13.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 68/30


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/416 VAN DE COMMISSIE

van 12 maart 2015

tot goedkeuring van dinotefuran als een werkzame stof voor gebruik in biociden voor productsoort 18

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (1) en met name artikel 90, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verenigd Koninkrijk heeft op 29 maart 2012 overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof dinotefuran in bijlage I bij die richtlijn voor gebruik in productsoort 18 (insecticiden, acariciden en producten voor de bestrijding van andere geleedpotigen) zoals gedefinieerd in bijlage V bij die richtlijn.

(2)

Dinotefuran was op 14 mei 2000 niet als werkzame stof van een biocide op de markt.

(3)

Het Verenigd Koninkrijk heeft op 15 oktober 2013 overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012 het beoordelingsverslag met aanbevelingen bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen ingediend.

(4)

Op 17 juni 2014 heeft het Comité voor biociden het advies van het Europees Agentschap voor chemische stoffen geformuleerd, waarbij rekening werd gehouden met de conclusies van de beoordelende bevoegde autoriteit.

(5)

Volgens dat advies kan van biociden die voor productsoort 18 worden gebruikt en dinotefuran bevatten, worden verwacht dat zij aan de eisen van artikel 19, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 528/2012 voldoen, op voorwaarde dat aan bepaalde specificaties en voorwaarden voor het gebruik wordt voldaan.

(6)

Uit het advies blijkt ook dat de kenmerken van dinotefuran die stof zeer persistent (zP) en toxisch (T) maken volgens de in bijlage XIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3) vastgestelde criteria. Dinotefuran moet derhalve worden beschouwd als een stof die voor vervanging in aanmerking komt krachtens artikel 10, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 528/2012 met het oog op de toelating van producten overeenkomstig artikel 23 van die verordening.

(7)

Bijgevolg moet dinotefuran worden goedgekeurd voor gebruik in biociden voor productsoort 18, mits aan bepaalde specificaties en voorwaarden wordt voldaan.

(8)

Aangezien de evaluaties geen nanomaterialen betroffen, mag de goedkeuring krachtens artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 528/2012 geen betrekking hebben op dergelijke materialen.

(9)

Aangezien aan de voorwaarden van artikel 90, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 528/2012 is voldaan, moeten de bepalingen van die verordening van toepassing zijn. Dinotefuran moet worden goedgekeurd voor een periode van niet langer dan 7 jaar overeenkomstig artikel 10, lid 4, van die verordening.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor biociden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Dinotefuran wordt goedgekeurd als werkzame stof voor gebruik in biociden voor productsoort 18, onder voorbehoud van de naleving van de in de bijlage vastgestelde specificaties en voorwaarden.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 maart 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1.

(2)  Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van biociden (PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).


BIJLAGE

Triviale naam

IUPAC-naam

Identificatienummers

Minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof (1)

Datum van goedkeuring

Datum van het verstrijken van de goedkeuring

Productsoort

Bijzondere voorwaarden (2)

Dinotefuran

IUPAC-naam:

(RS)-1-methyl-2-nitro-3-(tetrahydro-3-furylmethyl)guanidine

EG-nummer: niet beschikbaar

CAS-nummer: 165252-70-0

991 g/kg

1 juni 2015

31 mei 2022

18

Dinotefuran komt in aanmerking voor vervanging overeenkomstig artikel 10, lid 1, onder d), van Verordening (EU) nr. 528/2012.

Bij de evaluatie van het product moet bijzondere aandacht worden besteed aan de blootstellingen, de risico's en de doeltreffendheid voor elk gebruik waarvoor toelating werd aangevraagd, maar dat geen voorwerp was van de risicobeoordeling van de werkzame stof op het niveau van de Unie.

Voor biociden wordt aan de toelating de volgende voorwaarde verbonden:

voor industriële of beroepsmatige gebruikers moeten veilige operationele procedures en passende organisatorische maatregelen worden vastgesteld. Wanneer de blootstelling niet op andere manieren tot een aanvaardbaar niveau kan worden beperkt, moeten bij de toepassing van de producten passende persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.


(1)  De in deze kolom vermelde zuiverheid was de minimale zuiverheidsgraad van de werkzame stof die voor de overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr. 528/2012 uitgevoerde beoordeling is gebruikt. De werkzame stof in het in de handel gebrachte product kan dezelfde of een andere zuiverheid hebben, voor zover bewezen is dat de werkzame stof technisch gelijkwaardig is aan de beoordeelde werkzame stof.

(2)  Met het oog op de toepassing van de gemeenschappelijke beginselen van bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 528/2012 zijn de inhoud en de conclusies van de beoordelingsverslagen beschikbaar op de website van de Commissie: http://ec.europa.eu/environment/chemicals/biocides/index_en.htm