulier in bijlage 13 quater;

d)

een indicatieve beschrijving van de goederen die in aanmerking komen voor preferentiële behandeling, inclusief een indicatieve lijst van posten of hoofdstukken van het geharmoniseerd systeem, zoals vermeld in vak 4 van het formulier in bijlage 13 quater;

e)

het EORI-nummer of TIN-nummer (identificatienummer handelaar) van de geregistreerde exporteur.

De weigering om vak 6 te ondertekenen, is geen reden de registratie van de exporteur te weigeren.

8.   De Commissie maakt de volgende gegevens altijd publiekelijk toegankelijk:

a)

het nummer van geregistreerd exporteur;

b)

de datum vanaf wanneer de registratie geldig is;

c)

de datum van de intrekking van de registratie, in voorkomend geval;

d)

de informatie of de registratie ook van toepassing is op uitvoer naar Noorwegen, Zwitserland en Turkije, zodra dat land voldoet aan bepaalde voorwaarden;

e)

de datum van de laatste synchronisatie tussen het REX-systeem en de openbare website.

Artikel 69 quater

1.   De gegevens in het REX systeem worden uitsluitend verwerkt met het oog op de toepassing van het in deze afdeling vastgestelde stelsel.

2.   Aan de geregistreerde exporteurs wordt de in artikel 11, lid 1, onder a) tot en met e), van Verordening (EG) nr. 45/2001 of de in artikel 10 van Richtlijn 95/46/EG bedoelde informatie verstrekt. Daarnaast wordt hun eveneens de volgende informatie verstrekt:

a)

informatie over de rechtsgrondslag van de verwerkingen waarvoor de gegevens bestemd zijn;

b)

de bewaringstermijn.

Deze informatie wordt aan de geregistreerde exporteurs verstrekt via een kennisgeving bij de in bijlage 13 quater vermelde aanvraag tot registratie als geregistreerde exporteur.

3.   Elke in artikel 69, lid 1, onder a), bedoelde bevoegde autoriteit van een begunstigd land en elke in artikel 69, lid 2, onder a), bedoelde douaneautoriteit in een lidstaat die gegevens in het REX-systeem invoert, wordt als de voor de verwerking van deze gegevens verantwoordelijke beschouwd.

De Commissie wordt voor de verwerking van alle gegevens als een gezamenlijk voor de verwerking verantwoordelijke beschouwd teneinde te garanderen dat de geregistreerde exporteur zijn rechten kan laten gelden.

4.   De rechten van de geregistreerde exporteurs met betrekking tot de in het REX-systeem opgeslagen, in bijlage 13 quater vermelde en in de nationale systemen verwerkte gegevens worden overeenkomstig de wetgeving inzake gegevensbescherming tot uitvoering van Richtlijn 95/46/EG uitgeoefend door de lidstaat die hun gegevens opslaat.

5.   Lidstaten die de voor hen toegankelijke gegevens van het REX-systeem in hun nationale systemen kopiëren, dienen de gekopieerde gegevens bij te werken.

6.   De rechten van de geregistreerde exporteurs met betrekking tot de verwerking van hun registratiegegevens door de Commissie worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001.

7.   Elk verzoek van een geregistreerde exporteur om het recht op toegang, rectificatie, wissing of afscherming van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 wordt ingediend bij en verwerkt door de voor de gegevens verantwoordelijke.

Wanneer een geregistreerde exporteur een dergelijk verzoek bij de Commissie indient zonder een poging te hebben gedaan zijn rechten bij de verantwoordelijke van de gegevens te doen gelden, stuurt de Commissie dat verzoek door naar de voor de gegevens van de geregistreerde exporteur verantwoordelijke.

Wanneer de geregistreerde exporteur er niet in slaagt zijn rechten te doen gelden bij de voor de gegevens verantwoordelijke, dient de geregistreerde exporteur een dergelijk verzoek in bij de Commissie, die dan als voor de gegevens verantwoordelijke optreedt. De Commissie mag de gegevens rectificeren, wissen of afschermen.

8.   De nationale toezichthoudende gegevensbeschermingsautoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werken, elk binnen de grenzen van hun eigen bevoegdheden, samen en zorgen voor een gecoördineerd toezicht op de registratiegegevens.

Zij wisselen, elk binnen de grenzen van hun eigen bevoegdheden, relevante informatie uit, staan elkaar bij in de uitvoering van controles en inspecties, behandelen problemen bij de uitlegging of toepassing van deze verordening, buigen zich over problemen bij de uitoefening van het onafhankelijk toezicht of bij de uitoefening van de rechten van betrokkenen, stellen geharmoniseerde voorstellen voor gemeenschappelijke oplossingen voor problemen op, en bevorderen het bewustzijn over gegevensbeschermingsrechten, zulks naar behoefte.”

.

6)

De artikelen 70 en 71 worden vervangen door:

„Artikel 70

De Commissie maakt op haar website de datum bekend waarop de begunstigde landen het systeem van geregistreerde exporteurs gaan toepassen. De Commissie werkt de informatie bij.

Artikel 71

Indien een land of gebied uit bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 is geschrapt, blijft de in artikel 69, artikel 69 bis, artikel 86, lid 10 en artikel 97 octies vastgestelde verplichting tot administratieve samenwerking van toepassing op dat land of gebied voor een periode van drie jaar vanaf de datum waarop het van die bijlage is geschrapt.”

.

7)

Artikel 74 wordt vervangen door:

„Artikel 74

1.   De voor het vrije verkeer in de Europese Unie aangegeven producten zijn dezelfde producten als die welke zijn uitgevoerd uit het begunstigde land waarin zij geacht worden van oorsprong te zijn. Zij zijn op geen enkele manier gewijzigd en hebben ook geen andere behandelingen ondergaan dan die welke noodzakelijk waren voor hun bewaring in goede staat of de toevoeging of het aanbrengen van merken, etiketten, verzegelingen of andere documentatie om te garanderen dat is voldaan aan in de Unie toepasselijke specifieke binnenlandse vereisten, voordat zij voor het vrije verkeer werden aangegeven.

2.   De producten die worden ingevoerd in een begunstigd land met het oog op cumulatie op grond van de artikelen 84, 85 of 86, zijn dezelfde producten als die welke zijn uitgevoerd uit het land waarin zij geacht worden van oorsprong te zijn. Zij zijn niet gewijzigd en hebben ook geen andere behandelingen ondergaan dan die welke noodzakelijk waren voor hun bewaring in goede staat voordat zij voor de betrokken douaneregeling in het land van invoer werden aangegeven.

3.   De producten kunnen worden opgeslagen op voorwaarde dat zij in het land of de landen van doorvoer onder douanetoezicht blijven.

4.   De zendingen kunnen door de exporteur of onder zijn verantwoordelijkheid worden gesplitst, op voorwaarde dat de betrokken goederen in het land of de landen van doorvoer onder douanetoezicht blijven.

5.   Aan de voorwaarden in de leden 1 tot en met 4 wordt geacht te zijn voldaan, tenzij de douaneautoriteiten redenen hebben om het tegendeel aan te nemen: in dergelijke gevallen kunnen de douaneautoriteiten de aangever verzoeken te bewijzen dat hij aan de voorwaarden voldoet, welk bewijs op enigerlei wijze kan worden geleverd, onder meer aan de hand van vervoersovereenkomsten zoals cognossementen of feitelijk of concreet bewijsmateriaal zoals merktekens of nummering van de colli of ander bewijsmateriaal betreffende de goederen zelf.”

.

8)

Aan artikel 84 wordt een tweede alinea toegevoegd:

„De onderafdelingen 2 en 7 zijn van overeenkomstige toepassing op uitvoer uit de Unie naar een begunstigd land met het oog op bilaterale cumulatie.”

.

9)

Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2, onder a), wordt vervangen door:

„a)

de bij de cumulatie betrokken landen zijn, op het tijdstip van de uitvoer van het product naar de Unie, begunstigde landen waarvoor de preferentiële regeling niet tijdelijk is ingetrokken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 978/2012;”

b)

in lid 4 wordt de derde alinea vervangen door:

„Het volgende land wordt vermeld als land van oorsprong op het bewijs van oorsprong dat wordt opgesteld door degene die het product naar de Unie uitvoert of dat, tot de invoering van het systeem van geregistreerde exporteurs, wordt afgegeven door de autoriteiten van het begunstigde land van uitvoer:

in het geval van producten die worden uitgevoerd zonder verdere be- of verwerkingen, het begunstigde land dat voorkomt op de in artikel 95 bis, lid 1, of artikel 97 quaterdecies, lid 5, derde streepje, bedoelde bewijzen van oorsprong;

in het geval van producten die worden uitgevoerd nadat zij verdere be- of verwerkingen hebben ondergaan, het land van oorsprong overeenkomstig de tweede alinea.”

c)

het volgende lid 10 wordt toegevoegd:

„10.   Onderafdeling 2, artikelen 90 tot en met 95, en onderafdeling 7, zijn van overeenkomstige toepassing op uitvoer van het ene begunstigde land naar het andere met het oog op regionale cumulatie.”

.

10)

In artikel 88 wordt lid 1 geschrapt.

11)

In deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, komt de titel van onderafdeling 5 als volgt te luiden:

„Onderafdeling 5

Procedures bij uitvoer uit het begunstigde land en uit de Europese Unie van toepassing vanaf de datum waarop het systeem van geregistreerde exporteurs wordt gebruikt”

.

12)

De artikelen 90 tot en met 95 worden vervangen door:

„Artikel 90

1.   Het stelsel is van toepassing op:

a)

goederen die voldoen aan de voorwaarden van deze afdeling en zijn uitgevoerd door een geregistreerde exporteur;

b)

zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten die zijn uitgevoerd door een willekeurige exporteur, wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong niet hoger is dan 6 000 EUR.

2.   De waarde van de producten van oorsprong in een zending is de waarde van alle producten van oorsprong binnen één zending die vermeld zijn in een in het land van uitvoer opgesteld attest van oorsprong.

Artikel 91

1.   Begunstigde landen gaan op 1 januari 2017 van start met de registratie van exporteurs.

Indien het begunstigde land echter niet in staat is op die datum van start te gaan met de registratie, zal het de Commissie uiterlijk 1 juli 2016 schriftelijk ervan in kennis stellen dat het de registratie van exporteurs uitstelt tot 1 januari 2018 of 1 januari 2019.

2.   Gedurende een periode van twaalf maanden, volgend op de datum waarop het begunstigde land van start gaat met de registratie van exporteurs, blijven de bevoegde autoriteiten van dat begunstigde land certificaten van oorsprong, formulier A, afgeven op verzoek van exporteurs die op het moment van de aanvraag van het certificaat nog niet zijn geregistreerd.

Onverminderd artikel 97 duodecies, lid 5, zijn de overeenkomstig de eerste alinea van dit lid afgegeven certificaten van oorsprong, formulier A, in de Unie als bewijs van oorsprong toegestaan indien zij zijn afgegeven vóór de datum van registratie van de betrokken exporteur.

De bevoegde autoriteiten van een begunstigd land die problemen ondervinden om het registratieproces binnen de bovengenoemde twaalf maanden te voltooien, kunnen de Commissie om verlenging van die periode vragen. Een dergelijke verlenging bedraagt niet meer dan zes maanden.

3.   Exporteurs in een begunstigd land, ongeacht of zij zijn geregistreerd, stellen vanaf de datum dat het begunstigde land voornemens is van start te gaan met de registratie van exporteurs, attesten van oorsprong op voor producten van oorsprong die worden verzonden, wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 6 000 EUR.

Exporteurs stellen, zodra zij zijn geregistreerd, vanaf de datum waarop hun registratie overeenkomstig artikel 92, lid 5, geldig is, attesten van oorsprong op voor producten van oorsprong die worden verzonden, wanneer de totale waarde ervan hoger is dan 6 000 EUR.

4.   Alle begunstigde landen passen ten laatste vanaf 30 juni 2020 het systeem van geregistreerde exporteurs toe.

Artikel 91 bis

1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten gaan op 1 januari 2017 van start met de registratie van de op hun grondgebied gevestigde exporteurs en wederverzenders van goederen.

2.   De douaneautoriteiten in alle lidstaten geven vanaf 1 januari 2018 geen certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 met het oog op cumulatie op grond van artikel 84 meer af.

3.   De douaneautoriteiten van de lidstaten stellen tot en met 31 december 2017 op verzoek van nog niet geregistreerde exporteurs of wederverzenders certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of vervangende certificaten van oorsprong, formulier A, op. Dit is ook van toepassing indien de naar de Unie verzonden producten van oorsprong vergezeld gaan van attesten van oorsprong die zijn opgesteld door een geregistreerde exporteur in een begunstigd land.

4.   Exporteurs in de Unie, ongeacht of zij zijn geregistreerd, stellen vanaf 1 januari 2017 attesten van oorsprong op voor producten van oorsprong die worden verzonden, wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 6 000 EUR.

Exporteurs stellen, zodra zij zijn geregistreerd, vanaf de datum waarop hun registratie overeenkomstig artikel 92, lid 5, geldig is, attesten van oorsprong op voor producten van oorsprong die worden verzonden, wanneer de totale waarde ervan hoger is dan 6 000 EUR.

5.   Geregistreerde wederverzenders van goederen kunnen vanaf de datum waarop hun registratie overeenkomstig artikel 92, lid 5, geldig is, vervangende attesten van oorsprong opstellen. Dit is van toepassing ongeacht het feit of de goederen vergezeld gaan van een in het begunstigde land afgegeven certificaat van oorsprong, formulier A, of een door de exporteur opgesteld(e) factuurverklaring of attest van oorsprong.

Artikel 92

1.   Om in de lijst van geregistreerde exporteurs te worden opgenomen, dient een exporteur een aanvraag in bij de bevoegde autoriteit van het begunstigde land waaruit de goederen zullen worden uitgevoerd en waaruit de goederen geacht worden van oorsprong te zijn of waar zij een verwerking hebben ondergaan die niet aan de voorwaarden van artikel 86, lid 4, eerste alinea, of artikel 86, lid 6, onder a), voldoen.

De aanvraag wordt ingediend met behulp van het formulier in bijlage 13 quater en dient alle daarin gevraagde informatie bevatten.

2.   Om in de lijst van geregistreerde exporteurs te worden opgenomen, dient een in een lidstaat gevestigde exporteur of een wederverzender van goederen met gebruikmaking van het formulier in bijlage 13 quater een aanvraag in bij de douaneautoriteiten van die lidstaat.

3.   Exporteurs worden ten behoeve van de uitvoer in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties van de Unie, Noorwegen, Zwitserland en Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet, gemeenschappelijk geregistreerd.

De bevoegde autoriteiten van het begunstigde land kennen de exporteur voor de uitvoer in het kader van de SAP-stelsels van de Unie, Noorwegen, Zwitserland en Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet, een nummer van geregistreerd exporteur toe, voor zover deze landen het land waarin de registratie heeft plaatsgevonden, als begunstigd land hebben erkend.

4.   De aanvraag om als geregistreerd exporteur in de lijst te worden opgenomen, dient alle in bijlage 13 quater vermelde gegevens te bevatten.

5.   De registratie is geldig vanaf de datum waarop de bevoegde autoriteiten van een begunstigd land of de douaneautoriteiten van een lidstaat een ingevulde aanvraag voor registratie overeenkomstig lid 4 ontvangen.

6.   De bevoegde autoriteiten van een begunstigd land of de douaneautoriteiten van een lidstaat stellen de exporteur of, in voorkomend geval, de wederverzender van goederen, in kennis van het nummer van geregistreerd exporteur dat aan deze exporteur of wederverzender van goederen is toegekend en van de datum vanaf wanneer de registratie geldig is.

Artikel 92 bis

Wanneer een land aan de lijst met begunstigde landen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 wordt toegevoegd, activeert de Commissie voor haar stelsel automatisch de registratie van alle in dat land geregistreerde exporteurs, voor zover de registratiegegevens van de exporteurs in het REX-systeem beschikbaar zijn en ten minste geldig zijn voor het SAP-stelsel van Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet.

In dit geval hoeft een exporteur die reeds is geregistreerd voor ten minste het SAP-stelsel van Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet, geen aanvraag in te dienen bij zijn bevoegde autoriteiten om voor het stelsel van de Unie te worden geregistreerd.

Artikel 93

1.   Geregistreerde exporteurs stellen de bevoegde autoriteiten van het begunstigde land of de douaneautoriteiten van de lidstaat onmiddellijk in kennis van wijzigingen in de gegevens die zij voor hun registratie hebben verstrekt.

2.   Geregistreerde exporteurs die niet meer voldoen aan de voorwaarden om goederen in het kader van het stelsel uit te voeren of die niet langer voornemens zijn goederen in het kader van het stelsel uit te voeren, stellen de bevoegde autoriteiten in het begunstigde land of de douaneautoriteiten in de lidstaat hiervan dienovereenkomstig in kennis.

3.   De bevoegde autoriteiten in een begunstigd land of de douaneautoriteiten in een lidstaat trekken de registratie in indien de geregistreerde exporteur:

a)

niet meer bestaat;

b)

niet langer voldoet aan de voorwaarden voor de uitvoer van goederen in het kader van het stelsel;

c)

de bevoegde autoriteit van het begunstigde land of de douaneautoriteiten van de lidstaat ervan in kennis heeft gesteld dat hij niet langer voornemens is goederen in het kader van het stelsel uit te voeren;

d)

met opzet of uit nalatigheid een attest van oorsprong opstelt of laat opstellen dat onjuiste informatie bevat en leidt tot het ten onrechte verkrijgen van een preferentiële behandeling.

4.   De bevoegde autoriteiten van een begunstigd land of de douaneautoriteiten van een lidstaat kunnen de registratie intrekken indien de geregistreerde exporteur verzuimt de gegevens betreffende zijn registratie bij te werken.

5.   Het intrekken van registraties heeft slechts gevolgen voor de toekomst, dat wil zeggen voor attesten van oorsprong die na de datum van intrekking worden opgesteld. De intrekking van een registratie heeft geen gevolgen voor de geldigheid van attesten van oorsprong die zijn opgesteld voordat de geregistreerde exporteur van de intrekking in kennis is gesteld.

6.   De bevoegde autoriteiten van een begunstigd land of de douaneautoriteiten van een lidstaat stellen de geregistreerde exporteur in kennis van de intrekking van zijn registratie en van de datum waarop de intrekking van kracht wordt.

7.   De exporteur of de wederverzender van goederen kan beroep aantekenen bij de rechter in het geval dat zijn registratie wordt ingetrokken.

8.   In het geval van een foutieve intrekking wordt de intrekking van een geregistreerd exporteur geannuleerd. De exporteur of de wederverzender van goederen is gerechtigd gebruik te maken van het nummer van geregistreerd exporteur dat hem op het moment van de registratie is toegekend.

9.   Exporteurs of wederverzenders van goederen van wie de registratie is ingetrokken, kunnen een nieuwe aanvraag doen om overeenkomstig artikel 92 in de lijst te worden opgenomen als geregistreerd exporteur. Exporteurs of wederverzenders van goederen van wie de registratie is ingetrokken overeenkomstig lid 3, onder d), en lid 4, kunnen uitsluitend opnieuw worden geregistreerd indien zij aan de bevoegde autoriteiten van het begunstigde land of de douaneautoriteiten van de lidstaat die hen hadden geregistreerd, aantonen dat zij de toestand die tot de intrekking van hun registratie heeft geleid, hebben gecorrigeerd.

10.   De gegevens aangaande een ingetrokken registratie worden door de bevoegde autoriteiten van het begunstigde land of door de douaneautoriteiten van de lidstaat, die de gegevens in dat systeem hebben ingevoerd, gedurende maximaal tien kalenderjaren na het kalenderjaar waarin de intrekking plaatsvond, in het REX-systeem bewaard. Na deze tien kalenderjaren worden de gegevens door de bevoegde autoriteit van een begunstigd land of de douaneautoriteiten van de lidstaat gewist.

Artikel 93 bis

1.   De Commissie trekt de registratie van alle geregistreerde exporteurs in een begunstigd land in indien het begunstigde land uit de lijst van begunstigde landen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 wordt verwijderd of indien de aan het begunstigde land verleende tariefpreferenties tijdelijk zijn ingetrokken overeenkomstig Verordening (EU) nr. 978/2012.

2.   Wanneer dat land opnieuw in de lijst wordt opgenomen of wanneer de tijdelijke intrekking van de aan het begunstigde land verleende tariefpreferenties wordt beëindigd, activeert de Commissie opnieuw de registratie van alle in dat land geregistreerde exporteurs, voor zover de registratiegegevens van de exporteurs in het systeem beschikbaar zijn en ten minste geldig zijn gebleven voor het SAP-stelsel van Noorwegen, Zwitserland en Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet. Anders dienen de exporteurs opnieuw te worden geregistreerd overeenkomstig artikel 92.

3.   In het geval dat de registratie van alle geregistreerde exporteurs in een begunstigd land overeenkomstig lid 1 wordt ingetrokken, blijven de gegevens van de ingetrokken registraties ten minste tien kalenderjaren na het kalenderjaar waarin de intrekking plaatsvond, in het REX-systeem bewaard. Na afloop van deze tienjarige periode en wanneer het begunstigde land gedurende meer dan tien jaar geen begunstigd land is geweest in het kader van het SAP-stelsel van Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet, verwijdert de Commissie de gegevens van de ingetrokken registraties uit het REX-systeem.

Artikel 94

1.   Al dan niet geregistreerde exporteurs voldoen aan de volgende verplichtingen:

a)

zij voeren een passende boekhouding met betrekking tot de vervaardiging en levering van goederen die voor preferentiële behandeling in aanmerking komen;

b)

zij bewaren alle bewijsstukken in verband met de materialen die zij bij de vervaardiging gebruiken;

c)

zij bewaren alle douanedocumenten in verband met de materialen die zij bij de vervaardiging gebruiken;

d)

zij bewaren ten minste drie jaar vanaf het einde van het kalenderjaar waarin het attest van oorsprong werd opgesteld, of langer indien het nationale recht dit vereist, alle documenten in verband met:

i)

de attesten van oorsprong die zij hebben opgesteld;

ii)

de rekeningen in verband met de van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde materialen, vervaardiging en voorraden.

Deze documenten en deze attesten van oorsprong kunnen in elektronisch formaat worden bewaard, zolang het aan de hand daarvan mogelijk is de materialen die bij de vervaardiging van de uitgevoerde producten zijn gebruikt te traceren en hun oorsprong te bevestigen.

2.   De in lid 1 vastgestelde verplichtingen zijn ook van toepassing op de door leveranciers aan exporteurs afgegeven leveranciersverklaringen betreffende de oorsprong van de goederen die zij hebben geleverd.

3.   De al dan niet geregistreerde wederverzenders van goederen die in artikel 97 quinquies bedoelde vervangende attesten van oorsprong opstellen, behouden de oorspronkelijke attesten van oorsprong die zij vervangen voor een periode van ten minste drie jaar vanaf het eind van het kalenderjaar waarin het vervangende attest van oorsprong is opgesteld, of langer indien het nationale recht dit vereist.

Artikel 95

1.   Een attest van oorsprong wordt door de exporteur opgesteld wanneer de producten waarop deze betrekking heeft, worden uitgevoerd, indien die producten als van oorsprong uit het betrokken begunstigde land kunnen worden beschouwd of van oorsprong uit een ander begunstigd land overeenkomstig artikel 86, lid 4, tweede alinea, of artikel 86, lid 6, eerste alinea, onder b).

2.   Een attest van oorsprong kan ook na uitvoer van de betrokken producten worden opgesteld („attest achteraf”). Een dergelijk attest achteraf is toegestaan indien dit ten laatste twee jaar na de invoer aan de douaneautoriteiten in de lidstaat waarin de douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen is ingediend, wordt overgelegd.

Indien een zending overeenkomstig artikel 74 wordt gesplitst en op voorwaarde dat de in de eerste alinea genoemde uiterste termijn van twee jaar wordt nagekomen, kan het attest van oorsprong achteraf door de exporteur van het land van uitvoer van de producten worden opgesteld. Dit is van overeenkomstige toepassing indien de splitsing van een zending plaatsvindt in een ander begunstigd land of in Noorwegen, Zwitserland of, in voorkomend geval, Turkije.

3.   Het attest van oorsprong wordt door de exporteur afgegeven aan zijn afnemer in de Unie en bevat de in bijlage 13 quinquies vermelde gegevens. Het wordt in het Engels, het Frans of het Spaans opgesteld.

Het kan op elk handelsdocument worden opgesteld waaruit de identiteit van de exporteur blijkt en waaruit blijkt om welke goederen het gaat.

4.   De leden 1, 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op attesten van oorsprong die in de Unie zijn opgesteld met het oog op bilaterale cumulatie.

Artikel 95 bis

1.   Om de oorsprong van in het kader van bilaterale of regionale cumulatie gebruikte materialen vast te stellen, gaat de exporteur van een product dat is vervaardigd met gebruik van materialen van oorsprong uit een land waarmee cumulatie is toegestaan, uit van het door de leverancier van deze materialen verstrekte attest van oorsprong. In deze gevallen bevat het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong de vermelding „EU cumulation”, „regional cumulation”, „Cumul UE”, „cumul regional”, of „Acumulación UE”, „Acumulación regional”.

2.   Om de oorsprong van in het kader van cumulatie op grond van artikel 85 gebruikte materialen vast te stellen, gaat de exporteur van een product dat is vervaardigd met gebruik van materialen van oorsprong uit een partij waarmee cumulatie is toegestaan, uit van het door de leverancier verstrekte bewijs van oorsprong van deze materialen op voorwaarde dat dit bewijs is afgegeven overeenkomstig de bepalingen van de SAP-oorsprongsregels van Noorwegen, Zwitserland of in voorkomend geval Turkije, al naar gelang het geval. In dit geval bevat het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong de vermelding „Norway cumulation”, „Switzerland cumulation”,„Turkey cumulation”, „Cumul Norvège”, „Cumul Suisse”,„Cumul Turquie” of „Acumulación Noruega”, „Acumulación Suiza”, „Acumulación Turquía”.

3.   Om de oorsprong van in het kader van uitgebreide cumulatie op grond van artikel 86, leden 7 en 8, gebruikte materialen vast te stellen, gaat de exporteur van een product dat is vervaardigd met gebruik van materialen van oorsprong uit een partij waarmee uitgebreide cumulatie is toegestaan, uit van het door de leverancier verstrekte bewijs van oorsprong van deze materialen op voorwaarde dat dit bewijs is afgegeven overeenkomstig de bepalingen van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Unie en de betrokken partij.

In dit geval bevat het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong de vermelding „extended cumulation with country x”, „cumul étendu avec le pays x” of „Acumulación ampliada con el país x”.”

.

13)

In artikel 96 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   Een attest van oorsprong is twaalf maanden geldig vanaf de datum van opstelling.”

.

14)

Het volgende artikel 96 bis wordt vóór artikel 97 toegevoegd aan onderafdeling 6:

„Artikel 96 bis

Importeurs kunnen op vertoon van een attest van oorsprong uitsluitend aanspraak maken op het stelsel als de goederen zijn uitgevoerd op of na de datum waarop het begunstigde land waaruit de goederen zijn uitgevoerd, van start is gegaan met de registratie van exporteurs overeenkomstig artikel 91.”

.

15)

In deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, komt de titel van onderafdeling 6 als volgt te luiden:

„Onderafdeling 6

Procedures bij het in het vrije verkeer brengen in de Europese Unie van toepassing vanaf de datum waarop het systeem van geregistreerde exporteurs wordt gebruikt”

.

16)

In deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, komt de titel van onderafdeling 7 als volgt te luiden:

„Onderafdeling 7

Controle van de oorsprong van toepassing vanaf de datum waarop het systeem van geregistreerde exporteurs wordt gebruikt”

.

17)

In deel I, titel IV, hoofdstuk 2, afdeling 1, komt de titel van onderafdeling 8 als volgt te luiden:

„Onderafdeling 8

Andere bepalingen van toepassing vanaf de datum waarop het systeem van geregistreerde exporteurs wordt gebruikt”

.

18)

Artikel 97 wordt vervangen door:

„Artikel 97

1.   Wanneer een aangever om preferentiële behandeling in het kader van het stelsel verzoekt, verwijst hij naar het attest van oorsprong in de douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen. Om naar het attest van oorsprong te verwijzen, vermeldt hij de datum van afgifte volgens het format jjjjmmdd, waarbij jjjj het jaartal, mm de maand en dd de dag is. Wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong in de zending hoger is dan 6 000 EUR, vermeldt de aangever tevens het nummer van geregistreerd exporteur.

2.   Wanneer de aangever om toepassing van het stelsel overeenkomstig lid 1 verzoekt, zonder dat hij ten tijde van de aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer in het bezit was van een attest van oorsprong, wordt deze aangifte als onvolledig beschouwd in de zin van artikel 253, lid 1, en dienovereenkomstig behandeld.

3.   Voordat goederen voor het vrije verkeer worden aangegeven, ziet de aangever erop toe dat zij in overeenstemming zijn met de voorschriften in deze afdeling, met name door:

i)

op de openbare website na te gaan of de exporteur in het REX-systeem is opgenomen, wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong in de zending hoger is dan 6 000 EUR, en

ii)

te controleren dat het attest van oorsprong overeenkomstig bijlage 13 quinquies is opgesteld.”

.

19)

Artikel 97 quinquies wordt vervangen door:

„Artikel 97 quinquies

1.   Wanneer producten nog niet voor het vrije verkeer zijn vrijgegeven, kan een attest van oorsprong worden vervangen door een of meer door de wederverzender van de goederen op te stellen vervangende attesten van oorsprong om alle of een deel van de producten naar een andere plaats binnen het douanegebied van de Unie te zenden of, in voorkomend geval, naar Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet.

Vervangende attesten van oorsprong mogen alleen worden opgesteld als het oorspronkelijke attest van oorsprong overeenkomstig de artikelen 95 en 96 en bijlage 13 quinquies is opgesteld.

2.   Wederverzenders dienen geregistreerd te zijn voor het opstellen van vervangende attesten van oorsprong voor producten van oorsprong die naar een andere plaats binnen de Unie worden verzonden, wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong in de op te splitsen oorspronkelijke zending hoger is dan 6 000 EUR.

Niet geregistreerde wederverzenders mogen echter vervangende attesten van oorsprong opstellen wanneer de totale waarde van de producten van oorsprong in de op te splitsen oorspronkelijke zending hoger is dan 6 000 EUR, indien zij een kopie van het in het begunstigde land opgestelde oorspronkelijke attest van oorsprong bijvoegen.

3.   Uitsluitend in het REX-systeem geregistreerde wederverzenders kunnen vervangende attesten van oorsprong opstellen voor producten van oorsprong die worden verzonden naar Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dit land aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dit is van toepassing ongeacht de waarde van de producten van oorsprong die deel uitmaken van de oorspronkelijke zending en ongeacht het feit of het land van oorsprong in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 978/2012 is opgenomen.

4.   Een vervangend attest van oorsprong is twaalf maanden geldig vanaf de datum van opstelling van het oorspronkelijke attest van oorsprong.

5.   Wanneer een attest van oorsprong wordt vervangen, vermeldt de wederverzender het volgende op het oorspronkelijke attest van oorsprong:

a)

de gegevens van het vervangende attest of de vervangende attesten van oorsprong;

b)

de naam en het adres van de wederverzender;

c)

de geadresseerde of geadresseerden in de Unie of, in voorkomend geval, in Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet.

Het oorspronkelijke attest van oorsprong wordt van de vermelding „Replaced”, „Remplacée” of „Sustituida” voorzien.

6.   De wederverzender vermeldt het volgende op het vervangende attest van oorsprong:

a)

alle gegevens van de wederverzonden producten;

b)

de datum waarop het oorspronkelijke attest van oorsprong werd opgesteld;

c)

de in bijlage 13 quinquies gespecificeerde informatie;

d)

de naam en het adres van de wederverzender van de producten in de Unie en, in voorkomend geval, zijn nummer van geregistreerd exporteur;

e)

de naam en het adres van de geadresseerde in de Unie of, in voorkomend geval, in Noorwegen, Zwitserland of Turkije, zodra dat land aan bepaalde voorwaarden voldoet;

f)

plaats en datum van de vervanging.

Het vervangende attest van oorsprong wordt van de vermelding „Replacement statement”, „Attestation de remplacement” of „Comunicación de sustitución” voorzien.

7.   De leden 1 tot en met 6 zijn van toepassing op verklaringen die vervangende attesten van oorsprong vervangen.

8.   Onderafdeling 7 van deze afdeling is van overeenkomstige toepassing op vervangende attesten van oorsprong.

9.   Wanneer producten op grond van een overeenkomstig artikel 89 toegestane afwijking voor tariefpreferenties in aanmerking komen, kan de in dit artikel voorziene vervanging alleen geschieden wanneer deze producten voor de Unie zijn bestemd.”

.

20)

Aan artikel 97 nonies wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Wanneer er bij de in lid 1 voorziene controle of op grond van andere beschikbare gegevens aanwijzingen zijn dat inbreuk wordt gemaakt op de oorsprongsregels, stelt het begunstigde land van uitvoer, op eigen initiatief of op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten of de Commissie, met de nodige spoed een onderzoek in of laat het een onderzoek instellen teneinde dergelijke inbreuken vast te stellen en een herhaling ervan te voorkomen. De Commissie en de douaneautoriteiten van de lidstaten kunnen aan dit onderzoek deelnemen.”

.

21)

Artikel 97 decies wordt geschrapt.

22)

In deel I, titel IV, hoofdstuk 2, komt de titel van afdeling 1 bis als volgt te luiden:

„Procedures en methoden van administratieve samenwerking van toepassing op de uitvoer met behulp van certificaten van oorsprong, formulier A, factuurverklaringen en certificaten inzake goederenverkeer EUR.1.”

.

23)

In artikel 97 terdecies

a)

worden de leden 2, 3 en 4 vervangen door:

„2.   De bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen stellen het certificaat van oorsprong, formulier A, aan de exporteur ter beschikking zodra de uitvoer heeft plaatsgevonden of het zeker is dat deze zal plaatsvinden. De bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen kunnen echter tevens een certificaat van oorsprong, formulier A, afgeven na de uitvoer van de producten waarop dit betrekking heeft, indien:

a)

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd, of

b)

ten genoegen van de bevoegde autoriteiten wordt aangetoond dat het certificaat van oorsprong, formulier A, is afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard, of

c)

de eindbestemming van de producten pas werd bepaald tijdens het vervoer of de opslag en na een mogelijke splitsing van een zending, overeenkomstig artikel 74.

3.   De bevoegde autoriteiten van de begunstigde landen kunnen slechts tot afgifte achteraf van een certificaat overgaan na te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur voor de afgifte achteraf van een certificaat van oorsprong, formulier A, met die in het desbetreffende uitvoerdossier overeenstemmen en dat bij de uitvoer van de betrokken producten geen certificaat van oorsprong, formulier A, was afgegeven. De woorden „Issued retrospectively”, „Délivré a posteriori”, of „emitido a posteriori” worden vermeld in vak 4 van het achteraf afgegeven certificaat van oorsprong, formulier A.

4.   In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat van oorsprong, formulier A, kan de exporteur de bevoegde autoriteiten die dit certificaat hebben afgegeven, verzoeken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn een duplicaat op te maken. Het woord „Duplicate”, „Duplicata” of „Duplicado”, de datum van afgifte en het volgnummer van het oorspronkelijke certificaat worden vermeld in vak 4 van het duplicaat van het certificaat van oorsprong, formulier A. Het duplicaat is geldig vanaf de datum van het oorspronkelijke certificaat.”

;

b)

wordt lid 6 vervangen door:

„6.   Het is niet verplicht de vakken 2 en 10 van het certificaat van oorsprong, formulier A, in te vullen. Vak 12 is voorzien van de vermelding „Europese Unie” of de naam van een van de lidstaten. De datum van afgifte van het certificaat van oorsprong, formulier A, wordt in vak 11 vermeld. Dat vak, dat bestemd is voor de overheidsinstantie die bevoegd is het certificaat af te geven, moet met de hand worden ondertekend, evenals vak 12 waarin de handtekening van de gemachtigde ondertekenaar van de exporteur moet worden geplaatst.”

.

24)

Artikel 97 septdecies, lid 6, wordt vervangen door:

„6.   Voor producten die op grond van de in artikel 89 bedoelde afwijking voor tariefpreferenties in aanmerking komen, is de in het onderhavige artikel bedoelde procedure slechts van toepassing op de voor de Unie bestemde producten.”

.

25)

Aan artikel 109 wordt een tweede alinea toegevoegd:

„Vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of factuurverklaringen bevatten de vermelding „Autonomous trade measures” of „Mesures commerciales autonomes”.”

.

26)

Bijlage 13 bis wordt overeenkomstig bijlage I bij deze verordening gewijzigd.

27)

De bijlagen 13 quater en 13 quinquies worden vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.

28)

Bijlage 17 wordt overeenkomstig bijlage III bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 2

Verordening (EU) nr. 1063/2010 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt geschrapt.

2)

In artikel 3 worden de leden 3, 4 en 5 geschrapt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, lid 7, en artikel 1, lid 23, zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 maart 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 1063/2010 van de Commissie van 18 november 2010 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 307 van 23.11.2010, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 530/2013 van de Commissie van 10 juni 2013 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 159 van 11.6.2013, blz. 1).

(5)  Besluit 2001/101/EG van de Raad van 5 december 2000 houdende goedkeuring van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en elk van de EVA-landen die tariefpreferenties verlenen in het kader van het Stelsel van algemene preferenties (Noorwegen en Zwitserland), volgens welke goederen waarin bestanddelen van oorsprong uit Noorwegen of Zwitserland zijn gebruikt, bij binnenkomst in het douanegebied van de Gemeenschap worden behandeld als goederen die een component van communautaire oorsprong bevatten (wederkerige overeenkomst) (PB L 38 van 8.2.2001, blz. 24).

(6)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(7)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).


BIJLAGE I

In bijlage 13 bis, deel II, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 wordt de volgende tekst ingevoegd tussen de posten „ex 6202, ex 6204, ex 6206, ex 6209 en ex 6211 — Dames-, meisjes- en babykleding, alsmede ander geconfectioneerd kledingtoebehoren voor baby's, geborduurd”, en „ex 6210 en 6216 — Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester”:

„ex 6212

Bustehouders, gaines (step-ins), korsetten, bretels, jarretelles, kousenbanden en dergelijke artikelen, alsmede delen daarvan, van brei- of haakwerk

 

 

 

verkregen door aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk die hetzij op maat zijn gesneden hetzij direct in vorm zijn verkregen

a)

MOL's

Vervaardiging uit weefsel

b)

Andere begunstigde landen

Breien en confectioneren (met inbegrip van snijden) (1)  (2)

 

Andere

Het spinnen van natuurlijke en/of synthetische of kunstmatige stapelvezels of extrusie van synthetisch of kunstmatig filamentgaren, in beide gevallen samen met het breien (direct in vorm gebreide producten)

of

Het verven van garen van natuurlijke vezels samen met breien (direct in vorm gebreide producten) (1)


(1)  Zie aantekening 6 voor bijzondere voorwaarden voor producten die gemaakt zijn van een mengsel van textielstoffen.

(2)  Zie aantekening 7.


BIJLAGE II

BIJLAGE 13 quater

(bedoeld in artikel 92)

Image

Image

Image

BIJLAGE 13 quinquies

(bedoeld in artikel 95, lid 3)

ATTEST VAN OORSPRONG

Op te stellen op een handelsdocument waarop de naam en het volledig adres van de exporteur en de geadresseerde zijn vermeld en dat een omschrijving van de producten bevat. Het attest moet worden gedateerd (1)

Franse versie

L'exportateur … (Numéro d'exportateur enregistré (2)  (3)  (4)) des produits couverts par le présent document déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (5) au sens des règles d'origine du Système des préférences tarifaires généralisées de l'Union européenne et que le critère d'origine satisfait est … … (6).

Engelse versie

The exporter … (Number of Registered Exporter (2)  (3)  (4)) of the products covered by this document declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … preferential origin (5) according to rules of origin of the Generalised System of Preferences of the European Union and that the origin criterion met is … … (6).

Spaanse versie

El exportador … (Número de exportador registrado (2)  (3)  (4)) de los productos incluidos en el presente documento declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (5) en el sentido de las normas de origen del Sistema de preferencias generalizado de la Unión europea y que el criterio de origen satisfecho es … … (6).


(1)  Wanneer het attest van oorsprong overeenkomstig artikel 97 quinquies, leden 2 en 3, een ander attest vervangt, is het vervangende attest van oorsprong voorzien van de vermelding „Replacement statement” of „Attestation de remplacement” or „Comunicación de sustitución”. Het vervangende attest is eveneens voorzien van de datum waarop het oorspronkelijke attest is opgesteld en alle andere noodzakelijke gegevens overeenkomstig artikel 97 quinquies, lid 6.

(2)  Wanneer het attest van oorsprong overeenkomstig artikel 97 quinquies, lid 2, eerste alinea, en artikel 97 quinquies, lid 3, een ander attest vervangt, vermeldt de wederverzender van de goederen die een dergelijk attest opstelt zijn naam en volledige adres, gevolgd door zijn nummer van geregistreerd exporteur.

(3)  Wanneer het attest van oorsprong overeenkomstig artikel 97 quinquies, lid 2, tweede alinea, een ander attest vervangt, vermeldt de wederverzender van de goederen die een dergelijk attest opstelt zijn naam en volledige adres gevolgd door de vermelding (Franse versie)„agissant sur la base de l'attestation d'origine établie par [nom et adresse complète de l'exportateur dans le pays bénéficiaire] enregistré sous le numéro suivant [Numéro d'exportateur enregistré dans le pays bénéficiaire]”, (Engelse versie)„acting on the basis of the statement on origin made out by [name and complete address of the exporter in the beneficiary country] registered under the following number [Number of Registered Exporter of the exporter in the beneficiary country]”, (Spaanse versie)„actuando sobre la base de la comunicación extendida por [nombre y dirección completa del exportador en el país beneficiario], registrado con el número siguiente [Número de exportador registrado del exportador en el país beneficiario].”

(4)  Wanneer het attest van oorsprong overeenkomstig artikel 97 quinquies, lid 2, een ander attest vervangt, vermeldt de wederverzender van de goederen het nummer van geregistreerd exporteur uitsluitend indien de waarde van de producten van oorsprong in de oorspronkelijke zending hoger is dan 6 000 EUR.

(5)  Aanduiding van het land van oorsprong van de producten. Indien het attest van oorsprong geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 97 undecies, moet de exporteur dit door middel van de letters „XC/XL” duidelijk aangeven op het document waarop het attest wordt opgesteld.

(6)  Geheel en al verkregen producten: vermeld de letter „P”; producten die een voldoende be- of verwerking hebben ondergaan: vermeld de letter „W” gevolgd door een post van het geharmoniseerde systeem (voorbeeld „W”9618).

Indien van toepassing wordt bovengenoemde vermelding vervangen door een van de volgende vermeldingen:

a)

in het geval van bilaterale cumulatie: „EU cumulation”, „Cumul UE” of „Acumulación UE”;

b)

in het geval van cumulatie met Noorwegen, Zwitserland of Turkije: „Norway cumulation”, „Switzerland cumulation”, „Turkey cumulation”, „Cumul Norvège”, „Cumul Suisse”, „Cumul Turquie” of „Acumulación Noruega”, „Acumulación Suiza”, of „Acumulación Turquía”.

c)

in het geval van regionale cumulatie: „regional cumulation”, „cumul regional” of „Acumulación regional”;

d)

in het geval van uitgebreide cumulatie: „extended cumulation with country x”, „cumul étendu avec le pays x” of „Acumulación ampliada con el país x”.


BIJLAGE III

Bijlage 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Punt 2 van de inleidende aantekeningen wordt vervangen door:

„2.

De afmetingen van het certificaat zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte en de breedte een afwijking van 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

Als het certificaat verschillende kopieën heeft, moet alleen het eerste exemplaar, dat het origineel is, van de groene, geguillocheerde onderdruk zijn voorzien.”

;

b)

Punt 4 van de inleidende aantekeningen wordt vervangen door:

„4.

Certificaten met oudere versies van de aantekeningen op de achterzijde kunnen worden gebruikt tot de voorraden zijn uitgeput.”

;

c)

De aantekeningen betreffende de modellen van het formulier in twee talen, die telkens op het model in dezelfde taal volgen, worden respectievelijk vervangen door:

‘NOTES (2013)

I.   Countries which accept Form A for the purposes of the Generalised System of Preferences (GSP)

Australia (1)

European Union:

France

Netherlands

Belarus

Austria

Germany

Poland

Canada

Belgium

Greece

Portugal

Iceland

Bulgaria

Hungary

Romania

Japan

Croatia

Ireland

Slovakia

New Zealand (2)

Cyprus

Italy

Slovenia

Norway

Czech Republic

Latvia

Spain

Russian Federation

Denmark

Lithuania

Sweden

Switzerland including Liechtenstein (3)

Estonia

Luxembourg

United Kingdom

Turkey

Finland

Malta

 

United States of America (4)

 

 

 

Full details of the conditions covering admission to the GSP in these countries are obtainable from the designated authorities in the exporting preference-receiving countries or from the customs authorities of the preference-giving countries listed above. An information note is also obtainable from the UNCTAD secretariat.

II.   General conditions

To qualify for preference, products must:

(a)

fall within a description of products eligible for preference in the country of destination. The description entered on the form must be sufficiently detailed to enable the products to be identified by the customs officer examining them;

(b)

comply with the rules of origin of the country of destination. Each article in a consignment must qualify separately in its own right; and,

(c)

comply with the consignment conditions specified by the country of destination. In general, products must be consigned direct from the country of exportation to the country of destination but most preference-giving countries accept passage through intermediate countries subject to certain conditions. (For Australia, direct consignment is not necessary).

III.   Entries to be made in Box 8

Preference products must either be wholly obtained in accordance with the rules of the country of destination or sufficiently worked or processed to fulfil the requirements of that country's origin rules.

(a)

Products wholly obtained: for export to all countries listed in Section I, enter the letter “P” in Box 8 (for Australia and New Zealand Box 8 may be left blank).

(b)

Products sufficiently worked or processed: for export to the countries specified below, the entry in Box 8 should be as follows:

(1)

United States of America: for single country shipments, enter the letter “Y” in Box 8, for shipments from recognised associations of counties, enter the letter “Z”, followed by the sum of the cost or value of the domestic materials and the direct cost of processing, expressed as a percentage of the ex-factory price of the exported products; (example “Y” 35 % or “Z” 35 %).

(2)

Canada: for products which meet origin criteria from working or processing in more than one eligible least developed country, enter letter “G” in Box 8; otherwise “F”.

(3)

Iceland, the European Union, Japan, Norway, Switzerland including Liechtenstein, and Turkey; enter the letter “W” in Box 8 followed by the Harmonised Commodity Description and coding system (Harmonised System) heading at the 4-digit level of the exported product (example “W” 96.18).

(4)

Russian Federation: for products which include value added in the exporting preference-receiving country, enter the letter “Y” in Box 8 followed by the value of imported materials and components expressed as a percentage of the fob price of the exported products (example “Y” 45 %); for products obtained in a preference-receiving country and worked or processed in one or more other such countries, enter “Pk”.

(5)

Australia and New Zealand: completion of Box 8 is not required. It is sufficient that a declaration be properly made in Box 12.

NOTES (2013)

I.   Pays acceptant la formule A aux fins du système des préférences généralisées (SPG):

Australie (5)

Union européenne:

Finlande

Pays-Bas

Bélarus

Allemagne

France

Pologne

Canada

Autriche

Grèce

Portugal

Etats-Unis d'Amérique (7)

Belgique

Hongrie

République tchèque

Fédération de Russie

Bulgarie

Irlande

Roumanie

Islande

Chypre

Italie

Royaume-Uni

Japon

Croatie

Lettonie

Slovaquie

Norvège

Danemark

Lituanie

Slovénie

Nouvelle-Zélande (6)

Espagne

Luxembourg

Suède

Suisse y compris Liechtenstein (8)

Estonie

Malte

 

Turquie

 

 

 

Des détails complets sur les conditions régissant l'admission au bénéfice du SGP dans ce pays peuvent être obtenus des autorités désignées par les pays exportateurs bénéficiaires ou de l'administration des douanes des pays donneurs qui figurent dans la liste ci-dessus. Une note d'information peut également être obtenue du secrétariat de la CNUCED.

II.   Conditions générales

Pour être admis au bénéfice des préférences, les produits doivent:

(a)

correspondre à la définition établie des produits pouvant bénéficier du régime de préférences dans les pays de destination. La description figurant sur la formule doit être suffisamment détaillée pour que les produits puissent être identifiés par l'agent des douanes qui les examine;

(b)

satisfaire aux règles d'origine du pays de destination. Chacun des articles d'une même expédition doit répondre aux conditions prescrites; et

(c)

satisfaire aux conditions d'expédition spécifiées par le pays de destination. En général, les produits doivent être expédiés directement du pays d'exportation au pays de destination; toutefois, la plupart des pays donneurs de préférences acceptent sous certaines conditions le passage par des pays intermédiaires (pour l'Australie, l'expédition directe n'est pas nécessaire).

III.   Indications à porter dans la case 8

Pour bénéficier des préférences, les produits doivent avoir été, soit entièrement obtenus, soit suffisamment ouvrés ou transformés conformément aux règles d'origine des pays de destination.

(a)

Produits entièrement obtenus: pour l'exportation vers tous les pays figurant dans la liste de la section, il y a lieu d'inscrire la lettre “P” dans la case 8 (pour l'Australie et la Nouvelle-Zélande, la case 8 peut être laissée en blanc).

(b)

Produits suffisamment ouvrés ou transformés: pour l'exportation vers les pays figurant ci-après, les indications à porter dans la case 8 doivent être les suivantes:

(1)

Etats Unis d'Amérique: dans le cas d'expédition provenant d'un seul pays, inscrire la lettre “Y” ou, dans le cas d'expéditions provenant d'un groupe de pays reconnu comme un seul, la lettre “Z”, suivie de la somme du coût ou de la valeur des matières et du coût direct de la transformation, exprimée en pourcentage du prix départ usine des marchandises exportées (exemple: “Y” 35 % ou “Z” 35 %);

(2)

Canada: il y a lieu d'inscrire dans la case 8 la lettre “G” pur les produits qui satisfont aux critères d'origine après ouvraison ou transformation dans plusieurs des pays les moins avancés; sinon, inscrire la lettre “F”;

(3)

Islande, Japon, Norvège, Suisse y compris Liechtenstein, Turquie et l'Union européenne: inscrire dans la case 8 la lettre “W” suivie de la position tarifaire à quatre chiffres occupée par le produit exporté dans le Système harmonisé de désignation et de codification des marchandises (Système harmonisé) (exemple “W” 96.18);

(4)

Fédération de Russie: pour les produits avec valeur ajoutée dans le pays exportateur bénéficiaire de préférences, il y a lieu d'inscrire la lettre “Y” dans la case 8, en la faisant suivre de la valeur des matières et des composants importés, exprimée en pourcentage du prix fob des marchandises exportées (exemple: “Y” 45 %); pour les produits obtenus dans un pays bénéficiaire de préférences et ouvrés ou transformés dans un ou plusieurs autres pays bénéficiaires, il y a lieu d'inscrire les lettre “Pk” dans la case 8;

(5)

Australie et Nouvelle-Zélande: il n'est pas nécessaire de remplir la case 8. Il suffit de faire une déclaration appropriée dans la case 12.’


(1)  For Australia, the main requirement is the exporter's declaration on the normal commercial invoice. Form A, accompanied by the normal commercial invoice, is an acceptable alternative, but official certification is not required

(2)  Official certification is not required.

(3)  The Principality of Liechtenstein forms, pursuant to the Treaty of 29 March 1923, a customs union with Switzerland.

(4)  The United States does not require GSP Form A. A declaration setting forth all pertinent detailed information concerning the production or manufacture of the merchandise is considered sufficient only if requested by the district collector of Customs.

(5)  Pour l'Australie, l'exigence de base est une attestation de l'exportateur sur la facture habituelle. La formule A, accompagnée de la facture habituelle, peut être acceptée en remplacement, mais une certification officielle n'est pas exigée.

(6)  Un visa officiel n'est pas exigé.

(7)  Les Etats-Unis n'exigent pas de certificat SGP Formule A. Une déclaration reprenant toute information appropriée et détaillée concernant la production ou la fabrication de la marchandise est considérée comme suffisante, et doit être présentée uniquement à la demande du receveur des douanes du district (District collector of Customs).

(8)  D'après l'Accord du 29 mars 1923, la Principauté du Liechtenstein forme une union douanière avec la Suisse.