14.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 298/42


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2042 VAN DE COMMISSIE

van 13 november 2015

betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader van Zwitserland voor centrale tegenpartijen aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 25, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De procedure voor de erkenning van in derde landen gevestigde centrale tegenpartijen (hierna „CTP's” genoemd) die in artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 is vastgesteld, is bedoeld om CTP's die zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen in derde landen waarvan de reguleringsnormen gelijkwaardig zijn aan die welke in genoemde verordening zijn vastgesteld, de mogelijkheid te bieden clearingdiensten te verrichten voor clearingleden of handelsplatformen die in de Unie zijn gevestigd. Die erkenningsprocedure en het gelijkwaardigheidsbesluit waarin wordt voorzien, dragen zodoende bij tot het bereiken van de overkoepelende doelstelling van Verordening (EU) nr. 648/2012 om het systeemrisico te verminderen door meer gebruik te maken van veilige en solide CTP's voor de clearing van over-the-counter (hierna „otc” genoemd) derivatencontracten, ook als die CTP's in een derde land zijn gevestigd en daar een vergunning hebben gekregen.

(2)

Om een rechtstelsel van een derde land als gelijkwaardig aan het rechtsstelsel van de Unie aan te merken wat CTP's betreft, dient het concrete resultaat van het toepasselijke juridische en toezichthoudende kader gelijkwaardig te zijn aan dat van de Unievereisten wat de bereikte toezicht- en regelgevingsdoelstellingen betreft. Doel van deze gelijkwaardigheidstoetsing is daarom na te gaan of het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland waarborgt dat CTP's die daar zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen, in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatformen niet blootstellen aan een hoger risiconiveau dan dat waaraan de CTP's die in de Unie een vergunning hebben gekregen, kunnen worden blootgesteld — en of zij bijgevolg geen onaanvaardbare niveaus van systeemrisico in de Unie opleveren.

(3)

Op 1 september 2013 heeft de Commissie het technische advies van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) ontvangen over het juridische en toezichthoudende kader dat van toepassing is op CTP's waaraan in Zwitserland vergunning is verleend. In het technische advies wordt geconcludeerd dat het toepasselijke juridische en toezichthoudende kader op jurisdictioneel gebied waarborgt dat CTP's die in Zwitserland over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

(4)

Overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten drie voorwaarden vervuld zijn om te kunnen verklaren dat het juridische en toezichthoudende kader van een derde land dat geldt voor CTP's die in dat land over een vergunning beschikken, gelijkwaardig is aan de vereisten die in die verordening zijn vastgelegd.

(5)

Volgens de eerste voorwaarde moeten CTP's die in een derde land over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

(6)

De juridisch bindende vereisten van Zwitserland voor CTP's die daar een vergunning hebben gekregen, zijn vervat in de National Bank Ordinance van 18 maart 2004 (hierna „de National Bank Ordinance” genoemd) en de regelgeving die de Swiss National Bank (hierna „SNB” genoemd) op grond daarvan heeft aangenomen, samen met de federale wet op banken en spaarbanken (hierna „de bankwet” genoemd) en de verordeningen en circulaires van de Zwitserse Financial Market Supervisory Authority (hierna „FINMA” genoemd). De National Bank Ordinance is onlangs herzien met de bedoeling de door CPSS-IOSCO uitgevaardigde Principles for Financial Markets Infrastructures (hierna „PFMI's” genoemd) ten uitvoer te leggen en gelijkwaardigheid aan Verordening (EU) nr. 648/2012 te bewerkstelligen. Het herziene toezicht- en regelgevingskader vertoont een aantal verschillen tussen de juridisch bindende vereisten die, op jurisdictioneel gebied, gelden voor CTP's in Zwitserland en de juridisch bindende vereisten die voor CTP's gelden uit hoofde van Verordening (EU) nr. 648/2012. De SNB heeft echter een toelichtend rapport over de gedeeltelijke herziening van de National Bank Ordinance gepubliceerd met richtsnoeren voor de interpretatie van de National Bank Ordinance. Daarin wordt met name uitgelegd dat de herziene National Bank Ordinance uitvoering geeft aan de PFMI's en dat bij de interpretatie van de National Bank Ordinance rekening moet worden gehouden met de PFMI's en met de titels IV en V van Verordening (EU) nr. 648/2012.

(7)

Bovendien moeten CTP's waaraan in Zwitserland vergunning is verleend, statuten, organisatorische regels, bevoegdheidsregels en bepaalde organisatorische gedragslijnen (hierna „de organisatorische regels en gedragslijnen” genoemd) vaststellen. Daarin moeten gedetailleerde voorschriften zijn opgenomen betreffende de wijze waarop de CTP's overeenkomstig de PFMI's en Verordening (EU) nr. 648/2012 aan die normen zullen voldoen, zoals is uitgelegd in het toelichtend rapport over de gedeeltelijke herziening van de National Bank Ordinance.

(8)

De SNB en de FINMA delen regelgevende en toezichthoudende taken met betrekking tot CTP's en werken met elkaar samen bij de uitoefening van deze taken. In Zwitserland gevestigde CTP's beschikken over een bankvergunning van de FINMA. De FINMA kan CTP's vrijstellen van de naleving van bepaalde voorschriften van de bankwet en kan tevens de voorschriften ervan aanpassen om met de clearingactiviteiten en het risicoprofiel van CTP's rekening te houden. De circulaires van de FINMA hebben onder meer betrekking op solvabiliteit, governance, risicomanagement, audits en rapportage.

(9)

De juridisch bindende vereisten in Zwitserland hebben dus een tweeledige structuur. De kernbeginselen voor CTP's die in de bankwet en de National Bank Ordinance, alsook in de op grond daarvan uitgevaardigde regels, bevelen en circulaires zijn omschreven (hierna „de primaire regels” genoemd), leggen normen van hoog niveau vast die CTP's moeten naleven om een vergunning te kunnen krijgen voor het verrichten van clearingdiensten in Zwitserland. Deze primaire regels vormen het eerste niveau van de juridisch bindende vereisten in Zwitserland. Om te bewijzen dat zij zich aan de primaire regels houden, zijn CTP's die in Zwitserland over een vergunning beschikken verplicht hun organisatorische regels en gedragslijnen ter goedkeuring aan de FINMA voor te leggen. Deze organisatorische regels en gedragslijnen vormen het tweede niveau van de juridisch bindende vereisten in Zwitserland. Zodra deze organisatorische regels en gedragslijnen door de FINMA zijn goedgekeurd, worden zij juridisch bindend voor de CTP. Deze regels en gedragslijnen vormen bijgevolg een integrerend onderdeel van het juridische en toezichthoudende kader dat de CTP waaraan in Zwitserland vergunning is verleend, in acht moet nemen. In geval van niet-naleving van de primaire regels of van de organisatorische regels en gedragslijnen van de CTP is de FINMA bevoegd bestuurlijke maatregelen tegen de CTP te treffen, met inbegrip van de intrekking van de bankvergunning van de betrokken CTP.

(10)

De op CTP's toepasselijke primaire regels, aangevuld met hun organisatorische regels en gedragslijnen, leveren concrete resultaten op die gelijkwaardig zijn aan de uitkomsten van de regels vervat in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012. Met name de juridisch bindende vereisten die van toepassing zijn op de CTP's die momenteel over een vergunning in Zwitserland beschikken, en die betrekking hebben op het aantal door de totale financiële middelen te dekken wanbetalingen, liquiditeitsrisico, bedrijfscontinuïteit, zekerheidsvereisten, beleggingsbeleid, afwikkelingsrisico, scheiding en overdraagbaarheid van activa, berekening van initiële margins en governance, met inbegrip van organisatorische vereisten en vereisten met betrekking tot hoger management, het risicocomité, het bijhouden van gegevens, gekwalificeerde deelnemingen, informatieverstrekking aan de bevoegde autoriteiten, belangenconflicten, uitbesteding en bedrijfsvoering, leveren concrete resultaten op die gelijkwaardig zijn aan de uitkomsten van de regels vervat in Verordening (EU) nr. 648/2012 en moeten derhalve als gelijkwaardig worden aangemerkt.

(11)

Derhalve concludeert de Commissie dat het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland waarborgt dat CTP's die daar over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

(12)

Volgens de tweede voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland voor de CTP's die daar over een vergunning beschikken, voorzien in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving ten aanzien van die CTP's.

(13)

CTP's waaraan in Zwitserland vergunning is verleend, staan onder doorlopend toezicht van de FINMA en de SNB. Dat toezicht is erop gericht te controleren of de aan de vergunning verbonden voorwaarden en de overige toepasselijke wettelijke eisen continu in acht worden genomen. CTP's waaraan in Zwitserland vergunning is verleend, worden aan een jaarlijkse audit onderworpen. CTP's moeten de controlerende entiteit de voor de uitvoering van de audit verlangde informatie verstrekken. Indien de controlerende entiteit een schending van de toezichtbepalingen of andere onregelmatigheden constateert, geeft zij de betrokken CTP gedurende een bepaalde periode de tijd om opnieuw aan de eisen te voldoen en stelt zij de FINMA in kennis indien niet opnieuw aan de eisen wordt voldaan. Ingeval er van ernstige schendingen van de toezichtbepalingen of van ernstige onregelmatigheden sprake is, stelt de controlerende entiteit de FINMA daar direct van in kennis. Zowel de CTP's als de controlerende entiteiten moeten de FINMA bovendien alle informatie verstrekken die zij nodig heeft om haar taken te vervullen; tevens moeten zij haar onmiddellijk op de hoogte brengen van elk incident dat van wezenlijk belang is voor het toezicht. Daarnaast voert FINMA ook doelgerichte controles ter plaatse uit, analyseert zij periodieke verslagen en vergadert zij op gezette tijden met het CTP-management en -personeel.

(14)

De FINMA kan specifieke maatregelen nemen wanneer zij concludeert dat een inbreuk op het juridische en toezichthoudende kader heeft plaatsgevonden. De FINMA kan meer in het bijzonder een persoon verbieden een managementfunctie te bekleden of kan de als gevolg van een inbreuk behaalde winsten in beslag nemen. De FINMA kan ook een onderzoeksfunctionaris aanstellen om de concrete omstandigheden van de inbreuk op het juridische en toezichthoudende kader te onderzoeken, dan wel om de toezichtmaatregelen uit te voeren die zij heeft bevolen. De CTP waartegen een onderzoek loopt, moet de onderzoeksfunctionaris toegang tot zijn lokalen verlenen en alle informatie en documenten verstrekken die de onderzoeksfunctionaris verlangt om het onderzoek te kunnen uitvoeren. De FINMA kan tot slot ook de bankvergunning van een CTP intrekken of de registratie ervan annuleren indien deze zich niet langer aan het toepasselijke juridische en toezichthoudende kader houdt, alsook richtlijnen aan de bestuursorganen van de CTP verstrekken.

(15)

De SNB oefent in samenwerking met de FINMA toezicht uit op CTP's. De SNB is meer bepaald verantwoordelijk voor de toetsing van de naleving door de CTP van de minimumvereisten die in de National Bank Ordinance zijn neergelegd. CTP's moeten de SNB alle informatie verschaffen die zij nodig heeft om de inachtneming van deze minimumvereisten te toetsen en moeten inspecties ter plaatse toestaan. CTP's moeten meer in het bijzonder periodieke en ad-hocverslagen bij de SNB indienen en deze van tevoren in kennis stellen van specifieke kwesties of veranderingen. De SNB kan ook geldboeten en andere sancties opleggen indien de door de SNB verlangde informatie of bewijzen niet worden verstrekt, niet aan de vormvereisten beantwoorden, dan wel onvolledig of onjuist zijn. Bij het uitvoeren van haar toetsingen baseert de SNB zich op een breed scala aan informatie, zoals onder meer een zelfbeoordeling en interne documentatie van de CTP, auditverslagen, alsook periodieke verslagen en vergaderingen met het CTP-management en -personeel. De SNB doet aanbevelingen aan CTP's die zich niet houden aan de minimumvereisten die in de National Bank Ordinance zijn neergelegd. Indien de betrokken CTP geen gevolg geeft aan de aanbeveling, vaardigt de SNB een bevel uit. Indien de CTP geen gevolg geeft aan het bevel, kan de SNB haar bevindingen meedelen aan de FINMA, die verdere toezicht- en handhavingsmaatregelen ten aanzien van de CTP kan nemen.

(16)

Bijgevolg concludeert de Commissie dat het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland voor CTP's die daar over een vergunning beschikken, voorziet in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving.

(17)

Volgens de derde voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland voorzien in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's waaraan uit hoofde van buitenlandse rechtsstelsels een vergunning is verleend (hierna „CTP's uit derde landen” genoemd).

(18)

CTP's uit derde landen kunnen de FINMA om erkenning verzoeken, zodat zij in staat zijn diensten in Zwitserland aan te bieden. De erkenning van CTP's uit derde landen in Zwitserland is afhankelijk van het bestaan in het betrokken derde land van een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's uit derde landen. De SNB kan een CTP uit een derde land ook aanwijzen als systeemrelevant voor de stabiliteit van de Zwitserse financiële markten en kan de CTP ontheffing verlenen van de inachtneming van de minimumvereisten die in de National Bank Ordinance zijn neergelegd, op voorwaarde dat het juridische en toezichthoudende kader van het derde land als gelijkwaardig wordt beschouwd en dat met de bevoegde autoriteiten van het derde land samenwerkingsovereenkomsten voor de uitoefening van toezicht op CTP's zijn gesloten. Ook erkende CTP's moeten rapporteren en specifieke kwesties aan de FINMA meedelen. De vereisten inzake de rapportage en informatieverschaffing door erkende CTP's aan de FINMA laten echter de toezichthoudende taken onverlet waarvoor de bevoegde autoriteiten van het betrokken derde land verantwoordelijk zijn.

(19)

Er mag derhalve worden aangenomen dat het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland voorziet in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's uit derde landen.

(20)

Mitsdien kunnen de voorwaarden van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 geacht worden te zijn vervuld door het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland voor CTP's waaraan daar vergunning is verleend, en dient dat juridische en toezichthoudende kader als gelijkwaardig aan de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde vereisten te worden beschouwd. De Commissie dient de ontwikkeling van het juridische en toezichthoudende kader van Zwitserland voor CTP's en de inachtneming van de voorwaarden op grond waarvan dit besluit is genomen, regelmatig te blijven monitoren.

(21)

De regelmatige beoordeling van het juridische en toezichthoudende kader dat in Zwitserland van toepassing is op CTP's die daar over een vergunning beschikken, dient de mogelijkheid onverlet te laten voor de Commissie om naast de algemene beoordeling te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van de erkenning van gelijkwaardigheid leiden.

(22)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt het in Zwitserland van kracht zijnde juridische en toezichthoudende kader, dat bestaat uit de National Bank Ordinance en de op grond daarvan aangenomen regelgeving, de federale wet op banken en spaarbanken en de op grond daarvan uitgevaardigde verordeningen en circulaires, zoals aangevuld met het toelichtend rapport over de gedeeltelijke herziening van de National Bank Ordinance met richtsnoeren voor de interpretatie van de National Bank Ordinance, en dat van toepassing is op CTP's die daar over een vergunning beschikken, als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangemerkt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 november 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.